52001PC0302

Gewijzigd voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2001-2006) (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend) /* COM/2001/0302 def. - COD 2000/0119 */

Publicatieblad Nr. 240 E van 28/08/2001 blz. 0168 - 0193


Gewijzigd voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2001-2006) (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend)

TOELICHTING

1. Voorgeschiedenis

In mei 2000 heeft de Commissie een mededeling uitgebracht over de gezondheidsstrategie van de Europese Gemeenschap, vergezeld van een voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2001-2006) - COM(2000) 285 definitief van 16 mei 2000 - 2000/0119 (COD). Dit nieuwe programma moet in de plaats komen van de acht bestaande actieprogramma's op het gebied van de volksgezondheid.

Op 4 april 2001 heeft het Europees Parlement in eerste lezing een groot aantal amendementen goedgekeurd. De Commissie heeft over elk amendement haar standpunt gegeven en verklaard welke amendementen zij volledig of gedeeltelijk kon aanvaarden en welke zij niet over kon nemen. Op basis daarvan heeft de Commissie dit gewijzigde voorstel opgesteld.

2. Doel van het voorstel

Het voorstel voor een besluit maakt deel uit van de gezondheidsstrategie van de Europese Gemeenschap die in de mededeling van de Commissie van 16 mei 2000 is beschreven. Het voorgestelde programma volgt een horizontale, beleidsgestuurde aanpak voor de volksgezondheid in brede zin. Het is bedoeld om de beleidsontwikkeling op communautair niveau te ondersteunen.

Het programma kent drie actieonderdelen:

(1) De verbetering van informatie en kennis over de gezondheid

Er zal een veelomvattend gezondheidsinformatiesysteem worden opgezet om besluitvormers, gezondheidswerkers en het publiek de essentiële informatie en gegevens op gezondheidsgebied te verstrekken die zij nodig hebben.

(2) Een snelle reactie op gezondheidsbedreigingen

Er zal een systeem komen om snel en doeltreffend actie te ondernemen in geval van bedreigingen voor de volksgezondheid, bijvoorbeeld door besmettelijke ziekten. In verband met de toenemende integratie van de EU als gevolg van het vrije verkeer is grotere waakzaamheid geboden.

(3) De beïnvloeding van gezondheidsdeterminanten

Het programma zal een hulpmiddel zijn om de gezondheidstoestand van de bevolking te verbeteren en de voortijdige sterfte in de EU terug te dringen door de oorzaken van gezondheidsproblemen aan te pakken via doeltreffende maatregelen voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie.

3. Wijzigingen

De Commissie heeft haar oorspronkelijke voorstel op een aantal punten gewijzigd. Deze wijzigingen zijn bedoeld om onduidelijkheden in het oorspronkelijke voorstel weg te nemen of om nieuwe ideeën te introduceren die op de oorspronkelijke tekst voortbouwen maar die niet wezenlijk veranderen. Ook heeft de Commissie enkele kleinere redactionele wijzigingen aangebracht om de tekst duidelijker te maken. Bij deze wijzigingen is ook rekening gehouden met de discussies in de andere instellingen.

De voornaamste wijzigingen op het oorspronkelijke voorstel kunnen in verschillende categorieën worden ingedeeld die aansluiten bij de belangrijkste wensen van het Europees Parlement.

Ten eerste is het ontwikkelen van een geïntegreerde, samenhangende benadering van de volksgezondheid een primair doel van de gezondheidsstrategie van de Gemeenschap. Daarom heeft de Commissie de amendementen 3, 24, 52, 53, 58 en 106 van het Europees Parlement in aanmerking genomen; deze amendementen beogen dit aspect van de werkzaamheden van het programma te benadrukken door in het voorstel de meting van gezondheidseffecten en aanverwante zaken (artikel 2, lid 1, artikel 3, lid 1, onder a), en bijlage, punt 1.2, vierde doelstelling) uitvoeriger te vermelden. De Commissie is echter van mening dat invoering van een apart actieonderdeel voor dit gebied niet met haar algehele aanpak zou stroken. Daarom heeft zij onder het actieonderdeel gezondheidsinformatie een nieuwe, vierde doelstelling opgenomen betreffende het bijdragen tot de verwezenlijking van een geïntegreerde gezondheidsstrategie.

Ten tweede, wat de werkingssfeer van het programma betreft, heeft de Commissie de amendementen van het Parlement overgenomen die in overeenstemming zijn met de algemene oriëntatie van het programma (artikelen 2 en 3 en bijlage). Onder volledige eerbiediging van het subsidiariteitsbeginsel en de verantwoordelijkheden van de lidstaten voor de organisatie en verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging benadert het programma de volksgezondheid op een globale manier, via gezondheidsdeterminanten, de gezondheidstoestand en de gezondheidsstelsels, in plaats van zich op specifieke ziekten of aandoeningen te concentreren. In dat verband streeft het ernaar de gezondheidsinformatie te verbeteren, bedreigingen zoals overdraagbare ziekten te bestrijden en ziekteveroorzakende factoren aan te pakken.

Een aantal amendementen van het Europees Parlement die door de Commissie zijn overgenomen, benadrukken het hoofddoel van het programma en geven duidelijker aan welke rol het kan spelen voor relevante en belangrijke onderwerpen als het ontwikkelen van de beste praktijken en van strategieën voor specifieke gezondheidsgerelateerde gebieden en interventies (bv. de amendementen 8, 14, 20, 22, 43, 51, 55, 61, 79, 80, 81, 87, 96, 101).

Ten derde dient het programma voor een zo groot mogelijke communautaire meerwaarde te zorgen. Daartoe heeft de Commissie een aantal wijzigingen aangebracht betreffende de tenuitvoerlegging van het programma. Bij de besprekingen met het Europees Parlement en de Raad is naar voren gekomen dat uitvoeriger moet worden beschreven hoe het programma uitgevoerd moet worden. Hoewel de Commissie een verwijzing naar een specifiek met name genoemd centrum of andere structuur niet kan aanvaarden, is zij het ermee eens dat er absoluut voor moet worden gezorgd dat de belangrijke nieuwe taken die moeten worden uitgevoerd voor het opzetten van een gezondheidsinformatiesysteem en de verbetering van de surveillance goed gecoördineerd worden en dat de opgerichte netwerken op geïntegreerde wijze samenwerken. Daarom stelt de Commissie voor om een aantal specifieke verwijzingen op te nemen naar passende structurele voorzieningen die zullen worden getroffen ten behoeve van de nodige technische en coördinatiewerkzaamheden op het gebied van gezondheidsmonitoring en ziektesurveillance (overweging 13, artikel 6). Aldus zal de onontbeerlijke technische en analytische expertise in nauwe samenwerking met de lidstaten voorhanden zijn.

Deze wijzigingen houden rekeningen met een aantal amendementen van het Europees Parlement, zoals de nummers 11, 49, 50 en 54.

Ten vierde voorzag het oorspronkelijke voorstel van de Commissie in een raadgevend comité voor het programma. Naar aanleiding van discussies in het Europees Parlement en de Raad over de comitéprocedure heeft de Commissie de amendementen van het Parlement om een gemengd beheers- en raadgevend comité in te stellen overgenomen (artikelen 9 en 10) aangezien dit de precedenten van de bestaande volksgezondheidsprogramma's volgt en in overeenstemming is met artikel 2 van Besluit 1999/468/EG van de Raad.

Wel stelt de Commissie een andere verdeling van taken tussen de beheers- en de raadplegingsprocedure voor. Hiermee wordt beoogd een juist evenwicht te vinden tussen de noodzaak om het comité in staat te stellen daadwerkelijk een rol te spelen bij de tenuitvoerlegging van het programma en de noodzaak om onnodige bureaucratische rompslomp te vermijden (amendementen 42, 73 en 74).

Wat tenslotte de financiën betreft heeft de Commissie naar aanleiding van amendement 103 van het Parlement besloten om het maximumpercentage van de projectkosten dat kan worden gesubsidieerd op 70% te stellen (bijlage, punt 4.1). Wel houdt de Commissie vast aan het totaalbudget van 300 miljoen euro voor het programma, in overeenstemming met de tussentijdse financiële vooruitzichten,

2000/0119(COD)

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2001-2006)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 152,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

[1] PB C [...] van [...], blz. [...].

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [2],

[2] PB C

Gezien het advies van het Comité van de Regio's [3],

[3] PB C

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag [4],

[4] PB C

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Gemeenschap zet zich ervoor in de gezondheid te bevorderen en te verbeteren, vermijdbare ziekten en voortijdige sterfte en tot activiteitenbeperking leidende handicaps terug te dringen, ziekten te voorkomen en potentiële bedreigingen voor de gezondheid tegen te gaan. De Gemeenschap moet op gecoördineerde, samenhangende wijze tegemoetkomen aan de ongerustheid onder haar bewoners omtrent hun gezondheid en aan hun verwachtingen aangaande een hoog niveau van genderspecifieke gezondheidsbescherming. Daarom moeten alle activiteiten van de Gemeenschap met betrekking tot de gezondheid een grote mate van zichtbaarheid en doorzichtbaarheid hebben en mogelijkheden bieden voor evenwichtige raadpleging en medewerking van alle betrokken partijen, om zo een betere kennisoverdracht en communicatie te bevorderen en de mensen meer bij de hun gezondheid rakende beslissingen te betrekken. De Gemeenschap dient op te komen voor het recht van mensen om op eenvoudige, heldere en wetenschappelijk verantwoorde wijze voorgelicht te worden over hun ziekte, de beschikbare therapieën en manieren om de kwaliteit van hun leven te verbeteren.

(2) De gezondheid dient een prioriteit te zijn die niet aan politieke of financiële compromissen onderhevig is. Overeenkomstig artikel 152 van het Verdrag dient de Gemeenschap een actieve rol op dit gebied te spelen door middel van maatregelen die de lidstaten individueel niet kunnen nemen, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel.

(3) Binnen het actiekader voor de volksgezondheid dat is aangegeven in de mededeling van de Commissie van 24 november 1993 betreffende het actiekader op het gebied van de volksgezondheid [5], zijn acht actieprogramma's vastgesteld. Het betreft hier:

[5] COM(93) 559 def. van 24.11.1993.

- Besluit nr. 645/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 maart 1996 tot vaststelling van een communautair actieprogramma inzake gezondheidsbevordering, -voorlichting, -opvoeding en -opleiding in het kader van de actie op het gebied van de volksgezondheid (1996-2000) [6],

[6] PB L 95 van 16.4.1996, blz. 1.

- Besluit nr. 646/96/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 29 maart 1996 tot vaststelling van een actieplan voor kankerbestrijding in het kader van de actie op het gebied van de volksgezondheid (1996-2000) [7],

[7] PB L 95 van 16.4.1996, blz. 9.

- Besluit nr. 647/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 maart 1996 tot vaststelling van een communautair actieprogramma in verband met de preventie van aids en van bepaalde andere besmettelijke ziekten in het kader van de actie op het gebied van de volksgezondheid (1996-2000) [8],

[8] PB L 95 van 16.4.1996, blz. 16.

- Besluit nr. 102/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 tot vaststelling van een communautair actieprogramma inzake de preventie van drugsverslaving binnen het actiekader op het gebied van de volksgezondheid (1996-2000) [9],

[9] PB L 19 van 22.1.1997, blz. 25.

- Besluit nr. 1400/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997 tot vaststelling van een communautair actieprogramma voor gezondheidsmonitoring in het kader van de actie op het gebied van de volksgezondheid (1997-2001) [10],

[10] PB L 193 van 22.7.1997, blz. 1.

- Besluit nr. 372/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 februari 1999 tot vaststelling van een communautair actieprogramma inzake de voorkoming van letsel binnen het kader van de actie op het gebied van de volksgezondheid (1999-2003) [11],

[11] PB L 46 van 20.2.1999, blz. 1.

- Besluit nr. 1295/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 1999 tot vaststelling van een communautair actieprogramma inzake zeldzame ziekten binnen het actiekader op het gebied van de volksgezondheid (1999-2003) [12] en

[12] PB L 155 van 22.6.1999, blz. 1.

- Besluit nr. 1296/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 1999 tot vaststelling van een communautair actieprogramma inzake met de milieuverontreiniging samenhangende ziekten binnen het actiekader op het gebied van de volksgezondheid (1999-2001) [13].

[13] PB L 155 van 22.6.1999, blz. 7.

(4) In het kader van de communautaire actie op het gebied van de volksgezondheid is Beschikking 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 1998 tot oprichting van een netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in de Europese Gemeenschap [14] goedgekeurd.

[14] PB L 268 van 3.10.1998, blz. 1.

(5) Andere activiteiten binnen het kader voor de volksgezondheid waren Aanbeveling 98/463/EG van de Raad van 29 juni 1998 inzake de geschiktheid van bloed- en plasmadonors en de screening van donorbloed in de Europese Gemeenschap [15] en Aanbeveling 1999/519/EG van de Raad van 12 juli 1999 betreffende de beperking van blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden van 0 Hz-300 GHz [16].

[15] PB L 203 van 21.7.1998, blz. 14.

[16] PB L 199 van 30.7.1999, blz. 59.

(6) Het actiekader voor de volksgezondheid is geëvalueerd in de mededeling van de Commissie van 15 april 1998 betreffende de ontwikkeling van beleid op volksgezondheidsgebied in de Europese Gemeenschap [17]. Daarin wordt aangegeven dat er, gelet op de nieuwe verdragsbepalingen, de nieuwe uitdagingen en de tot dat moment opgedane ervaring, behoefte is aan een nieuwe gezondheidsstrategie en een nieuw programma.

[17] COM(1998) 230 def.

(7) De Raad, in zijn conclusies van 26 november 1998 betreffende een toekomstig actiekader van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid [18] en zijn Resolutie van 8 juni 1999 [19], het Economisch en Sociaal Comité, in zijn advies van 9 september 1998 [20], het Comité van de Regio's, in zijn advies van 19 november 1998 [21], en het Europees Parlement, in Resolutie A4-0082/99 van 12 maart 1999 [22], hebben de mededeling van de Commissie van 15 april 1998 met instemming begroet en hebben zich achter het standpunt geschaard dat de acties op communautair vlak moeten worden gegroepeerd in één overkoepelend programma met een looptijd van minimaal vijf jaar en drie doelstellingen, namelijk de verbetering van gezondheidsinformatie , een snelle reactie op gezondheidsbedreigingen en de aanpak van gezondheidsdeterminanten, ondersteund door intersectorale acties en door de gebruikmaking van alle passende verdragsinstrumenten. Hiertoe zijn objectieve, betrouwbare en vergelijkbare gegevens die het mogelijk maken de volksgezondheid op communautair niveau nauwlettend in het oog te houden, onontbeerlijk. Aangezien er in de lidstaten en in de Gemeenschap reeds mechanismen voor het verzamelen van dit soort gegevens bestaan, zijn nauwe coördinatie tussen de acties en initiatieven op Europees niveau, bevordering van de samenwerking tussen de lidstaten en efficiency van de bestaande en toekomstige netwerken op het gebied van de volksgezondheid nodig.

[18] PB C 390 van 15.12.1998, blz. 1.

[19] PB C 200 van 15.7.1999, blz. 1.

[20] PB C 407 van 28.12.1998, blz. 26.

[21] PB C 51 van 22.2.1999, blz. 53.

[22] PB C 175 van 21.6.1999, blz. 135.

(8) De ernstigste ziektelast wordt in Europa veroorzaakt door neuropsychiatrische aandoeningen, hart- en vaatziekten, kwaadaardige gezwellen, onopzettelijke verwondingen en aandoeningen van de luchtwegen.

(9) Besmettelijke ziekten, met name seksueel overdraagbare ziekten, dreigen uit te groeien tot een gevaar voor de gezondheid van de gehele bevolking in Europa.

(10) De Raad heeft in zijn resolutie van 29 juni 2000 inzake maatregelen op het gebied van gezondheidsdeterminanten [23] verklaard dat de groeiende verschillen in de gezondheidssituatie en de gezondheidsresultaten tussen en in de lidstaten nieuwe en gecoördineerde inspanningen vergen op nationaal en communautair niveau, de toezegging van de Commissie verwelkomd om een voorstel in te dienen voor een nieuw programma voor de volksgezondheid met een speciaal actieonderdeel voor het aanpakken van gezondheidsdeterminanten door middel van gezondheidsbevordering en ziektepreventie, ondersteund door intersectoraal beleid, en ermee ingestemd dat daarvoor goede basiskennis moet worden ontwikkeld en dat met het oog hierop een efficiënt systeem voor de gezondheidsmonitoring ingevoerd moet worden.

[23] PB C 218 van 31.7.2000, blz. 8.

(11) De Raad heeft op 18 november 1999 unaniem een resolutie aangenomen over de bevordering van de geestelijke gezondheid [24].

[24] PB C 86 van 24.3.2000, blz. 1.

(12) Het is noodzakelijk dat de gezondheidsgegevens op Gemeenschapsniveau worden verzameld, verwerkt en geanalyseerd, om hieruit objectieve, betrouwbare en vergelijkbare gegevens te kunnen halen die de Gemeenschap en de lidstaten in staat stellen de volksgezondheid te volgen en de noodzakelijke acties te ondernemen om een bescherming van de gezondheid op hoog niveau te verwezenlijken, de resultaten te evalueren en de voorlichting van het publiek te vergemakkelijken.

(13) Er bestaan in de Gemeenschap en de lidstaten reeds middelen en mechanismen met betrekking tot informatie en surveillance. Daarom is coördinatie van de acties die door de Gemeenschap en de lidstaten met het oog op de verwezenlijking van het programma worden genomen onontbeerlijk.

(14) Het is noodzakelijk dat de Commissie door middel van passende structurele voorzieningen zorgt voor de doeltreffendheid en de samenhang van de maatregelen en de acties van het programma en de samenwerking tussen de lidstaten bevordert.

(15) Het volksgezondheidsprogramma dient bij te dragen tot de verwezenlijking van een hoog niveau van lichamelijke en geestelijke gezondheid en welzijn en een grotere rechtvaardigheid inzake gezondheid in de hele Gemeenschap door middel van acties om de volksgezondheid te verbeteren, ziekte en voortijdige sterfte terug te dringen, ziekten en aandoeningen bij de mens te voorkomen en bronnen van gevaar voor de gezondheid weg te nemen, rekening houdend met geslacht en leeftijd. Om dit doel te bereiken dienen de acties te worden geleid door de noodzaak de gezonde levensverwachting te vergroten, de kwaliteit van leven en het lichamelijk en geestelijk welzijn te bevorderen en de economische en sociale consequenties van een slechte gezondheid zo klein mogelijk te maken, rekening houdend met de regionale gezondheidsdimensie, zodat de ongelijkheden op het gebied van de gezondheid kleiner worden.

(16) De algemene doelstellingen van het programma moeten zijn:

- de verbetering van de kennis en informatie ten behoeve van de ontwikkeling van de volksgezondheid;

- de vergroting van het vermogen op gezondheidsbedreigingen te reageren;

- de beïnvloeding van gezondheidsdeterminanten.

(17) Om deze doelstellingen te bereiken dient het programma het belang van onderwijs en opleiding, netwerken en de ondersteuning van de totstandkoming van speciale centra in aanmerking te nemen.

(18) De verwezenlijking van het doel en de algemene doelstellingen van het programma vereist daadwerkelijke medewerking van de lidstaten, hun volledige inzet bij de uitvoering van de communautaire acties alsmede de betrokkenheid van de instellingen, verenigingen, organisaties en organen op gezondheidsgebied en van het grote publiek. Ter waarborging van de duurzaamheid en het doelmatig gebruik van de bestaande communautaire investeringen en capaciteit dienen de gevestigde communautaire en nationale netwerken te worden gebruikt om de in de lidstaten opgedane deskundigheid en ervaring inzake effectieve methoden voor de tenuitvoerlegging van interventies, kwaliteitscriteria en ziektepreventieactiviteiten op het gebied van de volksgezondheid te bundelen.

(19) Voor een vlot en doeltreffend functioneren van het programma dient permanente samenwerking te worden verzekerd met de gezondheidsautoriteiten in de lidstaten en met instanties en non-gouvernementele organisaties die actief zijn op gezondheidsgebied.

(20) Voor de volledigheid van het programma dienen gegevens uit de privé-sector op gezondheidsgebied eveneens in aanmerking te worden genomen.

(21) De Gemeenschap heeft met een aantal landen toetredingsonderhandelingen geopend en de communautaire instellingen zijn zich aan het beraden over de gevolgen van de uitbreiding voor de gezondheidszorg. De kandidaat-lidstaten dienen actief te worden betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van het nieuwe programma.

(22) Overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel en evenredigheidsbeginsel mag de Gemeenschap op gebieden die niet onder de haar uitsluitende bevoegdheid vallen, zoals de volksgezondheid, slechts optreden indien en voorzover de doelstellingen van het overwogen optreden wegens de omvang of de gevolgen ervan beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt. De doelstellingen van het programma kunnen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en bijgevolg dient het programma de acties en de maatregelen van de lidstaten te ondersteunen en te coördineren wegens de complexiteit en het transnationale karakter van en het ontbreken van volledige controle door de lidstaten op de factoren die op de gezondheidstoestand en de gezondheidsstelsels van invloed zijn. Het programma kan zorgen voor een significante meerwaarde voor de bevordering van de gezondheid in de Gemeenschap door ondersteuning van structuren en programma's die bevorderlijk zijn voor de capaciteiten van individuele personen, instellingen, verenigingen, organisaties en organen op het gebied van de gezondheidszorg, doordat de uitwisseling van de beste praktijken en van opleidingen wordt vergemakkelijkt en er een basis wordt verschaft voor een gemeenschappelijke analyse van de factoren die van invloed zijn op de volksgezondheid. Het programma kan eveneens toegevoegde waarde bieden bij bedreigingen van de volksgezondheid van transnationale aard, bijvoorbeeld besmettelijke ziekten, milieu- of voedselverontreiniging, waarbij gemeenschappelijke strategieën en acties aangewezen zijn. Het volksgezondheidsprogramma zal de Gemeenschap helpen haar verdragsverplichtingen op het gebied van de volksgezondheid na te komen, onder volledige eerbiediging van de verantwoordelijkheden van de lidstaten voor de organisatie en verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging. Dit besluit gaat niet verder dan noodzakelijk is om die doelstellingen te verwezenlijken.

(23) De maatregelen uit hoofde van het programma ondersteunen de gezondheidsstrategie van de Gemeenschap en dienen een communautaire meerwaarde op te leveren doordat zij tegemoetkomen aan de behoeften in het gezondheidsbeleid en de gezondheidsstelsels die voortvloeien uit de omstandigheden en structuren die door communautaire actie op andere gebieden tot stand gebracht zijn, doordat zij zich op nieuwe ontwikkelingen, nieuwe bedreigingen en nieuwe problemen richten die beter door de Gemeenschap kunnen worden aangepakt teneinde haar bevolking te beschermen, doordat zij activiteiten bundelen die relatief geïsoleerd en met een beperkt effect op nationaal vlak worden ondernomen en deze activiteiten aanvullen om tot positieve resultaten voor de mensen in de Gemeenschap te komen, en doordat zij bijdragen tot een grotere solidariteit en samenhang in de Gemeenschap. De nieuwe gezondheidsstrategie en het nieuwe actieprogramma voor de volksgezondheid zouden de gelegenheid moeten bieden om het aspect "burger" van het communautaire gezondheidsbeleid verder te ontwikkelen.

(24) In dat verband dient het programma bij te dragen tot het vastleggen van minimumkwaliteitsnormen voor de gezondheid en minimumnormen voor de rechten van patiënten.

(25) Om te waarborgen dat met de acties verreikende gezondheidsvraagstukken en -bedreigingen in samenwerking met andere communautaire beleidsonderdelen en activiteiten doeltreffend kunnen worden aangepakt, dient het programma de mogelijkheid te bieden gezamenlijke acties met aanverwante programma's en acties van de Gemeenschap te ondernemen. Een proactief gebruik van andere communautaire beleidsvormen, zoals de structuurfondsen en het sociaal beleid, kan op een positieve wijze van invloed zijn op de gezondheidsdeterminanten. Er dient een duidelijk verband te worden aangebracht tussen het industriebeleid van de Gemeenschap op gezondheidsrelevante gebieden (zoals farmaceutica en andere medicinale producten) en de communautaire strategie voor de volksgezondheid. Er zullen maatregelen worden getroffen om gezondheidsaspecten beter in alle communautaire beleidsmaatregelen te integreren.

(26) Bij het ontwikkelen van de maatregelen van het programma en de gezamenlijke acties met aanverwante communautaire programma's en activiteiten dient ervoor te worden gezorgd dat de gezondheidseisen in de overige beleidsvormen en acties van de Gemeenschap worden geïntegreerd en worden ondersteund door intersectoraal beleid om bij de bepaling en uitvoering van elk beleid en elk optreden de Gemeenschap een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid te verzekeren.

(27) Voor een doeltreffende uitvoering van de maatregelen en acties in het kader van het programma en het sorteren van het gewenste effect is vergelijkbaarheid van de verzamelde gegevens en compatibiliteit en interoperabiliteit van de systemen en netwerken voor de uitwisseling van gegevens en informatie in verband met de gezondheid een vereiste. Het is van primordiaal belang dat de uitwisseling van informatie plaatsvindt op basis van vergelijkbare en compatibele gegevens.

(28) In het algemeen dienen de maatregelen en acties van het programma rekening te houden met de ontwikkeling van nieuwe technologieën en de toepassingen van de informatietechnologie in de gezondheidssector.

(29) Bij de uitvoering van de maatregelen en acties in het kader van het programma, met name op het gebied van informatietechnologie in de volksgezondheidssector, moeten overlappingen worden vermeden.

(30) De ervaring die is verworven uit de diverse handvesten op het gebied van de volksgezondheid dient in aanmerking te worden genomen.

(31) De Europese Raad heeft in juni 2000 in Feira zijn steun uitgesproken voor het actieplan eEurope 2002, waarvan het onderdeel Gezondheidszorg online er bij de lidstaten op aandringt een infrastructuur te ontwikkelen van gebruikersvriendelijke, gevalideerde en interoperabele systemen voor gezondheidsvoorlichting, ziektepreventie en medische verzorging, en het is dan ook van essentieel belang dat de nieuwe informatietechnologie zo wordt gebruikt dat de Europese burgers een actieve rol kunnen vervullen in hun eigen gezondheidszorg en dat de algehele kwaliteit van de gezondheidszorg wordt verbeterd, terwijl er tegelijkertijd wordt gezorgd voor een onbevoorrechte toegang tot de informatie op gezondheidsgebied.

(32) De resultaten van de communautaire onderzoeksprogramma's die steun verlenen aan onderzoek op door het programma bestreken gebieden, dienen bij de uitvoering van het programma volledig te worden benut. Alle relevante statistische gegevens dienen naar geslacht te worden uitgesplitst.

(33) Bij de uitvoering van het programma dienen alle wettelijke bepalingen op het gebied van de gegevensbescherming te worden nageleefd.

(34) Het programma dient een looptijd van zes jaar te krijgen, zodat bij de uitvoering van de maatregelen voldoende tijd voor de verwezenlijking van de doelstellingen beschikbaar is.

(35) Het is van wezenlijk belang dat de Commissie het programma in nauwe samenwerking met de lidstaten uitvoert. Samenwerking met comités op hoog niveau van wetenschappers en deskundigen van internationale faam, teneinde wetenschappelijke informatie en adviezen te krijgen voor de uitvoering van het programma, is wenselijk.

(36) Om de efficiency te verbeteren dient de raadpleging van niet-gouvernementele organisaties via gezondheidsfora te verlopen.

(37) Er dient te worden gezorgd voor samenhang en complementariteit tussen de acties in het kader van het programma en de uit hoofde van andere beleidsmaatregelen en activiteiten overwogen of uitgevoerde acties, in het bijzonder gezien de eis bij de bepaling en uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid te verzekeren.

(38) Dit besluit stelt voor de hele looptijd van het actieprogramma de financiële middelen vast die voor de begrotingsautoriteit in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure het voornaamste referentiepunt zijn in de zin van punt 33 van het Interinstitutionele Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure [25].

[25] PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

(39) Het actieprogramma schept de noodzakelijke transparantie voor de gezondheidsacties van de Gemeenschap en zorgt voor de nodige flexibiliteit om actuele prioriteiten te stellen. Op deze wijze kunnen de weliswaar beperkte middelen zinvol en doelgericht worden ingezet.

(40) Voor het bereiken van de doelstellingen van het programma zijn praktische acties van doorslaggevend belang. Daarom moet bij de tenuitvoerlegging van het programma en bij de toewijzing van de bijbehorende middelen het belang van praktische acties worden benadrukt.

(41) Er dient voldoende flexibiliteit te zijn om de middelen te herverdelen en de activiteiten aan te passen, met inachtneming van de criteria voor de vaststelling en rangschikking van de prioriteiten al naar de grootte van het risico of de mogelijke gevolgen ervan, de resultaten van de beoordelingen, de verontrusting onder de bevolking, de beschikbaarheid van interventies of de mogelijkheden deze te ontwikkelen, de subsidiariteitsaspecten, de toegevoegde waarde en de gevolgen voor andere sectoren.

(42) De maatregelen ter uitvoering van dit besluit dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [26].

[26] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(43) De Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte (EER-Overeenkomst) voorziet in ruimere samenwerking op het gebied van de volksgezondheid tussen de Europese Gemeenschap en de lidstaten ervan enerzijds, en de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie die aan de Europese Economische Ruimte (EVA/EER-landen) deelnemen anderzijds. Ook moet worden voorzien in de mogelijkheid tot deelname aan dit programma door de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa, overeenkomstig de in de Europa-Overeenkomsten, in de aanvullende Protocollen en in de besluiten van de respectieve Associatieraden vastgelegde voorwaarden, door Cyprus, gefinancierd uit aanvullende kredieten overeenkomstig de met dat land overeen te komen procedures, alsmede door Malta en Turkije, gefinancierd uit aanvullende kredieten overeenkomstig de Verdragsbepalingen. De kandidaat-lidstaten dienen bij de ontwikkeling en uitvoering van dit programma te worden betrokken, maar daarnaast dient een strategische aanpak te worden vastgesteld voor de volksgezondheid in deze landen, die specifieke problemen kennen.

(44) De samenwerking met derde landen en met de inzake volksgezondheid bevoegde internationale organisaties zoals de WHO en de OESO dient te worden bevorderd, niet alleen bij de verzameling en analyse van gegevens, maar ook op het punt van de intersectorale gezondheidsbevordering. Bijzondere aandacht dient te worden besteed aan de samenwerking met de WHO teneinde te zorgen voor kosteneffectiviteit, om overlapping van activiteiten en programma's te voorkomen en synergie en interactie te bevorderen.

(45) Nauwe samenwerking en overleg met de communautaire organen die verantwoordelijk zijn voor risico-evaluatie, surveillance en onderzoek op het gebied van voedsel- en veevoederveiligheid, milieubescherming en productveiligheid moet worden bevorderd.

(46) Ter vergroting van de waarde en de uitwerking van het programma moeten de genomen maatregelen periodiek worden gevolgd en beoordeeld. Het programma moet in het licht van die beoordelingen en van de eventuele ontwikkelingen in de algemene context van de communautaire actie inzake de gezondheid en aanverwante gebieden kunnen worden aangepast of gewijzigd. Het Europees Parlement ontvangt ter informatie de jaarlijkse werkprogramma's die de Commissie opstelt.

(47) Teneinde de maatregelen en acties van het programma te evalueren en conclusies te trekken dient het programma aan onafhankelijke externe beoordelingen te worden onderworpen.

(48) Het communautaire actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid bouwt voort op de activiteiten en programma's uit hoofde van het vroegere actiekader, alsmede van het netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in de Gemeenschap, teneinde een soepele overgang daarvan te verzekeren terwijl het de acties op grond daarvan aanpast en uitbreidt. De besluiten betreffende die programma's moeten met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit worden ingetrokken,

BESLUITEN:

Artikel 1

Vaststelling van het programma

1. Bij dit besluit wordt een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid vastgesteld, hierna "het programma" genoemd.

2. Het programma wordt uitgevoerd in de periode van 1 januari [n] tot en met 31 december [n+5].

Artikel 2

Doel en algemene doelstellingen

1. Het programma, dat een aanvulling vormt op het nationaal beleid, beoogt bij te dragen tot de verwezenlijking van een hoog niveau van lichamelijke en geestelijke gezondheid en welzijn en een grotere rechtvaardigheid inzake gezondheid in de hele Gemeenschap door middel van acties om de volksgezondheid te verbeteren, ziekten en vroegtijdige sterfte te bestrijden, stoornissen en aandoeningen bij de mens te voorkomen en bronnen van gevaar voor de gezondheid weg te nemen, rekening houdend met geslacht en leeftijd . Het programma ondersteunt de ontwikkeling van een geïntegreerde gezondheidsstrategie om te waarborgen dat de communautaire beleidsvormen en activiteiten bijdragen tot de bescherming en bevordering van de gezondheid.

2. De algemene doelstellingen van het programma zijn:

a) de verbetering van de kennis en informatie ten behoeve van de ontwikkeling van de volksgezondheid, teneinde de gezondheid te optimaliseren, doelmatige gezondheidsstelsels te versterken, doeltreffende gezondheidsinterventies te verrichten en methoden te ontwikkelen om gezondheidsverschillen te bestrijden. Dit dient te gebeuren door het opzetten en toepassen van een goedgestructureerd, veelomvattend systeem om vergelijkbare en compatibele informatie en kennis op gezondheidsgebied te verzamelen, te volgen, te analyseren en te evalueren en beschikbaar te stellen aan alle belangrijke partners en actoren, door met hen een dialoog tot stand te brengen, door hun deskundigheid te gebruiken bij de verdere uitbouw van een doelmatige en transparante communautaire kennisdatabank op het gebied van de gezondheid en door het evalueren van en het uitbrengen van verslagen over de gezondheidstoestand alsmede het beleid en de stelsels en maatregelen met betrekking tot de gezondheid;

b) het vergroten van het vermogen om snel en gecoördineerd te reageren op gezondheidsbedreigingen door het ontwikkelen, versterken en ondersteunen van de mogelijkheden, het functioneren en de onderlinge koppeling van de systemen voor surveillance, vroegtijdige waarschuwing en snelle maatregelen met betrekking tot gezondheidsgevaren;

c) de beïnvloeding van gezondheidsdeterminanten door middel van maatregelen voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie, door de ondersteuning en ontwikkeling van breedgerichte interdisciplinaire gezondheidsbevorderende activiteiten en ziektepreventie, bijvoorbeeld immunisatiecampagnes, en specifieke instrumenten ter beperking en wegneming van risico's, alsook door maatregelen om inzake gezondheid tot rechtvaardigheid te komen.

3. Het programma draagt derhalve bij aan:

- het bevorderen van een geïntegreerde strategie op het gebied van de volksgezondheid door middel van de ontwikkeling van intersectoraal beleid bij de bepaling en uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap teneinde een hoog niveau van bescherming en bevordering van de menselijke gezondheid te waarborgen;

- het wegwerken van gezondheidsverschillen tussen en in de lidstaten;

- het aanmoedigen van samenwerking tussen de lidstaten inzake kwesties die in artikel 152 van het Verdrag worden genoemd.

Artikel 3

Communautaire acties

1. De in artikel 2 genoemde algemene doelstellingen van het programma worden nagestreefd door middel van de volgende categorieën acties, waarvan de doelstellingen en de operationele inhoud in de bijlage worden gepreciseerd:

a) De verbetering van de gezondheidsinformatie door

- het opzetten en het beheren van systemen voor gezondheidsmonitoring en surveillance waarin de werkzaamheden van de bestaande communautaire gezondheidsnetwerken, onder meer het netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten, geïntegreerd worden;

- de ontwikkeling en toepassing van mechanismen voor analyse, advisering, rapportage, informatie en raadpleging betreffende gezondheidsvraagstukken, uit het oogpunt van "best practice", teneinde de meest geschikte strategieën op het gebied van de volksgezondheid te kunnen vaststellen;

- de bevordering van het recht van mensen om voorgelicht te worden over hun ziekte, therapieën en manieren om de kwaliteit van hun leven te verbeteren;

- het bevorderen van een geïntegreerde strategie op het gebied van de volksgezondheid door middel van de ontwikkeling van intersectoraal beleid door het leggen van banden tussen het kader voor de volksgezondheid en de overige beleidsterreinen en het ontwikkelen van criteria en methoden om de diverse beleidsvormen te beoordelen op hun gevolgen voor de gezondheid;

b) Een snelle reactie op gezondheidsbedreigingen door

- de vergroting van de mogelijkheden overdraagbare ziekten aan te pakken, met name door immunisatieprogramma's aan te bevelen;

- de vergroting van de mogelijkheden genderspecifieke en andere bedreigingen voor de gezondheid aan te pakken;

c) De beïnvloeding van gezondheidsdeterminanten door

- de ontwikkeling van strategieën en maatregelen betreffende leefstijlgebonden gezondheidsdeterminanten;

- de ontwikkeling van strategieën en maatregelen betreffende sociale en economische gezondheidsdeterminanten;

- de ontwikkeling van strategieën en maatregelen betreffende milieugebonden gezondheidsdeterminanten.

2. De in lid 1 genoemde acties worden uitgevoerd door middel van de volgende typen maatregelen, eventueel in combinatie en met medewerking van de in artikel 11 bedoelde landen:

a) steun voor de opstelling van communautaire wetgeving en voor samenwerking betreffende het standpunt van de Gemeenschap en haar lidstaten in fora waarin de gezondheid rakende aangelegenheden worden besproken;

b) steun voor de ontwikkeling van het statistische deel van de gezondheidsinformatie in het kader van het communautaire statistische programma, waaronder verzameling van gegevens die zijn gespecificeerd naar geslacht, leeftijd, geografische plaats en inkomensniveau, en voor de opstelling en verspreiding van verslagen en mededelingen over de situatie betreffende specifieke gezondheidsonderwerpen in alle lidstaten en evaluaties en adviezen met betrekking tot zaken die voor de Gemeenschap en alle lidstaten van belang zijn;

c) ontwikkeling en ondersteuning van informatie en raadpleging over de gezondheid en aanverwante vraagstukken op communautair niveau, bijvoorbeeld consensusconferenties en fora, met deelname van representatieve organisaties van patiënten, gezondheidswerkers, niet-gouvernementele organisaties die op het gebied van gezondheid werkzaam zijn, de sector gezondheidszorg, de vakbonden, de sociale partners en andere betrokkenen. Deze conferenties en fora dienen flexibel te zijn om een juist beeld te geven van het gebied van de gezondheid dat op een gegeven moment ter discussie staat;

d) ondersteuning en bevordering door de Gemeenschap en de lidstaten van activiteiten voor het definiëren en vaststellen van goede praktijken, richtsnoeren voor de gezondheid en kwaliteitsrichtsnoeren en minimumnormen voor geneeskunde die gebaseerd zijn op wetenschappelijke gegevens;

e) steun voor het inzetten van middelen om gezondheidsbedreigingen tegen te gaan en op onverwachte gebeurtenissen te reageren, onderzoek te verrichten en de reacties op communautair vlak en door de lidstaten onderling te coördineren;

f) steun voor het uitwisselen van ervaringen en informatie tussen de Gemeenschap en de autoriteiten en bevoegde organisaties in de lidstaten en voor het opbouwen van de mogelijkheden om op gezondheidsbedreigingen te anticiperen en te reageren en de nodige opleiding te bieden;

g) bevordering van de beschikbaarheid van informatie voor de gezondheidswerkers en het publiek en waar van toepassing verstrekking van dergelijke informatie door de Gemeenschap en de autoriteiten en bevoegde organisaties in de lidstaten;

h) steun voor de ontwikkeling en uitvoering van activiteiten voor ziektepreventie en gezondheidsbevordering door de Gemeenschap en de lidstaten, waar van toepassing met medewerking van de betrokken niet-gouvernementele organisaties en sociale partners, en voor innoverende of proefprojecten die voor alle lidstaten van nut zijn, met bijzondere aandacht voor de ernstigste gezondheidsproblemen.

i) bevordering van onderwijs en beroepsopleiding op het gebied van de volksgezondheid;

j) ondersteuning van het verzamelen van wetenschappelijke informatie en advies voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma door een beroep op wetenschappers en deskundigen van hoog niveau.

Artikel 4

Gezamenlijke acties

In het kader van het streven naar een hoog niveau van gezondheidsbescherming bij de bepaling en uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap kunnen de acties en maatregelen van het programma het noodzakelijk maken dat zij worden uitgevoerd als gezamenlijke acties met aanverwante communautaire programma's en acties, met name op het gebied van consumentenbescherming, sociale bescherming, gezondheid en veiligheid op het werk, vervoer, landbouw, industrie, economische en sociale cohesie, onderzoek en technologische ontwikkeling, telematische gegevensuitwisseling tussen overheidsdiensten (IDA), statistiek, informatiemaatschappij en informatietechnologie (bijvoorbeeld eEurope), onderwijs en milieu, en met acties van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek en de communautaire organen, zoals het Europees Milieuagentschap.

Artikel 5

Vergelijkbaarheid, compatibiliteit en interoperabiliteit

Bij de uitvoering van de acties en maatregelen in het kader van het programma wordt waar mogelijk gezorgd voor vergelijkbaarheid van de gegevens en informatie, alsmede voor de compatibiliteit en interoperabiliteit van de systemen en netwerken voor de uitwisseling van gegevens en informatie in verband met de gezondheid.

Artikel 6

Uitvoering van het programma en samenwerking met de lidstaten

1. De Commissie draagt in nauwe samenwerking met de lidstaten zorg voor de uitvoering van de in artikel 3 genoemde communautaire acties. Daartoe stelt zij overeenkomstig artikel 10 maatregelen vast betreffende het jaarlijks werkprogramma en de opvolging.

2. De Commissie zorgt door middel van passende structurele voorzieningen, waarbij de lidstaten nauw worden betrokken, voor de coördinatie en integratie van de netwerken voor gezondheidsmonitoring en snelle maatregelen bij gezondheidsbedreigingen.

3. De lidstaten nemen passende maatregelen ten behoeve van de benodigde coördinatie, organisatie en de opvolging op nationaal vlak om de doelstellingen van het programma te verwezenlijken, met inschakeling van alle partijen die overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijk bij de volksgezondheid betrokken zijn. Zij trachten de nodige stappen te ondernemen om het programma doelmatig te laten verlopen.

De Commissie en de lidstaten nemen passende maatregelen om mechanismen op communautair en nationaal vlak te scheppen, teneinde de doelstellingen van het programma te verwezenlijken. Zij zorgen voor passende informatieverstrekking over de door het programma gesteunde acties en voor een zo breed mogelijke deelname aan acties die via plaatselijke en gewestelijke overheden en niet-gouvernementele organisaties moeten worden uitgevoerd.

4. De Commissie draagt in samenwerking met de lidstaten zorg voor de overgang tussen de acties die uit hoofde van de in artikel 15 bedoelde volksgezondheidsprogramma's zijn ondernomen en de acties die uit hoofde van het programma worden uitgevoerd.

Artikel 7

Samenhang en complementariteit

De Commissie draagt zorg voor de samenhang en complementariteit tussen de krachtens dit programma uit te voeren acties en de acties die krachtens andere relevante communautaire beleidsonderdelen en activiteiten worden uitgevoerd. In het bijzonder gaat de Commissie na welke voorstellen voor de doelstellingen en acties van het programma relevant zijn en stelt zij het in artikel 9 bedoelde comité daarvan in kennis.

Artikel 8

Financiering

1. De financiële middelen voor de uitvoering van het programma worden voor de in artikel 1 genoemde periode vastgesteld op 300 miljoen EUR.

2. De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit goedgekeurd binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.

Artikel 9

Comité

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie, hierna "het comité" genoemd.

2. In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, is de beheersprocedure van artikel 4 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van de artikelen 7 en 8 van dat besluit. De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op twee maanden.

3. In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, is de raadplegingsprocedure van artikel 3 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van de artikelen 7 en 8 van dat besluit.

4. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 10

Uitvoeringsmaatregelen

1. De maatregelen ter uitvoering van dit besluit die betrekking hebben op de hierna genoemde onderwerpen worden vastgesteld volgens de in artikel 9, lid 2, bedoelde beheersprocedure:

a) het jaarlijks werkprogramma voor de uitvoering van het programma, waarin de prioriteiten en de te ondernemen acties worden aangegeven en de toewijzing van de middelen wordt vermeld;

b) de regelingen, criteria en procedures voor de selectie van de acties van het programma;

c) de regelingen voor de uitvoering van de in artikel 4 bedoelde gezamenlijke strategieën en acties;

d) de regelingen voor de in artikel 14 bedoelde beoordeling.

2. De maatregelen ter uitvoering van dit besluit die betrekking hebben op andere onderwerpen worden vastgesteld volgens de in artikel 9, lid 3, bedoelde raadplegingsprocedure.

Artikel 11

Deelname van de EVA/EER-landen, de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa, Cyprus, Malta en Turkije

Het programma staat open voor deelneming van:

a) de EVA/EER-landen, overeenkomstig de voorwaarden van de EER-Overeenkomst;

b) de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa, overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgelegd in de Europa-Overeenkomsten, in de aanvullende protocollen daarbij en in de besluiten van de respectieve Associatieraden;

c) Cyprus, op basis van aanvullende kredieten volgens met dat land overeen te komen procedures;

d) Malta en Turkije, op basis van aanvullende kredieten overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag.

Artikel 12

Internationale samenwerking

Bij de uitvoering van het programma wordt de samenwerking met derde landen en met de inzake volksgezondheid bevoegde internationale organisaties, met name de Wereldgezondheidsorganisatie, de Raad van Europa en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, alsmede met andere internationale organisaties, zoals de Voedsel- en Landbouworganisatie en de Wereldhandelsorganisatie, bevorderd.

Artikel 13

Samenwerking met relevante communautaire organen

De samenwerking met communautaire organen op relevante werkterreinen, met name met de organen die verantwoordelijk zijn voor voedsel- en veevoederveiligheid, milieubescherming en productveiligheid, wordt bevorderd.

Artikel 14

Volging, beoordeling en verspreiding van resultaten

1. De Commissie stelt prestatie-indicatoren vast en volgt in samenwerking met de lidstaten regelmatig de uitvoering van het programma in het licht van de doelstellingen, waar nodig met hulp van deskundigen; zij brengt regelmatig verslag uit aan het comité. De beoordelingen gaan in het bijzonder na welke effecten zijn bereikt en in hoeverre de middelen doelmatig zijn ingezet.

2. De Commissie verricht in het vierde jaar van het programma met medewerking van onafhankelijke deskundigen een tussentijdse beoordeling. Deze beoordeling heeft betrekking op het effect van het programma en de doelmatigheid van het gebruik van de middelen, alsmede de samenhang en complementariteit met relevante programma's, acties en initiatieven die uit hoofde van andere beleidsonderdelen en activiteiten van de Gemeenschap worden uitgevoerd. Op verzoek van de Commissie dienen de lidstaten verslagen in over de uitvoering en het effect van het programma. De Commissie doet de conclusies van de beoordeling aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's toekomen. Voorts legt de Commissie één jaar na afloop van het programma aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's een eindverslag over de uitvoering van het programma voor.

3. De Commissie maakt de resultaten van de ondernomen acties en de evaluatieverslagen openbaar.

Artikel 15

Intrekking

De volgende besluiten worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit ingetrokken:

Besluit nr. 645/96/EG, Besluit nr. 646/96/EG, Besluit nr. 647/96/EG, Besluit nr. 102/97/EG, Besluit nr. 1400/97/EG, Besluit nr. 372/1999/EG, Besluit nr. 1295/1999/EG, Besluit nr. 1296/1999/EG.

Artikel 16

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Brussel, [...]

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De voorzitster De voorzitter [...] [...]

BIJLAGE

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN EN ACTIES

1. De verbetering van informatie en kennis over de gezondheid

1.1. Het opzetten en de toepassing van een systeem voor gezondheidsbewaking

Eerste doelstelling: het vaststellen van kwalitatieve en kwantitatieve communautaire indicatoren voor de gezondheidstoestand, ziekten en gezondheidsdeterminanten, en van methoden voor gegevensverzameling met het oog op monitoring en analyse, alsmede het opzetten van leeftijd- en geslachtsspecifieke gegevensbanken hiervoor

(1) Aanvullen van het kader voor de geleidelijke vaststelling van geslachtsspecifieke gezondheidsindicatoren die een volledig beeld geven van de gezondheidstoestand, ziekten, de middelen en interventies op gezondheidsgebied, alsmede gezondheidsdeterminanten, en verzamelen van relevante gegevens met behulp van overeen te komen methoden.

(2) Toepassen van het kader voor het vaststellen van indicatoren, het verzamelen van gegevens en het opnemen van die gegevens in gegevensbanken, en ontwikkelen van versies van de gegevensbanken die door gezondheidswerkers en door het publiek kunnen worden gebruikt.

Het statistische gedeelte van deze werkzaamheden wordt opgezet als onderdeel van het communautair statistisch programma.

Tweede doelstelling: verbeteren van het systeem voor overdracht en gemeenschappelijk gebruik van gezondheidsgegevens

(1) Onderzoeken en verbeteren van het systeem dat de Commissie en de gezondheidsautoriteiten van de lidstaten via internet of op andere interfunctionele wijze met elkaar verbindt met het oog op de overdracht en het gemeenschappelijk gebruik van communautaire indicatoren en gegevens.

(2) De in het informatiesysteem verzamelde gezondheidsgegevens op de websites van de Commissie en de lidstaten beschikbaar stellen en regelmatig bijwerken ten behoeve van overheidsdiensten, gezondheidswerkers en het publiek.

1.2. Ontwikkelen en toepassen van mechanismen voor analyse, advisering, rapportage, informatieverstrekking en raadpleging betreffende gezondheidsvraagstukken

Eerste doelstelling: ontwikkelen van mechanismen voor analyse en advisering betreffende gezondheidsvraagstukken

(1) Ontwikkelen en toepassen van een of meer communautaire netwerken:

a) voor het verrichten van analyses en het opstellen van verslagen over de gezondheidstoestand en over het effect van gezondheidsdeterminanten en beleidsmaatregelen op gezondheidsgebied, met inbegrip van de preventie en behandeling van ziekten, identificeren van risicofactoren en leemten in de kennis en voorspellen van trends ten behoeve van de beleidsformulering, de prioriteitenstelling en de toewijzing van middelen;

b) voor monitoring, analyse en advisering met betrekking tot gezondheidstechnologieën;

c) voor monitoring, analyse en advisering met betrekking tot klinische richtsnoeren alsmede kwaliteitsvraagstukken en goede praktijken voor interventies in de gezondheidszorg, met inbegrip van aanbevelingen voor preventieve maatregelen;

d) voor monitoring en analyse met betrekking tot netwerken tussen zorgaanbieders.

(2) Ontwikkelen en toepassen van een benchmarkingsysteem voor communautaire strategieën en nationale beleidsmaatregelen en activiteiten inzake ziektepreventie, gezondheidsbevordering en gezondheidsbescherming, met geschikt gekozen parameters en gegevensverzamelingen.

(3) Samen met de plannen voor eEurope een gezamenlijke actie uitwerken en uitvoeren om de informatie van het publiek over geneesmiddelen op internet te verbeteren, door kritisch onderzoek van de beschikbare bronnen voor medische informatie en door na te gaan of er mogelijkheden bestaan om een systeem van communautaire labels in te voeren die de betrouwbaarheid van bepaalde sites waarborgen.

Tweede doelstelling: rapportage over gezondheidsvraagstukken

(1) Uitbrengen van verslagen over de gezondheidstoestand in de Gemeenschap en signaleren van verontrustende trends. Uitbrengen van verslagen over het effect van geselecteerde activiteiten, beleidsonderdelen en maatregelen en van gezondheidsdeterminanten.

(2) Opstellen van evaluaties, adviezen en richtsnoeren met betrekking tot gezondheidstechnologieën, gezondheidsinterventies alsmede kwaliteitsvraagstukken en de beste praktijken.

Derde doelstelling: raadpleging en informatieverstrekking, verspreiding van verslagen, adviezen en aanbevelingen

(1) Beschikbaar stellen van de onder punt 1.2 van deze bijlage bedoelde verslagen, evaluaties, adviezen en richtsnoeren op de websites van de Commissie en de lidstaten en via andere geschikte middelen.

(2) Ontwikkelen en toepassen van mechanismen voor informatieverstrekking aan en raadpleging van representatieve organisaties van patiënten, gezondheidswerkers en andere betrokkenen over gezondheids- en aanverwante vraagstukken op communautair niveau.

(3) Opsporen van essentiële informatie over de gezondheid en de gezondheidszorg, onder meer over de toegang daartoe en de rechten daarop, en deze waar nodig beschikbaar stellen, met name aan personen die naar een andere lidstaat gaan.

Vierde doelstelling: bijdragen tot de verwezenlijking van een geïntegreerde gezondheidsstrategie

(1) Aanwijzen en op hun bruikbaarheid onderzoeken van mogelijkheden voor gezamenlijk optreden met programma's en instanties van de Gemeenschap om te komen tot intersectorale benaderingen van de voornaamste factoren die invloed op de gezondheid uitoefenen.

(2) Ondersteunen van de ontwikkeling van methoden en andere relevante hulpmiddelen voor gezondheidseffectmeting.

(3) Ondersteunen van proefprojecten betreffende het gezondheidseffect van communautaire beleidsmaatregelen en acties.

2. Een snelle reactie op gezondheidsbedreigingen

2.1. De vergroting van de mogelijkheden overdraagbare ziekten aan te pakken

Eerste doelstelling: integreren van de werkzaamheden en ondersteunen van de verdere tenuitvoerlegging van Beschikking nr. 2119/98/EG tot oprichting van een netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in de Gemeenschap om te kunnen ingrijpen tegen ziekten, onder meer ziekten die voorkomen kunnen worden

(1) Ontwikkelen van:

a) definities van gevallen, epidemiologische en surveillancemethoden, technische middelen en procedures, en vaststellen van de aard en het type gegevens dat moet worden verzameld en doorgezonden over prioritaire ziekten (bijvoorbeeld aids) of speciale vraagstukken;

b) procedures voor informatieverstrekking, raadpleging en coördinatie tussen de lidstaten en met de kandidaat-lidstaten met het oog op de preventie en beheersing van overdraagbare ziekten, met inbegrip van voorzieningen voor een communautair team voor het onderzoeken van incidenten;

(c) richtsnoeren over de beschermingsmaatregelen die in het bijzonder aan de buitengrenzen en in noodgevallen, waaronder epidemieën of pandemieën van ziekten die voorkomen kunnen worden, moeten worden genomen; verbindingen met kandidaat-lidstaten en andere derde landen.

(2) Bundelen en analyseren van surveillancegegevens en netwerkinventarissen die zijn opgenomen in bestaande gegevensbanken en organisaties, om te kunnen uitmaken wat de doeltreffendste strategieën zijn op het gebied van volksgezondheid.

(3) Ondersteunen van netwerking, met name met betrekking tot gemeenschappelijk onderzoek, opleiding, continue beoordeling en kwaliteitsborging.

Tweede doelstelling: verbeteren van de veiligheid en kwaliteit van menselijk bloed

(1) Aanvullen en ten uitvoer leggen van het kader voor hoge kwaliteits- en veiligheidsnormen voor de inzameling, bewerking, opslag en distributie en het gebruik van volbloed, bloedbestanddelen en voorlopercellen van bloed.

(2) Opzetten en exploiteren van een hemovigilantienetwerk en opstellen van richtsnoeren voor optimaal gebruik van bloed.

Derde doelstelling: verbeteren van de veiligheid en kwaliteit van organen en stoffen van menselijke oorsprong

(1) Opzetten en uitvoeren van een communautaire strategie voor organen en stoffen van menselijke oorsprong.

(2) Opzetten en exploiteren van een communautair netwerk voor organen en stoffen van menselijke oorsprong.

Vierde doelstelling: opstellen van een communautaire inentingsstrategie

2.2. De vergroting van de mogelijkheden andere bedreigingen voor de gezondheid aan te pakken

Eerste doelstelling: ontwikkelen van strategieën en mechanismen voor het reageren op bedreigingen door niet-overdraagbare ziekten

Evalueren en ontwikkelen van strategieën voor het reageren op bedreigingen door niet-overdraagbare ziekten en zo nodig opzetten van een communautair netwerk met verbindingen naar de systemen voor surveillance, kennisgeving en waarschuwing.

Tweede doelstelling: bevorderen van de opstelling van richtsnoeren en maatregelen betreffende elektromagnetische velden en andere fysische agentia

Evalueren en verder ontwikkelen van richtsnoeren en adviezen inzake beschermende en preventieve maatregelen betreffende blootstelling aan:

1) elektromagnetische velden;

2) andere fysische agentia, zoals optische en ultraviolette straling, laserstraling, druk, geluid en trillingen.

3. De beïnvloeding van gezondheidsdeterminanten

3.1. De ontwikkeling van strategieën en maatregelen betreffende leefstijlgebonden gezondheidsdeterminanten

Doelstelling: in nauwe samenwerking met de lidstaten ontwikkelen en uitvoeren van strategieën en maatregelen betreffende leefstijlgebonden gezondheidsdeterminanten en met name ondersteunen dat zij in het algemene beleid voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie worden opgenomen

Verder ontwikkelen en uitvoeren van communautaire strategieën, waaronder benchmarking en analyse van beleid en maatregelen, opstelling van verslagen en richtsnoeren, opzetten van netwerken, bepaling van de reikwijdte en doelstellingen van verdere communautaire actie en opstelling van communautaire instrumenten betreffende leefstijlgebonden gezondheidsdeterminanten.

3.2. De ontwikkeling van strategieën en maatregelen betreffende sociale en economische gezondheidsdeterminanten

Doelstelling: bijdragen tot de opstelling en uitvoering van strategieën en maatregelen betreffende sociale en economische determinanten

(1) Ontwikkelen van een methodiek voor benchmarking en onderlinge koppeling van strategieën voor het signaleren van ongelijkheden op gezondheidsgebied met behulp van gegevens van het communautaire gezondheidsinformatiesysteem, en zo nodig ontwikkelen van communautaire instrumenten betreffende de gezondheidszorg en verzekeringsstelsels alsmede de invloed daarvan op het beleid en de activiteiten van de Gemeenschap. De acties hebben ook betrekking op vraagstukken in verband met de consumptie en kosteneffectiviteit van en de uitgaven voor geneesmiddelen.

(2) Onderzoeken en identificeren van belemmeringen voor de toegang tot gezondheidszorg in een andere lidstaat dan de eigen en zo nodig opstellen van richtsnoeren hiervoor.

(3) Uitwerken van een strategie voor de analyse en evaluatie van de weerslag van sociale en economische factoren (zoals de arbeids- en woonomstandigheden, enz.) op de gezondheid.

(4) Goede werkwijzen vastleggen en bekendmaken voor maatregelen en beleid in verband met de sociale en economische determinanten van de gezondheid, en de gezondheidsverschillen terugdringen.

3.3. De ontwikkeling van strategieën en maatregelen betreffende milieugebonden gezondheidsdeterminanten

Doelstelling: bijdragen tot de opstelling en uitvoering van strategieën en maatregelen betreffende milieugebonden determinanten

(1) Bijdragen aan de verdere ontwikkeling en toepassing van richtsnoeren en aanbevelingen van de Europese Ministersconferentie over milieu en gezondheid en aan het toezicht op de doeltreffendheid van de nationale strategieën en maatregelen.

(2) Identificeren van en opstellen van rapporten over goede praktijken met betrekking tot monitoring, systemen voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen in verband met verontreinigende stoffen en daarmee samenhangende ziekten, en zo nodig opstellen van richtsnoeren.

(3) Bevorderen van het opstellen van richtsnoeren en maatregelen inzake de verschillende vormen van milieuvervuiling die gevolgen hebben voor de gezondheid. Analyseren en uitwerken van maatregelen inzake de informatie over, de preventie van en de bescherming tegen alle vormen van vervuiling (geluidsoverlast, chemische verontreiniging, voedselverontreiniging, enz.) die gevolgen hebben voor het milieu en de gezondheid.

(4) Opstellen van strategieën om antibioticaresistentie terug te dringen.

4. Uitvoering van de acties

(1) De te ondernemen acties kunnen worden gefinancierd op basis van dienstverleningscontracten na aanbesteding of door subsidies voor gezamenlijke financiering met andere bronnen. In het laatste geval bedraagt de financiële steun van de Commissie in de regel niet meer dan 70% van de feitelijk door de ontvanger gedane uitgaven.

(2) Bij de uitvoering van het programma kan de Commissie extra middelen nodig hebben, onder meer voor het inschakelen van deskundigen. Hierover wordt besloten in het kader van de continue beoordeling van de toewijzing van de middelen die de Commissie uitvoert.

(3) De Commissie kan tevens activiteiten op het gebied van informatie, publicatie en verspreiding ontplooien. Ook kan zij evaluatiestudies verrichten en seminars, colloquia of andere bijeenkomsten van deskundigen organiseren.

(4) De Commissie stelt jaarlijkse werkprogramma's op waarin de prioriteiten en de te ondernemen acties worden aangegeven. Ook staan hierin de regelingen en criteria voor de selectie en financiering van acties uit hoofde van het programma vermeld. Daarbij wint de Commissie het advies in van het in artikel 9 genoemde comité.

(5) Bij de ondernomen acties worden de beginselen inzake gegevensbescherming volledig geëerbiedigd.