52000PC0592

Voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende de oprichting van een Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken /* COM/2000/0592 def. - CNS 2000/0240 */

Publicatieblad Nr. 029 E van 30/01/2001 blz. 0281 - 0286


Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD betreffende de oprichting van een Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Inhoud

1. Achtergrond

2. Doelstellingen

3. Rechtsgrondslag

4. Verantwoording van het voorstel in het licht van het evenredigheids- en het subsidiariteitsbeginsel

5. Algemene uitgangspunten

6. Toelichting per artikel

1. Achtergrond

Overeenkomstig artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie stelt de Unie zich de handhaving en ontwikkeling van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid ten doel. Volgens artikel 61, onder c) van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap neemt de Raad met het oog op de geleidelijke totstandbrenging van deze ruimte maatregelen aan op het gebied van justitiële samenwerking in burgerlijke zaken. In artikel 65, onder c) van dit Verdrag wordt in dat verband de afschaffing van hinderpalen voor de goede werking van burgerrechtelijke procedures genoemd.

De Raad en de Commissie hebben bij de Europese Raad van Wenen van 11 en 12 december 1998 een actieplan ingediend over hoe de bepalingen van het Verdrag van Amsterdam inzake de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid het best kunnen worden uitgevoerd [1]. In dit actieplan wordt de versterking van de justitiële samenwerking in civiele zaken een essentieel stadium genoemd in de totstandbrenging van een Europese justitiële ruimte die concrete voordelen biedt voor iedere burger van de Unie. Meer in het bijzonder moet volgens punt 40, onder d) van het Actieplan als een van de te nemen maatregelen binnen twee jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag worden onderzocht of het beginsel van het Europees justitieel netwerk op het gebied van strafzaken kan worden uitgebreid tot civielrechtelijke procedures.

[1] PB C 19 van 23.1.1999, blz. 1

De Europese Raad heeft op 15 en 16 oktober 1999 een buitengewone bijeenkomst gehouden over de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid in de Europese Unie. In de conclusies daarvan verzocht de Europese Raad onder de titel «Een ware Europese rechtsruimte» om «de instelling van een gemakkelijk toegankelijk informatiesysteem dat wordt onderhouden en bijgewerkt door een netwerk van bevoegde nationale autoriteiten».

Onder het Finse voorzitterschap van de Unie (tweede helft van 1999) is de discussie over de oprichting van een Europees netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken op gang gekomen. De voorlichting aan het publiek werd uitvoerig besproken tijdens een vergadering van deskundigen die de Commissie op 29 november 1999 had belegd over de tenuitvoerlegging van de conclusies van de Europese Raad van Tampere.

Onder het Portugese voorzitterschap (eerste helft 2000) werd de discussie over de oprichting en de werkwijze van een Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken voortgezet en verdiept. Dankzij deze discussie kan de Commissie nu, zoals zij had aangekondigd in haar mededeling aan de Raad en het Europees Parlement over het scorebord van de vorderingen op het gebied van de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid in de Europese Unie [2], dit voorstel voor een beschikking van de Raad indienen.

[2] COM(2000)167 definitief van 24.3.2000

2. Doelstellingen

In een Europese Unie waarin het vrije verkeer is gewaarborgd en waarin een gemeenschappelijke markt zonder binnengrenzen bestaat, worden de contacten tussen de lidstaten op het gebied van burgerlijke en handelszaken steeds intensiever en wordt het steeds belangrijker dat particulieren en ondernemingen hun rechten ook over de grenzen heen kunnen uitoefenen.

Het is zoals de Europese Raad in Tampere heeft gezegd: «vrijheid kan alleen worden genoten bij de gratie van een ware rechtsruimte, waarin de burgers in elke andere lidstaat even gemakkelijk toegang hebben tot de rechter en de autoriteiten als in hun eigen lidstaat». Volgens de Europese Raad mogen in een ware Europese rechtsruimte «burgers en bedrijven door de onderlinge onverenigbaarheid of de complexiteit van de juridische en administratieve stelsels van de lidstaten niet worden verhinderd of ontmoedigd om hun rechten te doen gelden».

Dit voorstel voor een beschikking sluit daarbij aan en is erop gericht de procedures bij burgerlijke en handelszaken met grensoverschrijdende gevolgen goed te doen verlopen. Uiteindelijk is dit voorstel bedoeld om het leven van de burgers te vereenvoudigen, door de justitiële samenwerking tussen de lidstaten in burgerlijke en handelszaken te verbeteren en door de toegang tot de rechter in een andere lidstaat te vergemakkelijken.

Om dat te bereiken wordt voorgesteld een Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken op te zetten, dat een tweeledig doel heeft: de justitiële samenwerking tussen de lidstaten verbeteren en het publiek praktische informatie verstrekken die de toegang tot de rechter vergemakkelijkt bij geschillen met grensoverschrijdende gevolgen.

Het netwerk moet dus, evenals het informatiesysteem voor het publiek dat door het netwerk wordt beheerd, een verbetering betekenen voor iedereen die is betrokken bij geschillen met grensoverschrijdende gevolgen, hetzij omdat de autoriteiten van de lidstaten intensiever samenwerken, hetzij omdat de betrokkenen op Internet informatie kunnen vinden.

3. Rechtsgrondslag

Deze problematiek valt onder artikel 65 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en de keuze voor artikel 61, onder c), wordt ingegeven door het onderwerp en het doel van dit voorstel.

Er is gekozen voor een dwingend communautair besluit in de vorm van een beschikking omdat de doelstellingen alleen kunnen worden bereikt als de bepalingen door alle lidstaten worden toegepast.

Deze beschikking is niet van toepassing op het Verenigd Koninkrijk en Ierland, tenzij deze landen kenbaar maken dat zij willen deelnemen aan de goedkeuring ervan, overeenkomstig het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie gehechte Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Krachtens het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie gehechte Protocol betreffende de positie van Denemarken is de beschikking evenmin van toepassing op Denemarken.

4. Verantwoording van het voorstel in het licht van het evenredigheids- en het subsidiariteitsbeginsel

Dit voorstel past in het kader van de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid waarnaar in de verdragen wordt gestreefd en waartoe de Europese Raad van Tampere de aanzet heeft gegeven. In concreto is deze maatregel erop gericht een netwerk te vormen tussen de autoriteiten van de lidstaten, en wel in de gehele Europese Unie op dezelfde manier. Omdat de doelstelling (verbetering van de samenwerking tussen de autoriteiten van de lidstaten bij de beslechting van geschillen met grensoverschrijdende gevolgen) niet door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, moeten op communautair niveau maatregelen worden genomen. De voorgestelde beschikking heeft ten doel op gecoördineerde en homogene wijze de justitiële samenwerkingsvormen in de gehele Unie te versterken, en het publiek te voorzien van praktische informatie die nuttig kan zijn voor iemand die betrokken is bij een geschil met grensoverschrijdende gevolgen.

Dit voorstel blijft beperkt tot het minimum dat nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken en reikt niet verder dan hetgeen daartoe nodig is. Het voorstel doet geen afbreuk aan reeds bestaande samenwerkingsvormen en gaat sterk uit van een nauwe samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten.

5. Algemene uitgangspunten

De voorgestelde beschikking, waarvan de artikelen in punt 6 uitvoeriger worden belicht, is gebaseerd op een aantal uitgangspunten die hieronder worden genoemd:

a) Meerwaarde voor de eindgebruiker

Het bestaansrecht van het Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken ligt in het feit dat het netwerk het voor personen die betrokken zijn bij geschillen met grensoverschrijdende gevolgen, gemakkelijker maakt op de juiste manier te handelen. Het netwerk moet voor deze personen een meerwaarde hebben waar zij werkelijk iets aan hebben bij het uitoefenen van hun rechten in een situatie met grensoverschrijdende aspecten. Deze meerwaarde kan twee vormen aannemen: een soepeler verloop van geschillen en meer informatie over de gerechtelijke systemen van de lidstaten.

b) Inachtneming van de bestaande samenwerkingsvormen: geen vervanging

Het Europees justitieel netwerk moet geen afbreuk doen aan bestaande samenwerkingsvormen. Op grond van andere communautaire besluiten of internationale instrumenten op het gebied van justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken zijn immers ook bepaalde vormen van samenwerking tussen de lidstaten ontstaan. Dit voorstel is er dus niet op gericht deze te wijzigen of ervoor in de plaats te treden. In de tekst van het voorstel wordt dan ook duidelijk gemaakt dat het feit dat in communautaire besluiten of internationale instrumenten bedoelde autoriteiten lid worden van het netwerk, niet ten koste gaat van hun bevoegdheden. Zo mogen de contactpunten van het netwerk zich niet bezig te houden met verzoeken om informatie waarvoor in de hierboven bedoelde instrumenten reeds een ander mechanisme in het leven is geroepen.

c) Geïsoleerde werkterreinen vermijden

Het netwerk gaat juist uit van de integratie van de ervaringen die op verschillende gebieden met specifieke instrumenten is opgedaan. Het netwerk is een instrument dat ervoor moet zorgen dat op het gebied van burgerlijke en handelszaken geen geïsoleerde werkterreinen ontstaan, en doet dat door te proberen na te gaan wat de beste praktijken zijn en deze kennis vervolgens te verspreiden. Bovendien is het een aanvullend instrument, dat zo nodig ter ondersteuning van de bestaande instrumenten kan worden ingezet.

d) Een instrument voor de gebieden die niet onder communautaire besluiten of internationale instrumenten vallen

Het netwerk is ook een samenwerkingsmechanisme dat nuttige kanalen kan bieden op de gebieden die niet onder een communautair besluit of een internationaal instrument vallen. Op deze gebieden zou het bijzonder nuttig kunnen zijn voor de lidstaten om te beschikken over een samenwerkingsstructuur die de nodige bijstand kan bieden bij het formuleren en verspreiden van verzoeken om samenwerking.

e) Het netwerk als instrument voor de opbouw van een Europese rechtsruimte.

Naar verwachting zal het netwerk zich ontwikkelen tot een belangrijk, zelfs essentieel instrument voor de verwezenlijking van een Europese rechtsruimte op het gebied van burgerlijke en handelszaken. Voor de opgave die in de verdragen is geformuleerd zijn instrumenten nodig waarmee een algemene en geïntegreerde aanpak kan worden ontwikkeld voor de samenwerking op het gebied van burgerlijke en handelszaken als geheel. Het netwerk is ontwikkeld om dit doel te bereiken, waarbij het de bestaande structuren zal respecteren en naar de nodige aanknopingspunten zal zoeken. Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van andere structuren, moet het netwerk zich ontwikkelen tot een discussieforum waar de vorderingen en de problemen bij de opbouw van een Europese rechtsruimte worden gevolgd, met name aan de hand van de praktische ervaringen van de contactpunten en de leden van het netwerk. Het kan ook een nuttig instrument worden voor de ontwikkeling van initiatieven op dit werkterrein (zie ook punt k).

f) Wisselwerking met de activiteiten op aanverwante gebieden

Er moet niet alleen een wisselwerking bestaan tussen de verschillende aspecten van de samenwerking op het gebied van burgerlijke en handelszaken, maar ook met initiatieven op aanverwante gebieden. Op communautair niveau kunnen verschillende initiatieven de taken van het netwerk aanzienlijk verlichten en helpen vervullen:

- De Dialoog met de burgers die door het directoraat-generaal Interne markt van de Commissie wordt verzorgd in nauwe samenwerking met de lidstaten, is bedoeld om door middel van publicaties en een website (http://europa.eu.int/citizens) de burgers informatie te verschaffen over hun rechten in de interne markt en over de rechtsmiddelen waarmee zij die kunnen afdwingen.

De Wegwijsdienst helpt de burgers bij het oplossen van praktische problemen in verband met de uitoefening van de rechten die voortvloeien uit de interne markt en is toegankelijk via een gratis nationaal telefoonnummer of via de Website "Dialoog met de burgers".

- De Dialoog met het bedrijfsleven (http://europa.eu.int/business/fr/index.html), dat door de directoraten-generaal Interne markt en Ondernemingen wordt beheerd, is een soortgelijk initiatief, gericht op het bedrijfsleven.

- De Euro Info Centres (http://europa.eu.int/comm/enterprise/networks/ eic/eic.html) vormen een netwerk van meer dan 270 contactpunten die informatie, advies en bijstand verstrekken aan het midden- en kleinbedrijf (MKB).

- Het Europees buitengerechtelijk netwerk voor de beslechting van consumentengeschillen, dat in het leven is geroepen op initiatief van het directoraat-generaal Gezondheid en consumentenbescherming, is een ander voorbeeld van een initiatief dat is ontwikkeld om voor mensen die betrokken zijn bij geschillen in een andere dan hun eigen lidstaat, de zaken eenvoudiger te maken.

- De Commissie heeft ook andere initiatieven ontwikkeld op het gebied van de buitengerechtelijke beslechting van geschillen, met name van geschillen met betrekking tot de elektronische handel, zoals Webtrader scheme, Electronic Consumer Dispute Resolution system (ECODIR), enz.

- Het IDA-programma, dat wordt beheerd door het directoraat-generaal Ondernemingen, is bedoeld om het gemakkelijker te maken een netwerk op te zetten tussen de autoriteiten van de lidstaten.

- Tenslotte zijn er de werkzaamheden van het Bureau voor officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen, waaruit blijkt dat alle communautaire instellingen ernaar streven hun werkzaamheden doorzichtiger te maken en hun documenten en het recht toegankelijker te maken.

Daarnaast moet het netwerk via de contactpunten worden ingelicht over vergelijkbare initiatieven in de lidstaten en de juiste contacten en wisselwerkingen tot stand kunnen brengen.

g) Gebruik van moderne communicatie- en informatietechnologie

Het netwerk moet bij het uitvoeren van zijn taken zoveel mogelijk gebruik maken van de nieuwe communicatie- en informatietechnologie. Het netwerk zal een eigen website ontwikkelen die via de site van de Commissie kan worden bezocht, en intern gebruik maken van elektronische communicatienetwerken.

h) Praktische informatie verstrekken aan het publiek

In het kader van zijn taak de toegang tot de rechter bij geschillen met grensoverschrijdende gevolgen te vergemakkelijken, moet het netwerk een informatiesysteem voor het publiek opzetten en onderhouden.

Een van de problemen waar mensen mee te maken krijgen als ze hun rechten willen doen gelden in een andere dan hun eigen lidstaat, is het gebrek aan informatie over de middelen waarover ze kunnen beschikken en de manier waarop die gebruikt kunnen worden. De onder punt f) genoemde communautaire initiatieven zijn bedoeld om daar op de gebieden waarop zij gericht zijn, iets aan te doen.

Op dezelfde manier is met het oog op de ontwikkeling van het onderdeel burgerlijke en handelszaken van de Europese rechtsruimte een initiatief nodig waarbij de communautaire instellingen en de lidstaten samenwerken om het publiek informatie te verstrekken waarmee de natuurlijke aarzeling die zich in eerste instantie voordoet als men bij situaties met grensoverschrijdende aspecten zijn rechten wil doen gelden, kan worden weggenomen.

Zonder de adviserende functie van de juridische beroepen te willen overnemen, kunnen de overheden het publiek gemakkelijk te begrijpen informatie verstrekken over de procedures voor geschillenbeslechting, het verloop daarvan in de praktijk en de voorwaarden die eraan worden gesteld, teneinde het door het Verdrag gewenste resultaat te bereiken dat door de Europese Raad van Tampere is omschreven als een ruimte «waarin burgers in elke andere lidstaat even gemakkelijk toegang hebben tot de rechter en de autoriteiten als in hun eigen lidstaat».

i) Stap voor stap: geleidelijke tenuitvoerlegging

Om dit te bereiken wordt in dit voorstel voor een beschikking dus een Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken opgericht, waarbij als een van de concrete initiatieven die het netwerk moet ontwikkelen, het ter beschikking stellen van bepaalde informatie aan het publiek wordt genoemd.

Het netwerk heeft weliswaar ambitieuze doelstellingen, maar de tenuitvoerlegging wordt realistisch benaderd. Er kan dan ook niet genoeg worden gewezen op het feit dat het netwerk geleidelijk moet worden ontwikkeld. De activiteiten en maatregelen die uitdrukkelijk in het voorstel worden genoemd moeten niet worden gezien als een onmiddellijk te verwezenlijken doelstelling, maar eerder als een werkprogramma dat stap voor stap moet worden uitgevoerd, met name waar het gaat om het verstrekken van informatie aan het publiek.

j) Nauwe samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten

Het netwerk kan het werkprogramma alleen uitvoeren en de doelstellingen alleen verwezenlijken door middel van een nauwe samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie. Of het nu gaat om de bijeenroeping en het verloop van de vergaderingen of over de ontwikkeling van het informatiesysteem of meer in het bijzonder van de informatiedossiers die daarvan een essentieel onderdeel zijn, in de beschikking wordt steeds uitgegaan van samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie.

k) Een flexibel instrument dat ruimte biedt voor verandering

Het netwerk is een belangrijk, zelfs essentieel instrument voor de verwezenlijking van een Europese rechtsruimte, en moet daarom flexibel zijn en ruimte bieden voor verandering.

Om geen afbreuk te doen aan bestaande samenwerkingsmechanismen, moest de formulering zeer helder en nauwkeurig zijn, zodat geen onduidelijkheden zouden ontstaan.

De bepalingen betreffende de taken van de contactpunten en de doelstellingen van de vergaderingen binnen het netwerk zijn echter op een flexibele manier geformuleerd, zodat er een scala van concrete taken onder kan vallen, waarbij onduidelijkheid die tot verwarring zou kunnen leiden, is vermeden. Het netwerk moet een flexibele en pragmatische structuur worden, die oplossingen aanreikt voor zeer uiteenlopende praktische problemen, en daarom kunnen in dit stadium onmogelijk alle mogelijke concrete activiteiten van het netwerk worden voorzien en beschreven.

Evenmin moet de lijst van specifieke maatregelen die volgens titel III van het voorstel voor een beschikking door het netwerk moeten worden genomen, als volledig worden beschouwd. Waarschijnlijk zal in de loop van de werkzaamheden van het netwerk blijken dat op sommige gebieden bepaalde initiatieven moeten worden ontwikkeld om de doelstellingen te kunnen verwezenlijken. Het zou bijvoorbeeld nodig kunnen zijn om over een bepaald onderwerp een specifieke database op te zetten. Het is dus onmogelijk en onwenselijk nu al een nauwkeurige lijst op te stellen van deze activiteiten, te meer omdat de vergaderingen van de contactpunten onder andere zijn bedoeld om concrete initiatieven te ontwikkelen als daaraan in de loop van de werkzaamheden van het netwerk behoefte blijkt te bestaan.

In elk geval zijn periodieke herzieningen voorzien, waarbij zonodig voorstellen tot wijziging van de beschikking kunnen worden gedaan.

6. Toelichting per artikel

Titel I: Beginselen van het Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken

Artikel 1

Bij dit artikel wordt het Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken opgericht.

Artikel 2

In artikel 2 wordt zo duidelijk mogelijk beschreven hoe het netwerk is samengesteld. In lid 1 worden vier categorieën deelnemers onderscheiden, die weer in twee grote categorieën kunnen worden ondergebracht:

- De eerste categorie bestaat uit de contactpunten, die in punt a) worden genoemd. Vanwege de taken die in punt 5 aan de contactpunten worden toegekend, vormen zij de hoeksteen van het netwerk.

Om zo doeltreffend mogelijk te werken, is deze categorie beperkt. Als de contactpunten betrekkelijk gering in aantal blijven, kunnen zij gemakkelijker intensieve en gerichte bilaterale contacten onderhouden, vaker bijeenkomen en een meer praktische bijdrage leveren aan het opzetten van het informatiesysteem.

Dat neemt niet weg dat ook wat het aantal contactpunten per lidstaat betreft, flexibiliteit geboden is. Omdat de contactpunten tot taak hebben de toegang tot de verschillende rechtsstelsels te vergemakkelijken, kan het zijn dat in lidstaten waar meerdere stelsels naast elkaar bestaan of die zeer gedecentraliseerd zijn, misschien een groter aantal contactpunten moet worden aangewezen. Lid 2 van artikel 2 biedt deze flexibiliteit, onder voorwaarde dat de lidstaten die er gebruik van maken, voor de nodige coördinatiemechanismen zorgen.

In ieder geval is het aantal vertegenwoordigers voor de vergaderingen van de contactpunten beperkt tot vier per lidstaat, ongeacht het aantal contactpunten dat de lidstaten hebben aangewezen (waarbij een grote vrijheid bestaat ten aanzien van de samenstelling van de delegaties, zodat alle lidstaten op voet van gelijkheid zijn vertegenwoordigd).

- De tweede grote categorie deelnemers (de overige leden van het netwerk, dus de in lid 1, onder b), c) en d) bedoelde autoriteiten, is daarentegen een heel open categorie. In deze categorie moet er enerzijds naar worden gestreefd dat de werkzaamheden van de contactpunten op zo groot mogelijke schaal effect hebben, en anderzijds moet een algemene aanpak worden ontwikkeld voor de samenwerking op het gebied van burgerlijke en handelszaken als geheel en moet ervoor worden gezorgd dat de goede praktijken die in bepaalde sectoren worden toegepast, ook ingang vinden in andere sectoren.

Punt d) is het duidelijkste voorbeeld van de openheid van deze tweede grote categorie, want dit punt biedt de lidstaten de mogelijkheid andere (justitiële of niet-justitiële) autoriteiten bij het netwerk te betrekken die zich, hoewel er geen enkel instrument is dat hun specifieke samenwerkingstaken oplegt, vaak moeten bezighouden met zaken met grensoverschrijdende gevolgen.

In artikel 2 wordt ook geregeld dat de lidstaten de volledige personalia van de contactpunten en de overige leden van het netwerk doorgeven aan de Commissie.

Artikel 3

In artikel 3, lid 1, worden de twee hoofdtaken van het netwerk genoemd, namelijk het vergemakkelijken van de justitiële samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van burgerlijke en handelszaken, en het opzetten van een informatiesysteem voor het publiek.

In lid 2 worden de doelstellingen van de werkzaamheden van het netwerk nader beschreven, die uiteraard aansluiten bij de twee eerder genoemde hoofdtaken. Deze bepalingen doen geen afbreuk aan bepalingen in andere communautaire besluiten of internationale instrumenten op het gebied van burgerlijke en handelszaken.

Tenslotte wordt in lid 3 duidelijk gemaakt dat de activiteiten van het netwerk niet ten doel hebben afbreuk te doen aan het belang of de omvang van de communautaire of nationale initiatieven voor alternatieve manieren om geschillen op te lossen, waarvan de buitengerechtelijke beslechting van consumentengeschillen, de andere systemen voor alternatieve geschillenbeslechting en de discussies over gedragscodes enkele voorbeelden op communautair niveau zijn.

Artikel 4

Het netwerk werkt op drie manieren: via de contacten tussen de leden, de vergaderingen, en de terbeschikkingstelling van bepaalde informatie aan het publiek.

Artikel 5

In dit artikel worden de taken van de contactpunten omschreven, die als hoekstenen van de structuur fungeren en centraal staan in het netwerk. Hun taken zijn duidelijk maar ook flexibel omschreven, zodat er een scala van concrete activiteiten onder kan vallen die moeilijk zijn te voorzien.

Lid 3 illustreert de flexibiliteit die binnen het netwerk heerst: indien een contactpunt een verzoek om informatie niet kan behandelen, geeft hij dit verzoek door aan degene die dat waarschijnlijk wel kan, of dat nu een contactpunt is of een ander lid van het netwerk. Bovendien moet dit eerste contactpunt beschikbaar blijven om bij latere contacten eventueel bijstand te verlenen. De bepaling kan vooral (maar niet uitsluitend) zeer nuttig zijn voor lidstaten met meerdere rechtsstelsel of zeer gedecentraliseerde lidstaten.

Lid 4 is duidelijk: de contactpunten zijn niet bevoegd verzoeken om informatie te behandelen die betrekking hebben op onderwerpen die onder andere communautaire besluiten of internationale instrumenten vallen.

Artikel 6

Bij de discussies ter voorbereiding van dit voorstel vroegen de lidstaten zich af hoe het netwerk zich zou verhouden tot bestaande communautaire en internationale instrumenten.

Zoals gezegd is het beginsel dat geen afbreuk wordt gedaan aan reeds bestaande samenwerkingsmechanismen, een van de uitgangspunten van dit voorstel.

Dit beginsel ligt ook aan de basis van artikel 6, waarin tegelijkertijd van twee andere beginselen wordt uitgegaan:

- met het oog op de ontwikkeling van het onderdeel burgerlijke en handelszaken van de Europese rechtsruimte moet een algemene aanpak worden ontwikkeld voor de samenwerking op het gebied van burgerlijke en handelszaken als geheel, waarbij versnippering moet worden voorkomen;

- positieve ervaringen op een bepaald gebied moeten worden doorgegeven aan de betrokkenen op andere gebieden.

In lid 1 wordt dus het beginsel verwoordt dat geen afbreuk wordt gedaan aan bestaande mechanismen, terwijl in lid 2, met inachtneming van dit beginsel, de uitwisseling van informatie tussen de contactpunten en de door de bestaande instrumenten aangewezen autoriteiten wordt aangemoedigd. In lid 3 worden de contactpunten ter beschikking gesteld van deze autoriteiten, om alle nodige hulp te verlenen.

Artikel 7

Rekening houdend met hun taken, moeten de contactpunten over de nodige talenkennis beschikken.

Artikel 8

Dit artikel vloeit voort uit de opdracht van het netwerk om bij het uitvoeren van zijn taken zoveel mogelijk gebruik te maken van de nieuwe informatie- en communicatietechnologie.

Zoals voor het opzetten van het gehele netwerk geldt, zal ook dit artikel geleidelijk ten uitvoer worden gelegd.

De Commissie wil om te beginnen voorstellen een intern netwerk op basis van het CIRCA-systeem te creëren dat alleen toegankelijk is voor de contactpunten. CIRCA, dat is ontwikkeld onder het IDA-programma, is een systeem dat op Internet wordt geïnstalleerd en waarmee gegevens ter beschikking van een beperkte groep gebruikers kunnen worden gesteld.

Er is een bepaalde beveiliging ingebouwd, zoals controle op de toegang (door middel van een password) en vertrouwelijke uitwisseling (codering).

Vervolgens moet het netwerk tijdens de vergaderingen van de contactpunten en de overige leden zelf bepalen of het systeem voldoet of dat bepaalde maatregelen moeten worden genomen, bijvoorbeeld om de toegang tot CIRCA uit te breiden tot alle leden van het netwerk of om de communicatie strenger te beveiligen (eigen virtueel netwerk).

Titel II: Tenuitvoerlegging en werking van het netwerk

Artikel 9

In dit artikel wordt het minimumaantal vergaderingen van de contactpunten vastgelegd, alsmede het maximumaantal vertegenwoordigers per lidstaat dat aan die vergaderingen kan deelnemen (vier). Hoewel de lidstaten krachtens artikel 2 extra contactpunten kunnen aanwijzen, moet het aantal vertegenwoordigers per lidstaat bij de vergaderingen uit praktische overwegingen worden beperkt. Binnen deze beperking biedt lid 2 de lidstaten een zekere vrijheid ten aanzien van de samenstelling van de delegaties.

Artikel 10

Omdat de contactpunten zo'n belangrijke rol spelen in het netwerk, moet ook het doel van hun vergaderingen nader worden beschreven.

Een van de doelstellingen van het netwerk is de contactpunten de mogelijkheid te bieden elkaar te leren kennen en persoonlijke contacten te leggen, die zij kunnen gebruiken bij de uitoefening van hun in artikel 5 beschreven taken.

Daarnaast moet een forum worden gecreëerd waarin de contactpunten ervaringen kunnen uitwisselen en de problemen die zij bij de uitvoering van hun taken ondervinden, kunnen bespreken. Deze vergaderingen kunnen zeer nuttig zijn voor de ontwikkeling van een Europese rechtsruimte, omdat tijdens deze vergaderingen duidelijk wordt welke problemen zich voordoen en wat de obstakels zijn voor de goede werking van de procedures bij zaken met grensoverschrijdende gevolgen.

Tijdens deze vergaderingen wordt ook gewerkt aan het informatiesysteem voor het publiek. Daarbij wordt in het bijzonder besproken over welke onderwerpen een dossier wordt opgesteld, wat de prioriteiten zijn, welke structuur wordt gevolgd, welk tempo, enz. In de praktijk betekent dit dat de contactpunten in onderling overleg voor elk informatiedossier de structuur en het te bereiken resultaat vaststellen, waarna iedere lidstaat zijn dossier opstelt.

Tenslotte kunnen tijdens de vergaderingen van de contactpunten andere initiatieven worden ontwikkeld, die aan dezelfde criteria voldoen en dezelfde doelstellingen hebben als de initiatieven in titel III, maar daar niet worden genoemd.

Artikel 11

Tevens moet geregeld worden dat ook alle andere leden van het netwerk, dus alle in artikel 2, lid 1 genoemde categorieën deelnemers, periodiek bijeen kunnen komen, al zal vanzelfsprekend minder vaak gebeuren.

Om praktische redenen moet het aantal aanwezigen worden beperkt tot 180 personen.

Artikel 12

Dit artikel regelt de praktische aspecten van de organisatie en het verloop van deze vergaderingen. De rechtsgrond van dit voorstel ligt weliswaar in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, wat betekent dat de Commissie een centrale rol speelt, maar het is van groot belang dat de Commissie en de lidstaten nauw samenwerken bij de vergaderingen, evenals trouwens bij alle onderdelen van dit voorstel. Juist omdat met dit initiatief een netwerk tot stand wordt gebracht tussen de autoriteiten van de lidstaten, spelen de lidstaten een zeer belangrijke rol.

Titel III: binnen het netwerk beschikbare gegevens en informatiesysteem voor het publiek

Artikel 13

Dit artikel heeft betrekking op de gegevens die binnen het netwerk beschikbaar zijn. De namen en andere personalia van de in artikel 2, lid 1 bedoelde contactpunten en autoriteiten zijn beslist noodzakelijke gegevens voor de werking van het netwerk.

Dit zijn echter niet de enige gegevens die van belang zijn voor de interne werking van het netwerk, en daarom wordt in dit artikel een open formulering gebruikt (lid 2). Het doel is een bestand op te bouwen van gegevens die vanwege hun technische karakter alleen voor de leden van het netwerk van nut zijn bij de uitoefening van hun taak.

Artikel 14

Het netwerk heeft ten doel het publiek informatie te verstrekken die de toegang tot de rechter vergemakkelijkt bij geschillen met grensoverschrijdende aspecten. In artikel 14 wordt de inhoud van dit systeem omschreven.

In lid 3 zijn de punten a) tot d) bedoeld om het publiek (en met name de juridische beroepen) gemakkelijker toegang te geven tot het relevante recht op het gebied van justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken.

Bij het opzetten van de website die met dit doel wordt ontworpen, kan volgens artikel 14 via links naar de sites waar de oorspronkelijke informatie is te vinden en naar initiatieven op aanverwante gebieden worden verwezen. In dit verband moet nogmaals worden gewezen op de werkzaamheden van het Publicatiebureau, dat het gemeenschapsrecht al beschikbaar stelt aan het publiek en dat momenteel nog meer initiatieven voorbereidt om dit recht nog gemakkelijker toegankelijk te maken.

Zowel door gebruik te maken van links als door ervoor te zorgen dat de werkzaamheden aansluiten op die van het Publicatiebureau moet binnen een redelijke termijn een «platform»-site kunnen worden opgezet die toegang geeft tot de relevante juridische informatie over justitiële samenwerking op het gebied van burgerlijke en handelszaken.

De in artikel 14, lid 3 bedoelde informatie is te vinden op de volgende sites:

a) De geldende communautaire besluiten zijn toegankelijk via de communautaire database EUR-Lex (http://europa.eu.int/eur-lex/) en via CELEX (http://europa.eu.int/celex/). De voorstellen van de Commissie zijn ook te vinden op CELEX en EUR-Lex, maar via PreLex kan het verloop van de interinstitutionele procedures worden gevolgd (http://europa.eu.int/prelex/apcnet.cfm).

Daarnaast werkt het Publicatiebureau aan een site waarop alle drie de databases die nu toegang geven tot het gemeenschapsrecht en het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, te weten EUR-Lex, CELEX en Eudor, zijn ondergebracht.

b) In CELEX wordt al verwezen naar de nationale maatregelen ter omzetting van de communautaire besluiten, maar het EULEX-project van het Publicatiebureau is bedoeld om toegang te geven tot de nationale omzettingsmaatregelen zelf.

c) De relevante internationale instrumenten zijn te vinden op de websites van de organisaties waardoor ze zijn aangenomen: de Conferentie van Den Haag (http://www.hcch.net/), de Raad van Europa (http://conventions.coe.int/), enz.

d) De communautaire jurisprudentie is te vinden in CELEX, en een recent deel ervan is ook toegankelijk via de website van het Hof van Justitie (http://curia.eu.int/fr/index.htm). Op deze site biedt een speciale database toegang tot recente jurisprudentie in verband met de verdragen van Brussel en Lugano betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (http://curia.eu.int/common/recdoc/convention/fr/ index.htm).

Bij het toegankelijk maken van de belangrijkste jurisprudentie van de lidstaten zou op dezelfde manier te werk kunnen worden gegaan als bij het opstellen van de informatiedossiers: de contactpunten stellen tijdens hun vergaderingen de prioriteiten vast, waarna de lidstaten binnen een bepaalde termijn een vooraf vastgesteld aantal belangrijke arresten of vonnissen verstrekken.

Met zo gericht mogelijke links naar de hierboven genoemde bronnen kan dus betrekkelijk snel een eerste «platform»-versie van de website van het netwerk tot stand worden gebracht. Deze kan vervolgens worden uitgebreid met links naar de website van Dialoog met de burgers (http://europa.eu.int/citizens) en de Dialoog met het bedrijfsleven (http:/europa.eu.int/ business/fr/index.html, de website van de Euro Info Centres (http:/europa.eu.int/ comm/enterprise/networks/eic/eic.html), de webpagina's van het DG Gezondheid en consumentenbescherming over het buitengerechtelijk netwerk voor de beslechting van consumentengeschillen (http://europa.eu.int/comm/consumers/policy/developments/acce_just/ index_en.html), en naar het toekomstige initiatief van het Publicatiebureau dat toegang zal geven tot de juridische databases van de lidstaten.

Uitgaande van de geleidelijke totstandbrenging van het netwerk, kan deze website door de contactpunten gezamenlijk worden ontwikkeld. Dat neemt niet weg dat nu vast kan worden nagedacht over de ontwikkeling van de website van het netwerk door middel van andere links (bijvoorbeeld naar de ministeries van justitie van de lidstaten en naar andere nationale websites), hetzij na de voltooiing van de werkzaamheden van het Publicatieblad, hetzij zelfstandig. Het kan ook zijn dat op een gegeven moment binnen het netwerk de behoefte ontstaat databases te ontwikkelen over bepaalde onderwerpen. Maar hoe de website er precies moet uitzien en hoe die zich in de toekomst zal ontwikkelen, is iets dat moet worden vastgesteld door de contactpunten.

Afgezien van de ontwikkeling van de website en het aanbrengen van links naar de hierboven genoemde sites, zal de Commissie, zoals gezegd, ervoor zorgen dat het netwerk samenwerkt met en aansluit bij de initiatieven die op aanverwante gebieden worden ontwikkeld. Structuren zoals de Wegwijsdienst en het netwerk van de Euro Info Centres, die het publiek informatie, advies en bijstand verstrekken, zouden een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het vervullen van de taken van het netwerk.

Artikel 15

Toegang verschaffen tot het recht, zelfs als dat via rechtstreekse links gebeurt, is op zichzelf niet genoeg om voor de gemiddelde burger een gerechtelijke procedure in een andere dan de eigen lidstaat toegankelijk te maken. Er is dus meer nodig: er moet praktische en voor het publiek begrijpelijke informatie worden verstrekt.

Daarom bevat dit voorstel voor een beschikking een uitvoerig artikel over het opstellen van informatiedossiers.

Het is weliswaar geen eenvoudige opgave, maar het opstellen van informatiedossiers voor het grote publiek is niet nieuw. Op de website van de Dialoog met de burgers wordt ook met dergelijke dossiers gewerkt om het publiek te informeren over de rechten die voortvloeien uit de interne markt en over de manier om die te doen gelden. Op deze website zijn al dossiers te vinden over onderwerpen die te maken hebben met justitiële samenwerking (toegang tot rechtshulp en beroepsmogelijkheden) of over aanverwante onderwerpen (administratieve procedures en alternatieve manieren van geschillenbeslechting).

Dit voorstel is bedoeld om een vergelijkbaar systeem te ontwikkelen voor justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken, en dus voor geschillen met grensoverschrijdende gevolgen. Rekening houdend met wat er al is gedaan in het kader van de Dialoog met de burgers, hoeven we niet geheel bij het begin te beginnen. De Commissie is van plan te zoeken naar aanknopingspunten tussen de beide initiatieven.

Deze informatiedossiers moeten in alle officiële talen van de Gemeenschap beschikbaar zijn.

Tenslotte nog over de lijst van informatiedossiers in artikel 15: deze moet niet als volledig worden beschouwd.

Artikel 16

Het voortdurend bijwerken van de informatie is van kapitaal belang voor de geloofwaardigheid van de website van het netwerk. Artikel 16 beschrijft hoe dat moet gebeuren.

Titel IV: Slotbepalingen

Artikel 17

Dit artikel bepaalt dat het netwerk in beginsel periodiek wordt geëvalueerd, waarbij zo nodig voorstellen tot wijziging van de beschikking worden gedaan.

Dit voorstel laat ruimte voor toekomstige ontwikkelingen. Daarom moet in het licht van de opgedane ervaring, afgezien van de vraagstukken die zich nog kunnen voordoen, worden gekeken naar de toekomstige ontwikkeling van het informatiesysteem als het publiek eventueel rechtstreeks toegang krijgt tot de contactpunten, de toegang van de juridische beroepen tot de activiteiten van het netwerk, en de mogelijke aanknopingspunten met het buitengerechtelijk netwerk voor de beslechting van consumentengeschillen. Het feit dat het netwerk in beginsel geleidelijk wordt opgebouwd, voorkomt dat het te vroeg taken op zich neemt die het nog niet naar tevredenheid zou kunnen vervullen.

Artikel 18

In dit artikel worden de fases beschreven die voorafgaan aan het begin van de werkzaamheden van het netwerk. Voordat het netwerk operationeel wordt, moeten de lidstaten de personalia van de leden van het netwerk doorgeven aan de Commissie. De Commissie moet de website van het netwerk voorbereiden, zodat die snel in gebruik kan worden genomen.

Artikel 19

In dit artikel wordt de toepassing van de beschikking negen maanden opgeschort, om een grondige voorbereiding mogelijk te maken voordat het netwerk operationeel wordt.

2000/0240 (CNS)

Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD betreffende de oprichting van een Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 61, onder c)

Gezien het voorstel van de Commissie [3],

[3] PB C van , blz. .

Gezien het advies van het Europees Parlement [4],

[4] PB C van , blz. .

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [5],

[5] PB C van , blz. .

Gezien het advies van het Comité van de Regio's [6],

[6] PB C van , blz. .

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Unie heeft zich ten doel gesteld een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te handhaven en te ontwikkelen, waarin het vrije verkeer van personen is gewaarborgd.

(2) Met het oog op de geleidelijke totstandbrenging van deze ruimte en de goede werking van de interne markt moet de justitiële samenwerking tussen de lidstaten in burgerlijke en handelszaken worden verbeterd, vereenvoudigd en versneld.

(3) In het Actieplan van de Raad en de Commissie van 3 december 1998 over hoe de bepalingen van het Verdrag van Amsterdam inzake de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid het best kunnen worden uitgevoerd [7], dat bij de Europese Raad van Wenen van 11 en 12 december 1998 werd ingediend, wordt verbetering van de justitiële samenwerking in civiele zaken beschouwd als een essentieel stadium in de totstandbrenging van een Europese justitiële ruimte die concrete voordelen biedt voor iedere burger van de Unie.

[7] PB C 19 van 23.1.1999, blz. 1

(4) Volgens punt 40, onder d) van het hierboven bedoelde Actieplan moet binnen twee jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag worden onderzocht of het beginsel van het Europese Justitiële netwerk kan worden uitgebreid tot civielrechtelijke procedures.

(5) In de conclusies van de buitengewone top van Tampere van 15 en 16 oktober 1999 wordt door de Europese Raad aanbevolen een gemakkelijk toegankelijk informatiesysteem in te stellen, dat wordt onderhouden en bijgewerkt door een netwerk van bevoegde nationale autoriteiten.

(6) Om de justitiële samenwerking tussen de lidstaten in burgerlijke en handelszaken te verbeteren, te vereenvoudigen en te versnellen, moet op het niveau van de Europese Gemeenschap een samenwerkingsstructuur worden geschapen in de vorm van een netwerk, namelijk het Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken.

(7) Deze problematiek valt onder de in artikel 65 van het Verdrag bedoelde maatregelen die in overeenstemming met artikel 67 moeten worden genomen.

(8) Om de doelstellingen van het Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken te verwezenlijken, moeten de regels betreffende de oprichting ervan worden vastgelegd in een juridisch bindend communautair instrument.

(9) Overeenkomstig het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel van artikel 5 van het EG-Verdrag, kunnen de doelstellingen van deze beschikking, namelijk de verbetering van de justitiële samenwerking tussen de lidstaten en van de toegang tot de rechter voor degenen die betrokken zijn bij geschillen met grensoverschrijdende gevolgen, niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en moeten daarom op communautair niveau worden verwezenlijkt; deze beschikking beperkt zich tot hetgeen minimaal is vereist om deze doelstellingen te bereiken en gaat niet verder dan wat daartoe nodig is.

(10) Het Europees justitieel netwerk dat bij deze beschikking wordt opgericht is bedoeld om de justitiële samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken, zowel op de gebieden die onder bestaande instrumenten vallen als op die waarop geen enkel instrument van toepassing is.

(11) Op sommige gebieden zijn op basis van communautaire besluiten en internationale instrumenten al bepaalde vormen van justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken tot stand gekomen. Het Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken komt niet in de plaats van deze samenwerkingsvormen, maar moet deze juist volledig in acht nemen. De bepalingen van deze beschikking laten dan ook de communautaire besluiten of internationale instrumenten met betrekking tot de justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken onverlet.

(12) Het Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken moet geleidelijk tot stand worden gebracht, op basis van een zeer nauwe samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten. Het netwerk moet gebruik maken van de mogelijkheden die worden geboden door de moderne informatie- en communicatietechnologie.

(13) Om de doelstellingen te verwezenlijken moet het netwerk steunen op contactpunten die door de lidstaten worden aangewezen en verzekerd zijn van de medewerking van de autoriteiten van de lidstaten met specifieke verantwoordelijkheden op het gebied van de justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken; onderlinge contacten en periodieke vergaderingen zijn noodzakelijk voor de werking van het netwerk.

(14) Het is van wezenlijk belang dat de inspanningen om een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid tot stand te brengen, concrete voordelen oplevert voor personen die betrokken zijn bij geschillen met grensoverschrijdende aspecten. Daarom moet het Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken er ook naar streven de toegang tot de rechter te vergemakkelijken. Daartoe wordt door het netwerk, op basis van de gegevens die door de contactpunten worden verstrekt en bijgewerkt, een gemakkelijk toegankelijk informatiesysteem opgezet en bijgehouden.

(15) Deze beschikking vormt geen belemmering voor het verstrekken van andere dan de in de beschikking genoemde informatie binnen het netwerk of aan het publiek; de in titel III genoemde informatie moet dan ook niet als een volledige lijst worden beschouwd.

(16) Om ervoor te zorgen dat het netwerk een doeltreffend instrument blijft, dat volgens de beste praktijken op het gebied van justitiële samenwerking en interne werking functioneert en dat aan de verwachtingen van de burgers beantwoordt, moet het systeem periodiek worden geëvalueerd, zodat eventueel noodzakelijke wijzigingen kunnen worden voorgesteld.

(17) Overeenkomstig artikel 1 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, nemen deze landen niet deel aan de aanneming door de Raad van de maatregelen in deze beschikking.

(18) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de positie van het Denemarken, neemt dit land niet deel aan de aanneming van deze beschikking en is deze derhalve niet bindend voor noch van toepassing op Denemarken,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Titel I: Beginselen van het Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken

Artikel 1: Oprichting

Er wordt tussen de lidstaten een Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken opgericht, hierna «het netwerk» genoemd.

Artikel 2: Samenstelling

1. Het netwerk bestaat uit:

a) de centrale contactpunten die door de lidstaten worden aangewezen en, in voorkomend geval, bijkomende contactpunten die overeenkomstig lid 2 van dit artikel worden aangewezen,

b) de centrale autoriteiten, de justitiële autoriteiten of andere bevoegde autoriteiten van de lidstaten die uit hoofde van communautaire besluiten, internationale instrumenten waarbij de lidstaten partij zijn of binnenlandse rechtsregels specifieke verantwoordelijkheden dragen op het gebied van de justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken,

c) de verbindingsmagistraten zoals bedoeld in gemeenschappelijk optreden 96/277/JAI [8] met verantwoordelijkheden op het gebied van de samenwerking in burgerlijke en handelszaken,

[8] PB C 105 van 27.4.96, blz. 1

d) in voorkomend geval, elke andere justitiële of bestuurlijke autoriteit waarvan de medewerking aan het netwerk van belang wordt geacht door de betrokken lidstaat omdat daardoor de doelstellingen van het netwerk beter kunnen worden verwezenlijkt.

2. Elke lidstaat wijst een centraal contactpunt aan. Daarnaast kan elke lidstaat een beperkt aantal bijkomende contactpunten aanwijzen, als hij dat nodig acht in verband met het naast elkaar bestaan van verschillende rechtsstelsels, de interne verdeling van de bevoegdheden en de taken die aan de contactpunten worden toegekend, of om gerechtelijke organen die vaak geschillen met grensoverschrijdende aspecten behandelen, rechtstreeks te betrekken bij de werkzaamheden van de contactpunten.

Lidstaten die bijkomende contactpunten aanwijzen, zorgen voor de nodige coördinatiemechanismen tussen de verschillende contactpunten.

3. De lidstaten geven aan welke de in lid 1, onder b) en c) van dit artikel bedoelde autoriteiten zijn.

4. De lidstaten wijzen de in lid 1, onder d) van dit artikel bedoelde autoriteiten aan.

5. Overeenkomstig artikel 18 geven de lidstaten de namen en de volledige personalia van de in lid 1 van dit artikel bedoelde autoriteiten door aan de Commissie, waarbij wordt aangegeven over welke communicatiemiddelen en talenkennis zij beschikken. Overeenkomstig artikel 16 worden deze gegevens voortdurend bijgewerkt.

Artikel 3: Taken en activiteiten van het netwerk

1. Het netwerk heeft tot taak:

a) de justitiële samenwerking tussen de lidstaten in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken,

b) een informatiesysteem voor het publiek te ontwerpen, geleidelijk op te zetten en bij te houden.

2. Zonder afbreuk te doen aan andere communautaire besluiten of internationale instrumenten met betrekking tot de justitiële samenwerking op het gebied van burgerlijke en handelszaken, zijn de werkzaamheden van het netwerk met name gericht op:

- het wegnemen van obstakels voor de goede werking van procedures met grensoverschrijdende aspecten en van belemmeringen die een doeltreffende justitiële samenwerking tussen de lidstaten in de weg staan, in het bijzonder wanneer er geen enkel communautair besluit of internationaal instrument van toepassing is;

- de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van communautaire besluiten of van overeenkomsten tussen twee of meerdere lidstaten;

- het vereenvoudigen van de behandeling van verzoeken om justitiële samenwerking van de ene lidstaat aan de andere;

- het opzetten en bijhouden van een informatiesysteem voor het publiek over de justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken binnen de Europese Unie, de relevante communautaire en internationale instrumenten, en het nationale recht van de lidstaten, met name inzake de toegang tot de rechtsstelsels.

3. De activiteiten van het netwerk laten initiatieven van de lidstaten of van de Gemeenschap ter bevordering van alternatieve manieren om geschillen te beslechten, onverlet.

Artikel 4: Werking van het netwerk

Het netwerk gaat bij het vervullen van zijn taken als volgt te werk:

a) het vergemakkelijkt het leggen van de juiste contacten tussen de in artikel 2, lid 1, bedoelde autoriteiten van de lidstaten, om de in artikel 3 genoemde taken te vervullen,

b) er worden periodieke vergaderingen van de contactpunten en van de leden van het netwerk georganiseerd volgens de bepalingen van Titel II,

c) er wordt informatie opgesteld over justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken en over de rechtsstelsels van de lidstaten en deze informatie wordt voortdurend bijgewerkt overeenkomstig de bepalingen van Titel III.

Artikel 5: Contactpunten

1. De contactpunten staan ter beschikking van de in artikel 2, lid 1, onder b) tot d) bedoelde autoriteiten, om de in artikel 3 bedoelde taken te vervullen.

De contactpunten staan, met hetzelfde doel, ook ter beschikking van de plaatselijke justitiële autoriteiten van hun lidstaat, volgens de door de lidstaat vastgestelde voorwaarden.

2. De contactpunten moeten in het bijzonder:

a) alle gegevens die nodig zijn om de justitiële samenwerking tussen de lidstaten overeenkomstig artikel 3 goed te doen verlopen, verstrekken aan de andere contactpunten, aan de in artikel 2, lid 1, onder b) tot d) genoemde autoriteiten en aan de plaatselijke justitiële autoriteiten van hun lidstaat, om hen in staat te stellen op doeltreffende wijze een verzoek om justitiële samenwerking op te stellen en de juiste rechtstreekse contacten te leggen;

b) oplossingen zoeken voor de problemen die zich kunnen voordoen bij een verzoek om justitiële samenwerking, onverminderd lid 4 van dit artikel en artikel 6;

c) de coördinatie van de behandeling van de verzoeken om justitiële samenwerking in de betrokken lidstaat vergemakkelijken, met name wanneer meerdere verzoeken van de justitiële autoriteiten van die lidstaat in een andere lidstaat moeten worden uitgevoerd;

d) meewerken aan het opstellen en bijwerken van de in titel III bedoelde informatie, en met name aan het informatiesysteem voor het publiek, overeenkomstig de bepalingen van die titel.

3. Indien een contactpunt een verzoek om informatie ontvangt waaraan hij niet het gepaste gevolg kan geven, geeft hij dit verzoek door aan het contactpunt of het lid van het netwerk dat waarschijnlijk wel kan. Het contactpunt blijft beschikbaar om eventueel bijstand te verlenen bij latere contacten.

4. Indien een contactpunt een verzoek om informatie ontvangt dat betrekking heeft op een onderwerp waarvoor in communautaire besluiten of internationale instrumenten met betrekking tot de justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken al bepaalde autoriteiten zijn aangewezen om de samenwerking op dat gebied te vergemakkelijken, verwijst het contactpunt degene die het verzoek om informatie heeft ingediend door naar de desbetreffende autoriteiten, zodat het verzoek tot het juiste samenwerkingsmechanisme gericht kan worden.

Artikel 6: Autoriteiten die bevoegd zijn volgens communautaire besluiten of internationale instrumenten met betrekking tot justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken

1. De integratie van de krachtens communautaire besluiten of internationale instrumenten met betrekking tot justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken bevoegde autoriteiten in het netwerk laat de bevoegdheden die op grond van deze besluiten of instrumenten aan deze autoriteiten zijn toegekend, onverlet.

De contacten binnen het netwerk staan los van de regelmatige of incidentele contacten tussen deze bevoegde autoriteiten.

2. In elke lidstaat onderhouden de volgens communautaire besluiten of internationale instrumenten met betrekking tot justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken bevoegde autoriteiten en de contactpunten van het netwerk regelmatig contact, om zoveel mogelijk ervaringen uit te wisselen.

3. De contactpunten van het netwerk staan ter beschikking van de krachtens communautaire besluiten of internationale instrumenten met betrekking tot justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken bevoegde autoriteiten, om deze alle nodige hulp te verlenen.

Artikel 7: Talenkennis van de contactpunten

Met het oog op een soepele werking van het netwerk zien de lidstaten erop toe dat hun contactpunten behalve hun eigen taal ook een van de andere officiële talen van de Europese Unie in voldoende mate beheersen om met de contactpunten van de andere lidstaten te kunnen communiceren.

Artikel 8: Communicatiemiddelen

1. De contactpunten maken gebruik van de technologische middelen waarmee zij zo snel en doeltreffend mogelijk kunnen reageren op de verzoeken die zij ontvangen.

2. De Commissie zet in overleg met de contactpunten een beveiligd en beperkt toegankelijk systeem voor elektronische informatie-uitwisseling op.

Titel II: Tenuitvoerlegging en werking van het netwerk

Artikel 9: Vergaderingen van de contactpunten

1. De contactpunten van het netwerk komen periodiek en tenminste driemaal per jaar bijeen overeenkomstig het bepaalde in artikel 12.

2. Bij deze vergadering wordt iedere lidstaat vertegenwoordigd door een of meer contactpunten, die kunnen worden vergezeld door andere leden van het netwerk, echter zonder dat het aantal van vier vertegenwoordigers per lidstaat wordt overschreden.

3. De eerste vergadering van de contactpunten wordt gehouden binnen drie maanden nadat deze beschikking van toepassing wordt, afgezien van eventuele voorbereidende vergaderingen voorafgaand aan die datum van toepassing.

Artikel 10: Doel van de periodieke vergaderingen van de contactpunten

1. De periodieke vergaderingen van de contactpunten hebben ten doel:

a) ervoor te zorgen dat de contactpunten elkaar leren kennen en ervaringen uitwisselen, vooral wat betreft de werking van het netwerk;

b) een platform te zijn waar praktische en juridische problemen worden besproken die de lidstaten tegenkomen in het kader van de justitiële samenwerking, met name bij de uitvoering van maatregelen van de Europese Unie;

c) na te gaan wat de beste praktijken inzake de justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken zijn en informatie daarover te verspreiden binnen het netwerk;

d) gegevens en standpunten uit te wisselen, met name over de structuur, de organisatie, de inhoud van en de toegang tot de in titel III bedoelde beschikbare informatie;

e) de werkwijze te bepalen en richtsnoeren vast te stellen voor het geleidelijk opstellen van de in artikel 15 bedoelde informatiedossiers, met name ten aanzien van de onderwerpen die moeten worden behandeld en het resultaat dat met elk van die bladen moeten worden bereikt.

f) signaleren of er andere dan de in titel III genoemde initiatieven moeten worden ontwikkeld met vergelijkbare doelstellingen.

2. De lidstaten zien erop toe dat ervaringen met de werking van bij communautair besluit of internationaal instrument ingestelde samenwerkingsmechanismen in de vergaderingen van de contactpunten worden besproken.

Artikel 11: Vergaderingen van de leden van het netwerk

1. Er worden regelmatig vergaderingen gehouden voor alle leden van het netwerk, zodat zij elkaar kunnen leren kennen en ervaringen kunnen uitwisselen en zodat zij over een platform beschikken waar zij praktische en juridische problemen kunnen bespreken en specifieke vraagstukken kunnen behandelen.

2. De eerste vergadering van de leden van het netwerk zal worden gehouden binnen een jaar nadat deze beschikking van toepassing wordt.

3. Daarna worden de vergaderingen op ad hoc-basis bijeengeroepen overeenkomstig de bepalingen van artikel 12.

4. Iedere lidstaat wordt op deze vergaderingen door ten hoogste twaalf autoriteiten vertegenwoordigd.

Artikel 12: Organisatie en verloop van de vergaderingen binnen het netwerk

1. De Commissie is belast met het bijeenroepen en organiseren van de in de artikelen 9 en 11 bedoelde vergaderingen en werkt daarbij nauw samen met de lidstaten en het voorzitterschap van de Unie. De Commissie neemt het voorzitterschap en het secretariaat van de vergaderingen op zich.

2. Voorafgaand aan elke vergadering stelt de Commissie in nauw overleg met het voorzitterschap van de Unie en, via de contactpunten, met de lidstaten de ontwerpagenda op.

3. Voordat de vergadering wordt gehouden, ontvangen de contactpunten de ontwerpagenda. Zij kunnen de Commissie vragen de ontwerpagenda te wijzigen of extra punten toe te voegen.

4. De Commissie maakt van elke vergadering de notulen op en zorgt dat de contactpunten deze ontvangen, zodat zij opmerkingen kunnen maken. De notulen worden formeel goedgekeurd tijdens de volgende vergadering van de contactpunten. Vervolgens worden de notulen door de contactpunten aan de andere leden van het netwerk in hun lidstaat gezonden, ook als eerder de niet-goedgekeurde versie werd doorgegeven.

Titel III: binnen het netwerk beschikbare gegevens en informatiesysteem voor het publiek

Artikel 13: inhoud van de gegevens die binnen het netwerk worden verspreid

1. De leden van het netwerk moeten te allen tijde toegang hebben tot de in artikel 2, lid 5 bedoelde gegevens.

Deze gegevens moeten kunnen worden geraadpleegd via het in artikel 8, lid 2, bedoelde systeem voor elektronische informatie-uitwisseling.

2. De contactpunten stellen ook alle andere informatie die nodig is voor het goed verrichten van hun taak ter beschikking van de contactpunten van de andere lidstaten, met name via het systeem voor elektronische informatie-uitwisseling.

Artikel 14: informatiesysteem voor het publiek

1. Het netwerk stelt met betrekking tot de onderwerpen waarmee het zich bezighoudt een informatiesysteem voor het publiek in dat door de Commissie wordt beheerd.

2. Het systeem, en met name de informatiedossiers die daarin worden opgenomen, wordt geleidelijk opgebouwd, in nauwe samenwerking door de Commissie en de lidstaten en overeenkomstig de tweede alinea van artikel 17.

3. De Commissie stelt de volgende informatie, met name via een eigen website van het netwerk die bereikbaar is via de website van de Commissie, ter beschikking van het publiek:

a) geldende of in voorbereiding zijnde communautaire besluiten die betrekking hebben op de justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken;

b) de nationale maatregelen ter interne uitvoering van de in punt a) bedoelde instrumenten;

c) de geldende internationale instrumenten inzake justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken waarbij de lidstaten partij zijn, alsmede de verklaringen en voorbehouden in het kader van deze instrumenten;

d) de belangrijkste jurisprudentie van de Gemeenschap en van de lidstaten;

e) nauwkeurige en beknopte gegevens over het rechtsstelsel en het gerechtelijk systeem van de lidstaten, in de vorm van de in artikel 15 bedoelde informatiedossiers.

4. Met het oog op de toegankelijkheid van de onder punten a) tot e) van lid 2 bedoelde informatie moeten op de website van het netwerk links worden aangebracht naar de websites waar de oorspronkelijke informatie zich bevindt.

5. Op dezelfde manier moet de website van het netwerk toegang bieden tot reeds bestaande of in voorbereiding zijnde vergelijkbare voorlichtingsinitiatieven op aanverwante gebieden, alsmede tot websites met informatie over de rechtsstelsels van de lidstaten.

Artikel 15: Informatiedossiers

1. De contactpunten stellen geleidelijk informatiedossiers op voor hun respectieve lidstaten.

2. Bij het opstellen van de informatiedossiers wordt voorrang gegeven aan vraagstukken betreffende de toegang tot de rechter in de lidstaten, waarbij met name informatie wordt gegeven over de manier waarop een rechtszaak wordt aangespannen en over de voorwaarden voor rechtsbijstand, waarbij het netwerk de werkzaamheden die reeds in het kader van andere communautaire initiatieven zijn verricht, onverlet laat en daarmee zoveel mogelijk rekening houdt.

3. In de informatiedossiers die geleidelijk ter beschikking komen, worden in ieder geval de volgende onderwerpen behandeld:

a) de rechtsstelsels en gerechtelijke systemen van de lidstaten;

b) de manier waarop een rechtszaak kan worden aangespannen, met name als het gaat om procedures voor geringe vorderingen,

c) voorwaarden voor rechtsbijstand en de manier waarop die verkregen kan worden, waarbij de taken van niet-gouvernementele organisaties die op dit gebied actief zijn, worden beschreven, en waarbij rekening wordt gehouden met de werkzaamheden die al in het kader van de Dialoog met de burgers zijn verricht;

d) nationale regels inzake de betekening en kennisgeving van stukken;

e) beroepsmogelijkheden;

f) regels inzake de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen van andere lidstaten;

g) mogelijkheden om conservatoire maatregelen te treffen, met name inbeslagneming van iemands goederen met het oog op de tenuitvoerlegging van een beslissing;

h) alternatieve manieren om geschillen te beslechten, waarbij de nationale infobalies van het Europees buitengerechtelijk netwerk voor de beslechting van consumentengeschillen worden vermeld;

i) de organisatie en de werking van de juridische beroepen.

4. De Commissie verstrekt informatie over de relevante aspecten van het gemeenschapsrecht en zijn procedures.

5. De overeenkomstig de leden 1 t/m 3 opgestelde informatiedossiers worden doorgegeven aan:

a) de Commissie, die ervoor zorgt dat ze op de voor het publiek bedoelde website van het netwerk worden opgenomen en dat ze in de andere officiële talen van de Gemeenschap worden vertaald;

b) de contactpunten, die ervoor zorgen dat ze op zo groot mogelijke schaal worden verspreid in hun lidstaten.

6. De informatiedossiers worden overeenkomstig artikel 16 regelmatig bijgewerkt.

Artikel 16: Opstellen en bijhouden van de beschikbare informatie

1. Alle informatie die overeenkomstig de artikelen 13 tot 15 binnen het netwerk en voor het publiek beschikbaar is, wordt voortdurend bijgewerkt.

2. De contactpunten verstrekken de informatie die nodig is voor de opbouw en de werking van het systeem, controleren de juistheid van de informatie die al in het systeem is opgenomen en verwittigen de Commissie zodra bepaalde informatie moet worden gewijzigd.

Titel IV: Slotbepalingen

Artikel 17: herziening

Uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van deze beschikking, en vervolgens elke vijf jaar, dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad en het Economisch en Sociaal Comité een verslag in over de toepassing van deze beschikking, dat wordt opgesteld op basis van door de contactpunten verstrekte gegevens. Dit verslag gaat zonodig vergezeld van voorstellen tot wijziging van deze beschikking.

In dit verslag wordt onder andere ingegaan op de vraag of de burgers rechtstreeks toegang moeten krijgen tot de contactpunten van het netwerk, in hoeverre de juridische beroepen toegang moeten krijgen tot en moeten worden betrokken bij de werkzaamheden van het netwerk, en wat de aanknopingspunten zijn met het Europees buitengerechtelijk netwerk voor de beslechting van consumentengeschillen.

Artikel 18: Fundamenten van het netwerk en het informatiesysteem

1. Uiterlijk zes maanden voordat deze beschikking van toepassing wordt verstrekken de lidstaten de Commissie de in artikel 2, lid 5, bedoelde gegevens.

2. Voordat deze beschikking van toepassing wordt bereidt de Commissie in overleg met de contactpunten een website voor waarop het informatiesysteem voor het publiek kan worden geïnstalleerd.

Artikel 19: Inwerkingtreding en toepassing

Deze beschikking treedt in werking op de twintigste dag na de datum van bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf negen maanden na de datum van bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, op [...]

Voor de Raad

De Voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. Benaming van de maatregel

Voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende de oprichting van een Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken.

2. BEGROTINGSPLAATS

B5-820

3. rechtsgrondslag

Artikel 61, onder c)

4. omschrijving van de maatregel

4.1 Algemene doelstelling

De maatregel is bedoeld om een Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken op te richten, teneinde de justitiële samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van burgerlijke en handelszaken te verbeteren en een informatiesysteem voor de burgers op te zetten en te onderhouden.

Dit voorstel vloeit voort uit de opdracht die in drie instrumenten van politieke aard is geformuleerd:

- Het Actieplan van 3 december 1998 dat de Raad en de Commissie bij de Europese Raad van Wenen van 11 en 12 december 1998 hebben ingediend over hoe de bepalingen van het Verdrag van Amsterdam inzake de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid het best kunnen worden uitgevoerd;

- De conclusies van de buitengewone top van Tampere van 15 en 16 oktober 1999;

- De mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over het scorebord van de vorderingen op het gebied van de totstandbrenging van een ruimte van «vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid» in de Europese Unie.

4.2 Looptijd van de maatregel en voorwaarden voor de verlenging ervan.

Het Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken wordt, evenals het door het netwerk te onderhouden informatiesysteem, voor onbepaalde tijd opgericht.

5. Indeling van de uitgaven/ontvangsten

5.1 Niet-verplichte uitgaven

5.2 Gesplitste kredieten

5.3 Aard van de betrokken ontvangsten: niet van toepassing

6. AARD van de uitgaven/ontvangsten

De activiteiten op communautair niveau worden gefinancierd uit de communautaire begroting. De kosten van eventuele bijkomende middelen voor de activiteiten van hun contactpunten en van de leden van het netwerk komen voor rekening van de lidstaten.

De volgende activiteiten worden uit de communautaire begroting gefinancierd:

- vergaderingen;

- ontwikkeling en opbouw van een website;

- ontwikkeling van een eigen beveiligd telecommunicatienetwerk;

- andere activiteiten die betrekking hebben op door de contactpunten bepaalde onderwerpen: studies, opbouw van databases, samenwerkingsprojecten, enz.

7. Financiële gevolgen

De voorgestelde maatregel is van onbepaalde duur. Bij de raming van de financiële gevolgen moet rekening worden gehouden met het feit dat het netwerk geleidelijk vorm zal krijgen. Het netwerk moet zich geleidelijk kunnen ontwikkelen en specifieke projecten kunnen opzetten op basis van de geboekte resultaten.

De kosten van de verschillende onderdelen van de maatregel worden als volgt geraamd:

- Opstellen van de informatiedossiers: de kosten voor het opstellen van de informatiedossiers zijn niet te beramen, omdat de Gemeenschap belast is met de coördinatie van de keuze van de onderdelen en de inhoud van elk van de dossiers, die vervolgens door de lidstaten moeten worden ingevuld.

- Vertaling van de informatiedossiers: het opstellen van de informatiedossiers zal vertaalkosten met zich brengen. Ook sommige werkdocumenten van het netwerk zullen moeten worden vertaald, evenals de internetpagina's van de website. De uiteindelijke invloed op de werkdruk van de Vertaaldienst is nu nog niet in te schatten, omdat die afhankelijk is van het werktempo van het netwerk en van de aard van de documenten. Volgens een eerste raming zullen 2 of 3 informatiedossiers per jaar worden opgesteld, van elk 2 of 3 pagina's. Het aantal te vertalen internetpagina's zal in beginsel voor de komende jaren niet meer dan 200 bedragen. Hoewel het de bedoeling blijft de vertaalkosten af te boeken op het begrotingsonderdeel voor vertalingen, kan niet worden uitgesloten dat in de toekomst een beroep moet worden gedaan op de externe vertaalmarkt. De Commissie houdt dus rekening met deze mogelijkheid en zal in voorkomend geval proberen de nodige middelen vrij te maken uit het begrotingsonderdeel voor het netwerk.

- Vergaderingen van de contactpunten: de kosten van de vergaderingen van de contactpunten zijn geraamd op basis van het uitgangspunt dat de Commissie de reiskosten (en niet de verblijfskosten) voor vier contactpunten per lidstaat vergoedt. Het aantal vergaderingen is geraamd op vier.

- Vergaderingen van de leden van het netwerk: de kosten van de vergaderingen van de leden van het netwerk zijn geraamd op basis van het uitgangspunt dat de Commissie de reiskosten voor twaalf autoriteiten per lidstaat vergoedt (dus voor maximaal 180 autoriteiten per vergadering). Per jaar zal slechts één keer zo'n vergadering worden gehouden.

- Website: er is een bedrag van 75.000 EUR uitgetrokken voor het ontwerpen en opbouwen van de website van het netwerk, die via de site van de Commissie moet kunnen worden bereikt. Voor de verdere ontwikkeling en het onderhoud van de site is 30.000 EUR per jaar uitgetrokken.

- Databases: er moet ook rekening worden gehouden met het ontwerpen, het opbouwen en het invoeren van gegevens in databases over bepaalde specifieke onderwerpen waarvan naar verloop van tijd blijkt dat er behoefte aan bestaat. Voor deze specifieke initiatieven is bij de start een bepaald bedrag nodig (in beginsel elke twee jaar 100.000 EUR), en daarna jaarlijks een bedrag voor onderhoudskosten en voor het invoeren van gegevens (50.000 EUR).

- Intranet en beveiliging van het systeem: een eerste intranetsite hoeft geen extra gevolgen voor de communautaire begroting te hebben, omdat gebruik gemaakt zou worden van het CIRCA-systeem, dat is ontwikkeld in het kader van het IDA-programma. In een volgend stadium zou het netwerk om veiligheidsredenen echter strenger beveiligde communicatiemiddelen kunnen gaan gebruiken. Daarvoor zou in 2002 een bedrag van 100.000 EUR nodig kunnen zijn, en vervolgens een jaarlijks bedrag van 10.000 EUR voor het onderhoud en de verdere ontwikkeling van zo'n netwerk. De kosten van de aansluiting van de lidstaten op dit net zouden niet voor rekening van de communautaire begroting komen.

- Andere projecten: tenslotte moet een jaarlijks bedrag van 50.000 EUR worden uitgetrokken voor de financiering van andere projecten die door de contactpunten worden opgezet (proefprojecten op het gebied van samenwerking, ontwikkeling van formulieren, enz.). Deze projecten kunnen in dit stadium nog niet nader worden beschreven, daarom is flexibiliteit geboden.

Op basis van deze ramingen zien de financiële gevolgen van de verschillende fases van de maatregel er als volgt uit (indicatieve bedragen):

- Voorbereidende fase (jaar n): 0,155 miljoen EUR,

- Aanloopfase (jaar n + 1): 0,560 miljoen EUR,

- Operationele fase (jaar n + 2 en volgende): 0,460 miljoen EUR.

8. Maatregelen ter voorkoming van fraude

De algemene voorschriften op het gebied van fraudebestrijding zijn van toepassing.

9. GEGEVENS kosten-batenanalyse

9.1. Kwantificeerbare specifieke doelstellingen; doelgroep

Dit project is uiteindelijk bedoeld om het leven van de burgers te vereenvoudigen, door de justitiële samenwerking tussen de lidstaten in burgerlijke en handelszaken te verbeteren en door de toegang tot de rechter in een andere lidstaat te vergemakkelijken. Iedereen die is betrokken bij geschillen met grensoverschrijdende gevolgen is dus gebaat bij de tenuitvoerlegging van deze beschikking van de Raad, hetzij omdat de autoriteiten van de lidstaten intensiever samenwerken, hetzij omdat de betrokkenen informatie kunnen vinden op Internet.

Dit voorstel voor een beschikking van de Raad is dus bedoeld om geleidelijk bepaalde aspecten te verwezenlijken aan de hand waarvan de hierboven genoemde algemene doelstellingen kunnen worden gerealiseerd. Deze aspecten vormen de specifieke doelstellingen:

a) het aanwijzen van contactpunten in de lidstaten, die via de taken die hun bij deze beschikking worden opgedragen, rechtstreeks de opdracht hebben de justitiële samenwerking tussen de lidstaten te vergemakkelijken;

b) het samenstellen van een grotere categorie van andere leden van het netwerk, waarin de nationale autoriteiten die belast zijn met de samenwerking op dit gebied, zijn vertegenwoordigd;

c) het verrichten van de krachtens artikel 5 van de beschikking aan de contactpunten opgedragen taken;

d) het houden van vergaderingen van de contactpunten en (minder frequent) van de leden van het netwerk, zodat zij de contacten kunnen leggen die van belang zijn bij het uitvoeren van de in artikel 5 beschreven taken, en zodat zij kunnen beschikken over een discussieplatform waarin zij vraagstukken in verband met het opzetten en de activiteiten van het netwerk kunnen bespreken;

e) het ontwikkelen van een website met nuttige informatie voor de burgers, en met name met informatiedossiers over een scala van onderwerpen die verband houden met gerechtelijke procedures;

f) het opzetten van een beperkt toegankelijk telecommunicatiesysteem, waarmee binnen het netwerk doeltreffend kan worden gecommuniceerd en dat toegang verschaft tot de informatie die nodig is voor het uivoeren van de taken van het netwerk.

Het verwezenlijken van deze doelstellingen brengt ontwerp-, coördinatie-, en secretariaatswerkzaamheden met zich die de Commissie op zich zal nemen.

De maatregelen die specifiek in dit voorstel voor een beschikking en hierboven worden genoemd, zijn niet de enige die door het netwerk kunnen worden genomen. Met name naar aanleiding van de vergaderingen van de contactpunten kunnen andere initiatieven worden ontwikkeld via de mechanismen van het netwerk. Databases over specifieke onderwerpen, initiatieven ter ondersteuning van toekomstige ontwikkelingen op wetgevingsgebied, enz. zijn slechts enkele voorbeelden van maatregelen die op basis van de discussies binnen het netwerk nodig kunnen blijken te zijn.

9.2. Motivering van de maatregel

Zoals is gebleken uit de werkzaamheden van het Europees justitieel netwerk op het gebied van strafzaken, komt het de justitiële samenwerking tussen de lidstaten daadwerkelijk ten goede als de autoriteiten die daarmee zijn belast, een netwerk vormen.

Dit initiatief heeft dan ook ten doel een netwerk tot stand te brengen op het gebied van burgerlijke en handelszaken. Deze doelstelling kan alleen op communautair niveau worden verwezenlijkt. Deze beschikking en de budgettaire gevolgen daarvan zijn dus gerechtvaardigd ten opzichte van het subsidiariteitsbeginsel.

Sommige hierboven genoemde activiteiten brengen geen extra kosten voor de communautaire begroting met zich (dat geldt bijvoorbeeld voor het opstellen van de informatiedossiers) of kunnen worden afgeboekt op bestaande begrotingsonderdelen (zoals bijvoorbeeld de vertaling van de informatiedossiers in alle officiële talen van de Gemeenschap). Er moet echter wel een eigen begrotingsonderdeel komen voor de financiering van de werking van het netwerk.

Een aantal van de hierboven genoemde aspecten brengt wel extra kosten voor de communautaire begroting met zich. Deze aspecten zijn echter noodzakelijk voor de verwezenlijking van de doelstellingen. Voor een doeltreffende werking van het netwerk moet een bepaald aantal contactpunten worden aangewezen in de lidstaten, die onderling verbonden moeten zijn door krachtige systemen voor informatie-uitwisseling. Deze contactpunten moeten met een zekere regelmaat bijeen kunnen komen, zodat zij de contacten kunnen leggen die van belang zijn bij het uitvoeren van hun taken, problemen kunnen bespreken en het informatiesysteem voor het publiek kunnen ontwikkelen. De autoriteiten van de lidstaten die momenteel uit hoofde van communautaire of internationale instrumenten zijn belast met de justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken moeten ook als lid in het netwerk worden opgenomen, om ervoor te zorgen dat de ervaring die op elk deelgebied is opgedaan, wordt verspreid en dat de werkzaamheden van de contactpunten zoveel mogelijk effect hebben.

Deze activiteiten moeten kunnen worden gefinancierd uit de communautaire begroting, terwijl de lidstaten het deel van de kosten op zich nemen dat voor hun rekening komt (personeelskosten, reis-/verblijfskosten van de contactpunten en de leden van het netwerk die niet uit de communautaire begroting worden vergoed, enz.)

9.3 Follow-up en evaluatie van de maatregel

Het netwerk heeft een ambitieus werkprogramma, dat geleidelijk ten uitvoer zal worden gelegd. Dat biedt een uitstekende mogelijkheid om de vorderingen steeds te beoordelen in het licht van de opeenvolgende fases. In de beschikking is in ieder geval bepaald dat uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding ervan en vervolgens elke vijf jaar een evaluatie zal plaatsvinden. Deze evaluatie gaat zonodig vergezeld van voorstellen tot wijziging van deze beschikking.

10. administratieve uitgaven (deel a van afdeling iii van de algemene begroting)

Welke administratieve middelen precies worden ingezet zal jaarlijks worden vastgesteld in het besluit van de Commissie over de toewijzing van de middelen, waarbij rekening wordt gehouden met de extra personeelsleden en bedragen die door de begrotingsautoriteit worden toegekend.

10.1 Gevolgen voor het aantal posten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

10.2 Totale financiële gevolgen van de inschakeling van extra personeel (in euro)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>