Mededeling betreffende de opening van de contingenten die zijn vastgesteld bij besluit van de Raad van 19 december 2002 betreffende de handel in bepaalde staalproducten tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne
Publicatieblad Nr. C 331 van 31/12/2002 blz. 0001 - 0016
Mededeling betreffende de opening van de contingenten die zijn vastgesteld bij besluit van de Raad van 19 december 2002 betreffende de handel in bepaalde staalproducten tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne (2002/C 331/01) 1. IJzer- en staalproducten van oorsprong uit Oekraïne, vallende onder de tariefposten die zijn vastgesteld in het besluit van de Raad (zie aanhangsel 1 van de bijlage), mogen gedurende de periode van 1 januari tot en met 31 december 2003 worden ingevoerd binnen de grenzen zoals vastgesteld in aanhangsel 7 van de bijlage. 2. De kwantitatieve beperkingen worden beheerd volgens de regels van de bijlage. Aanvragen voor vergunningen dienen te worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, vermeld in aanhangsel 5 van de bijlage. BIJLAGE Artikel 1 Toepassingsgebied 1. Deze bijlage is van toepassing op de invoer van de in aanhangsel 1 vermelde ijzer- en staalproducten van oorsprong uit Oekraïne. 2. Voor de toepassing van lid 1 worden de ijzer- en staalproducten ingedeeld in de in aanhangsel 1 vastgestelde productgroepen. 3. De indeling van de in aanhangsel 1 vermelde producten berust op de gecombineerde nomenclatuur (GN). 4. De oorsprong van de in lid 1 bedoelde producten wordt vastgesteld overeenkomstig de terzake in de Gemeenschap geldende bepalingen. 5. De procedures voor de controle op de oorsprong van de in lid 1 bedoelde producten zijn vervat in de terzake geldende communautaire wetgeving. Artikel 2 Kwantitatieve maxima 1. De invoer in de Gemeenschap van de in aanhangsel 1 vermelde ijzer- en staalproducten van oorsprong uit Oekraïne is aan de in aanhangsel 7 vastgestelde jaarlijkse kwantitatieve maxima onderworpen. Bij het in de Gemeenschap in het vrije verkeer brengen van de in aanhangsel 1 vermelde producten van oorsprong uit Oekraïne dient een door de autoriteiten van de lidstaten overeenkomstig artikel 4 afgegeven invoervergunning te worden overgelegd. 2. Teneinde erop toe te zien dat de hoeveelheden waarvoor invoervergunningen worden afgegeven nooit het totale kwantitatieve maximum voor elke productgroep overschrijden, geven de bevoegde autoriteiten de invoervergunningen niet eerder af dan nadat zij van de Commissie de bevestiging hebben verkregen dat de kwantitatieve maxima voor de betrokken productgroepen van ijzer- en staalproducten ten aanzien van het exporterende land, waarvoor één of meer importeurs aanvragen bij genoemde autoriteiten hebben ingediend, nog niet zijn bereikt. 3. Voor de toepassing van deze bijlage worden de goederen geacht te zijn verzonden op de datum van lading in het vervoermiddel waarmee de uitvoer plaatsvindt. Artikel 3 Opschortende regelingen 1. De in aanhangsel 7 bedoelde kwantitatieve maxima zijn niet van toepassing op producten die in een vrije zone of een vrij entrepot worden ondergebracht of die onder het stelsel van douane-entrepots, de regeling tijdelijke invoer of de regeling actieve veredeling (schorsingssysteem) worden ingevoerd. 2. Wanneer de in lid 1 bedoelde producten vervolgens in het vrije verkeer worden gebracht, in ongewijzigde staat of na be- of verwerking, is artikel 2, lid 2, van toepassing en worden de aldus in het vrije verkeer gebrachte producten van het desbetreffende in aanhangsel 7 vastgestelde kwantitatieve maximum afgeboekt. Artikel 4 Bijzondere regels voor het beheer van communautaire kwantitatieve maxima 1. Voor de toepassing van artikel 2, lid 2, geven de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, voordat zij invoervergunningen afgeven, de Commissie kennis van de hoeveelheden waarvoor zij met originele uitvoervergunningen gestaafde aanvragen voor invoervergunningen hebben ontvangen. De Commissie geeft per omgaande de bevestiging dat de aangevraagde hoeveelheden beschikbaar zijn voor invoer, in de volgorde waarin zij de kennisgevingen van de lidstaten heeft ontvangen. 2. De in de kennisgevingen aan de Commissie vervatte aanvragen zijn geldig indien daarin voor elk geval duidelijk is vermeld: het exporterende land, de betrokken productgroep, de in te voeren hoeveelheden, het nummer van de uitvoervergunning, de contingentperiode en de lidstaat waar de producten in het vrije verkeer zullen worden gebracht. 3. De in de leden 1 en 2 bedoelde kennisgevingen worden verricht langs elektronische weg over het voor dit doel opgezette geïntegreerde netwerk, tenzij het om dwingende technische redenen noodzakelijk is tijdelijk andere communicatiemiddelen te gebruiken. 4. Voorzover mogelijk, geeft de Commissie de autoriteiten bevestiging van de volledige hoeveelheid die in de ter kennis gebrachte aanvragen voor elke productgroep is aangegeven. 5. Zodra een bevoegde instantie ervan in kennis wordt gesteld dat een hoeveelheid tijdens de geldigheidsduur van de invoervergunning niet wordt gebruikt, deelt zij dit aan de Commissie mee. Dergelijke ongebruikte hoeveelheden worden automatisch overgeboekt naar de nog resterende hoeveelheden van het totale kwantitatieve maximum van de Gemeenschap voor elke betrokken productgroep. 6. De invoervergunningen of gelijkwaardige documenten worden afgegeven overeenkomstig het bepaalde in aanhangsel 4. 7. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten melden de Commissie wanneer zij reeds afgegeven invoervergunningen of gelijkwaardige documenten annuleren in gevallen dat de overeenkomstige uitvoervergunningen door de bevoegde autoriteiten van Oekraïne zijn ingetrokken of geannuleerd. Indien de Commissie of de bevoegde autoriteiten van een lidstaat evenwel niet eerder dan na de invoer van de betrokken producten in de Gemeenschap door de bevoegde autoriteiten van Oekraïne van de intrekking of annulering van een uitvoervergunning in kennis worden gesteld, worden de betrokken hoeveelheden afgeboekt op het kwantitatieve maximum voor de periode waarin de producten zijn verzonden. 8. De Commissie kan alle voor de tenuitvoerlegging van dit artikel noodzakelijke maatregelen nemen. Artikel 5 Statistieken De lidstaten stellen de Commissie binnen één maand na het einde van elke maand in kennis van de totale hoeveelheid van de in aanhangsel 1 vermelde ijzer- en staalproducten die in die maand in het vrije verkeer is gebracht, met opgave van de code van de gecombineerde nomenclatuur en in de eenheden, met inbegrip van de eventuele bijzondere maatstaf, die voor deze code van toepassing zijn. De invoer wordt volgens de gebruikelijke statistische methoden gerubriceerd. Aanhangsel 1 SA Gewalste platte producten SA1 (coils) 7208 10 00 7208 25 00 7208 26 00 7208 27 00 7208 36 00 7208 37 10 7208 37 90 7208 38 10 7208 38 90 7208 39 10 7208 39 90 7211 14 10 7211 19 20 7219 11 00 7219 12 10 7219 12 90 7219 13 10 7219 13 90 7219 14 10 7219 14 90 7225 20 20 7225 30 00 SA2 (zware platen) 7208 40 10 7208 51 10 7208 51 30 7208 51 50 7208 51 91 7208 51 99 7208 52 10 7208 52 91 7208 52 99 7208 53 10 7211 13 00 7225 40 20 7225 40 50 7225 99 10 SA3 (andere gewalste platte producten) 7208 40 90 7208 53 90 7208 54 10 7208 54 90 7208 90 10 7209 15 00 7209 16 10 7209 16 90 7209 17 10 7209 17 90 7209 18 10 7209 18 91 7209 18 99 7209 25 00 7209 26 10 7209 26 90 7209 27 10 7209 27 90 7209 28 10 7209 28 90 7209 90 10 7210 11 10 7210 12 11 7210 12 19 7210 20 10 7210 30 10 7210 41 10 7210 49 10 7210 50 10 7210 61 10 7210 69 10 7210 70 31 7210 70 39 7210 90 31 7210 90 33 7210 90 38 7211 14 90 7211 19 90 7211 23 10 7211 23 51 7211 29 20 7211 90 11 7212 10 10 7212 10 91 7212 20 11 7212 30 11 7212 40 10 7212 40 91 7212 50 31 7212 50 51 7212 60 11 7212 60 91 7219 21 10 7219 21 90 7219 22 10 7219 22 90 7219 23 00 7219 24 00 7219 31 00 7219 32 10 7219 32 90 7219 33 10 7219 33 90 7219 34 10 7219 34 90 7219 35 10 7219 35 90 7225 40 80 SB Lange producten SB1 (balken) 7207 19 31 7207 20 71 7216 31 11 7216 31 19 7216 31 91 7216 31 99 7216 32 11 7216 32 19 7216 32 91 7216 32 99 7216 33 10 7216 33 90 SB2 (walsdraad) 7213 10 00 7213 20 00 7213 91 10 7213 91 20 7213 91 41 7213 91 49 7213 91 70 7213 91 90 7213 99 10 7213 99 90 7221 00 10 7221 00 90 7227 10 00 7227 20 00 7227 90 10 7227 90 50 7227 90 95 SB3 (andere lange producten) 7207 19 11 7207 19 14 7207 19 16 7207 20 51 7207 20 55 7207 20 57 7214 20 00 7214 30 00 7214 91 10 7214 91 90 7214 99 10 7214 99 31 7214 99 39 7214 99 50 7214 99 61 7214 99 69 7214 99 80 7214 99 90 7215 90 10 7216 10 00 7216 21 00 7216 22 00 7216 40 10 7216 40 90 7216 50 10 7216 50 91 7216 50 99 7216 99 10 7218 99 20 7222 11 11 7222 11 19 7222 11 21 7222 11 29 7222 11 91 7222 11 99 7222 19 10 7222 19 90 7222 30 10 7222 40 10 7222 40 30 7224 90 31 7224 90 39 7228 10 10 7228 10 30 7228 20 11 7228 20 19 7228 20 30 7228 30 20 7228 30 41 7228 30 49 7228 30 61 7228 30 69 7228 30 70 7228 30 89 7228 60 10 7228 70 10 7228 70 31 7228 80 10 7228 80 90 7301 10 00 Aanhangsel 2 DEEL I SYSTEEM VOOR DUBBELE CONTROLE (voor het beheer van de kwantitatieve maxima) Artikel 1 1. De bevoegde autoriteiten geven uitvoervergunningen af voor alle zendingen van ijzer- en staalproducten waarop de in aanhangsel 7 vermelde kwantitatieve maxima van toepassing zijn, totdat deze maxima zijn bereikt. 2. De importeur legt met het oog op de afgifte van de in artikel 4 bedoelde invoervergunning het origineel van de uitvoervergunning over. Artikel 2 1. De uitvoervergunning voor producten waarop een kwantitatief maximum van toepassing is, wordt gesteld op een formulier van het in aanhangsel 3 opgenomen model. In de vergunning moet onder meer zijn vermeld dat de betrokken hoeveelheid op het kwantitatieve maximum voor de betrokken productgroep is afgeboekt. 2. Elke uitvoervergunning heeft betrekking op slechts één van de in aanhangsel 1 vermelde productgroepen. Artikel 3 De uitvoer wordt afgeboekt op de kwantitatieve maxima die zijn vastgesteld voor de periode waarin de producten waarop de uitvoervergunning betrekking heeft, zijn verzonden in de zin van artikel 2, lid 3, van de bijlage. Artikel 4 1. Indien de Commissie overeenkomstig artikel 4 van de bijlage heeft bevestigd dat de gevraagde hoeveelheid nog in het kwantitatieve maximum aanwezig is, geven de bevoegde autoriteiten van de lidstaten een invoervergunning af binnen vijf werkdagen na de datum waarop de importeur het origineel van de overeenkomstige uitvoervergunning heeft overgelegd. De uitvoervergunning moet uiterlijk op 31 december 2003 worden overgelegd, mits de goederen waarop de vergunning betrekking heeft, vóór 31 december 2003 zijn verzonden. Invoervergunningen worden afgegeven door de bevoegde autoriteiten van elke lidstaat, ongeacht de lidstaat van bestemming die op de uitvoervergunning is vermeld, voorzover de Commissie overeenkomstig artikel 4 van de bijlage heeft bevestigd dat er ruimte voor de gevraagde hoeveelheid binnen het betrokken kwantitatieve maximum beschikbaar is. 2. De invoervergunningen zijn vanaf de datum van afgifte vier maanden geldig. Op met redenen omkleed verzoek van de importeur kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat de geldigheidsduur met ten hoogste twee maanden verlengen. Van dergelijke verlengingen wordt de Commissie op de hoogte gesteld. 3. De invoervergunningen worden gesteld op een formulier van het in aanhangsel 4 opgenomen model en zijn in het gehele douanegebied van de Gemeenschap geldig. 4. De aangifte of de aanvraag voor een invoervergunning van de importeur bevat de volgende gegevens: a) de volledige naam en het volledige adres van de exporteur; b) de volledige naam en het volledige adres van de importeur; c) een nauwkeurige omschrijving van de goederen en de code van de gecombineerde nomenclatuur (GN-code); d) het land van oorsprong van de goederen; e) het land van verzending; f) de juiste productgroep en de hoeveelheid, uitgedrukt in de toepasselijke eenheid die in aanhangsel 7 voor de betrokken producten is vermeld; g) het nettogewicht voor elke post van de gecombineerde nomenclatuur; h) de cif-waarde van de producten franco grens Gemeenschap per post van de gecombineerde nomenclatuur (als vermeld in vak 13 van de uitvoervergunning); i) de vermelding of het goederen van tweede keuze of mindere kwaliteit betreft; j) in voorkomend geval de data van betaling en levering en een afschrift van de vrachtbrief en het koopcontract; k) de datum en het nummer van de uitvoervergunning; l) eventuele voor administratieve doeleinden gebruikte interne codes; m) de datum en de handtekening van de importeur. 5. De importeurs zijn niet verplicht de volledige hoeveelheid waarop een invoervergunning betrekking heeft in één keer in te voeren. Artikel 5 De door de autoriteiten van de lidstaten afgegeven invoervergunningen zijn geldig voor de hoeveelheid die is vermeld in de aan deze vergunningen ten grondslag liggende, door de bevoegde autoriteiten afgegeven uitvoervergunningen, mits deze uitvoervergunningen geldig zijn. Artikel 6 De invoervergunningen of gelijkwaardige documenten worden door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 2, zonder onderscheid aan elke importeur in de Gemeenschap afgegeven, ongeacht de plaats waar deze in de Gemeenschap gevestigd is en onverminderd de verplichting tot naleving van de andere terzake geldende bepalingen. Artikel 7 De bevoegde autoriteiten van een lidstaat geven geen invoervergunningen af voor producten van oorsprong uit Oekraïne die niet door overeenkomstig de bepalingen van deze bijlage afgegeven uitvoervergunningen worden gedekt. DEEL II GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN Artikel 8 1. De in artikel 1 bedoelde uitvoervergunning en het certificaat van oorsprong (zie het hierbij gevoegde model) mogen extra exemplaren bevatten, mits daarop duidelijk wordt aangegeven dat het om kopieën gaat. De documenten worden in het Engels gesteld. 2. Indien de in lid 1 bedoelde documenten met de hand worden ingevuld, geschiedt dit met inkt en in blokletters. 3. De afmetingen van de uitvoervergunningen of gelijkwaardige documenten en de certificaten van oorsprong zijn 210 × 297 mm. Het te gebruiken papier is wit, houtvrij, zodanig gelijmd dat het goed te beschrijven is en weegt ten minste 25 g/m2. Elk deel is voorzien van een geguillocheerde onderdruk die elke vervalsing met mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt. 4. Uitsluitend het origineel wordt door de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap als geldig erkend voor de invoer van de betrokken producten overeenkomstig het bepaalde in de bijlage. 5. Uitvoervergunningen of gelijkwaardige documenten en certificaten van oorsprong zijn voorzien van een al dan niet voorgedrukt volgnummer, aan de hand waarvan zij kunnen worden geïdentificeerd. 6. Dit volgnummer is als volgt samengesteld: - twee letters ter aanduiding van het land van uitvoer: UA= Oekraïne; - twee letters die de lidstaat van de beoogde bestemming aangeven: BE= België DK= Denemarken DE= Duitsland EL= Griekenland ES= Spanje FR= Frankrijk IE= Ierland IT= Italië LU= Luxemburg NL= Nederland AT= Oostenrijk PT= Portugal FI= Finland SE= Zweden GB= Verenigd Koninkrijk; - een getal van één cijfer dat de betrokken contingentperiode aangeeft en dat met het laatste cijfer van het lopende jaar overeenkomt, bijvoorbeeld "2" voor 2002; - een getal van twee cijfers dat het kantoor van afgifte in het exporterende land aanduidt; - een uit vijf cijfers bestaand volgnummer uit de reeks van 00001 tot 99999, dat aan de lidstaat van bestemming wordt toegekend. Artikel 9 De uitvoervergunning en het certificaat van oorsprong mogen worden afgegeven na de verzending van de goederen waarop zij betrekking hebben. In dat geval wordt op deze documenten de vermelding "issued retrospectively" aangebracht. Artikel 10 In geval van diefstal, verlies of vernietiging van een uitvoervergunning of een certificaat van oorsprong kan de exporteur de bevoegde autoriteit die het document heeft afgegeven, verzoeken een duplicaat op te stellen aan de hand van de exportdocumenten waarover de exporteur beschikt. Op het aldus afgegeven duplicaat wordt het woord "duplicate" vermeld. Op het duplicaat wordt de datum van de oorspronkelijke vergunning of het oorspronkelijke certificaat vermeld. DEEL III COMMUNAUTAIRE INVOERVERGUNNING - GEMEENSCHAPPELIJK FORMULIER Artikel 11 1. De formulieren die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten (waarvan de lijst in aanhangsel 5 is opgenomen) voor de afgifte van de in artikel 4 bedoelde invoervergunningen worden gebruikt, dienen in overeenstemming te zijn met het model van de invoervergunning in aanhangsel 4. 2. De invoervergunningen en de uittreksels worden opgesteld in twee exemplaren, waarvan een, dat het nummer 1 draagt en van de vermelding "Exemplaar voor de vergunninghouder" voorzien is, de aanvrager ter hand wordt gesteld, terwijl het andere, dat het nummer 2 draagt en van de vermelding "Exemplaar voor de autoriteit van afgifte" voorzien is, wordt bewaard door de autoriteit die de vergunning heeft afgegeven. De bevoegde autoriteiten kunnen voor administratieve doeleinden aan formulier nr. 2 een aantal bijkomende exemplaren toevoegen. 3. De formulieren worden gedrukt op wit, houtvrij papier, zodanig gelijmd dat het goed te beschrijven is, met een gewicht van 55 tot 65 g/m2. De afmetingen zijn 210 × 297 mm. De regelafstand bedraagt 4,24 mm. De indeling van de formulieren moet strikt in acht worden genomen. Beide zijden van exemplaar nr. 1, dat de eigenlijke vergunning vormt, zijn bovendien voorzien van een rode geguillocheerde onderdruk die elke vervalsing met mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt. 4. De lidstaten dragen zorg voor het drukken van de formulieren. Deze mogen tevens worden gedrukt door drukkerijen die daartoe zijn erkend door de lidstaat waar zij gevestigd zijn. In dit geval dient op elk formulier een verwijzing naar deze erkenning voor te komen. Voorts worden op elk formulier de naam en het adres van de drukker vermeld of een teken aan de hand waarvan deze kan worden geïdentificeerd. 5. Bij afgifte worden de invoervergunningen of de uittreksels van een door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat toegekend afgiftenummer voorzien. Het nummer van de invoervergunning wordt de Commissie langs elektronische weg, via het overeenkomstig artikel 4 van de bijlage opgezette geïntegreerde netwerk, meegedeeld. 6. De vergunningen en de uittreksels worden gesteld in de officiële taal of een van de officiële talen van de lidstaat van afgifte. 7. In vak 10 vermelden de bevoegde autoriteiten de productgroep van de betrokken ijzer- en staalproducten. 8. De tekens van de met de afgifte belaste lichamen en die van de met de afboeking belaste autoriteiten worden door middel van een stempel aangebracht. Het stempel van de autoriteiten van afgifte mag evenwel worden vervangen door een droogstempel, in combinatie met letters en cijfers die door perforatie van de vergunning worden verkregen of die daarop worden gedrukt. De toegewezen hoeveelheid wordt door de autoriteiten van afgifte op een zodanige wijze vermeld dat geen vervalsing mogelijk is en geen cijfers of tekens kunnen worden toegevoegd (bijvoorbeeld 1000 EUR). 9. De keerzijde van de exemplaren nr. 1 en nr. 2 is voorzien van een vak waarin de hoeveelheden kunnen worden vermeld, hetzij door de douaneautoriteiten bij het vervullen van de invoerformaliteiten, hetzij door de bevoegde administratieve autoriteiten bij de afgifte van een uittreksel. Indien de voor de afboekingen op een vergunning of uittreksel bestemde ruimte ontoereikend is, kunnen de bevoegde autoriteiten daaraan één of meer verlengstroken bevestigen met dezelfde vakken als op de keerzijde van de exemplaren nr. 1 en nr. 2 van de vergunning of het uittreksel. De autoriteiten die de afboeking verrichten brengen hun stempel op een zodanige wijze aan dat dit zich voor de helft op de vergunning of het uittreksel en voor de helft op de verlengstrook bevindt. Indien meer dan één verlengstrook wordt gebruikt, worden elke verlengstrook en de daaraan voorafgaande verlengstrook op dezelfde wijze afgestempeld. 10. De door de autoriteiten van een lidstaat afgegeven invoervergunningen en uittreksels of aangebrachte vermeldingen en visa hebben in alle lidstaten dezelfde rechtsgevolgen als de door de autoriteiten van deze lidstaten afgegeven documenten, respectievelijk als de door deze aangebrachte vermeldingen en visa. 11. Indien nodig kunnen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten een vertaling van de op de vergunningen of uittreksels aangebrachte vermeldingen in de officiële taal of in een van de officiële talen van die lidstaat verlangen. Aanhangsel 3 >PIC FILE= "C_2002331NL.000802.TIF"> Model van het certificaat van oorsprong bedoeld in artikel 8, lid 1, van aanhangsel 2 >PIC FILE= "C_2002331NL.000901.TIF"> Aanhangsel 4 EUROPESE GEMEENSCHAP/INVOERVERGUNNING >PIC FILE= "C_2002331NL.001002.TIF"> >PIC FILE= "C_2002331NL.001101.TIF"> EUROPESE GEMEENSCHAP/INVOERVERGUNNING >PIC FILE= "C_2002331NL.001201.TIF"> >PIC FILE= "C_2002331NL.001301.TIF"> Aanhangsel 5 LISTA DE LAS AUTORIDADES NACIONALES COMPETENTES LISTE OVER KOMPETENTE NATIONALE MYNDIGHEDER LISTE DER ZUSTÄNDIGEN BEHÖRDEN DER MITGLIEDSTAATEN ΔΙΕΥΘΥΝΣΕΙΣ ΤΩΝ ΑΡΧΩΝ ΕΚΔΟΣΗΣ ΑΔΕΙΩΝ ΤΩΝ ΚΡΑΤΩΝ ΜΕΛΩΝ LIST OF THE COMPETENT NATIONAL AUTHORITIES LISTE DES AUTORITÉS NATIONALES COMPÉTENTES ELENCO DELLE COMPETENTI AUTORITÀ NAZIONALI LIJST VAN BEVOEGDE NATIONALE INSTANTIES LISTA DAS AUTORIDADES NACIONAIS COMPETENTES LUETTELO TOIMIVALTAISISTA KANSALLISISTA VIRANOMAISISTA LISTA ÖVER KOMPETENTA NATIONELLA MYNDIGHETER BELGIQUE/BELGIË Ministère des affaires Économiques Administration des relations Économiques Services Licences Rue Général Leman 60 B - 1040 Bruxelles Fax (32-2) 230 83 22 Ministerie van Economische Zaken Bestuur van de Economische Betrekkingen Dienst Vergunningen Generaal Lemanstraat 60 B - 1040 Brussel Fax (32-2) 230 83 22 DANMARK Erhvervsfremme Styrelsen Økonomi- og Erhvervsministeriet Vejlsøvej 29 DK - 8600 Silkeborg Fax (45) 35 46 64 01 DEUTSCHLAND Bundesamt für Wirtschaft und Ausfuhrkontrolle (BAFA) Frankfurter Straße 29-35 D - 65760 Eschborn 1 Fax (49-61) 969 42 26 ΕΛΛΑΔΑ Υπουργείο Εθνικής Οικονομίας Γενική Γραμματεία Διεθνών Σχέσεων Διεύθυνση Διεθνών Οικονομικών Ροών Κορνάρου 1 GR - 105 63 Αθήνα Φαξ (30-1) 328 60 94 ESPAÑA Ministerio de Economía Secretaría General de Comercio Exterior Paseo de la Castellana 162 E - 28046 Madrid Fax (34) 915 63 18 23/913 49 38 31 FRANCE Setice 8, rue de la Tour-des-Dames F - 75436 Paris Cedex 09 Fax (33-1) 55 07 46 69 IRELAND Department of Enterprise, Trade and Employment Import/Export Licensing, Block C Earlsfort Centre Hatch Street Dublin 2 Ireland Fax (353-1) 631 28 26 ITALIA Ministero delle Attività produttive Direzione generale per la Politica commerciale e per la gestione del regime degli scambi Viale America 341 I - 00144 Roma Fax (39) 06 59 93 22 35/06 59 93 26 36 LUXEMBOURG Ministère des affaires étrangères Office des licences BP 113 L - 2011 Luxembourg Fax (352) 46 61 38 NEDERLAND Belastingdienst douane Centrale dienst voor in- en uitvoer Postbus 30003, Engelse Kamp 2 9700 RD Groningen, Nederland Fax (31-50) 523 23 41 ÖSTERREICH Bundesministerium für Wirtschaft und Arbeit Außenwirtschaftsadministration Landstrasser Hauptstraße 55-57 A - 1030 Wien Fax (43-1) 711 00/83 86 PORTUGAL Ministério das Finanças Direcção-Geral das Alfândegas e dos Impostos Especiais sobre o Consumo Rua Terreiro do Trigo, Edifício da Alfândega de Lisboa P - 1140-060 Lisboa Fax (351) 218 81 42 61 SUOMI Tullihallitus PL 512 FIN - 00101 Helsinki F./fax (358-9) 614 28 52 SVERIGE Kommerskollegium Box 6803 S - 11386 Stockholm Fax (46-8) 30 67 59 UNITED KINGDOM Department of Trade and Industry Import Licensing Branch Queensway House - West Precinct Billingham Cleveland TS23 2NF United Kingdom Fax (44) 1642 53 35 57 Aanhangsel 6 ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING Artikel 1 De Commissie doet de autoriteiten van de lidstaten de namen en adressen toekomen van de autoriteiten in Oekraïne die voor de afgifte van certificaten van oorsprong en van uitvoervergunningen bevoegd zijn, tezamen met voorbeelden van de door deze autoriteiten gebruikte stempels. Artikel 2 Voor de ijzer- en staalproducten waarop de dubbele controle van toepassing is, geven de lidstaten de Commissie binnen de eerste tien dagen van elke maand kennis van de totale hoeveelheid, in de geëigende eenheden en per productgroep en land van oorsprong, waarvoor in de voorafgaande maand invoervergunningen zijn afgegeven. Artikel 3 1. De certificaten van oorsprong of uitvoervergunningen worden achteraf gecontroleerd door middel van steekproeven of wanneer de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap gegronde redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van het certificaat van oorsprong of de uitvoervergunning of aan de juistheid van de daarop vermelde gegevens inzake de oorsprong van de betrokken goederen. In dergelijke gevallen zenden de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap het certificaat van oorsprong, de uitvoervergunning of een kopie daarvan terug aan de bevoegde overheidsinstantie in Oekraïne, met opgave van de formele en/of materiële redenen van het verzoek om controle. Indien de factuur is overgelegd, wordt deze (of een kopie) bij het certificaat van oorsprong of de uitvoervergunning (of een kopie) gevoegd. De bevoegde autoriteiten verstrekken tevens alle beschikbare informatie die het vermoeden heeft doen ontstaan dat de gegevens van het certificaat of van de vergunning niet juist zijn. 2. Lid 1 is ook van toepassing op controles achteraf van verklaringen van oorsprong. 3. De resultaten van de overeenkomstig lid 1 verrichte controles achteraf worden de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap binnen drie maanden meegedeeld. Uit deze informatie moet blijken of het betwiste certificaat, de betwiste vergunning of de betwiste verklaring betrekking heeft op de feitelijk uitgevoerde goederen en of deze goederen krachtens deze bijlage naar de Gemeenschap mogen worden uitgevoerd. Op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap worden bij deze mededeling tevens kopieën gevoegd van alle documenten die nodig zijn om de feiten, met name de oorsprong van de goederen, vast te stellen. 4. Mocht bij dergelijke controles blijken dat misbruik of ernstige onregelmatigheden hebben plaatsgevonden bij het gebruik van de verklaringen inzake de oorsprong, dan stelt de betrokken lidstaat de Commissie hiervan in kennis. De Commissie geeft deze informatie aan de andere lidstaten door. De Commissie kan besluiten dat voor de invoer van de betrokken goederen in de Gemeenschap een certificaat van oorsprong uit Oekraïne, zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, van aanhangsel 2, vereist is. 5. De steekproefsgewijze toepassing van de in dit artikel bedoelde procedure mag geen beletsel vormen voor de toelating van de betrokken goederen tot het vrije verkeer. Artikel 4 1. Wanneer de in artikel 2 bedoelde controles of de informatie waarover de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap beschikken, erop wijzen dat de bepalingen van deze bijlage worden geschonden, verzoeken deze autoriteiten Oekraïne een onderzoek in te stellen of te doen instellen naar transacties die op de bepalingen van de bijlage een inbreuk vormen of lijken te vormen. De resultaten van een dergelijk onderzoek worden de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap meegedeeld, tezamen met alle andere gegevens aan de hand waarvan de werkelijke oorsprong van de goederen kan worden vastgesteld. 2. In het kader van de in de bijlage bedoelde maatregelen kunnen de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap met de bevoegde overheidsinstanties van Oekraïne alle inlichtingen uitwisselen die nuttig worden geacht om overtreding van de bepalingen van de bijlage te voorkomen. 3. Indien wordt vastgesteld dat de bepalingen van de bijlage zijn overtreden, kan de Commissie maatregelen nemen om herhaling van dergelijke overtredingen te voorkomen. Artikel 5 De Commissie coördineert het optreden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten dat uit hoofde van de bepalingen van de bijlage geschiedt. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van de maatregelen die zij hebben getroffen en van de resultaten daarvan. Aanhangsel 7 KWANTITATIEVE BEPERKINGEN >RUIMTE VOOR DE TABEL>