Gewijzigd voorstel voor een Beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake het verkeer van en de controle op accijnsgoederen (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend) /* COM/2002/0757 def. - COD 2001/0185 */
Gewijzigd voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake het verkeer van en de controle op accijnsgoederen (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend) TOELICHTING A. Beginselen 1. Op 19 november 2001 heeft de Commissie een voorstel ingediend voor een beschikking van het Europees Parlement en van de Raad betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake het verkeer van en de controle op accijnsgoederen (COM(2001) 466 def.). 2. Het Economisch en Sociaal Comité heeft op 29 mei 2002 over het voorstel advies uitgebracht. Het advies bevat voorstellen die vergelijkbaar zijn met de amendementen van het Europees Parlement en die dan ook in het gewijzigde voorstel in aanmerking zijn genomen. 3. Op 24 september 2002 heeft het Europees Parlement het voorstel voor een beschikking in eerste lezing goedgekeurd met tien amendementen. 4. Uit de besprekingen bij de Raad is gebleken dat enkele andere wijzigingen in overweging moeten worden genomen, namelijk verbeteringen van redactionele aard en nuttige verduidelijkingen. Deze wijzigingen zijn in dit gewijzigde voorstel overgenomen. 5. In de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 4 juni 2002 wordt de Groep belastingvraagstukken verzocht voort te gaan met haar werkzaamheden inzake het Commissievoorstel voor de beschikking betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake het verkeer van en de controle op accijnsgoederen, zodat deze vóór 1 april 2003 kan worden aangenomen. De Europese Raad van Sevilla heeft zich ingenomen verklaard met deze conclusies, die door de Commissie en de medewetgevers in aanmerking worden genomen. B. Amendementen van het Europees Parlement De amendementen van het Europees Parlement kunnen als volgt worden weergegeven: I. Ongewijzigd aanvaarde amendementen a. De amendementen 1, 2, 3 en 4 betreffen de overwegingen die aan de beschikking ten grondslag liggen en luiden als volgt: Amendement 1 stelt dat het onderhavige project compatibel moet zijn met het nieuwe systeem voor douanevervoer. Het luidt als volgt: ,(5) De invoering van een geautomatiseerd systeem voor de controle op het verkeer van accijnsgoederen binnen de EU (EMCS) dient compatibel te zijn en, indien technisch mogelijk, te worden samengevoegd met het nieuwe geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (NCTS) teneinde de bestrijding van fraude te intensiveren en de procedures voor het beheer en de handel te vergemakkelijken." Dit amendement houdt rechtstreeks verband met amendement 7. Amendement 2 moet het systeem makkelijker maken voor het midden- en kleinbedrijf en stelt dat de toegang tot het systeem voor bedrijven kosteloos moet zijn. Het luidt als volgt: ,(8) De ontwikkeling en invoering van een dermate gecompliceerd geautomatiseerd systeem mag niet ten koste gaan van het concurrentievermogen van de ondernemers, met name de vele kleine en middelgrote ondernemingen die in deze sector actief zijn. De lidstaten moeten een standaardapplicatie voor de aansluiting op het systeem ontwikkelen, die gratis ter beschikking wordt gesteld." Dit amendement houdt rechtstreeks verband met amendement 8. Amendement 3 geeft een nadere precisering van de bevoegdheden en taken van de Commissie, zoals de ,verantwoordelijkheid voor de veiligheidsaspecten van het systeem, de juridische aspecten en de eigendom en de verwerking van commercieel gevoelige informatie in het systeem", en geeft aan dat de Commissie tevens de belangrijkste rol dient te vervullen op het gebied van coördinatie, organisatie en beheer. Amendement 4 stelt dat het functioneren van het huidige systeem in afwachting van de invoering van het geheel geautomatiseerde systeem moet worden verbeterd, aangezien het nieuwe systeem pas over enige jaren zal kunnen worden ingevoerd. Het amendement luidt als volgt: ,(11) Het geautomatiseerde systeem voor de controle op accijnsgoederen treedt niet vóór 2007 in werking. Gezien de omvang van de fraude en de bureaucratie die voortvloeit uit het huidige, op papier gebaseerd systeem dient de Commissie na raadpleging van de betrokken bedrijfstakken de noodzakelijke maatregelen voor te stellen en/of uit te voeren om de werking van het huidige systeem op korte termijn te verbeteren." Het voorbehoud van de Commissie ten aanzien van enkele aspecten van deze amendementen wordt gegeven in haar antwoordt op de amendementen 7 en 8. De daarin tot uiting komende beginselen zijn namelijk voor de Commissie aanvaardbaar, maar de formulering moet worden genuanceerd. b. De amendementen 5, 9 en 11 betreffen inhoudelijke wijzigingen die geen problemen opleveren, of die reeds in overeenstemming zijn met het standpunt van de Raad. Amendement 5 betreft een wijziging van de terminologie in de Engelse versie: ,special reference" wordt vervangen door ,prime reference". Deze wijziging is in het gewijzigde voorstel verwerkt. Amendement 9 betreft de beveiliging van de gegevens, een onderdeel van de functionele specificaties van het systeem. De toe te passen normen kunnen pas definitief worden vastgesteld wanneer het werk aan het project is voltooid (in 2007/2008). De Commissie is het met dit amendement eens. Toepassing van de strengste normen is voor dit systeem van het allergrootste belang. In verband met de technische ontwikkelingen dienen deze normen echter pas in het laatst mogelijke stadium te worden vastgesteld. De tekst is derhalve aanvaardbaar en wordt in de volgende termen gesteld: ,de ontwikkeling van zeer strenge normen voor de beveiligingsvoorzieningen, teneinde de ongeoorloofde toegang tot gegevens te voorkomen en de integriteit van het systeem te waarborgen." Amendement 11 is in overeenstemming met het standpunt van de Commissie. Het is identiek met de wijzigingen die door de Raad zijn aangebracht. De tekst wordt aldus geformuleerd: ,De kandidaat-lidstaten van de Europese Unie worden door de Commissie op de hoogte gesteld van de fasen van de ontwikkeling en de invoering van het geautomatiseerde systeem en worden uitgenodigd aan de daarmee te nemen proeven deel te nemen." De Commissie heeft geen bezwaren tegen de formulering van deze amendementen. II. Amendementen die worden aanvaard mits opnieuw geformuleerd Amendement 6 betreft de voorwaarden voor de invoering van het geautomatiseerde systeem. Het wijzigt alinea van artikel 2 door invoeging van de woorden ,in samenwerking met de Commissie". De tekst luidt dus: ,De lidstaten voeren in samenwerking met de Commissie ...". De Raad heeft in dit artikel een vergelijkbare wijziging aangebracht: ,De lidstaten en de Commissie voeren ...". Het amendement van het Parlement en de wijziging door de Raad beogen hetzelfde doel. De formulering van de tekst is gewijzigd op basis van de tekst van de Raad. Amendement 7 houdt rechtstreeks verband met overweging 5, die bij amendement 1 is ingevoegd. Het houdt in dat in artikel 3 een alinea wordt ingevoegd die als volgt luidt: ,Het geautomatiseerde systeem wordt, indien technisch mogelijk, met het NCTS samengevoegd. Samen vormen zij één geïntegreerd computersysteem voor de controle van het verkeer van zowel accijnsgoederen als accijns- en belastbare goederen uit derde landen." Dit doel wordt ook onderschreven door de Raad, die echter een meer genuanceerde formulering toepast, in een aan de Raadsnotulen gehechte verklaring. De formulering van de tekst is gewijzigd op basis van een compromis. Amendement 8 houdt rechtstreeks verband met amendement 2. Het betreft een standaardapplicatie die iedere lidstaat kosteloos aan de bedrijven ter beschikking moet stellen. Deze verplichting is niet in tegenspraak met de doeleinden van het systeem zoals die in het kader van de voorbereidende werkzaamheden door de Commissie zijn vastgesteld. De formulering van de tekst moet echter worden gewijzigd om de betekenis van de woorden ,ter beschikking stellen aan de bedrijven" te verduidelijken. Het gaat hier met name om de kosten voor de invoering van het systeem: moet een voor het publiek toegankelijke standaardapplicatie gratis ter beschikking worden gesteld in iedere lidstaat, of moet aan elk bedrijf een standaardapplicatie worden verstrekt. In de tekst zijn de nodige preciseringen aangebracht om te vermijden dat de lidstaten en de Commissie worden geconfronteerd met onbeheersbare kosten voor ontwikkeling en verstrekking van de bedoelde standaardapplicatie. In de tekst van het gewijzigde voorstel is het beginsel van kosteloze verstrekking gehandhaafd, maar wordt dit beperkt tot kosteloze toegang tot de applicatie. III. Verworpen amendement Amendement 10 betreft de regels voor zekerheidstelling met betrekking tot de accijnsrechten. Voor dit amendement moet de fiscale regelgeving voor accijnsgoederen door de lidstaten worden aangepast. De voorgestelde maatregel maakt deel uit van het toepassingsgebied van Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992, waarvan wijzigingen met eenparigheid van stemmen moeten worden vastgesteld (artikel 93 EG-verdrag). Om deze redenen is dit amendement niet aanvaard en niet in de gewijzigde tekst verwerkt. C. Andere wijzigingen Uit de besprekingen bij de Raad is gebleken dat enkele andere wijzigingen in overweging moeten worden genomen, namelijk verbeteringen van redactionele aard en nuttige verduidelijkingen. Deze wijzigingen zijn in dit gewijzigde voorstel overgenomen. De door de Raad voorgestelde wijzigingen betreffen de volgende punten: 1. Inhoudelijk gezien hebben de voorgestelde wijzigingen met name betrekking op het tijdschema voor de invoering van het geautomatiseerde systeem, de datum voor de inwerkingtreding van de beschikking en de procedure voor het beheer van het project. De Raad stelt de volgende wijzigingen voor: * Tijdschema Artikel 2: ,De lidstaten en de Commissie voeren het geautomatiseerde systeem in binnen zes jaar [in plaats van vijf jaar] na de inwerkingtreding van deze beschikking." ,De werkzaamheden in verband met de ingebruikneming van het geautomatiseerde systeem vangen aan binnen twaalf maanden [in plaats van negen maanden] na de inwerkingtreding van deze beschikking." Artikel 12: ,Deze beschikking treedt in werking op 1 januari 2003" [in plaats van de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen]. * Beheersprocedure De Raad wenst dat de procedures voor het functioneren van het met het beheer van het project belaste comité worden vereenvoudigd. Het bij artikel 24 van Richtlijn 92/12/EEG ingestelde Accijnscomité wordt als enige bevoegd. De ontwerptekst van de Raad luidt als volgt: Artikel 7: ,1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 24 van Richtlijn 92/12/EEG ingestelde Accijnscomité. 2. Bij verwijzing naar dit lid zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van dat besluit.De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden. 3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast." * Juridische reikwijdte van de beschikking Om alle onduidelijkheid te vermijden, zowel wat betreft de juridische reikwijdte als de gevolgen van de tekst voor de belastingwetgeving, is in artikel 1 nog een wijziging aangebracht. Deze wijziging is in overeenstemming met het algemene beginsel dat de Commissie bij de behandeling door de Raad en het Parlement naar voren heeft gebracht, namelijk dat het voorstel voor een beschikking geenszins is gericht op wijziging van de accijnswetgeving, maar slechts is bedoeld om de Commissie en de lidstaten de financiële en personele middelen te geven voor de ontwikkeling en ingebruikneming van het geautomatiseerde systeem voor het verkeer van en de controle op accijnsgoederen, en de procedures voor het verwezenlijken van die doelstelling vast te stellen. De Raad wenst om dit beginsel te bevestigen een aantal redactionele wijzigingen van de tekst, die in het gewijzigde voorstel zijn opgenomen. De tekst van artikel 4 geeft aan dat het geautomatiseerde systeem de infrastructuur en de middelen tot stand moet brengen die noodzakelijk zijn voor de interoperabiliteit van de verschillende computersystemen alsmede de instrumenten om de verzamelde gegevens in te zetten voor het bestrijden van fraude. Overeenkomstig deze aanpak is de tekst van artikel 1, lid 2, onder b) en c), op initiatief van de Commissie aangepast op vergelijkbare wijze als de tekst van artikel 4, lid 1, onder b). 2. Formeel gezien wenst de Raad de tekst van de artikelen 7 en 11 en overweging 10 aan te passen aan de algemene beginselen voor de redactie van teksten die volgens de medebeslissingsprocedure worden vastgesteld. Het gaat hier met name om de regels die van toepassing zijn op meerjarenprogramma's en de daarop betrekking hebbende budgettaire controle. De redactionele verbeteringen die door de Raad zijn aangebracht behoeven geen nader commentaar. D. Conclusie Overeenkomstig artikel 250, lid 2, van het EG-verdrag wijzigt de Commissie haar voorstel als hierna aangegeven. 2001/0185 (COD) Gewijzigd voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN VAN DE RAAD betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake het verkeer van en de controle op accijnsgoederen HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 95, Gezien het voorstel van de Commissie [1], [1] PB C ... van ..., blz. ... Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité [2], [2] PB C ... van ..., blz. ... Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag [3], [3] Advies van het Europees Parlement van ... (PB C ...), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van ... (PB C ...) en besluit van het Europees Parlement van ... (PB C ...). Besluit van de Raad van ... Overwegende hetgeen volgt: (1) Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop [4] bepaalt dat producten die zich onder schorsing van accijns in het verkeer tussen de grondgebieden van verschillende lidstaten bevinden, vergezeld dienen te gaan van een door de afzender opgesteld document. [4] PB L 76 van 23.3.1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/47/EG (PB L 197 van 29.7.2000, blz. 73). (2) Bij Verordening (EEG) nr. 2719/92 van de Commissie van 11 september 1992 betreffende het administratieve geleidedocument voor het verkeer onder schorsing van rechten van accijnsproducten is het door richtlijn 92/12/EEG [5] voorgeschreven administratieve document ingesteld. [5] PB L 276 van 19.9.1992, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2225/93 (PB L 198 van 7.8.1993, blz. 5). (3) In het licht van de bevindingen en aanbevelingen die zijn vervat in het rapport dat een groep op hoog niveau inzake fraude met tabak en alcohol op 24 april 1998 heeft ingediend, lijkt het wenselijk voor het verkeer van accijnsgoederen de documentatie op papier te vervangen door een geautomatiseerd systeem voor toezicht, waardoor de lidstaten in werkelijke tijd kennis kunnen nemen van deze goederenbewegingen en de noodzakelijke controles kunnen verrichten, onder meer wat het verkeer in de zin van artikel 15 van Richtlijn 92/12/EEG betreft. (4) Door de invoering van een geautomatiseerd systeem moet het intracommunautaire verkeer van goederen onder schorsing van accijns kunnen worden vereenvoudigd. (5) De invoering van een geautomatiseerd systeem voor de controle op het verkeer van accijnsgoederen binnen de EU (EMCS) dient compatibel te zijn en, indien technisch mogelijk, te worden samengevoegd met het nieuwe geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (NCTS) teneinde de bestrijding van fraude te intensiveren en de procedures voor het beheer en de handel te vergemakkelijken. (6) Met het oog op de uitvoering van deze beschikking moet de Commissie zorg dragen voor de coördinatie tussen de lidstaten, teneinde de goede werking van de interne markt te waarborgen. (7) Gezien de complexiteit en de omvang van een dergelijk geautomatiseerd systeem zijn zeer aanzienlijke investeringen in menselijke en financiële middelen vereist, zowel op communautair vlak als in de lidstaten. Daarom dient te worden bepaald dat de Commissie en de lidstaten voor de ontwikkeling en invoering van het systeem alle noodzakelijke middelen ter beschikking moeten stellen. (8) De ontwikkeling en invoering van een dermate gecompliceerd geautomatiseerd systeem mag niet ten koste gaan van het concurrentievermogen van de ondernemers, met name de vele kleine en middelgrote ondernemingen die in deze sector actief zijn. De lidstaten moeten een standaardapplicatie voor de aansluiting op het systeem ontwikkelen, die gratis ter beschikking wordt gesteld. (9) Tevens dient te worden vastgesteld welke de communautaire componenten en de nationale componenten van het geautomatiseerde systeem zijn, en welke taken in het kader van de ontwikkeling en de invoering van het geautomatiseerde systeem door de Commissie en door de lidstaten moeten worden uitgevoerd. Dergelijke taken omvatten de verantwoordelijkheid voor de veiligheidsaspecten van het systeem, de juridische aspecten en de eigendom en de verwerking van commercieel gevoelige gegevens in het systeem. De Commissie dient, bijgestaan door het betrokken comité, op het gebied van coördinatie, organisatie en beheer de belangrijkste rol te vervullen. (10) Er dient te worden voorzien in procedures voor de evaluatie van de tenuitvoerlegging van het geautomatiseerde systeem voor de verwerking van gegevens inzake het verkeer van en de controle op accijnsgoederen. (11) Het geautomatiseerde systeem voor de controle op accijnsgoederen treedt niet vóór 2007 in werking. Gezien de omvang van de fraude en de bureaucratie die voortvloeit uit het huidige, op papier gebaseerd systeem zal de Commissie, na raadpleging van de betrokken bedrijfstakken, nagaan welke maatregelen moeten worden genomen om de werking van het huidige systeem te verbeteren. (12) De financiering van het systeem dient te worden verdeeld tussen de Gemeenschap en de lidstaten, en de financiële bijdrage van de Gemeenschap moet als zodanig in de algemene begroting van de Europese Unie worden opgenomen. (13) Deze beschikking stelt voor de gehele duur van de ontwikkeling en de uitvoering van het systeem de financiële middelen vast die voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiepunt zijn in de zin van punt 33 van het interinstitutioneel akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure [6]. [6] PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1. (14) De voor de uitvoering van deze beschikking vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [7], [7] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: Artikel 1 1. Er wordt een geautomatiseerd systeem ingesteld voor de verwerking van gegevens over het verkeer van en de controle op de accijnsproducten bedoeld in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 92/12/EEG, hierna ,geautomatiseerd systeem" genoemd. 2. Dit geautomatiseerde systeem heeft ten doel: a) elektronische doorgifte van het administratief geleidedocument bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2719/92 en verbetering van de controle mogelijk te maken; b) maatregelen in te stellen om fraude te bestrijden, door de lidstaten in staat te stellen in werkelijke tijd het verkeer van accijnsgoederen te volgen en indien nodig de noodzakelijk controles te verrichten; c) maatregelen in te stellen om het intracommunautaire verkeer van goederen onder schorsing van accijns te vereenvoudigen door met name vereenvoudiging en versnelling van de afhandeling van goederenbewegingen. Artikel 2 De lidstaten en de Commissie voeren het geautomatiseerde systeem in binnen zes jaar na de inwerkingtreding van deze beschikking. De werkzaamheden voor de ontwikkeling van het geautomatiseerde systeem vangen aan binnen negen twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze beschikking. De Commissie en de lidstaten stellen de voor de invoering en de exploitatie van het geautomatiseerde systeem vereiste menselijke, budgettaire en technische middelen ter beschikking. Artikel 3 Het geautomatiseerde systeem omvat communautaire en nationale componenten. De Commissie ziet erop toe dat bij de werkzaamheden betreffende de communautaire componenten van het geautomatiseerde systeem al het nodige wordt gedaan om zoveel mogelijk gebruik te blijven maken van het nieuwe geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (NCTS) en te waarborgen dat het EMCS-systeem met het NCTS verenigbaar is en indien technisch haalbaar erin wordt geïntegreerd. Deze twee systemen vormen samen één geïntegreerd computersysteem voor de controle van het verkeer van zowel accijnsgoederen als accijns- en belastbare goederen die afkomstig zijn uit of bestemd zijn voor derde landen. De componenten op het niveau van de Gemeenschap zijn de gemeenschappelijke specificaties, de technische producten, de CCN/CSI-netwerkdiensten (Common Communication Network/Common Systems Interface) en de voor alle lidstaten gemeenschappelijke coördinatiediensten, met uitzondering van varianten of aanpassingen hiervan om in nationale behoeften te voorzien. De componenten op het niveau van de lidstaten zijn de nationale specificaties, de nationale gegevensbanken die onderdeel zijn van het systeem, de netwerkverbindingen tussen de communautaire en de nationale componenten, de apparatuur en de programmatuur die elke lidstaat nuttig acht voor het gebruik van het systeem in zijn gehele bestuursorganisatie, alsmede de standaardapplicatie die elke lidstaat moet ontwikkelen en kosteloos toegankelijk moet maken voor de bedrijven op zijn grondgebied. Artikel 4 1. In overeenstemming met de procedure van artikel 7, lid 2, coördineert de Commissie de invoering en het functioneren van de componenten van het geautomatiseerde systeem op het niveau van de Gemeenschap en de componenten op het niveau van de lidstaten, met name wat betreft: a) de infrastructuur en de noodzakelijke hulpmiddelen voor de algehele interconnectie en interoperabiliteit van het systeem; a bis) de ontwikkeling van zeer strenge normen voor de beveiligingsvoorzieningen, teneinde ongeoorloofde toegang tot gegevens te voorkomen en de integriteit van het systeem te waarborgen; b) de instrumenten voor het gebruik van gegevens ten behoeve van de bestrijding van fraude, . 2. Voor de toepassing van lid 1 sluit de Commissie de nodige contracten en werkt zij in samenwerking met de lidstaten in het in artikel 7, lid 1, bedoelde comité een richtplan en de voor de invoering en het functioneren van het systeem noodzakelijke beheersplannen uit. Het richtplan en de beheersplannen geven aan welke initiële en terugkerende taken de Commissie en de lidstaten dienen uit te voeren. De beheersplannen geven ook de termijnen aan waarbinnen de taken moeten worden uitgevoerd die nodig zijn voor de voltooiing van elke in het richtplan vermelde werkopdracht. Artikel 5 1. De lidstaten zien toe op de uitvoering, binnen de termijn die is vastgesteld in de in artikel 4, lid 2, bedoelde beheersplannen, van de initiële en de terugkerende taken die hun zijn opgedragen. Zij brengen de Commissie verslag uit over de resultaten van die taken, onder vermelding van de datum waarop de taken zijn voltooid. De Commissie brengt daarover verslag uit aan het in artikel 7, lid 1, bedoelde comité. 2. De lidstaten onthouden zich van maatregelen in verband met de invoering of het functioneren van het geautomatiseerde systeem, wanneer dergelijke maatregelen ongunstige gevolgen kunnen hebben voor de algemene interconnectie of interoperabiliteit van het systeem of het algehele functioneren van het systeem. Maatregelen die een lidstaat wenst te nemen en die de algemene interconnectie of interoperabiliteit van het systeem, dan wel het algehele functioneren ervan, kunnen aantasten, kunnen slechts worden genomen met voorafgaande toestemming van de Commissie, die handelt volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde procedure. 3. De lidstaten stellen de Commissie regelmatig op de hoogte van alle maatregelen die zij hebben genomen om de volledige exploitatie van het geautomatiseerde systeem door hun gehele bestuursorganisatie mogelijk te maken. De Commissie brengt daarover verslag uit aan het in artikel 7, lid 1, bedoelde comité. Artikel 6 De voor de uitvoering van deze beschikking noodzakelijke maatregelen in verband met de invoering of het functioneren van het geautomatiseerde systeem en met de in artikel 4, lid 1, en artikel 5, lid 2, tweede alinea, bedoelde aangelegenheden worden vastgesteld volgens de beheersprocedure van artikel 7, lid 2. Die uitvoeringsbepalingen doen geen afbreuk aan de communautaire bepalingen inzake inning en controle van indirecte belastingen of administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand op het gebied van indirecte belastingen. Artikel 7 1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 24 van Richtlijn 92/12/EEG ingestelde Accijnscomité. 2. Bij verwijzing naar dit lid zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van dat besluit. De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden. 3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast. Artikel 8 1. De Commissie neemt alle andere maatregelen die noodzakelijk zijn om te verifiëren of de maatregelen gefinancierd door de communautaire begroting correct en overeenkomstig het bepaalde in deze beschikking zijn uitgevoerd. Zij volgt regelmatig, in samenwerking met de lidstaten, in het kader van het in artikel 7, lid 1, bedoelde comité, de voortgang van de ontwikkeling en de invoering van het geautomatiseerde systeem om vast te stellen of de daarvoor gestelde doelstellingen zijn bereikt en om richtsnoeren op te stellen voor de verbetering van de doeltreffendheid van de maatregelen ter uitvoering van het systeem. 2. De Commissie legt dertig maanden na de inwerkingtreding van deze beschikking het in artikel 7, lid 1, bedoelde comité een tussentijds verslag over de door haar gevolgde activiteiten voor. Indien nodig, stelt dit rapport de procedures en de criteria voor de latere evaluatie van het functioneren van het geautomatiseerde systeem vast. 3. Na afloop van de periode van zes jaar bedoeld in artikel 2, eerste alinea, dient de Commissie bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in over de uitvoering van het geautomatiseerde systeem. Dit verslag stelt onder meer de procedures en de criteria voor de latere evaluatie van het functioneren van het geautomatiseerde systeem vast. Artikel 9 De kandidaat-lidstaten van de Europese Unie worden door de Commissie op de hoogte gesteld van de fasen van de ontwikkeling en de invoering van het geautomatiseerde systeem en worden uitgenodigd aan de daarmee te nemen proeven deel te nemen. Artikel 10 1. De kosten voor de uitvoering van het geautomatiseerde systeem worden gedeeld door de Gemeenschap en de lidstaten, overeenkomstig het bepaalde in de leden 2 en 3. 2. De kosten voor het ontwerp, de aanschaf, de installatie en het onderhoud van de communautaire componenten van het geautomatiseerde systeem, alsmede de kosten voor de lopende exploitatie van de communautaire componenten die in de gebouwen van de Commissie (of van een aangewezen subcontractant) zijn geïnstalleerd, komen ten laste van de Gemeenschap. 3. De kosten voor de totstandbrenging en het functioneren van de niet-communautaire componenten van het geautomatiseerde systeem, alsmede de kosten voor de lopende exploitatie van de communautaire componenten die in de gebouwen van de lidstaten (of van een aangewezen subcontractant) zijn geïnstalleerd, komen ten laste van de lidstaten. Artikel 11 1. De financiële middelen voor de invoering van het geautomatiseerde systeem voor de in artikel 2, eerste alinea, bedoelde periode worden vastgesteld op 35 miljoen euro voor de communautaire begroting. De jaarlijkse kredieten, met inbegrip van de kredieten die worden toegewezen voor de exploitatie en het functioneren van het systeem na de voornoemde invoeringsperiode, worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten. 2. De lidstaten begroten de financiële en menselijke middelen die voor de vervulling van de in artikel 5 omschreven verplichtingen benodigd zijn en stellen deze ter beschikking. De Commissie en de lidstaten stellen de voor de invoering en de exploitatie van het geautomatiseerde systeem vereiste menselijke, budgettaire en technische middelen ter beschikking. Artikel 12 Deze beschikking treedt in werking op 1 januari 2003. Artikel 13 Deze beschikking is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor de Raad De voorzitter De voorzitter FINANCIEEL MEMORANDUM 1. BENAMING VAN DE MAATREGEL Automatisering van de accijnsheffing - Invoering van een geautomatiseerd Europees systeem voor het verkeer van en de controle op accijnsgoederen. 2. BEGROTINGSLIJN [8] [8] Betreft slechts de tenuitvoerlegging van het systeem. In dit stadium kan de begrotingslijn voor de exploitatie van het systeem nog niet worden aangegeven. B5-306 3. JURIDISCHE GRONDSLAG Artikel 95 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap 4. OMSCHRIJVING VAN DE MAATREGEL 4.1 Algemeen doel van de maatregel Bestrijding van fraude door toepassing van de voornaamste aanbeveling van het rapport van de groep op hoog niveau inzake fraude met tabak en alcohol. Dit rapport is door de directeuren-generaal voor douane en indirecte belastingen op 24 april 1998 goedgekeurd en op 19 mei 1998 bekrachtigd door de Raad Economische en Financiële Zaken. Zorgen voor de goede werking van de interne markt door vereenvoudiging en versterking van de veiligheid van het intracommunautaire verkeer van accijnsgoederen onder schorsing van rechten, als bedoeld in Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop. Hiertoe moet het administratief geleidedocument op papier, dat nu bij accijnsproducten behoort die zich in het kader van de schorsingsregeling in het verkeer tussen de lidstaten bevinden, worden vervangen door een elektronisch bericht tussen bedrijven via de betrokken nationale diensten. Met een dergelijk systeem kunnen de lidstaten onmiddellijk worden geïnformeerd over goederenbewegingen die aan de gang zijn, en kunnen zij voorafgaande controles, controles tijdens het verkeer en controles achteraf instellen wanneer zij zulks nodig achten. Ook het bedrijfsleven heeft grote belangstelling voor het project. De meeste ondernemingen beschouwen het als een vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten, omdat de papieren documenten worden afgeschaft en de communicatie op veiliger wijze geschiedt. Bovendien worden de tot zekerheid gestelde bedragen sneller vrijgegeven. De verzender krijgt onmiddellijk bericht van de aankomst van de goederen op hun bestemming, en dit bericht heeft dezelfde gevolgen als de huidige kopie 3 van het administratief geleidedocument, dat wil zeggen dat de gestelde zekerheid wordt opgeheven en de verzender van zijn aansprakelijkheid wordt ontheven. In 1999 is een haalbaarheidsstudie uitgevoerd door Alcatel TITN Answare, waarvan de conclusie was dat het systeem technisch uitvoerbaar is. De studie heeft alle voor de ontwikkeling en invoering van het systeem noodzakelijke gegevens opgeleverd, en is door de diensten van de Commissie op 17 maart 2000 goedgekeurd. 4.2 Looptijd en verlenging Meerjarige maatregel voor de periode 2003 - 2008, d.w.z. zes jaar vanaf de aanvang van de werkzaamheden. 5. INDELING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN 5.1 Verplichte/niet-verplichte uitgaven Niet-verplichte uitgaven 5.2 Gesplitste/niet-gesplitste kredieten Gesplitste kredieten 5.3 Aard van de ontvangsten Geen 6. AARD VAN DE UITGAVEN - Subsidiëring tezamen met andere particuliere of openbare financieringsbronnen De Gemeenschap financiert het gedeelte van het systeem dat de nationale diensten onderling verbindt; de lidstaten financieren het gedeelte dat hun nationale dienst verbindt met de bedrijven. De operationele uitgaven ten laste van de Gemeenschap omvatten voornamelijk: - juridische en procedurele activiteiten - beheerstaken (organisatie, planning, aanbesteding, selectie van adviseurs, follow-up van contracten, budgettaire en administratieve aspecten) - controle van de kwaliteit van de ontwikkelde en geïnstalleerde producten - coördinatie (met name met de lidstaten en beroepsorganisaties; tussen de contracten voor ontwikkeling en invoering; de kosten voor deze posten omvatten tevens vergaderingen en dienstreizen daarvoor) - apparatuur die valt onder de definitie van de communautaire componenten van het systeem (artikel 3, lid 1, van de ontwerpbeschikking) - de functionele en technische specificaties van het systeem (definitie van alle eigenschappen van het systeem in termen van functionele en technische modules) - de exacte definitie van de configuratie van de interfaces - ontwikkeling van het gemeenschappelijke centrale systeem - invoering, monitoring en ondersteuning van het gemeenschappelijke systeem - instelling van een gemeenschappelijk informatiebeleid - instelling van een gemeenschappelijk opleidingsprogramma - testen van het gemeenschappelijke systeem - noodvoorzieningenplan (bedrijfszekerheid van het systeem) Wordt de bijdrage van de Gemeenschap bij gebleken economisch succes geheel of gedeeltelijk terugbetaald? Nee Leidt de voorgestelde maatregel tot een wijziging van het niveau van de inkomsten? Zo ja, wat is de aard van de wijziging en van de inkomsten? Nee 7. FINANCIËLE GEVOLGEN 7.1 Berekening van de totale kosten van de maatregel (verhouding individuele/totale kosten) De kosten van vergaderingen en dienstreizen (onderdeel coördinatie) worden berekend op basis van de reis- en verblijfkosten. Alle overige kosten die aan de maatregelen in onderstaande tabel verbonden zijn, worden berekend op basis van ramingen waarin de ervaringen met vergelijkbare projecten in aanmerking worden genomen. De tabellen die hierna onder de punten 7.2 en 7.3 zijn opgenomen, betreffen de fase van ontwikkeling en invoering van het systeem, zoals bedoeld in artikel 2, eerste alinea, van het voorgestelde besluit. Het voorstel heeft echter ook betrekking op kosten voor het functioneren en de exploitatie van het systeem, die zich na de invoering ervan voordoen. Deze kosten worden voorlopig geraamd op 4 miljoen euro. 7.2 Spreiding van de kosten naar kostenonderdeel voor de ontwikkelings- en invoeringsfase ( zes jaar) vastleggingskredieten in miljoen euro (huidige prijzen) >RUIMTE VOOR DE TABEL> >RUIMTE VOOR DE TABEL> 7.3 Indicatief overzicht van vastleggings- en betalingskredieten voor de ontwikkelings- en invoeringsfase vastleggingskredieten in miljoen euro (huidige prijzen) >RUIMTE VOOR DE TABEL> >RUIMTE VOOR DE TABEL> 8. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN FRAUDE Betaling van reiskosten aan ambtenaren van de lidstaten, ambtenaren van andere landen (met name kandidaat-lidstaten) en vertegenwoordigers van externe organisaties, alsmede betaling van kosten voor de organisatie van informatie- en overlegbijeenkomsten op communautair niveau wordt rechtstreeks verricht door de diensten van de Commissie. Alle contracten betreffende deze aspecten bevatten bepalingen inzake fraudebestrijding. Subsidies en geleverde prestaties en studies worden vóór betaling gecontroleerd door de Commissie, die daarbij rekening houdt met contractuele verplichtingen en de beginselen van zuinigheid en goed financieel en algemeen beheer. In alle overeenkomsten en contracten die de Gemeenschap sluit met de begunstigden van betalingen worden bepalingen opgenomen inzake fraudebestrijding (controle, rapportage e.d.). 9.1 Kwantificeerbare specifieke doelstellingen; doelpopulatie - Specifieke doelstellingen De algemene doelstelling van preventie van fraude en vereenvoudiging van het intracommunautaire verkeer van accijnsgoederen onder schorsing van accijns wordt bevorderd door de automatisering van het verkeer van en de controle op accijnsgoederen, die onderstaande specifieke doelstellingen heeft. Enerzijds brengt het systeem een computerverbinding tot stand van bedrijf naar bedrijf via de diensten van de lidstaten, waardoor de gegevens over erkende entrepothouders en geadresseerden automatisch kunnen worden geverifieerd vóór de accijnsgoederen onder schorsing van accijns worden verzonden. De zuivering van de goederenbeweging geschiedt langs dezelfde weg en ook tekortbevinding en vermis worden automatisch beheerd. De SEED [9]-databank van iedere lidstaat (met gegevens over erkende entrepothouders, geregistreerde bedrijven en entrepots) wordt in het computersysteem opgenomen. Uitwisseling van gegevens tussen de lidstaten op diskette is dan niet meer nodig. [9] System of Exchange of Excise Data (Systeem voor de uitwisseling van accijnsgegevens). Anderzijds kan een controlesysteem worden opgezet waarmee de diensten van de lidstaten gegevens over goederenbewegingen kunnen uitwisselen. Dit systeem kan voor de volgende doeleinden worden gebruikt: - opslag van alle gegevens over een goederenbeweging met het oog op de controle; - vroegtijdige waarschuwing; - controle in werkelijke tijd, ook tijdens de verzending; - automatische risicoanalyse op basis van de op communautair en nationaal niveau vastgestelde risicoindicatoren; - uitwisseling van gegevens tussen de lidstaten. - Doelpopulatie Ambtenaren van de bevoegde diensten van de lidstaten en kandidaat-lidstaten, bedrijven die met accijnsgoederen te maken hebben, consumenten. 9.2 Motivering van de maatregel - Noodzaak van de financiële steun van de Gemeenschap, het subsidiariteitsbeginsel in aanmerking genomen Financiële steun van de Gemeenschap is noodzakelijk omdat het voor de lidstaten alleen niet mogelijk is een dergelijk geautomatiseerd systeem op te zetten dat op homogene en geharmoniseerde wijze functioneert in alle lidstaten tegelijk. Om de goede uitvoering van deze essentiële voorwaarde te waarborgen moet de Gemeenschap dus het hele gedeelte van het systeem voor haar rekening nemen dat de verbindingen tussen de lidstaten onderling verzorgt. Het systeem kan gebruik maken van het Gemeenschappelijk Communicatienetwerk / Gemeenschappelijke Systeeminterface (CCN/CSI), een gemeenschappelijk platform dat de verbinding verzorgt tussen de douane- en belastingdiensten van de lidstaten en tussen de lidstaten en de Commissie, waarmee grote hoeveelheden gegevens snel, economisch en met maximale veiligheid kunnen worden doorgegeven. Dankzij dit project kunnen nieuwe systemen goedkoper en sneller worden ingevoerd, bijvoorbeeld het geautomatiseerde systeem voor het verkeer van en de controle op accijnsgoederen. Het platform CCN/CSI wordt gefinancierd door het programma Douane 2002 en Fiscalis. - Wijze van steunverlening * Eventuele andere maatregelen van de Gemeenschap of de lidstaten Een vergelijkbare maatregel die momenteel wordt uitgevoerd is de automatisering van het externe communautaire douanevervoer (NCTS [10]). Deze maatregel betreft de automatisering van de verzending van douanevervoerdocumenten tussen de douanekantoren van de Gemeenschap. De maatregel financiert de verbinding tussen de lidstaten, terwijl de lidstaten zelf de nationale applicaties financieren. Bepaalde basisvoorzieningen worden overigens gedeeld door het NCTS en het geautomatiseerde systeem voor het verkeer van en de controle op accijnsgoederen. De lijst van douanekantoren, de thesaurus van termen en de codelijsten kunnen met enige aanpassingen worden overgenomen, wat aanzienlijke besparingen oplevert. [10] New Common Transit System (Nieuw geautomatiseerd systeem voor douanevervoer). * Afgeleide effecten en multiplicatoreffecten Met het geautomatiseerde systeem voor accijnzen kan de fraude met het huidige systeem (gebaseerd op het papieren administratief geleidedocument) voor een zeer groot gedeelte worden teruggedrongen. Met name fraude door het gebruik van valse stempels of het omleiden van zendingen naar een andere bestemming dan het bedrijf dat op het document is vermeld, vaak in dezelfde lidstaat als waaruit de goederen zijn verzonden, kan met het systeem worden bestreden. Het systeem zorgt bovendien voor een sterke vereenvoudiging van de formaliteiten voor het bedrijfsleven en een snelle en veilige vrijgave van de gestelde zekerheden door de elektronische terugzending van het bericht van aankomst van de goederen op hun bestemming. - Voornaamste onzekere factoren die gevolgen kunnen hebben voor de specifieke resultaten van de maatregel In eerste instantie de menselijke en financiële middelen die de lidstaten moeten inzetten voor het gedeelte van de ontwikkeling en invoering dat voor hun rekening komt. Het voorstel voor een beschikking van de Raad waarop dit financieel memorandum betrekking heeft beoogt daarom dat de lidstaten zich formeel hiertoe verbinden. Een tweede onzekere factor is van zuiver technische aard. Wil het systeem de verwachte voordelen brengen, dan moet het continu, dat wil zeggen 24 uur per dag en 365 dagen per jaar, beschikbaar zijn, met slechts geringe onderbrekingen voor reparatie of onderhoud, aangezien anders de snelheid van het handelsverkeer wordt geremd. De lidstaten moeten daarom, met name wat het gedeelte dat voor hun rekening komt betreft, alles doen om aan deze absolute eis te voldoen. De in 1999 verrichte haalbaarheidsstudie geeft hiervoor oplossingen die op nationaal vlak moeten worden uitgevoerd. 9.3 Toezicht en evaluatie - Prestatie-indicatoren * Outputindicatoren a) aantal gesloten contracten met computerbedrijven voor de ontwikkeling en invoering van het systeem b) aantal vergaderingen met de lidstaten en kandidaat-lidstaten c) aantal informatie- en overlegbijeenkomsten, met name met de betrokken Europese federaties van ondernemingen d) aantal brochures, handleidingen en ander materiaal ten behoeve van de uitvoering van het informatie- en opleidingsbeleid e) aantal vertaalde documenten * Doelstellingen voor ontwikkeling en invoering a) Activiteiten groep I: Noodzakelijke voorbereidende activiteiten - opstellen van de referentielijsten - bijwerking en integratie van de lijst van bekende bedrijven - uitwerking van procedures voor beheer en raadpleging van gestelde zekerheden - uitwerking van procedures voor beheer en raadpleging van de accijnstarieven; b) Activiteiten groep II: traject elektronisch AGD - functionele systeemspecificatie: omschrijving van de functionaliteit van het systeem in termen van functionele modules en interface - technische systeemspecificatie: omschrijving van de functionaliteit van het systeem in termen van technische modules en interfaces - ontwikkeling van scenario's voor de goedkeuring: omschrijving van de configuratie van de gegevensbank, de bijbehorende operaties en de verwachte resultaten - ontwikkeling van validatiegereedschappen: software voor de validatie van alle interfaces waarvoor een technische specificatie is opgesteld - technische goedkeuring van het systeem: validatie van de functionele applicatiegoedkeuring in de lidstaten door middel van validatiegereedschappen - functionele goedkeuring van het systeem: validatie van de resultaten van de technische goedkeuring van het systeem door middel van de reeds gevalideerde applicatiemodules, met gebruikmaking van de goedkeuringscenario's - vaststelling van nieuwe wetgeving voor de toepassing van de details van het computersysteem en de inhoud van de uit te wisselen berichten c) Activiteiten groep III: verderop in het systeem - uitwerking van de functie controle tijdens verzending - uitwerking van een applicatie voor automatische risicobeoordeling - uitwerking van de functie beheer van waarschuwingsberichten - uitwerking van de functie automatische terugroep - uitwerking van de functie statistieken - uitwerking van de functie verificatie van goederenbewegingen en wederzijdse bijstand - uitwerking van de functie berichten in vrije opmaak - Wijze en periodiciteit van de evaluatie Het automatiseringsproject staat permanent onder toezicht van het Accijnscomité (juridische aspecten), het subcomité Automatisering (technische aspecten) en het SCAC (budgettaire aspecten). Na de verwezenlijking van de activiteiten van groep I (zie de bijlage bij het voorstel voor een beschikking en het voorgaande punt van dit financieel memorandum), dat wil zeggen 2,5 jaar na de aanvang van de ontwikkeling, wordt een tussentijds rapport uitgebracht over de follow-up van de ontwikkeling en invoering. Voor zover mogelijk houdt dit tussentijdse rapport reeds elementen in aan de hand waarvan de evaluatieprocedures en -criteria voor het functioneren van het systeem als zodanig kunnen worden vastgesteld. Na afloop van de werkzaamheden voor de ontwikkeling en invoering van het systeem wordt, overeenkomstig artikel 8, lid 2, van het voorstel voor een beschikking een eindevaluatierapport uitgebracht aan de Raad en het Europees Parlement. Dit eindrapport bevat onder meer de methode voor de evaluatie van het functioneren van het systeem. 10. ADMINISTRATIEVE UITGAVEN (DEEL A VAN AFDELING III VAN DE ALGEMENE BEGROTING) 10.1 Personele middelen De terbeschikkingstelling van de benodigde administratieve middelen geschiedt op grond van het jaarlijkse besluit van de Commissie betreffende de toewijzing van middelen, waarbij rekening zal worden gehouden met het extra personeel en de extra bedragen die de begrotingsautoriteit heeft toegekend. 10.2 Gevolgen voor het aantal posten a) Beginfase van de werkzaamheden: 2003 >RUIMTE VOOR DE TABEL> b) Operationele fase van de werkzaamheden: 2004 tot 2008 >RUIMTE VOOR DE TABEL> Benodigde posten Benaming // Profiel Projectleider // Categorie A. Leidt de werkzaamheden van het team en coördineert inspanningen op het gebied van organisatie, planning, contractuele en budgettaire aspecten, technische verificatie van applicaties, ondersteuning. Goede kennis van de interne procedures van de Commissie, met name wat aanbesteding en begrotingsaspecten betreft, specialist op informatietechnologisch gebied. Adjunct-projectleider // Categorie A. Neemt de taken van de projectleider waar. Zelfde profiel Accijnsexpert // Categorie A. Coördineert accijnstechnische aspecten bij implementatie en ontwikkeling; houdt zich bezig met de juridische aspecten in verband met ontwikkeling en invoering. Specialist op accijnsgebied. Technisch deskundige // Categorie B. Houdt zich bezig met functionele analyse en helpt de nationale diensten bij de praktische uitvoering. Technisch deskundige // Categorie B. Houdt zich bezig met de definitie van de interfaces en helpt de nationale diensten bij de praktische uitvoering. Technisch deskundige // Categorie B. Werkt aan de ontwikkeling van gemeenschappelijke technische producten. Technisch deskundige // Categorie B. Verzorgt de coördinatie met de nationale diensten. Technisch deskundige // Categorie B. Verzorgt de coördinatie met de nationale diensten. Secretariaatsmedewerker // Categorie C. Organiseert vergaderingen met de nationale diensten en verzorgt de documentatie. 10.3 Financiële gevolgen in verband met de extra personeelskosten a) Beginfase: 2003 (EUR) >RUIMTE VOOR DE TABEL> Deze bedragen betreffen de totale kosten van het aanvullende personeel voor het jaar 2003. b) Operationele fase: 2004 tot 2008 (EUR) >RUIMTE VOOR DE TABEL> Deze bedragen betreffen de totale kosten van het aanvullende personeel voor de periode 2004 - 2008. 10.4 Toename van andere huishoudelijke uitgaven door deze maatregel (o.a. vergaderingen van comités en groepen van deskundigen) (EUR) >RUIMTE VOOR DE TABEL> Deze bedragen betreffen de totale uitgaven voor de maatregel voor de 2003 - 2008.