52001XC0613(01)

Bekendmaking overeenkomstig artikel 19, lid 3, van Verordening nr. 17 van de Raad betreffende de zaken COMP/35.163 — Aanmelding van de FIA-regels, COMP/36.638 — Aanmelding door FIA/FOA van overeenkomsten betreffende het FIA-wereldkampioenschap Formule 1, en COMP/36.776 — GTR/FIA ' andere (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. C 169 van 13/06/2001 blz. 0005 - 0011


Bekendmaking overeenkomstig artikel 19, lid 3, van Verordening nr. 17 van de Raad betreffende de zaken COMP/35.163 - Aanmelding van de FIA-regels, COMP/36.638 - Aanmelding door FIA/FOA van overeenkomsten betreffende het FIA-wereldkampioenschap Formule 1, en COMP/36.776 - GTR/FIA & andere

(2001/C 169/03)

(Voor de EER relevante tekst)

1. DE ZAKEN

Op 22 juli 1994 heeft de Fédération Internationale de l'Automobile (FIA) overeenkomstig Verordening nr. 17(1) bij de Commissie de door haar vastgestelde en toegepaste regels aangemeld. Later werd ook de overeenkomst tussen de FIA en International Sportsworld Communicators Ltd (ISC) betreffende de verkoop van uitzend- en mediarechten op sommige FIA-kampioenschappen (behalve Formule 1) aangemeld (zaak COMP/35.613). De commerciële overeenkomsten betreffende het FIA-wereldkampioenschap Formule 1 werden op 5 september 1997 afzonderlijk aangemeld (zaak COMP/36.638 - FIA/FOA) door de FIA en door Formule 1 Administration Limited ("FOA").

De Commissie publiceerde bekendmakingen(2) met een samenvatting van de aangemelde overeenkomsten, waarin derden werden verzocht hun opmerkingen kenbaar te maken.

In 1997 en 1998 ontving de Commissie drie klachten in verband met deze aanmeldingen. De klachten werden ingediend door: i) de AE TV Co-operation GmbH (zaak COMP/36.520 en zaak COMP/37.319), een televisieomroep wiens klacht in hoofdzaak betrekking had op de European Truck Racing Cup; ii) de GTR Organisation (zaak COMP/36.776), die een internationale reeks wedstrijden voor "Grand Touring" (GT) wagens organiseerde en promootte. Later werden de klachten alledrie ingetrokken en werden de zaken dus gesloten.

Op 29 juni 1999 verzond de Commissie een mededeling van punten van bezwaar. De partijen dienden in februari 2000 hun schriftelijke antwoorden op de punten van bezwaar in.

Op 26 april 2000 dienden de FIA en FOA diverse voorstellen in om de aangemelde overeenkomsten ingrijpend te wijzigen, teneinde tegemoet te komen aan de door de Commissie in de mededeling van punten van bezwaar gemaakte opmerkingen. Later dienden de partijen nog meer voorstellen in, het laatste op 12 januari 2001. In deze bekendmaking worden de regels van de FIA en de commerciële overeenkomsten tussen FIA, FOA en ISC beschreven, zoals deze zullen zijn ingevolge de bovengenoemde voorstellen, wijzigingen en nieuwe versies.

2. DE PARTIJEN

FIA werd in Frankrijk opgericht als een vereniging zonder winstoogmerk. Zij telt momenteel meer dan 162 leden (29 uit EU-landen). Deze leden zijn nationale automobielclubs, verenigingen en nationale motorsportfederaties (ASN's). De leden van de FIA organiseren en reguleren de motorsport in hun respectieve landen.

FOA/FOM, ondernemingen waarover de heer Ecclestone zeggenschap heeft, houden zich bezig met de promotie van het FIA-kampioenschap Formule 1. Onder FOA/FOM wordt, binnen het bestek van deze bekendmaking, tevens FIA Formule 3000 International Championship Limited begrepen, een onderneming die eveneens in handen is van de familie Ecclestone en die zich bezighoudt met de promotie van het FIA-kampioenschap Formule 3000. Krachtens de Concorde-Overeenkomst van 1998 is FOA de houder van alle commerciële rechten met betrekking tot het FIA-kampioenschap Formule 1. FOA is derhalve verantwoordelijk voor de televisieverslaggeving en in het algemeen voor de commerciële afwikkeling van het kampioenschap. Op 28 mei 1999 veranderde FOA haar naam in Formule 1 Management Limited (FOM); zij blijft de rechten beheren. De commerciële rechten zelf zijn overgenomen door een gelieerde onderneming, thans eveneens bekend als FOA.

ISC is een onderneming die is opgericht door de heer Bernie Ecclestone. Haar hoofdactiviteit bestond in de verkoop van televisierechten voor internationale wedstrijden van de FIA, met uitzondering van de Formule 1. In het voorjaar 2000 verkocht de heer Ecclestone de onderneming aan de heer David Richards. ISC is thans belast met de promotie van het FIA-wereldkampioenschap rally en de regionale rallykampioenschappen van de FIA.

3. PRODUCTEN/DIENSTEN

Deze zaken hebben betrekking op de volgende diensten en producten: a) de organisatie van grensoverschrijdende motorsportwedstrijden, b) de promotie van die wedstrijden; c) het afgeven van erkenningen en vergunningen aan organisatoren van en deelnemers aan autosportwedstrijden, d) de uitzendrechten voor het FIA-kampioenschap Formule 1.

4. DE AANGEMELDE OVEREENKOMSTEN

4.1. De FIA-regels

De regels die werden aangemeld, behelzen vijf groepen documenten(3):

i) De statuten van de FIA, ("de statuten")

De statuten zijn de belangrijkste basisakte van de FIA. De statuten beschrijven: de doelstellingen van de FIA; de personen die voor lidmaatschap in aanmerking komen; de rechten en verplichtingen die met het lidmaatschap gepaard gaan; de rol van de FIA en haar leden met betrekking tot de motorsport; de structuur en de organen van de FIA en haar bronnen van inkomsten.

De FIA functioneert via de volgende organen: een algemene vergadering; een comité bestaande uit de FIA World Council for Touring and the Automobile en de FIA World Motor Sport Council; een senaat; de gespecialiseerde motorsportcommissies; een internationale beroepskamer; een secretariaat; en alle andere vaste of tijdelijke commissies die het comité eventueel beslist op te richten.

ii) De International Sporting Code van de FIA, met aanhangsels ("de code")

De code is het document waarin de FIA de regels heeft vastgelegd voor de organisatie en het verloop van motorsportwedstrijden. De code wordt toegepast door een aantal verschillende organen van de FIA, met name door de World Motor Sport Council. In de code en de algemene voorschriften (zie hieronder) worden in detail de sportieve en technische regels beschreven die bij de organisatie van de desbetreffende motorsportwedstrijden in acht moeten worden genomen. De code telt verscheidene aanhangsels, waarin zeer gedetailleerde specificaties zijn opgenomen voor voertuigen, uitrusting van de coureur, goedkeuring van circuits enz.

De code geldt tussen de leden van de FIA als een overeenkomst. Hij verleent aan de ASN's de bevoegdheid om licenties af te geven aan de diverse categorieën deelnemers aan motorsportcompetities (coureurs, constructeurs en organisatoren). Door een licentie in ontvangst te nemen, aanvaardt de licentiehouder dat hij overeenkomstig de statuten van de FIA contractueel gebonden is door de bepalingen van de code en door de uitvoeringsbepalingen ervan.

De belangrijkste bepalingen van de code, zoals aangemeld, zijn:

- volgens artikel 108 van de code is eenieder die in aanmerking wenst te komen om, als mededinger of als coureur, aan een wedstrijd deel te nemen, gehouden bij de bevoegde ASN een licentie aan te vragen en het vastgestelde licentiegeld te betalen;

- alle internationale competities dienen te worden opgenomen op de internationale sportkalender, die alle internationale wedstrijden voor het lopende jaar vermeldt. Artikel 47 bepaalt dat een licentiehouder niet mag deelnemen aan enige internationale wedstrijd die niet op de FIA-kalender voorkomt en dat niemand aan een dergelijke wedstrijd mag deelnemen indien hij niet in het bezit is van een FIA-licentie. Oorspronkelijk stond het de FIA geheel vrij een wedstrijd al dan niet op de kalender op te nemen. Indien een deelnemer niet aan deze voorschriften voldoet, kan de FIA zijn licentie intrekken en hem aldus uitsluiten van elke door de FIA erkende wedstrijd. Zo bepaalt artikel 58 bijvoorbeeld dat, bij niet-naleving van dit voorschrift, de licentie wordt ingetrokken van eenieder die een competitie organiseert of eraan deelneemt. Artikel 118 bepaalt dat "eenieder die zich inschrijft voor, meerijdt in, als official optreedt bij, of op welke wijze ook deelneemt aan een verboden competitie wordt geschorst door de ASN die hem zijn licentie heeft afgegeven";

- de oorspronkelijk aangemelde versie van artikel 24 bepaalde dat geen internationale reeks wedstrijden kon worden georganiseerd zonder de schriftelijke toestemming van de FIA, welke toestemming slechts zou worden verleend mits de eigendomsrechten van de FIA inzake de televisieverslaggeving over internationale kampioenschappen werden erkend.

iii) de algemene voorschriften van toepassing op alle kampioenschappen, challenges, trofeeën en cups van de FIA ("de algemene voorschriften")

In de algemene voorschriften zijn in detail de sportieve en technische regels vastgelegd die gelden voor motorsportwedstrijden van de FIA. In de oorspronkelijke aanmelding kwam een bepaling voor, volgens welke alle rechten op bewegende beelden in verband met welk wereldkampioenschap van de FIA ook bij de FIA berustten. In 1997 legde de FIA aan de Commissie een nieuwe versie van dit algemene voorschrift voor, waarin was bepaald dat deze regel niet alleen gold voor alle FIA-kampioenschappen, maar ook voor alle internationale wedstrijden die door de FIA erkend waren. In 1998 wijzigde de FIA het voorschrift andermaal en werd de toepassing ervan beperkt tot alleen FIA-wedstrijden.

iv) Het reglement voor internationale kampioenschappen van de FIA

Elk internationaal kampioenschap van de FIA heeft zijn eigen sportieve en technische voorschriften, welke worden bekendgemaakt in het FIA-jaarboek van de automobielsport.

v) Informatie die te vinden is in het FIA-jaarboek en in het FIA-bulletin

Het FIA-jaarboek en het FIA-bulletin bevatten voorschriften en informatie over "drag racing", de jaarlijkse internationale sportkalender, organisatoren van wedstrijden, reclame in de automobielsport, internationale circuits alsmede over klimwedstrijden en lange-afstandsrally's.

4.2. De aangemelde overeenkomsten

De aangemelde afspraken omvatten ook de volgende overeenkomsten: de "Concorde-Overeenkomst", de Formule 1-overeenkomst, een aantal contracten met promotors, een aantal overeenkomsten over uitzendrechten voor het Formule 1-wereldkampioenschap van de FIA en de FIA-ISC-overeenkomst betreffende het wereldkampioenschap en regionale kampioenschappen rally van de FIA.

De Concorde-Overeenkomst, zoals die oorspronkelijk was aangemeld, werd gesloten op 5 september 1996 en gold voor een periode van vijf jaar, met ingang op 1 januari 1997. Op 27 augustus 1998 meldden de partijen de Concorde-Overeenkomst 1998 aan, die de eerdere overeenkomst vervangt en die loopt van 1 januari 1998 tot 31 december 2007. Deze overeenkomst is gesloten tussen de FIA, alle Formule 1-teams en FOA, waarbij deze laatste partner wordt aangeduid als de houder van de commerciële rechten. De overeenkomst regelt de voorwaarden voor de organisatie en het verloop van het FIA-wereldkampioenschap Formule 1 en bepaalt de wijze waarop bij het beheer ervan wordt gestemd, onder verwijzing naar andere overeenkomsten, contracten, FIA-regels en reglementen.

In de Concorde-Overeenkomst erkennen de teams dat de FIA exclusief het eigendomsrecht heeft op het FIA-kampioenschap Formule 1, en met name op de beschermde merknamen, het recht op de titel en de verantwoordelijkheid voor de organisatie ervan (clausule 1.1). De teams verbinden zich ertoe gedurende de looptijd van de overeenkomst elk jaar deel te nemen (clausules 5.3 en 5.2) en niet deel te nemen aan enige andere race, competitie, demonstratiewedstrijd of kampioenschap voor open eenzitters buiten de Formule 1 of aan een race voor wagens die overeenstemmen met een van de huidige FIA-formules (bijvoorbeeld Formule 3000) (clausule 5.2).

Clausule 4.1 b) omschrijft de rechten van de FIA als alle rechten die op rechtmatige wijze aan de FIA toekomen of die door of namens de FIA worden uitgeoefend, met inbegrip van alle rechten die haar door de teams zijn toegekend. De teams verlenen aan de FIA op exclusieve basis de rechten op, en samenhangend met, hun prestaties, de prestaties van alle wagens, machines, outillage en personen die met de teams verbonden zijn (inclusief de coureurs), alsmede alle rechten op de Formule 1-wedstrijden (clausule 4.2 a) en b)). Volgens clausule 4.10 hebben de teams geen enkel recht op elementen van het kampioenschap, d.w.z. op filmmateriaal van de wedstrijden, op officiële informatie over de tijden, op intellectuele eigendomsrechten, merknamen, logo's of andere kentekens die eigendom zijn van of berusten bij de FIA en/of FOA. De teams behouden niettemin bepaalde rechten, zoals het recht om hun eigen merchandisingartikelen en computerspelletjes te produceren en te verkopen (clausule 4 d)).

De FIA en FOA verbinden zich er tegenover de Formule 1-teams toe (clausule 5.4 d) ii)), dat het kampioenschap vrij via de ether zal worden uitgezonden overal waar geschikte omroepen bereid zijn dit te doen. De FIA garandeert dat alle rechten van de FIA voor exploitatie aan FOA zullen worden overgedragen, teneinde aan de teams de betalingen als bedoeld in schema 5 van de overeenkomst te doen (clausule 5.5)(4). FOA verbindt zich er voorts tegenover elk team toe Grand Prix-contracten te sluiten met de promotors die gedurende de looptijd van de Concorde-Overeenkomst 1998 geacht worden een Formule 1 Grand Prix te organiseren (clausule 5.4 c)). De FIA verbindt zich ertoe een Grand Prix-wedstrijd slechts op de FIA-kalender op te nemen indien de promotors een Grand Prix-contract hebben gesloten met FOA (clausule 11.2 a)).

De Formule 1-overeenkomst is gesloten tussen FIA en FOM (toen FOCA Administration Limited genoemd) (laatstgenoemde onderneming heeft haar rechten overgedragen aan FOA). Zij is gedateerd 19 december 1995, trad in werking op 1 januari 1997 en loopt tot 2010. FOA verkrijgt van de FIA voor veertien jaar alle commerciële rechten van de FIA op het FIA-wereldkampioenschap Formule 1, met inbegrip van de rechten die de FIA heeft op de exploitatie van de rechten op bewegende beelden en geluiden van het kampioenschap. FOA verbindt zich ertoe de FIA en alle teams te vergoeden naar rata van hun bijdrage aan het kampioenschap. De FIA en FOA verbinden zich er ten opzichte van elkaar toe hun uiterste best te doen om het FIA-wereldkampioenschap Formule 1 te handhaven als het topwereldkampioenschap voor racewagens en als het enige FIA-wereldkampioenschap voor open eenzitters.

De Grand Prix-contracten tussen FOA en lokale promotors zijn opgesteld met inachtneming van het bepaalde in schema 4 bij de Concorde-Overeenkomst. Deze contracten hebben meestal een looptijd van vijf jaar. Zij hebben betrekking op de organisatie van een Grand Prix-wedstrijd en regelen de commerciële en financiële afwikkeling van een dergelijke Grand Prix. De promotor draagt aan FOA alle auteursrechten, intellectuele eigendomsrechten en andere rechten over, die hij thans of in de toekomst ten aanzien van welk medium ook zou kunnen hebben (clausule 23.3). Bij clausule 27 verbinden de promotors zich ertoe te garanderen dat er gedurende de looptijd van het contract geen andere race voor open racewagens dan de Grand Prix en geen race in het Formule 3000-kampioenschap zal plaatsvinden op het circuit.

De overeenkomsten over uitzendrechten zijn door FOA gesloten met zestig omroeporganisaties overal in de wereld. Voor elke Grand Prix sluit FOA een contract met een omroep in het gastland, die als gastheer de verantwoordelijkheid op zich neemt voor de productie van bewegende beelden van de Grand Prix en voor het beschikbaar stellen van een signaal - het "internationaal moedersignaal" - aan andere omroepen. In sommige van de overeenkomsten was voorzien in een korting van 33 % op de door de omroep betaalde prijs indien de omroep zich ertoe verbond geen andere wedstrijden van open racewagens uit te zenden dan de Formule 1. Er zijn twee soorten overeenkomsten over uitzendrechten. Voor openbare televisie worden de contracten gewoonlijk gesloten met één omroep binnen een geografisch omschreven gebied, waarbij een beperkte vorm van exclusiviteit wordt verleend. Ze hebben een looptijd van één tot vijf jaar, behalve een klein aantal contracten, dat voor tien jaar is gesloten. Voor betaaltelevisie heeft FOA contracten gesloten voor het "supersignaal" - een dienst die door FOA wordt aangeboden, met gebruikmaking van de meest geavanceerde digitale technologie, om zes afzonderlijke kanalen te produceren. De looptijd van deze overeenkomsten gaat tot elf jaar.

De FIA/ISC-overeenkomst is van kracht geworden op 27 augustus 1996 en verstrijkt op 31 december 2010. Door middel van deze overeenkomst heeft de FIA aan ISC voor veertien jaar de exclusieve uitzendrechten op achttien FIA-kampioenschappen toegekend voor ISC's eigen gebruik en voordeel. ISC legde tevens afschriften over van overeenkomsten die deze onderneming had gesloten met organisatoren van wedstrijden en met omroeporganisaties. In april 2000 verkocht een trust van de familie Ecclestone het gehele aandelenkapitaal van ISC aan een consortium, geleid door de heer David Richards, die de Commissie ervan in kennis stelde dat de FIA vóór de transactie haar contract met ISC had gewijzigd, dat thans nog alleen betrekking heeft op de rechten op het wereldkampioenschap en de regionale kampioenschappen (Europa, Afrika enz.) rally van de FIA.

5. WIJZIGINGEN EN DOOR DE PARTIJEN AANGEGANE VERBINTENISSEN

In haar mededeling van punten van bezwaar in juni 2000 kwam de Commissie tot het voorlopige oordeel dat de FIA in een "belangenconflict" verstrikt was, daar zij haar regulerende bevoegdheden gebruikte om de organisatie van races die met de door de FIA gepromote of georganiseerde wedstrijden (d.w.z. wedstrijden waaruit de FIA commercieel voordeel haalde) concurreerden onmogelijk te maken. Daarenboven heeft de FIA wellicht gedurende enige tijd misbruik gemaakt van een machtspositie in de zin van artikel 82 EG, door de televisierechten op motorsportwedstrijden die zij erkende op te eisen. Een soortgelijke situatie werd in de Formule 1 gecreëerd door het opleggen van bepaalde clausules in de Concorde-Overeenkomst. Ten slotte waren bepaalde aangemelde contracten waarschijnlijk strijdig met artikel 81 en/of artikel 82 EG doordat zij de barrières voor eventuele nieuwkomers nog verder verhoogden: de contracten met promotors maakten het voor tien jaar onmogelijk dat circuits die voor Formule 1 werden gebruikt tevens zouden worden gebruikt voor races die met de Formule 1 zouden kunnen concurreren; de Concorde-Overeenkomst maakte het de teams onmogelijk aan andere wedstrijden deel te nemen die vergelijkbaar waren met de Formule 1; de overeenkomsten met de omroepen hielden voor deze laatsten een financiële sanctie in indien zij beelden brachten van motorsporten die met F1-wedstrijden concurreerden. Sommige overeenkomsten tussen FOA en omroeporganisaties beperkten klaarblijkelijk de concurrentie in de zin van artikel 81 EG door aan de laatstgenoemde organisaties voor buitensporig lange periodes exclusiviteit te verlenen binnen hun gebied.

Hoewel de partijen het niet eens waren met de bezwaren van de Commissie, hebben zij er toch mee ingestemd sommige van hun afspraken significant te wijzigen.

De wijzigingen hebben de volgende oogmerken:

- een volledige scheiding bewerkstelligen tussen de commerciële en de regulerende functies met betrekking tot het FIA-wereldkampioenschap Formule 1 en het FIA-wereldkampioenschap rally, waarbij nieuwe overeenkomsten worden voorgesteld die de commerciële exploitatie van deze kampioenschappen strikt gescheiden houden van de organisatie;

- de doorzichtigheid van de besluitvormings- en beroepsprocedures verbeteren en het afleggen van verantwoording beter organiseren;

- toegang tot de motorsport garanderen voor eenieder die aan de relevante criteria inzake veiligheid en sportiviteit voldoet;

- de toegang tot de internationale sportkalender garanderen en ervoor zorgen dat geen beperking wordt opgelegd die de toegang tot externe, onafhankelijke beroepsprocedures belemmert;

- de looptijd van de contracten over de uitzendrechten voor openbare uitzending van beelden van het FIA-wereldkampioenschap Formule 1 aanpassen.

Om een vollediger scheiding tussen sportieve en commerciële aspecten te bereiken en om de doorzichtigheid te vergroten, stelt de FIA voor dat de heer Ecclestone ontslag neemt uit de senaat van de FIA en als vice-president van de FIA voor promotiekwesties. De FIA stelt voor de heer Ecclestone ere-vice-president van de FIA te maken. De FIA is tevens bereid de regel in te voeren dat de vertegenwoordiger van de Formule 1-commissie niet betrokken mag zijn bij enige beslissing van de FIA World Motor Sport Council betreffende de erkenning van een reeks wedstrijden die een potentiële rivaal zijn voor de Formule 1.

Daarenboven is de FIA in principe bereid deel te nemen aan het sportieve beheer van en de naam van de FIA te hechten aan een reeks wedstrijden, indien de organisator van die competitie een partnerschap wil aangaan met de FIA, indien een organisator de ultieme competitie in een bepaalde discipline beoogt te bieden, indien die organisator de desbetreffende competitie aantoonbaar op een degelijke manier beheert en indien de discipline zelf voldoende populair en ontwikkeld is.

Op 28 juni 2000 en 5 oktober 2000 heeft de FIA de internationale sportcode als volgt gewijzigd:

- artikel 2 - toevoeging van de uitdrukkelijke vermelding dat de code ten doel heeft de motorsport te bevorderen en dat de code in geen geval zal worden aangewend als een middel om een competitie te verhinderen of te belemmeren of om een mededinger te beletten om deel te nemen, behalve wanneer de FIA oordeelt dat dit met het oog op een veilige, eerlijke of ordelijke beoefening van de motorsport noodzakelijk is;

- artikelen 17, 58, 84, 113, 118 - toevoeging van een bepaling krachtens welke de FIA redenen heeft op te geven voor elke weigering van deelneming aan een internationale wedstrijd, voor elke intrekking van een licentie ten gevolge van een inbreuk op de regels, indien een internationale licentie voor een circuit of racebaan wordt geweigerd, indien aan een aanvrager die niet aan de geldende criteria voldoet een licentie wordt geweigerd en indien op de FIA een beroep wordt gedaan om uitspraak te doen over een meningsverschil tussen ASN's over de oplegging van bepaalde boetes;

- artikel 24 - weglating van de vermelding dat de FIA eigenaar is van de mediarechten op kampioenschappen, zoals beschreven in de algemene voorschriften;

- artikel 47 - opneming van de uitdrukkelijke vermelding dat elke aanvrager die volgens de code voor een licentie in aanmerking komt, ook werkelijk recht heeft op een licentie en dat elke weigering van een licentie gemotiveerd moet worden;

- artikel 63 - opneming van de uitdrukkelijke vermelding dat de houders van een organisatorenlicentie die vergunningen voor organisatoren aanvragen, ook werkelijk recht heeft op die vergunningen mits aan de relevante criteria is voldaan;

- artikel 74 - opneming van de uitdrukkelijke vermelding dat elke weigering van een toelating moet worden gemotiveerd en weglating van de vermelding dat bij weigering van een toelating geen beroep mogelijk is;

- artikel 165 - opneming van de uitdrukkelijke vermelding dat de FIA de personen ten aanzien van wie zij een beslissing tot schorsing of diskwalificatie heeft genomen, daarvan, met opgave van redenen, in kennis stelt;

- artikel 169 - opneming van de uitdrukkelijke vermelding "onverminderd het recht om beroep in te stellen tegen welke beslissing ook" en weglating van de vermelding dat het instellen van een dergelijk beroep aanleiding kan geven tot diskwalificatie van de appellant;

- artikel 189 - opneming van de uitdrukkelijke vermelding dat uitspraken van de beroepskamer van de FIA gemotiveerd moeten zijn;

- artikel 191 - met betrekking tot de publicatie van uitspraken, opneming van de vermelding "onverminderd het recht om beroep in te stellen" en weglating van de vermelding dat het instellen van een dergelijk beroep aanleiding kan geven tot diskwalificatie van de appellant. De FIA stelt voor een nieuw sub-artikel (artikel 191(b)) op te nemen in de internationale sportcode, dat als volgt luidt: "Voor alle duidelijkheid: niets in de code staat eraan in de weg dat wie dan ook welke actie ook instelt bij welke rechterlijke instantie ook";

- artikel 204 - weglating van een verwijzing naar een bepaling in de algemene voorschriften waarin de eigendom op de mediarechten die verbonden zijn aan de FIA-kampioenschappen wordt opgeëist;

- bijlage G - opneming van een garantie dat, indien een wedstrijd in alle opzichten voldoet aan het bepaalde in de code, de FIA deze in de kalender opneemt. De FIA stelt voor in bijlage G bij de internationale sportcode een nieuw artikel 5 op te nemen, dat als volgt luidt: "Indien voor dezelfde datum op de kalender twee aanvragen binnenkomen en de kalendercommissie van oordeel is dat het in strijd met de belangen van de sport zou zijn beide evenementen te laten plaatsvinden, en indien een oplossing via onderhandelingen niet mogelijk is, krijgt het evenement dat een langere traditie heeft om op de betrokken dag te worden gehouden de voorrang";

- artikel 27 van de algemene voorschriften - weglating van dit artikel, waarin de FIA de eigendom van de mediarechten opeiste, en vervanging door een verklaring dat de organisator van een evenement erop toeziet dat de verslaggeving in de media eerlijk en onpartijdig geschiedt.

De partijen hebben tevens hun commerciële afspraken aangepast, en wel als volgt:

- De Concorde-Overeenkomst 1998

Bij brief van 28 juli 2000 van de FIA aan de teams die de Concorde-Overeenkomst hebben ondertekend en aan FOM (voorheen FOA genaamd), zag de FIA eenzijdig af van haar recht om de naleving van clausule 5.2 van die overeenkomst af te dwingen, die de teams verbood deel te nemen aan elke andere race, competitie, demonstratiewedstrijd of kampioenschap voor open eenzitters. FOA deed hetzelfde door middel van een brief van 1 september 2000 aan de teams die de Concorde-Overeenkomst hebben ondertekend en aan de FIA. Bij brief van 28 juli 2000 zag de FIA eenzijdig af van haar rechten uit hoofde van clausule 27 van de contracten tussen de houder van de commerciële rechten en de promotors.

Daarenboven is de FIA voornemens afstand te doen van haar recht om clausule 4.2 van de Concorde-Overeenkomst te doen toepassen. Deze afstand van rechten geschiedt evenwel onverminderd:

- het recht van FOA om beelden van de teams en wagens te gebruiken in computerspelletjes;

- het recht van FOA om beelden van de teams en wagens te gebruiken voor promotiemateriaal zoals omschreven in artikel 4.3 van de Concorde-Overeenkomst (bv. foto's voor posters, tickets, enz.); en

- de door de teams aan FOA verleende toestemming om beeldmateriaal of afbeeldingen van de teams en coureurs te blijven opnemen, uitzenden of op andere wijze exploiteren, voor zover die toestemming volgens de nationale wet is vereist.

- De Grand Prix-contracten met de promotors

Bij brief van 13 september 2000 aan elke promotor in de Europese Unie in wiens contract een clausule 27 was opgenomen, heeft FOA eenzijdig afstand gedaan van de rechten die zij aan deze clausule kon ontlenen.

- De FIA/FOA-overeenkomst van 19 december 1995

De belangrijkste voorgestelde wijzigingen in de FIA/FOA-overeenkomst van 19 december 1995 tussen de FIA en FOA beogen elke bepaling te schrappen waarbij de FIA het FIA-kampioenschap Formule 1 bevoordeelde of een Grand Prix (ten nadele van andere evenementen) ondersteunde, en tegelijk te garanderen dat geen enkele bepaling in de overeenkomst de FIA zou belemmeren in de uitoefening van haar regulerende taken.

Na het verstrijken van de bovengenoemde overeenkomst met FOA is de FIA voornemens een overeenkomst voor 100 jaar te sluiten met een houder van commerciële rechten, met het oog op de commercialisering van de rechten van de FIA in verband met het kampioenschap Formule 1. Alle rechten betreffende de organisatie van het kampioenschap en het ontvangen van de inkomsten daaruit zullen aan die onderneming worden overgedragen tegen betaling van een vaste vergoeding. FOA zal niet automatisch worden aangewezen als contractpartner bij de vernieuwing van de bestaande overeenkomst. De ontwerp-overeenkomst voorziet in een scheiding tussen de commerciële en regulerende functies met betrekking tot de Formule 1, biedt aan de FIA de mogelijkheid de logo's e.d. te gebruiken voor regulerende doeleinden, erkent dat de FIA de enige regulerende instantie is voor het kampioenschap en bevat geen enkele bepaling die de FIA ertoe verplicht dit specifieke kampioenschap gunstiger te behandelen dan andere.

De FIA stelt een soortgelijke aanpak voor met betrekking tot het FIA-wereldkampioenschap rally (de (FIA/ISC-overeenkomst) en met betrekking tot elk ander commercieel rendabel FIA-kampioenschap. De FIA zal commerciële overeenkomsten sluiten waarbij zijzelf niet rechtstreeks aan de handelsactiviteit deelneemt, maar waarbij vaste vergoedingen aan de FIA worden betaald, zodat bij de FIA elke stimulans wordt weggenomen om uit commerciële overwegingen te discrimineren ten faveure van de een of andere soort wedstrijden.

- De contracten met FOA over uitzendrechten

FOA heeft uit haar standaardtelevisiecontracten de bepaling geschrapt waarbij aan de omroepen een korting werd gegeven op de te betalen royalty's indien zij geen andere wedstrijden van open eenzitters uitzonden, en heeft bij brieven van 14 augustus 2000 aan de twee omroepen in de Europese Unie in wier contracten een dergelijke clausule voorkwam, eenzijdig afstand gedaan van de rechten die zij hieraan zou kunnen ontlenen. Overal waar exclusieve rechten zijn verleend met betrekking tot televisieuitzendingen via de ether of de kabel, beperkt FOA thans de looptijd van deze contracten tot maximum vijf jaar in het geval van omroepen die zelf de opnamen hebben gemaakt, en tot drie jaar in alle andere gevallen.

FOA verbindt zich ertoe vergelijkbare rivaliserende omroepen op de hoogte te brengen wanneer exclusieve afspraken over openbare uitzendrechten voor een bepaald grondgebied verstrijken, en hen uit te nodigen om zich kandidaat te stellen. FOA heeft ermee ingestemd aanvragen om uitzendrechten op een niet-discriminerende wijze te zullen behandelen.

6. BEOORDELING

De voorgenomen wijzigingen in de reglementen en de commerciële overeenkomsten bieden naar het oordeel van de Commissie voldoende structurele oplossingen, die het gevaar van een eventueel misbruik in de toekomst tot een minimum beperken en de grondslag leggen voor een gezond concurrentieklimaat bij de economische activiteiten die verband houden met de motorsport. De Commissie acht onder meer de volgende elementen van bijzonder belang om tot deze beoordeling te komen:

De nieuwe regels zorgen voor een scheiding tussen commerciële en regulerende activiteiten in de motorsport, welke de FIA daadwerkelijk tot stand wil brengen door onder meer vanaf 2010 een "houder van de commerciële rechten" aan te wijzen voor 100 jaar, en dit zowel voor het FIA-wereldkampioenschap Formule 1 als voor het FIA-wereldkampioenschap rally, tegen betaling van een eenmalige, forfaitaire vergoeding die vooraf dient te worden betaald.

Minimumveiligheidsnormen zijn van wezenlijk belang voor een goede werking van de motorsport en het is dan ook passend dat de FIA regels vaststelt voor deelnemers aan en organisatoren van motorsportevenementen, teneinde de inachtneming van die normen te garanderen. Bij gebreke van afdwingbare regels zouden de organisatoren van en deelnemers aan motorsportwedstrijden in de verleiding kunnen komen om bepaalde wezenlijke veiligheidsvereisten te negeren om kosten te besparen.

De gewijzigde regels bepalen, en de Commissie heeft de verzekering gekregen dat de FIA-regels nooit zullen worden toegepast om de organisatie van een wedstrijd of de deelname van een mededinger te verhinderen of te belemmeren, behalve om redenen die inherent te maken hebben met de regulerende rol van de FIA op het stuk van handhaving van de veiligheidsnormen. De FIA heeft de garantie gegeven dat haar vergunnings- en tuchtregels zullen worden toegepast om een minimumveiligheidsniveau bij motorsportwedstrijden te waarborgen (Artikel 2 FIA code). De gewijzigde regels lijken afdoende garanties te bieden voor een nieuw reguleringsklimaat, waarbij de vergunningsbevoegdheden van de FIA en de sportieve en technische voorschriften van de code op een objectieve, non-discriminatoire en transparante wijze zullen worden toegepast. De FIA zal geen bezwaar maken tegen de organisatie van nieuwe evenementen of tegen de deelname daaraan van circuits, teams of rijders, voor zover aan de belangrijkste, in de code neergelegde voorschriften is voldaan. De FIA heeft in dit verband bevestigd dat alle organisatoren die aan de regels van de code voldoen, hun evenementen van rechtswege opgenomen zullen zien op de internationale kalender.

Door verklaringen van de FIA wordt bevestigd dat thans in rechte kan worden opgekomen tegen FIA-beslissingen, zowel binnen de FIA-structuur als voor de nationale rechterlijke instanties. De toegang tot externe, onafhankelijke beroepsinstanties wordt in de FIA-regels gewaarborgd. Zoals hierboven reeds vermeld, heeft de FIA ermee ingestemd in de regels een nieuwe bepaling op te nemen die duidelijk stelt dat eenieder die het voorwerp is van een beslissing van de FIA daartegen kan opkomen voor de nationale rechter.

Het nieuwe reguleringsklimaat neemt de eerder genoemde hinderpalen voor inter- en intra-brand concurrentie weg. Concurrerende wedstrijden en competities naast de Formule 1 (en naast andere motorsportdisciplines) zullen mogelijk zijn. De wijzigingen zullen ruimere mogelijkheden scheppen voor concurrentie tussen de merken. Nieuwe disciplines kunnen in het leven worden geroepen, en wedstrijden en competities in potentieel concurrerende disciplines kunnen worden erkend. De FIA zal noch een commerciële stimulans, noch de regulerende bevoegdheid hebben om de aard en het aantal wedstrijden dat zij toestaat te beperken, anders dan op grond van objectieve criteria.

De aangemelde overeenkomsten, zoals gewijzigd, zullen de belemmeringen wegnemen die in het verleden eraan in de weg stonden dat producten of circuits met een FIA-licentie werden gebruikt of dat FIA-licentiehouders deelnamen aan verschillende disciplines of aan concurrerende wedstrijden in dezelfde discipline. De voorgestelde wijzigingen in de aangemelde overeenkomsten zullen bijvoorbeeld ten gevolge hebben dat racecircuits in Europa beschikbaar komen voor rivaliserende competities, zelfs wanneer op deze circuits reeds een wedstrijd voor het FIA-wereldkampioenschap Formule 1 wordt georganiseerd.

De gewijzigde Concorde-Overeenkomst legt de organisatiestructuur van het FIA-kampioenschap Formule 1 vast en behelst de commerciële basisafspraken voor de commercialisering van dit kampioenschap. Aangezien de motorsport en in het bijzonder de Formule 1 een buitengewoon complexe technische activiteit is, die aanzienlijke investeringen in technologisch onderzoek en ontwikkeling vereist, is het voor alle betrokken partijen van essentieel belang overeen te komen over de wijze waarop het kampioenschap wordt georganiseerd. In deze sport nemen, bijvoorbeeld, alle teams gelijktijdig deel aan alle wedstrijden. Het is echter onmogelijk de individuele rechten van elk team dat aan een race deelneemt afzonderlijk te verkopen. Aangezien de FIA, FOA, de teams, de coureurs, de constructeurs en de lokale organisator of promotor elk afzonderlijk rechten kunnen doen gelden op het evenement, is de een of andere vorm van afspraak tussen hen allen over de verkoop van deze rechten, en met name de uitzendrechten, allicht onmisbaar. De Concorde-Overeenkomst wijst FOA aan als de houder van de commerciële rechten op het FIA-wereldkampioenschap Formule 1 en machtigt deze onderneming om namens de teams en de FIA met de lokale promotors te onderhandelen over de organisatie van de races, en met de omroepen over de verkoop van de uitzendrechten. Deze afspraken lijken geen significante invloed te hebben op de prijzen of op het aanbod op de markt. De afzonderlijke Formule 1-wedstrijden concurreren onderling niet omdat zij niet op hetzelfde tijdstip worden uitgezonden. Overigens zijn alle Formule 1-wedstrijden beschikbaar voor uitzending.

Daarenboven maakt de Concorde-Overeenkomst, wegens de technische complexiteit van deze specifieke sporttak, een doeltreffender commercialisering van het Formule 1-kampioenschap mogelijk en garandeert zij dat openbare uitzending de belangrijkste manier is waarop deze evenementen aan de kijkers worden aangeboden.

Alle bepalingen in de aangemelde overeenkomsten waarbij de FIA-licentiehouders ertoe verplichtte hun uitzendrechten aan de FIA over te dragen, zijn eruit verwijderd. De overeenkomsten bevatten geen enkele regel of regeling meer, op grond waarvan de FIA zich alle mediarechten op een bepaald kampioenschap zou kunnen toe-eigenen.

De contracten over de uitzendrechten voor de Formule 1, zoals gewijzigd, reduceren de termijnen waarvoor aan individuele omroepen exclusiviteit wordt toegekend tot hetgeen redelijk mag worden geacht gezien de aard van de rechten en verplichtingen en de investeringen die door de omroep moeten worden gedaan, gelet op de specifieke kenmerken van de sport. De op de contracten toegepaste prijzenpolitiek bestraft niet langer omroepen die ervoor kiezen andere wedstrijden voor open racewagens uit te zenden dan Formule 1. De mogelijkheid van intra-brandconcurrentie voor Formule 1, die voortvloeit uit het nieuwe reguleringsklimaat, vormt een bijkomend element voor de gunstige beoordeling van de gewijzigde uitzendcontracten.

7. CONCLUSIE

De hierboven beschreven wijzigingen en door de partijen aangegane verbintenissen wijzigen ingrijpend de juridische en economische context in vergelijking met die welke door de Commissie in de mededeling van punten van bezwaar is beschreven. De Commissie neemt zich thans voor een gunstige houding aan te nemen ten aanzien van de aangemelde overeenkomsten. Alvorens een gunstige beschikking te geven, nodigt de Commissie alle belanghebbende derden uit haar hun opmerkingen dienaangaande kenbaar te maken door deze binnen één maand na de datum van deze bekendmaking per brief te zenden aan het volgende adres of per fax aan het volgende nummer, onder referentie Zaak COMP/35.163 FIA of COMP/36.638 FIA/FOA: Commissie van de Europese Gemeenschappen Directoraat-generaal Concurrentie

Directoraat C

Wetstraat 200 B - 1049 Brussel Fax (32-2) 296 98 04.

Indien een partij van oordeel is dat haar opmerkingen zakengeheimen bevatten, moet zij de passages aangeven die volgens haar niet openbaar mogen worden gemaakt omdat zij zakengeheimen of andere vertrouwelijke gegevens bevatten, met een opgave van de redenen. Indien de Commissie geen met redenen omkleed verzoek ontvangt, neemt zij aan dat de opmerkingen geen vertrouwelijke informatie bevatten.

(1) PB 13 van 21.2.1962, blz. 204/62.

(2) PB C 361 van 27.11.1997, blz. 7, betreffende zaak COMP/35.163 en zaak COMP/36.638.

(3) De volledige tekst van deze documenten wordt door de FIA elk jaar gepubliceerd en is ook terug te vinden op de FIA-homepage: www.FIA.com.

(4) De Concorde-Overeenkomst legt de verplichtingen van FOA vast om bepaalde bedragen te betalen aan alle teams, in verhouding tot hun bijdrage aan het wereldkampioenschap Formule 1 van de FIA. FOA verbindt zich ertoe aan elk team een som te betalen die is berekend aan de hand van, onder meer, de bruto-ontvangsten van FOA uit de exploitatie van de televisierechten.