52001IG0306(01)

Initiatief van de Portugese Republiek met het oog op de aanneming van een verordening van de Raad tot verlening van uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad met betrekking tot bepaalde gedetailleerde voorschriften en praktische procedures inzake de uitvoering van de controle en de bewaking aan de grenzen

Publicatieblad Nr. C 073 van 06/03/2001 blz. 0008 - 0010


Initiatief van de Portugese Republiek met het oog op de aanneming van een verordening van de Raad tot verlening van uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad met betrekking tot bepaalde gedetailleerde voorschriften en praktische procedures inzake de uitvoering van de controle en de bewaking aan de grenzen

(2001/C 73/05)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 62, punt 2, onder a) en b), en artikel 67, lid 1,

Gezien het initiatief van de Portugese Republiek(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het gemeenschappelijk handboek(3) is opgesteld met het oog op de uitvoering van de bepalingen van titel II, hoofdstuk 2, van de op 19 juni 1990 te Schengen ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, hierna "de overeenkomst" te noemen.

(2) Overschrijding door personen van de buitengrenzen van de staten die besloten hebben de controles aan hun binnengrenzen af te schaffen, daaronder begrepen de voorschriften en de voorwaarden waaraan de betrokken staten zich te houden hebben bij de personencontroles aan de buitengrenzen, de bewaking van de grensgebieden en de samenwerking tussen de voor grenscontroles bevoegde diensten, valt onder artikel 1 van het besluit van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis(4) en waarvoor een nauwere samenwerking is toegestaan.

(3) Bepaalde in het gemeenschappelijk handboek en de bijlagen daarbij opgenomen gedetailleerde voorschriften en praktische procedures inzake de uitvoering van de controle en de bewaking aan de buitengrenzen van de lidstaten die deelnemen aan de nauwere samenwerking bedoeld in artikel 1 van het Schengenprotocol, moeten worden aangenomen en regelmatig worden gewijzigd c.q. bijgewerkt in het licht van de operationele behoeften van de terzake bevoegde grenscontrolediensten.

(4) Verscheidene bepalingen van titel II, hoofdstuk 2, van de overeenkomst, inzonderheid artikel 8, voorzien in uitvoeringsbesluiten van het Uitvoerend Comité, dat is ingesteld bij de Schengenovereenkomsten die vóór 1 mei 1999 zijn aangenomen en waarvoor de Raad krachtens artikel 2 van het Schengenprotocol in de plaats is getreden. Krachtens artikel 1 van dit protocol vindt de samenwerking met betrekking tot het Schengenacquis plaats binnen het institutionele en juridische kader van de Europese Unie en met inachtneming van de toepasselijke bepalingen van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

(5) Het is bijgevolg passend om in een communautair besluit de procedure voor de aanneming van bedoelde uitvoeringsbesluiten vast te stellen.

(6) Aangezien de lidstaten een grotere rol spelen in de ontwikkeling van het grensbeleid - een politiek gevoelig beleidsterrein, met name wanneer het gaat om politieke relaties met derde landen - behoudt de Raad zich het recht voor om gedurende de overgangsperiode van vijf jaar genoemd in artikel 67, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, de bovengenoemde gedetailleerde voorschriften en praktische procedures met eenparigheid van stemmen aan te nemen, te wijzigen of bij te werken, in afwachting van een toetsing door de Raad van de voorwaarden waaronder dergelijke uitvoeringsbevoegdheden na afloop van de genoemde overgangsperiode aan de Commissie zullen worden verleend.

(7) Een aantal van die voorschriften en procedures moet vertrouwelijk behandeld worden, ter vermijding van het risico van misbruik.

(8) Evenzo moet er een procedure worden vastgesteld om de leden van de Raad en de Commissie onverwijld in kennis te stellen van alle wijzigingen in die bijlagen van het gemeenschappelijk handboek die geheel of gedeeltelijk bestaan uit overzichten met feitelijke informatie die door elke lidstaat volgens de door hem toegepaste voorschriften moet worden verstrekt, en waarvan de aanneming, wijziging of bijwerking derhalve niet bij besluit van de Raad hoeft plaats te vinden.

(9) Die onderdelen van het gemeenschappelijk handboek en de bijlagen daarbij die niet hoeven te worden gewijzigd volgens een van de procedures van deze verordening en die niet overeenstemmen met elementen uit de gemeenschappelijke visuminstructie aan de diplomatieke en consulaire beroepsposten (hierna te noemen "gemeenschappelijke visuminstructie")(5) die op grond van Verordening (EG) nr. .../2001(6) kunnen worden gewijzigd, worden gewijzigd volgens de bepalingen van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid artikel 62, punt 2, onder a), en artikel 67,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De Raad wijzigt met eenparigheid van stemmen, op initiatief van een van zijn leden of op voorstel van de Commissie, indien nodig, de punten 1.2, 1.3, 1.3.1, 1.3.3, 2.1, 3.1.2, 3.1.3, 3.1.4, 3.2.4, 4.1, 4.1.1, 4.1.2 van deel I en de punten 1.1, 1.3, 1.4.1, 1.4.1a, 1.4.4, 1.4.5, 1.4.6, 1.4.7, 1.4.8, 2.1, 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4, 2.3, 3.1, 3.2, 3.3.1, 3.3.2, 3.3.3, 3.3.4, 3.3.5, 3.3.6, 3.3.7, 3.3.8, 3.4, 3.5, 4.1, 4.2, 5.2, 5.3, 5.4, 5.5, 5.6, 6.4, 6.5, 6.6, 6.7, 6.8, 6.9, 6.10 en 6.11 van deel II van het gemeenschappelijk handboek, alsmede de bijlagen 8 en 9 daarvan.

2. Voorzover dergelijke wijzigingen betrekking hebben op vertrouwelijke voorschriften en procedures, wordt de daarin vervatte informatie alleen medegedeeld aan door de lidstaten aangewezen autoriteiten en aan personen die door een lidstaat of door een instelling van de Europese Unie, dan wel anderszins naar behoren gemachtigd zijn om van dergelijke informatie kennis te nemen.

Artikel 2

1. Iedere lidstaat stelt de secretaris-generaal van de Raad in kennis van de wijzigingen die hij wenst aan te brengen in punt 1.3.2 van deel I en in de bijlagen 1, 2, 3, 7, 12, 13 van het gemeenschappelijk handboek.

2. Krachtens lid 1 aangebrachte wijzigingen worden geacht van kracht te worden op de datum waarop de secretaris-generaal de leden van de Raad en de Commissie in kennis stelt van die wijzigingen.

Artikel 3

Het secretariaat-generaal van de Raad is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de herziene versies van het gemeenschappelijk handboek en de bijlagen daarbij, teneinde daarin wijzigingen aan te brengen krachtens het bepaalde in de artikelen 1 en 2 van deze verordening en krachtens Verordening (EG) nr. .../2001, met betrekking tot die elementen van de gemeenschappelijke visuminstructie die overeenstemmen met bepaalde bijlagen van het gemeenschappelijk handboek. Deze versies worden voorzover nodig door het secretariaat-generaal aan de lidstaten toegezonden.

Artikel 4

De wijzigingen in de bijlagen 4, 5, 5a, 6, 6a, 6b, 6c, 8a, 10, 11, 14a en 14b van het gemeenschappelijk handboek worden aangebracht overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. .../2001.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te ...

Voor de Raad

De voorzitter

(1) PB C ...

(2) PB C ...

(3) Vermeld onder kenmerk SCH/Com-ex (99) 13 in bijlage A bij Besluit 1999/435/EG van de Raad (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 1).

(4) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.

(5) Ook vermeld onder nummer SCH/Com-ex (99) 13 in bijlage A bij Besluit 1999/435/EG.

(6) Verordening (EG) nr. .../2001 van de Raad van ... tot verlening van uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad met betrekking tot bepaalde gedetailleerde voorschriften en praktische procedures voor de behandeling van visumaanvragen (PB L ...).