52000PC0448

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad houdende verlenging van bepaalde bij Besluiten nr. 645/96/EG, nr. 646/96/EG, nr. 647/96/EG, nr. 102/97/EG, nr. 1400/97/EG en nr. 1296/1999/EG vastgestelde communautaire actieprogramma's op het gebied van de volksgezondheid en tot wijziging van deze besluiten /* COM/2000/0448 def. - COD 2000/0192 */

Publicatieblad Nr. C 365 E van 19/12/2000 blz. 0135 - 0137


Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD houdende verlenging van bepaalde bij Besluiten nr. 645/96/EG, nr. 646/96/EG, nr. 647/96/EG, nr. 102/97/EG, nr. 1400/97/EG en nr. 1296/1999/EG vastgestelde communautaire actieprogramma's op het gebied van de volksgezondheid en tot wijziging van deze besluiten

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. Dit voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot verlenging van het communautair actieprogramma inzake gezondheidsbevordering, -voorlichting, -opvoeding en -opleiding, het actieplan voor kankerbestrijding, het programma in verband met de preventie van aids en van bepaalde andere besmettelijke ziekten, het programma inzake de preventie van drugsverslaving, het programma voor gezondheidsmonitoring en het programma inzake met de milieuverontreiniging samenhangende ziekten maakt deel uit van de gezondheidsstrategie die de Commissie in haar Mededeling COM(2000) 285 van 16 mei 2000 heeft gepresenteerd.

2. De nieuwe gezondheidsstrategie omvat een actiekader op het gebied van de volksgezondheid, alsook onderling verband houdende en elkaar ondersteunende componenten met betrekking tot andere communautaire beleidslijnen en activiteiten die een invloed hebben op factoren die met de gezondheid verband houden. Als onderdeel van het actiekader op het gebied van de volksgezondheid heeft de Commissie overeenkomstig artikel 152 van het EG-Verdrag een nieuw, allesomvattend actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid ter goedkeuring aan het Europees Parlement en de Raad voorgelegd. Het nieuwe programma vervangt de huidige actieprogramma's op het gebied van de volksgezondheid.

3. Aangezien voor het voorstel betreffende het nieuwe programma op het gebied van de volksgezondheid de medebeslissingsprocedure moet worden toegepast, is het mogelijk dat een aantal van de huidige programma's afloopt alvorens het besluit van het Europees Parlement en de Raad wordt goedgekeurd. De programma's inzake gezondheidsbevordering, kanker, aids en bepaalde andere besmettelijke ziekten en inzake drugsverslaving lopen af op 31 december 2000. De programma's inzake gezondheidsmonitoring en met de milieuverontreiniging samenhangende ziekten lopen af op 31 december 2001.

4. De acties die in het kader van de huidige programma's worden gevoerd, zijn van essentieel belang voor het nastreven van de communautaire doelstellingen inzake volksgezondheid. Indien ze worden onderbroken, zal dat zowel het beleid als de activiteiten in het veld schade berokkenen. Het voorgestelde nieuwe programma bouwt op dergelijke acties voort. De tussentijdse verslagen van de Commissie (COM(99) 408 van 8.9.1999, COM(99) 463 van 14.10.99 en COM(2000) 165 van 22.3.2000) over de programma's inzake kanker, aids en bepaalde andere besmettelijke ziekten, drugsverslaving en gezondheidsbevordering, -voorlichting, -opvoeding en -opleiding, zijn gebaseerd op een onafhankelijke evaluatie van de acties die in het kader van die programma's zijn gevoerd, alsook van hun toegevoegde waarde.

5. Indien de programma's die in 2000 en 2001 aflopen worden verlengd, wordt de potentiële schade door een onderbreking van de communautaire actie voorkomen en doen de hierboven vermelde problemen zich niet voor. De verlenging van de programma's moet echter in de tijd beperkt blijven en mag slechts gelden tot het nieuwe programma op het gebied van de volksgezondheid van kracht wordt. Daarom wordt voorgesteld deze zes programma's tot 31 december 2002 te verlengen. Tegelijkertijd voorziet het voorstel voor het nieuwe programma op het gebied van de volksgezondheid in de intrekking van alle besluiten met betrekking tot de huidige programma's op het gebied van de volksgezondheid. Op die manier worden de acties in het kader van de huidige programma's voortgezet en overgenomen door het nieuwe programma, zonder onderbreking van de belangrijkste communautaire acties op het gebied van de volksgezondheid. Aangezien EVA-/EER-landen en geassocieerde landen in Midden- en Oost-Europa aan de bestaande programma's deelnemen, zal de verlenging van de programma's het mogelijk maken om een dergelijke deelname voort te zetten.

6. Om de overgang van de huidige programma's naar het nieuwe programma op het gebied van de volksgezondheid vlot te laten verlopen, verlangt dit voorstel voor een besluit dat bij de tenuitvoerlegging ervan naar behoren rekening wordt gehouden met de resultaten van de onafhankelijke evaluaties die zijn uitgevoerd. Het stelt ook het kader vast voor de activiteiten tijdens de overgangsperiode door uitdrukkelijk te verwijzen naar de nieuwe strategische oriëntaties die zijn opgenomen in Mededeling COM(1998) 230 van 15 april 1998 van de Commissie aan de Raad, aan het Europees Parlement, aan het Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de Regio's betreffende de ontwikkeling van het beleid op volksgezondheidsgebied in de Europese Gemeenschap, in de conclusies van de Raad van 26 november 1998 betreffende een toekomstig actiekader van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid [1], in de resolutie van de Raad van 8 juni 1999 over de toekomstige actie van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid [2], in Resolutie A4-0082/99 van het Europees Parlement van 12 maart 1999, in het advies van het Economisch en Sociaal Comité van 9 september 1998 [3], in het advies van het Comité van de Regio's van 19 november 1998 [4] en in Mededeling COM(2000) 285 van 16 mei 2000 over de gezondheidsstrategie van de Europese Gemeenschap.

[1] PB C 390 van 15.12.1998, blz. 1.

[2] PB C 200 van 15.7.1999, blz. 1.

[3] PB C 407 van 28.12.1998, blz. 21.

[4] PB C 51 van 22.2.1999, blz. 53.

7. Overeenkomstig artikel 152 van het EG-Verdrag betreft dit voorstel stimuleringsmaatregelen die in het kader van de zes hierboven vermelde programma's moeten worden uitgevoerd. De besluiten tot instelling van die programma's bevestigen de naleving van het subsidiariteits- en het proportionaliteitsbeginsel met betrekking tot de genomen maatregelen. De algemene doelstelling van dergelijke maatregelen is bij te dragen tot een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid door de samenwerking tussen de lidstaten aan te moedigen, hun acties te ondersteunen, de coördinatie van hun beleid en programma's te bevorderen en samenwerking met derde landen en met de inzake volksgezondheid bevoegde internationale organisaties te stimuleren.

8. Zoals blijkt uit de besluiten waarbij de programma's werden goedgekeurd, kunnen de lidstaten de doelstellingen van deze programma's niet in voldoende mate verwezenlijken. Het voorgestelde besluit doet alleen het noodzakelijke om de bovengenoemde doelstellingen te verwezenlijken en eerbiedigt volledig de verantwoordelijkheden van de lidstaten voor de organisatie en de verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging.

9. De geplande acties beogen de ontwikkeling en de ondersteuning van activiteiten ter bevordering van de gezondheid en ter preventie van specifieke ziekten, de ontwikkeling van een systeem voor gezondheidsmonitoring, het verzamelen en verspreiden van informatie en het opstellen van verslagen. Dat veronderstelt samenwerking met de lidstaten en ondersteuning van hun acties. Overeenkomstig artikel 152 worden geen harmonisatiemaatregelen voorgesteld.

10. Het voorstel tot verlenging van de programma's inzake gezondheidsbevordering, kanker, aids en bepaalde andere besmettelijke ziekten, drugsverslaving, gezondheidsmonitoring en met de milieuverontreiniging samenhangende ziekten bevat:

* een preambule, waarin de wettelijke context, de verantwoording van het voorstel en de regelingen voor monitoring en evaluatie worden uiteengezet;

* een dispositief, dat de zes programma's verlengt in overeenstemming met de bepalingen inzake de doelstellingen, acties, verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging, samenhang, complementariteit, comitologie en internationale samenwerking die zijn vastgesteld bij de respectieve besluiten die de programma's hebben ingesteld (artikel 1), bevat bepalingen met betrekking tot het budget (artikel 2) en betreffende de follow-up en evaluatie (artikel 3), de goedkeuring van de procedure van het comité (artikel 3), de deelname van de EVA-/EER-landen, de geassocieerde Midden- en Oost-Europese landen, Cyprus, Malta en Turkije (artikel 4), monitoring en evaluatie (artikel 5) en de inwerkingtreding van het besluit betreffende verlenging (artikel 6).

2000/192 (COD)

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD houdende verlenging van bepaalde bij Besluiten nr. 645/96/EG, nr. 646/96/EG, nr. 647/96/EG, nr. 102/97/EG, nr. 1400/97/EG en nr. 1296/1999/EG vastgestelde communautaire actieprogramma's op het gebied van de volksgezondheid en tot wijziging van deze besluiten

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 152,

Gezien het voorstel van de Commissie [5],

[5] PB C ... van ..., blz. ...

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [6],

[6] PB C ... van ..., blz. ...

Gezien het advies van het Comité van de Regio's [7],

[7] PB C ... van ..., blz. ...

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag [8],

[8] Advies van het Europees Parlement.

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Een aantal communautaire actieprogramma's in het kader van de actie op het gebied van de volksgezondheid verstrijken binnenkort.

(2) De volgende programma's verstrijken einde 2000:

- Het communautaire actieprogramma inzake gezondheidsbevordering, -voorlichting, -opvoeding en -opleiding, vastgesteld bij Besluit nr. 645/96/EG van het Europees Parlement en de Raad [9].

[9] PB L 95 van 16.4.1996, blz. 1.

- Het actieplan voor kankerbestrijding vastgesteld bij Besluit nr. 646/96/EG van het Europees Parlement en de Raad [10].

[10] PB L 95 van 16.4.1996, blz. 9.

- Het communautaire actieprogramma in verband met de preventie van aids en van bepaalde andere besmettelijke ziekten, vastgesteld bij Besluit nr. 647/96/EG van het Europees Parlement en de Raad [11].

[11] PB L 95 van 16.4.1996, blz. 16.

- Het communautaire actieprogramma inzake de preventie van drugsverslaving vastgesteld bij Besluit nr. 102/97/EG van het Europees Parlement en de Raad [12].

[12] PB L 19 van 22.1.1997, blz. 25.

(3) De volgende programma's verstrijken einde 2001:

- Het communautaire actieprogramma voor gezondheidsmonitoring vastgesteld bij Besluit nr. 1400/97/EG van het Europees Parlement en de Raad [13].

[13] PB L 193 van 22.7.1997, blz. 1.

- Het communautaire actieprogramma inzake met de milieuverontreiniging samenhangende ziekten vastgesteld bij Besluit nr. 1296/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad [14].

[14] PB L 155 van 22.6.1999, blz. 7.

(4) De Raad beklemtoonde in zijn resolutie van 8 juni 1999 over de toekomstige actie van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid [15] tegen de achtergrond van het verstrijken van de bestaande programma's de behoefte aan continuïteit van de actie van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid.

[15] PB C 200 van 15.7.1999, blz. 1.

(5) In haar Mededeling van 15 april 1998 aan de Raad, aan het Europees Parlement, aan het Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de Regio's betreffende de ontwikkeling van beleid op volksgezondheidsgebied in de Europese Gemeenschap [16] vermeldt de Commissie dat de bestaande programma's op het gebied van de volksgezondheid vanaf einde 2000 verstrijken en beklemtoont zij dat een vacuüm in het communautaire beleid op dit belangrijke gebied moet worden voorkomen. Het debat dat na deze mededeling op gang kwam, leidde tot een consensus tussen de gemeenschapsinstellingen over de ontwikkeling van een nieuwe gezondheidsstrategie met een allesomvattend actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid.

[16] COM(1998)230 def.

(6) Teneinde (een onderbreking van bovengenoemde) communautaire actie te voorkomen, terwijl een nieuwe strategie en voorstellen voor een nieuw, allesomvattend volksgezondheidsprogramma worden uitgewerkt, dienen de huidige programma's op het gebied van de volksgezondheid tot eind 2002 te worden verlengd.

(7) De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER-Overeenkomst) voorziet in een grotere samenwerking inzake de gezondheidszorg tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie die deelnemen aan de EER (EVA-/EER-landen) anderzijds. Bepaald moet worden dat de deelneming aan de programma's op het gebied van de volksgezondheid openstaat voor de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa in overeenstemming met de in de Europaovereenkomsten, in de aanvullende protocollen ervan en in de besluiten van de respectieve Associatieraden vastgelegde voorwaarden, voor Cyprus, gefinancierd door met dat land overeen te komen aanvullende kredieten en voor Malta en Turkije, gefinancierd door aanvullende kredieten, in overeenstemming met de bepalingen van het Verdrag;

(8) Bij de verlenging van de programma's dient rekening te worden gehouden met de Mededeling van 15 juni 2000 van de Commissie aan de Raad, aan het Europees Parlement, aan het Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de Regio's betreffende de gezondheidsstrategie van de Europese Gemeenschap [17], met de conclusies van de Raad van 26 november 1998 betreffende een toekomstig actiekader van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid [18], met de resolutie van de Raad van 8 juni 1999 over de toekomstige actie van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid, met Resolutie van het Europees Parlement van 12 maart 1999 [19], met het advies van het Economisch en Sociaal Comité van 9 september 1998 [20] en met het advies van het Comité van de Regio's van 19 november 1998 [21]. Voorts dient rekening te worden gehouden met het tussentijdse verslag van de Commissie van 14 oktober 1999 aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de tenuitvoerlegging van de communautaire actieprogramma's inzake de preventie van kanker, aids en bepaalde andere besmettelijke ziekten en inzake drugsverslaving in het kader van de actie op het gebied van de volksgezondheid [22], en met het tussentijdse verslag van de Commissie van 22 maart 2000 aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de uitvoering van het communautaire actieprogramma inzake gezondheidsbevordering, -voorlichting, -opvoeding en -opleiding in het kader van de actie op het gebied van de volksgezondheid [23];

[17] COM(2000) 285 def.

[18] PB C 390 van 15.12.1998, blz. 1.

[19] PB C 175 van 21.6.1999, blz. 135.

[20] PB C 407 van 28.12.1998, blz. 21.

[21] PB C 51 van 22.2.1999, blz. 53.

[22] COM(1999) 463 def.

[23] COM(2000) 165 def.

(9) Dit besluit legt voor de looptijd van de verlenging van de actieprogramma's het financiële kader vast, dat voor de begrotingsautoriteit gedurende de jaarlijkse begrotingsprocedure het voornaamste referentiepunt vormt in de zin van punt 33 van het Interinstitutionele Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 6 mei 1999 over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure [24].

[24] PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

(10) De Besluiten nr. 645/96/EG, nr. 646/96/EG, nr. 647/96/EG, nr. 102/97/EG, nr. 1400/97/EG en nr. 1296/1999/EG, dienen te worden gewijzigd om rekening te houden met Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [25].

[25] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(11) De actieprogramma's waarvan de looptijd is verlengd dienen te worden gevolgd en voortdurend te worden geëvalueerd in samenwerking met de Commissie en de lidstaten,

BESLUITEN:

Artikel 1

Verlenging

1. De volgende actieprogramma's en het volgende actieplan worden vanaf 1 januari 2001 tot 31 december 2002 verlengd:

a) Het communautaire actieprogramma inzake gezondheidsbevordering, -voorlichting, -opvoeding en -opleiding, vastgesteld bij Besluit nr. 645/96/EG van het Europees Parlement en de Raad.

b) Het actieplan voor kankerbestrijding vastgesteld bij Besluit nr. 646/96/EG van het Europees Parlement en de Raad.

c) Het communautaire actieprogramma in verband met de preventie van aids en van bepaalde andere besmettelijke ziekten, vastgesteld bij Besluit nr. 647/96/EG van het Europees Parlement en de Raad.

d) Het communautaire actieprogramma inzake de preventie van drugsverslaving, vastgesteld bij Besluit nr. 102/97/EG van het Europees Parlement en de Raad.

2. De volgende actieprogramma's worden vanaf 1 januari 2002 tot 31 december 2002 verlengd:

a) Het communautaire actieprogramma voor gezondheidsmonitoring, vastgesteld bij Besluit nr. 1400/97/EG van het Europees Parlement en de Raad.

b) Het communautair actieprogramma inzake met de milieuverontreiniging samenhangende ziekten, vastgesteld bij Besluit nr. 1296/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 2

Begroting

1. Het totale financiële kader voor de uitvoering van de in artikel 1 genoemde programma's en het aldaar genoemde actieplan voor de periode 1 januari 2001 tot 31 december 2002 bedraagt 79,1 miljoen EUR.

2. Het financiële kader voor de uitvoering van het actieprogramma inzake gezondheidsbevordering, -voorlichting, -opvoeding en -opleiding voor de periode 1 januari 2001 tot 31 december 2002 bedraagt 8,5 miljoen EUR, dat voor het actieplan voor kankerbestrijding 31,142 miljoen EUR, dat voor het actieprogramma inzake de preventie van drugsverslaving 11,434 miljoen EUR en dat voor het actieprogramma in verband met de preventie van aids en bepaalde andere besmettelijke ziekten 22,324 miljoen EUR.

3. Het financiële kader voor de uitvoering, voor de periode 1 januari 2002 tot 31 december 2002, van het actieprogramma voor gezondheidsmonitoring bedraagt 4,4 miljoen EUR en dat voor de uitvoering van het actieprogramma inzake met de milieuverontreiniging samenhangende ziekten 1,3 miljoen EUR.

4. De jaarlijkse kredieten worden binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten door de begrotingsautoriteit goedgekeurd.

Artikel 3

Aanpassing van de procedure van het comité

1. Artikel 5 van de Besluiten nr. 645/96/EG, nr. 646/96/EG, nr. 647/96/EG, nr. 102/97/EG en nr. 1400/97/EG worden als volgt gewijzigd:

a) Lid 1 komt als volgt te luiden:

"1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie."

b) In lid 2 worden de tweede en de derde alinea vervangen door:

De beheersprocedure van artikel 4 van Besluit 1999/468/EG is met inachtneming van de artikelen 7 en 8 van Besluit 1999/468/EG van toepassing op de vaststelling van de in de eerste alinea van het onderhavige lid genoemde maatregelen. De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt op twee maanden vastgesteld.

c) Lid 3 komt als volgt te luiden:

"3. De Commissie kan voorts het comité raadplegen over elke andere aangelegenheid met betrekking tot de uitvoering van dit besluit. In dit geval is de raadplegingsprocedure van artikel 3 van Besluit 1999/468/EG met inachtneming van de artikelen 7 en 8 van laatstgenoemd besluit van toepassing."

2. Artikel 5 van Besluit nr. 1296/1999/EG wordt als volgt gewijzigd:

a) Lid 1 komt als volgt te luiden:

"1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie ."

b) In lid 2 worden de tweede en de derde alinea vervangen door:

De raadplegingsprocedure van artikel 3 van Besluit 1999/468/EG is met inachtneming van de artikelen 7 en 8 van Besluit 1999/468/EG van toepassing op de vaststelling van de in de eerste alinea van het onderhavige lid genoemde maatregelen.

Artikel 4

Deelname van de EVA-/EER-landen, de geassocieerde landen in Midden- en Oost-Europa, Cyprus, Malta en Turkije

Aan de in artikel 1 genoemde programma's kan worden deelgenomen door:

a) de EVA-/EER-landen in overeenstemming met de in de EER-Overeenkomst vastgelegde voorwaarden;

b) de geassocieerde landen in Midden- en Oost-Europa in overeenstemming met de in de Europaovereenkomsten, de aanvullende protocollen en in de besluiten van de respectieve Associatieraden vastgelegde voorwaarden;

c) Cyprus, gefinancierd door aanvullende kredieten in overeenstemming met de met dat land overeengekomen procedure;

d) Malta en Turkije, gefinancierd door aanvullende kredieten in overeenstemming met de bepalingen van het Verdrag.

Artikel 5

Toezicht en evaluatie

1. Voor de uitvoering van dit besluit treft de Commissie, in samenwerking met de lidstaten, de nodige maatregelen voor het toezicht op en de evaluatie van de activiteiten die uit hoofde van de in lid 1 genoemde programma's of het daar genoemde plan worden georganiseerd.

2. Na afloop van de in lid 1 genoemde programma's of het daar genoemde plan, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in. Zij neemt in het verslag de resultaten op van de in lid 1 genoemde evaluatie. Het verslag wordt ook aan het Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de Regio's voorgelegd.

Artikel 6

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Het is met ingang van 1 januari 2001 van toepassing.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitster De Voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. Titel van de maatregel

Voorstel voor een Besluit van het Europees Parlement en de Raad houdende verlenging van bepaalde bij Besluiten nr. 645/96/EG, nr. 646/96/EG, nr. 647/96/EG, nr. 102/97/EG, nr. 1400/97/EG en nr. 1296/1999/EG vastgestelde communautaire actieprogramma's op het gebied van de volksgezondheid en tot wijziging van deze besluiten

2. Begrotingslijnen

B3-4308 en B3-4308A

(de voormalige begrotingslijnen B3-4300 en B3-4300A, B3-4301 en B3-4301A, B3-4302 en B3-4302A, B3-4303 en B3-4303A, B3-4304 en B3-4304A, B3-4306 en B3-4306A).

3. Rechtsgrondslag

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot verlenging van het communautair actieprogramma inzake gezondheidsbevordering, -voorlichting, -opvoeding en -opleiding, het actieplan voor kankerbestrijding, het programma in verband met de preventie van aids en van bepaalde andere besmettelijke ziekten, het programma inzake de preventie van drugsverslaving, het programma voor gezondheidsmonitoring en het programma inzake met de milieuverontreiniging samenhangende ziekten.

4. Omschrijving van de maatregel

4.1 Algemene doelstelling

Het is de bedoeling de voortzetting mogelijk te maken van de acties die in het kader van de zes onder punt 1 vermelde programma's op het gebied van de volksgezondheid worden gevoerd. Deze programma's zijn van essentieel belang voor het nastreven van de communautaire doelstellingen inzake volksgezondheid tot een nieuw, allesomvattend programma op het gebied van de volksgezondheid is goedgekeurd, en in elk geval uiterlijk tot 31 december 2002. Daarom worden de volgende programma's verlengd:

- het communautair actieprogramma inzake gezondheidsbevordering, -voorlichting, -opvoeding en -opleiding;

- het actieplan voor kankerbestrijding;

- het communautair actieprogramma in verband met de preventie van aids en van bepaalde andere besmettelijke ziekten;

- het programma inzake de preventie van drugsverslaving;

- het programma voor gezondheidsmonitoring;

- het programma inzake met de milieuverontreiniging samenhangende ziekten.

Deze acties hebben tot doel de samenwerking tussen de lidstaten aan te moedigen, hun acties te ondersteunen, de coördinatie van hun beleid en programma's te bevorderen en de samenwerking met derde landen en met de inzake volksgezondheid bevoegde internationale organisaties te stimuleren.

4.2 Looptijd en verlenging

De verlenging geldt voor twee jaar, met ingang van 1.1.2001, voor:

- het programma inzake gezondheidsbevordering, -voorlichting, -opvoeding en -opleiding;

- het actieplan voor kankerbestrijding;

- het programma in verband met de preventie van aids en van bepaalde andere besmettelijke ziekten

- het programma inzake de preventie van drugsverslaving.

De verlenging geldt voor één jaar, met ingang van 1 januari 2002, voor:

- het programma voor gezondheidsmonitoring;

- het programma inzake met de milieuverontreiniging samenhangende ziekten.

5. Indeling van de uitgaven of ontvangsten

5.1 Verplichte/Niet-verplichte uitgaven

NVU

5.2 Gesplitste/Niet-gesplitste kredieten

Gesplitste kredieten

6. Aard van de uitgaven of ontvangsten

- Subsidie voor cofinanciering met andere geldbronnen van de overheids- en/of particuliere sector. De deelname van de Commissie is normaal gezien beperkt tot 70% van de totale kosten van de gesubsidieerde projecten;

- Dienstverleningscontracten op basis van aanbestedingen.

7. Financiële gevolgen

7.1 Wijze van berekening van de totale kosten van de maatregel (verband tussen eenheidskosten en totale kosten)

Vastleggingskredieten in miljoen euro (lopende prijzen)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7.2 Uitsplitsing van de kosten per onderdeel

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

* Exclusief de uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand en ondersteuning (zie 7.3)

7.3 Uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand en ondersteuning opgenomen in deel B van de begroting (B3-4308A)

Vastleggingskredieten in miljoen euro (lopende prijzen)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7.4 Tijdschema voor de vastleggings- en betalingskredieten

In miljoen euro

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

8. Maatregelen ter bestrijding van fraude

Alle voorstellen voor subsidies zullen op hun technische inhoud en aan de hand van reeds bestaande financiële criteria worden beoordeeld overeenkomstig de bepalingen van de uitvoeringsbesluiten van de Commissie voor elk van verlengde programma's. Die criteria betreffen onder meer de eigen middelen, de financiële situatie en het financieel beheer, in het verleden geleverde prestaties of bewezen betrouwbaarheid met betrekking tot gesubsidieerde projecten, de relaties tussen de partners in een bepaald project en de mogelijkheden voor doeltreffende boekhouding en controle.

Bij het verzoek om de definitieve afrekening moet een evaluatie van de operationele en financiële status van het betrokken project worden gevoegd.

Overeenkomstig het besluit tot verlenging van de programma's zal een evaluatie achteraf worden uitgevoerd. De resultaten van die evaluatie worden opgenomen in een verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's.

- Geplande specifieke controlemaatregelen

Er zullen controles ter plaatse worden gehouden aan de hand van adequate selectiecriteria (hoogte van de subsidie, tussentijds verslag, resultaten van de permanente controle, gegevens over de voortgang met de uitvoering van het werkprogramma). Als er redenen zijn om aan te nemen dat de uitvoering van een gesubsidieerd project of een dienstverleningscontract sterk te wensen overlaat, kan een spoedcontrole worden uitgevoerd; blijven er dan nog bedenkingen bestaan, dan kan de betrokken dienst de zaak voorleggen aan de bevoegde auditdiensten en de fraudebestrijdingsdienst.

9. Elementen van de kosten/effectiviteitsanalyse

9.1 Specifieke en kwantificeerbare doelstellingen; doelgroep

- Specifieke doelstellingen: verband met de algemene doelstelling

Elk van de verlengde programma's heeft specifieke doelstellingen die zijn vastgesteld in de respectieve besluiten van het Europees Parlement en de Raad. Bovendien worden overeenkomstig de uitvoeringsbepalingen van de Commissie voor elk programma jaarlijks werkprogramma's met specifieke doelstellingen en prioriteiten goedgekeurd en verslagen over de uitvoering ervan opgemaakt.

- Doelgroep:

Wie de uiteindelijke begunstigden van de gevoerde acties zijn, hangt af van het programma: soms is dat het grote publiek (het programma voor gezondheidsmonitoring en gezondheidsbevordering, surveillance van bepaalde besmettelijke ziekten), soms zijn het subgroepen (bijvoorbeeld groepen met een hoger risico van huidkanker, jongeren die beginnen te roken, risicovol seksueel gedrag bij jongeren, homoseksuelen, drugsgebruik door groepen in achtergestelde milieus, gezondheidsbevordering op het werk en op school, enz.).

De rechtstreekse begunstigden van de financiële steun van de Gemeenschap zijn NGO's die actief zijn op het gebied van de preventie van ziekten en gezondheidsbevordering, overheids- of semi-overheidsdiensten en -instellingen die bevoegd zijn voor gezondheidsaangelegenheden, en verenigingen van gezondheidswerkers en academische instellingen. De subsidiabiliteitscriteria zijn vastgelegd in de toepassingsbepalingen van de Commissie voor elk van de programma's. De belangrijkste criteria zijn de betrokkenheid van partners uit verschillende lidstaten en de toegevoegde waarde.

9.2 Motivering van de maatregel

- Reden waarom financiële steun van de Gemeenschap noodzakelijk is, met name gelet op het subsidiariteitsbeginsel

De acties in het kader van de programma's waarvan de verlenging wordt voorgesteld, zijn noodzakelijk voor het nastreven van de communautaire doelstellingen inzake volksgezondheid overeenkomstig de vereisten van het Verdrag. De respectieve besluiten van het Europees Parlement en de Raad hebben bevestigd dat elk van de programma's aan het subsidiariteitsbeginsel beantwoordt.

- Wijze van steunverlening

Volgens de uitvoeringsbepalingen van de Commissie voor elk van de programma's moet elk jaar een werkprogramma worden opgesteld na overleg met het bevoegde comités van beheer. Daarop volgt een oproep tot het indienen van voorstellen en een specifiek tijdschema voor de indiening van voorstellen aan de hand van een gestandaardiseerd inschrijvingsformulier. Dat formulier is het belangrijkste middel om te oordelen of het voorstel financieel en technisch in orde is en op kwalitatief vlak voldoet, gelet op de doelstellingen van het programma en de relevante selectiecriteria en financiële regels. Vervolgens wordt het advies van het bevoegde comité ingewonnen over de algehele deugdelijkheid van het voorstel, alsook over de toegevoegde waarde en de comparatieve merites.

9.3 Follow-up en beoordeling van de maatregel

- Geselecteerde prestatie-indicatoren

* output-indicatoren (bepaling van de ontplooide activiteiten)

Elk programma wordt aan een permanente follow-up onderworpen. Daarbij wordt rekening gehouden met de volgende indicatoren: het aantal opgezette netwerken en hun kwaliteit, de uitgebrachte aanbevelingen en richtsnoeren, door de Commissie goedgekeurde of gepubliceerde mededelingen en verslagen, ad hoc-enquêtes zoals Eurobarometer-enquêtes over attitudes en gedrag, de doeltreffendheid van campagnes en informatieverspreiding, alsmede de overname, navolging en multiplicatoreffecten in de lidstaten bij de bevoegde autoriteiten en plaatselijke groepen en organisaties.

* effect-indicatoren (toetsing van het resultaat aan de doelstellingen)

Elk programma wordt voor elk van de acties geëvalueerd, in het bijzonder op zijn doeltreffendheid ten aanzien van de doelstellingen. De diensten van de Commissie en onafhankelijke deskundigen voeren die evaluatie uit en hanteren daarbij directe (bijvoorbeeld een wijziging van het gedrag, van het tabaks- of van het drugsgebruik) en indirecte metingen (bijvoorbeeld de doeltreffendheid waarmee gezondheidsbevorderingsmateriaal wordt verdeeld, de mate waarin het publiek zich de boodschap herinnert of de participatiegraad). Na afloop van de verlenging dient de Commissie een algemeen verslag in over elk van de programma's en hun doeltreffendheid.

10. Huishoudelijke uitgaven (afdeling III, deel A van de begroting)

Het personeel dat momenteel de lopende programma's beheert, zal met het beheer van de verlengingen worden belast. Er is geen extra personeel nodig onder deel A van de begroting.

Het personeel en de administratieve middelen dienen te worden betaald met de kredieten die reeds voor het beheer zijn toegekend.

10.1 Gevolgen voor het aantal posten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

10.2 Totale financiële gevolgen van het personeel

Buiten het personeel dat reeds aan de programma's op het gebied van de volksgezondheid is toegewezen, is er geen extra personeel nodig.

In miljoen euro

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

10.3 Stijging van andere huishoudelijke uitgaven in verband met deze maatregel

Huishoudelijke uitgaven voor missies, vergaderingen, comités en conferenties worden gefinancierd uit het algemene bedrag onder titel A-7 van de begroting die aan DG SANCO is toegekend.

EFFECTBEOORDELINGSFORMULIER EFFECT VAN HET VOORSTEL OP HET BEDRIJFSLEVEN, MET NAME OP HET MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF (MKB)

Titel van het voorstel

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot verlenging van het communautair actieprogramma inzake gezondheidsbevordering, -voorlichting, -opvoeding en -opleiding, het actieplan voor kankerbestrijding, het programma in verband met de preventie van aids en van bepaalde andere besmettelijke ziekten, het programma inzake de preventie van drugsverslaving, het programma voor gezondheidsmonitoring en het programma inzake met de milieuverontreiniging samenhangende ziekten.

Referentienummer van het document

Voorstel

1. Waarom is, gelet op het subsidiariteitsbeginsel, communautaire wetgeving op dit gebied noodzakelijk en wat zijn de voornaamste doelstellingen-

Overeenkomstig artikel 152 van het EG-Verdrag dient de Commissie dit voorstel in met het oog op aanmoedigingsacties in het kader van de programma's waarvan ze aan het Europees Parlement en de Raad de verlenging vraagt. De besluiten tot instelling van die programma's bevestigen de naleving van het subsidiariteits- en het proportionaliteitsbeginsel met betrekking tot de genomen maatregelen. De algemene doelstelling van dergelijke maatregelen is bij te dragen tot het waarborgen van een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid door de samenwerking tussen de lidstaten aan te moedigen, hun acties te ondersteunen, de coördinatie van hun beleid en programma's te bevorderen en de samenwerking met derde landen en met de inzake volksgezondheid bevoegde internationale organisaties te stimuleren.

Effecten op het bedrijfsleven

2. Waarop is het voorstel van invloed-

Dit voorstel heeft geen effecten op het bedrijfsleven. De programma's voorzien in de financiering van acties die de samenwerking tussen de lidstaten aanmoedigt, de coördinatie van hun beleid en programma's bevordert en de uitwisseling van informatie over de preventie van ziekten en van ervaringen met strategieën om gevaren voor de gezondheid te bestrijden, te stimuleren.

3. Wat moeten de bedrijven doen om aan het voorstel te voldoen-

Aan de bedrijven worden geen verplichtingen opgelegd.

4. Welke economische gevolgen zal het voorstel naar verwachting hebben-

Dit voorstel heeft geen economische gevolgen voor de werkgelegenheid, de investeringen, de oprichting van nieuwe bedrijven of het concurrentievermogen van het bedrijfsleven.

5. Bevat het voorstel maatregelen om rekening te houden met de bijzondere situatie van het midden- en kleinbedrijf (minder zware of andere eisen, enz.)-

Aangezien er geen effecten zijn op het bedrijfsleven, zijn dergelijke maatregelen niet nodig.

Raadpleging

6. Over het voorstel geraadpleegde organisaties en overzicht van hun standpunten.

Geen enkele organisatie is over dit voorstel geraadpleegd. Het voorstel maakt deel uit van de gezondheidstrategie van de Commissie die door alle communautaire instellingen wordt onderschreven en gesteund, na een uitvoerig debat dat de Commissie met haar mededeling COM(1998) 230 van 15 april 1998 op gang heeft gebracht.