52001XC0614(01)

Inleiding van een herzieningsprocedure bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op getextureerd filamentgaren van polyester (PTY-garen) uit Taiwan

Publicatieblad Nr. C 170 van 14/06/2001 blz. 0002 - 0004


Inleiding van een herzieningsprocedure bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op getextureerd filamentgaren van polyester (PTY-garen) uit Taiwan

(2001/C 170/02)

Na de publicatie van het bericht dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van getextureerd filamentgaren van polyester (PTY-garen) uit Taiwan binnenkort zouden vervallen(1), heeft de Commissie het verzoek ontvangen een nieuw onderzoek te openen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2238/2000(3) (hierna "de basisverordening" genoemd).

1. Indiener van het verzoek

Het verzoek werd op 12 maart 2001 ingediend door het "International Rayon and Synthetic Fibres Committee - CIRFS" namens producenten die goed zijn voor een groot deel, namelijk meer dan 50 %, van de productie van PTY-garen in de Gemeenschap.

2. Product

Het verzoek heeft betrekking op getextureerd filamentgaren van polyester (PTY-garen) uit Taiwan, welk product momenteel is ingedeeld onder GN-code 5402 33 00. Deze GN-code wordt slechts ter informatie vermeld.

3. Thans geldende maatregelen

Op het betrokken product zijn thans definitieve antidumpingrechten van toepassing die werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 3905/88 van de Raad(4), gewijzigd bij de Verordeningen (EG) nr. 1074/1996(5) en (EG) nr. 2010/2000(6).

4. Motivering

Het verzoek is ingediend omdat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zal leiden tot een voortzetting of herhaling van dumping en schade voor de bedrijfstak van de Gemeenschap.

Volgens de indiener van het verzoek zijn steeds aanzienlijke hoeveelheden van het betrokken product vanuit Taiwan in de Gemeenschap tegen dumpingprijzen ingevoerd.

Dat de dumping van het betrokken product wordt voortgezet, zou blijken uit een vergelijking van de berekende normale waarde met de prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap. De aldus berekende dumpingmarge is aanzienlijk.

Wat schade betreft wordt aangevoerd dat, ondanks de thans geldende maatregelen, het betrokken product steeds in aanzienlijke hoeveelheden is ingevoerd, hetgeen onder meer tot negatieve gevolgen heeft geleid voor het marktaandeel van de EG-producenten, waardoor de algemene resultaten en de financiële situatie van deze producenten aanzienlijk zijn verslechterd.

De indiener van het verzoek voert voorts aan dat het waarschijnlijk is dat weer schadeveroorzakende dumping zal plaatsvinden. Hij heeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de invoer in de Gemeenschap van het betrokken product uit Taiwan waarschijnlijk zal stijgen indien de maatregelen vervallen, gezien de gestegen productiecapaciteit in dat land waarmee hoeveelheden kunnen worden geproduceerd die niet door de thuismarkt kunnen worden opgenomen en waarschijnlijk ook niet door de andere traditionele markten (bv. China en andere Zuid-Oost-Aziatische landen), waardoor de uitvoer weer meer op de Gemeenschap zal worden gericht.

Ten slotte voert de indiener van het verzoek aan dat de bedrijfstak van de Gemeenschap weer schade zal lijden indien de reeds aanzienlijke invoer tegen dumpingprijzen uit Taiwan, bij het vervallen van de maatregelen, nog zal stijgen.

5. Procedure

Na overleg in het Raadgevend Comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een herzieningsprocedure bij het vervallen van de maatregelen in te leiden en opent zij hierbij een nieuw onderzoek overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening.

5.1. Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van dumping en schade

Bij het nieuwe onderzoek zal worden vastgesteld of het waarschijnlijk is dat de invoer met dumping zal worden voortgezet of zich opnieuw zal voordoen en dat hierdoor schade zal ontstaan.

a) Steekproef

Gezien het kennelijk groot aantal exporteurs kan de Commissie, overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening, van steekproeven gebruikmaken.

i) Steekproef van producenten/exporteurs in Taiwan

Om te kunnen beoordelen of het noodzakelijk is van een steekproef gebruik te maken en, indien dit het geval is, deze te kunnen samenstellen, verzoekt de Commissie alle producenten/exporteurs, of hun vertegenwoordigers, binnen de onder punt 6 b) vermelde termijn contact met haar op te nemen en haar de volgende gegevens over hun bedrijf of bedrijven te verstrekken:

- de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product die in de periode van 1 april 2000 tot en met 31 maart 2001 naar de Gemeenschap werd uitgevoerd en de waarde van deze export in plaatselijke valuta;

- een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van het bedrijf in verband met de productie van het betrokken product;

- de namen en een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van alle verbonden bedrijven(7) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop (in binnen- en buitenland) van het betrokken product;

- alle andere relevante inlichtingen die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut zouden kunnen zijn;

- of het bedrijf bereid is in de steekproef te worden opgenomen, hetgeen betekent dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat de antwoorden ter plaatse zullen worden gecontroleerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten/exporteurs nodig heeft, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de Taiwanese autoriteiten en met de haar bekende organisaties van producenten/exporteurs.

ii) Definitieve samenstelling van de steekproef

Op- of aanmerkingen over de samenstelling van de steekproef moeten binnen de onder punt 6 b) vermelde termijn worden toegezonden.

De Commissie zal de steekproef eerst definitief samenstellen na de bedrijven te hebben geraadpleegd die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen.

De in de steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen de onder punt 6 b) vermelde termijn een vragenlijst beantwoorden en medewerking verlenen wanneer de gegevens ter plaatse worden gecontroleerd.

Indien geen voldoende medewerking wordt verleend, zal de Commissie haar bevindingen, overeenkomstig artikel 17, lid 4, en artikel 18 van de basisverordening, op de beschikbare gegevens baseren.

b) Vragenlijsten

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de bedrijfstak van de Gemeenschap, organisaties van producenten in de Gemeenschap, de in de steekproef opgenomen producenten/exporteurs in Taiwan, organisaties van producenten/exporteurs, importeurs en organisaties van importeurs die in het verzoek zijn genoemd of die medewerking hebben verleend aan het onderzoek dat tot de thans geldende maatregelen heeft geleid en aan de Taiwanese autoriteiten.

Alle belanghebbenden dienen in ieder geval zo spoedig mogelijk per fax contact op te nemen met de Commissie om te vernemen of zij in het verzoek zijn genoemd om zo nodig een vragenlijst aan te vragen. Deze aanvraag moet binnen de in punt 6 a) i) vermelde termijn worden gedaan, daar de in punt 6 a) ii) en 6 b) vermelde termijnen op alle belanghebbenden van toepassing zijn.

c) Het schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

Alle belanghebbenden worden hierbij uitgenodigd hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en andere gegevens dan de antwoorden op de vragenlijst en het nodige bewijsmateriaal toe te zenden. Deze informatie en het bewijsmateriaal moeten binnen de in punt 6 a) ii) genoemde termijn door de Commissie zijn ontvangen.

Bovendien kan de Commissie de belanghebbenden horen die hierom schriftelijk verzoeken indien zij kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6 a) iii) vermelde termijn zijn ingediend.

5.2. Procedure voor het beoordelen van het belang van de Gemeenschap

Overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening zal worden onderzocht of het niet tegen het belang van de Gemeenschap is de antidumpingmaatregelen te handhaven indien wordt vastgesteld dat het waarschijnlijk is dat de invoer met dumping zal worden voortgezet en dat hierdoor schade zal ontstaan. Producenten in de Gemeenschap, importeurs en representatieve organisaties van producenten, importeurs, verwerkende bedrijven en de consument die aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product kunnen, binnen de onder punt 6 a) ii) genoemde termijn, contact met de Commissie opnemen en inlichtingen verstrekken. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt slechts rekening gehouden indien daarbij, op het moment dat deze wordt verstrekt, het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

6. Termijnen

a) Algemene termijn

i) Om een vragenlijst aan te vragen

Belanghebbenden die geen medewerking hebben verleend aan het onderzoek dat tot de thans geldende maatregelen heeft geleid dienen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, een vragenlijst aan te vragen.

ii) Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens toe te zenden

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, dienen binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, tenzij anders vermeld, hun standpunt uiteen te zetten en de antwoorden op de vragenlijst en eventuele andere gegevens te doen toekomen.

De in de steekproef opgenomen ondernemingen moeten hun antwoord op de vragenlijst binnen de in punt 6 b) vermelde termijn doen toekomen.

iii) Om een mondeling onderhoud aan te vragen

Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

b) Bijzondere termijn voor het samenstellen van de steekproef

Alle gegevens die voor het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn, dienen binnen 15 dagen na publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen door de Commissie te zijn ontvangen, daar deze voornemens is de bedrijven die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen binnen 21 dagen na publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen over de definitieve samenstelling van de steekproef te raadplegen.

De antwoorden van de in de steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen 37 dagen nadat deze bedrijven hebben vernomen in de steekproef te zijn opgenomen, door de Commissie zijn ontvangen.

7. Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en andere correspondentie

Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer van de betrokkene.

Correspondentieadres van de Commissie: Europese Commissie Directoraat-generaal Handel

Directoraten B en C

TERV 0/13

Wetstraat 200 B - 1049 Brussel Fax (32-2) 295 65 05 Telex COMEU B 21877.

8. Medewerking

Indien belanghebbenden binnen de gestelde termijnen geen toegang geven tot de nodige informatie, deze anderszins niet verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, op grond van de beschikbare gegevens voorlopige of definitieve conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

De Commissie kan de verstrekte informatie, indien deze onjuist of misleidend blijkt, buiten beschouwing laten en van beschikbare gegevens gebruikmaken.

(1) PB C 361 van 15.12.2000, blz. 2.

(2) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

(3) PB L 257 van 11.10.2000, blz. 2.

(4) PB L 347 van 16.12.1988, blz. 10.

(5) PB L 141 van 14.6.1996, blz. 45.

(6) PB L 241 van 26.9.2000, blz. 1.

(7) Voor de betekenis van het begrip "verbonden bedrijf" zie artikel 143, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende bepalingen ter uitvoering van het communautaire douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).