52002XC1010(01)

Inleiding van een procedure voor een nieuw onderzoek, overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad, van de antidumpingmaatregelen op de invoer van geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen (CFL-i) uit de Volksrepubliek China

Publicatieblad Nr. C 244 van 10/10/2002 blz. 0002 - 0004


Inleiding van een procedure voor een nieuw onderzoek, overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad, van de antidumpingmaatregelen op de invoer van geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen (CFL-i) uit de Volksrepubliek China

(2002/C 244/02)

De Commissie werd overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2238/2000(2) (hierna "de basisverordening" genoemd) verzocht te onderzoeken of de antidumpingmaatregelen op de invoer van geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen (CFL-i) uit de Volksrepubliek China invloed hebben gehad op de wederverkoopprijzen of de latere verkoopprijzen in de Gemeenschap.

1. Indiener van het verzoek

Het verzoek werd ingediend op 26 augustus 2002 door de federatie E2LC (Establishing Legal Lighting Competition) (hierna "de indiener" genoemd) namens EG-producenten die goed zijn voor een groot deel, in dit geval meer dan 90 %, van de totale productie van geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen (CFL-i) in de Gemeenschap.

2. Product

Het verzoek heeft betrekking op elektronische compacte fluorescerende gasontladingslampen die een of meer glazen buizen hebben, waarbij alle verlichtingselementen en elektronische componenten aan de lampvoet bevestigd of in de lampvoet geïntegreerd zijn, die van oorsprong zijn uit de Volksrepubliek China en die momenteel ingedeeld zijn onder GN-code ex 8539 31 90. Deze GN-code wordt slechts ter informatie vermeld.

3. Thans geldende maatregelen

Op het betrokken product zijn thans definitieve antidumpingrechten van toepassing die bij Verordening (EG) nr. 1470/2001 van de Raad(3) werden ingesteld.

4. Motivering

De indiener heeft voldoende bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de antidumpingrechten op geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen (CFL-i) uit de Volksrepubliek China de wederverkoopprijzen of de latere verkoopprijzen in de Gemeenschap niet of onvoldoende hebben gewijzigd. Het bij het verzoek ingesloten bewijsmateriaal toont aan dat de uitvoerprijzen en de wederverkoopprijzen van het betrokken product in de Gemeenschap sinds de instelling van de antidumpingmaatregelen fors zijn gedaald, wat in een toename van de dumping resulteerde, waardoor het beoogde corrigerende effect van de maatregelen werd ondermijnd.

5. Procedure

Na overleg in het Raadgevend Comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat het verzoek door of namens de bedrijfstak van de Gemeenschap is ingediend en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden. De Commissie opent derhalve een nieuw onderzoek met betrekking tot geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen (CFL-i) uit de Volksrepubliek China overeenkomstig artikel 12 van de basisverordening.

a) Steekproef van importeurs

Daar bij deze procedure een groot aantal partijen betrokken lijkt te zijn, kan de Commissie, overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening, besluiten van steekproeven gebruik te maken.

Om te kunnen beoordelen of het noodzakelijk is van een steekproef gebruik te maken en, indien dit het geval is, deze te kunnen samenstellen, verzoekt de Commissie alle niet-verbonden importeurs, of hun vertegenwoordigers, binnen de onder punt 6 b) i) vermelde termijn contact met haar op te nemen en haar de volgende gegevens, in een vertrouwelijke en een niet-vertrouwelijke versie, over hun bedrijf of bedrijven te verstrekken:

- naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummers en naam van een contactpersoon;

- de totale omzet van het bedrijf, in euro, in de periode van 1 juli 2001 tot en met 30 juni 2002;

- het totale aantal werknemers;

- een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van het bedrijf in verband met het betrokken product;

- de omvang (in eenheden) en de waarde (in euro) van de invoer en de wederverkoop in de Gemeenschap van het betrokken product uit de Volksrepubliek China in de periode van 1 juli 2001 tot en met 30 juni 2002;

- de namen en een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van alle verbonden bedrijven(4) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het betrokken product;

- alle andere relevante inlichtingen die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut zouden kunnen zijn;

- of het bedrijf bereid is in de steekproef te worden opgenomen, hetgeen betekent dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat de antwoorden ter plaatse zullen worden gecontroleerd.

Teneinde de informatie te verkrijgen die zij voor de samenstelling van de steekproef van importeurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de haar bekende organisaties van importeurs.

Definitieve samenstelling van de steekproef

Op- of aanmerkingen over de samenstelling van de steekproef moeten binnen de onder punt 6 b) ii) vermelde termijn worden toegezonden.

De Commissie zal de steekproef pas definitief samenstellen nadat zij de bedrijven die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen, heeft geraadpleegd.

De in de steekproef opgenomen importeurs moeten binnen de onder punt 6 b) iii) vermelde termijn een vragenlijst beantwoorden en in het kader van het onderzoek medewerking verlenen.

Indien geen voldoende medewerking wordt verleend, zal de Commissie haar bevindingen, overeenkomstig artikel 17, lid 4, en artikel 18 van de basisverordening, op de beschikbare gegevens baseren.

b) Vragenlijsten

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan alle producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China die hun medewerking hebben verleend aan het oorspronkelijke onderzoek op grond waarvan de maatregelen die thans opnieuw worden onderzocht, zijn ingesteld, aan organisaties van producenten/exporteurs, aan de in de steekproef opgenomen importeurs, aan organisaties van importeurs die in het verzoek zijn genoemd of hun medewerking hebben verleend aan het onderzoek op grond waarvan de maatregelen die thans opnieuw worden onderzocht, zijn ingesteld, en aan de autoriteiten van het betrokken exportland.

In voorkomend geval zal ook informatie worden ingewonnen bij de EG-producenten.

In ieder geval dienen alle belanghebbenden onverwijld per fax, binnen de onder punt 6 a) i) vermelde termijn, contact met de Commissie op te nemen om te vernemen of zij in het verzoek zijn genoemd en, indien nodig, een vragenlijst aan te vragen, daar de onder punt 6 a) ii) vermelde termijn op alle partijen, met uitzondering van de importeurs, van toepassing is.

c) Het schriftelijk en mondeling verstrekken van inlichtingen

Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten, andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst te verstrekken en bewijsmateriaal toe te zenden. Deze informatie en het bewijsmateriaal moeten binnen de in punt 6 a) ii) genoemde termijn door de Commissie zijn ontvangen.

Bovendien kan de Commissie de belanghebbenden horen die hierom schriftelijk verzoeken indien deze kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6 a) iii) vermelde termijn zijn ingediend.

6. Termijnen

a) Algemene termijn

i) Om een vragenlijst aan te vragen

Vragenlijsten dienen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, te worden aangevraagd.

ii) Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens toe te zenden

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, dienen binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, tenzij anders vermeld, contact met de Commissie op te nemen, hun standpunt uiteen te zetten en de antwoorden op de vragenlijst en eventuele andere gegevens, inclusief gegevens overeenkomstig artikel 12, lid 5, van de basisverordening, te doen toekomen. Belanghebbenden worden erop geattendeerd dat zij de meeste in de basisverordening vastgestelde procedurele rechten slechts kunnen laten gelden indien zij zich binnen vorengenoemde termijn hebben aangemeld.

De in de steekproef opgenomen importeurs moeten de antwoorden op de vragenlijst doen toekomen binnen de onder punt 6 b) iii) vermelde termijn.

iii) Om een mondeling onderhoud aan te vragen

Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

b) Bijzondere termijn voor het samenstellen van de steekproef

i) De onder punt 5 a) vermelde gegevens dienen binnen 15 dagen na bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen door de Commissie te zijn ontvangen, daar deze voornemens is de belanghebbenden die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen, binnen 21 dagen na bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen over de definitieve samenstelling van de steekproef te raadplegen.

ii) Alle andere onder punt 5 a) i) bedoelde op- of aanmerkingen over de samenstelling van de steekproef dienen binnen 21 dagen na bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen door de Commissie te zijn ontvangen.

iii) De antwoorden van de in de steekproef opgenomen importeurs moeten binnen 37 dagen nadat deze importeurs hebben vernomen in de steekproef te zijn opgenomen, door de Commissie zijn ontvangen.

7. Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en andere correspondentie

Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer van de belanghebbende.

Correspondentieadres van de Commissie Europese Commissie Kamer J 79 - 5/16 B - 1049 Brussel Fax (32-2) 295 65 05 Telex: COMEU B 21877.

8. Medewerking

Indien belanghebbenden binnen de gestelde termijnen geen toegang geven tot de nodige informatie, deze anderszins niet verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, op grond van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

De Commissie kan de verstrekte informatie, indien deze onjuist of misleidend blijkt, buiten beschouwing laten en van beschikbare gegevens gebruik maken.

(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

(2) PB L 257 van 11.10.2000, blz. 2.

(3) PB L 195 van 19.7.2001, blz. 8.

(4) Voor een toelichting op de betekenis van verbonden bedrijven zij verwezen naar artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).