52000BP0092(01)

Resolutie van het Europees Parlement met de opmerkingen bij het besluit waarbij de Commissie kwijting wordt verleend voor de uitvoering van de begroting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in het begrotingsjaar 1998

Publicatieblad Nr. L 191 van 27/07/2000 blz. 0020 - 0023


Resolutie

van het Europees Parlement met de opmerkingen bij het besluit waarbij de Commissie kwijting wordt verleend voor de uitvoering van de begroting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in het begrotingsjaar 1998

HET EUROPEES PARLEMENT,

Gezien het verslag van de Rekenkamer over de financiële staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) per 31 december 1998(1),

Gezien het jaarverslag van de Rekenkamer met betrekking tot de EGKS over het begrotingsjaar 1998 (met inbegrip van de verklaring van betrouwbaarheid betreffende de EGKS), en het antwoord van de Commissie (C5-0153/2000)(2),

Gezien het Speciaal verslag nr. 3/99 van de Rekenkamer over het beheer en de controle van de rentesubsidies door de diensten van de Commissie, met de antwoorden van de Commissie(3),

Gelet op artikel 78 octies en artikel 97 van het EGKS-Verdrag,

Gelet op artikel 93 en bijlage V van zijn reglement,

Gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0092/2000),

Overwegende hetgeen volgt:

A. Artikel 2 van het EGKS-Verdrag legt doelstellingen vast op het gebied van de economische ontwikkeling de uitbreiding van de werkgelegenheid en de verhoging van de levensstandaard.

B. In 1998, in een klimaat van zeer lage marktprijzen, een crisis op de markt voor vrachtvervoer, de herstructurering van de kolensector in Duitsland en de effecten van de liberalisering van de elektriciteits- en gasmarkt in het Verenigd Koninkrijk, daalde de steenkoolproductie in de Europese Unie ten opzichte van het voorgaande jaar met 12 % tot 107 miljoen t.

C. De Rekenkamer concludeerde in haar voornoemd speciaal verslag, met name in paragraaf 3.11, dat, wat betreft arbeidsscheppende maatregelen overeenkomstig artikel 56 van het EGKS-Verdrag, het eigenlijke effect van de rentesubsidies vrijwel nihil was en deze veeleer een meevaller waren voor de begunstigden.

D. In 1998 remde de ingekrompen vraag vanuit Azië, als gevolg van de economische crisis, de vraag naar staal in de auto-industrie en in de mechanische en de elektrische machinebouw af, maar zorgde voor langzame verbeteringen in de bouwsector, hetgeen een productie van 160 miljoen t tot gevolg had.

E. De balans van de EGKS ten opzichte van het voorgaande jaar daalde met 903 miljoen EUR tot 5,027 miljard EUR, waarvan 56,4 % in de vorm van leningen en 39,1 % in de vorm van liquide activa.

F. De balans vermeldde dat in vergelijking met het voorgaande jaar de buiten de balans vallende verplichtingen ten opzichte van de EGKS terugvielen van 590 miljoen EUR tot 372 miljoen EUR en de aangegane verplichtingen van 712 miljoen EUR tot 497 miljoen EUR, dat de overige activa terugvielen van 87 miljoen EUR tot 8 miljoen EUR, waarvan 5,4 miljoen EUR aan ambtenaren verstrekte leningen, dat de overige passiva toenamen van 12 miljoen EUR tot 29 miljoen EUR, dat de voorzieningen voor risico's en kosten toenamen van 87 miljoen EUR tot 122 miljoen EUR,

G. De winst- en verliesrekening tekende ten opzichte van het voorgaande jaar een daling aan van 264 miljoen EUR tot 588 miljoen EUR, terwijl aan de kostenzijde de verliezen op financiële transacties toenamen van 15 miljoen EUR tot 73 miljoen EUR, de waardecorrecties op vorderingen en voorzieningen van 9 miljoen EUR tot 62 miljoen EUR en de toevoeging aan de voorzieningen voor de financiering van de operationele EGKS-begroting terugviel van 274 miljoen EUR tot 26 miljoen EUR, terwijl aan de opbrengstenzijde de financiële opbrengsten terugvielen van 420 miljoen EUR tot 345 miljoen EUR en opbrengsten in verband met de operationele EGKS-begroting van 301 miljoen EUR tot 146 miljoen EUR.

H. Het begrotingsresultaat gaf een daling aan van 459 miljoen EUR in het voorgaande jaar tot 184 miljoen EUR, terwijl de boetes toenamen van 0 tot 6 miljoen EUR en het nettoresultaat voor het jaar terugviel van 109 miljoen EUR tot 38 miljoen EUR,.

I. De Commissie heeft de heffing op kolen- en staalproducten met ingang van 1 januari 1998 verlaagd tot 0 % en heeft besloten haar middelen te verdelen tussen sociale steun en steun voor onderzoek.

J. In de aanloop naar de vervaldatum van het EGKS-Verdrag op 23 juli 2002 nam de solvabiliteitsratio van de EGKS toe van 28,3 % op het einde van 1997 tot 32,8 %, een stap dichter bij het opgegeven doel van 100 %, en dit als gevolg van een toename in het Garantiefonds en een substantiële afname van het volume van de uitstaande leningen.

K. De op 16 en 17 juni 1997 in Amsterdam door de Europese Raad aangenomen resolutie over groei en werkgelegenheid en de op 21 juni 1999 door de Raad aangenomen resolutie inzake de toekomst van de EGKS dringen erop aan de inkomsten van nog bestaande reserves te gebruiken voor een onderzoeksfonds voor sectoren die verband houden met de kolen- en staalindustrie.

L. De Commissie raamt op basis van de huidige prognoses dat de EGKS-reserves voor de financiering van onderzoek in 2002 1,1 miljard EUR zullen bedragen.

M. De directoraten-generaal Economische en financiële zaken, Onderzoek, Energie en Vervoer, Werkgelegenheid en sociale zaken en Begroting beheren samen de operationele EGKS-begroting, hetgeen in de loop van 1998 resulteerde in totale uitgaven van 185 miljoen EUR, waarvan 84 miljoen EUR als steun voor onderzoek, 43 miljoen EUR als steun voor wederaanpassing en 27 miljoen EUR als sociale maatregelen voor de kolenindustrie.

N. De Commissie heeft blijkbaar nog niet volledig gevolg gegeven aan de aanbevelingen van het Parlement in zijn kwijtingsresolutie van 4 mei 1999 voor het begrotingsjaar 1997(4), waarin het erom verzocht hangende juridische problemen op te lossen door afstand te doen van gebouwen die de EGKS met financiële overschotten in Lissabon en Milaan in 1986, in Canberra in 1987 en in Windhoek in 1992 heeft aangekocht.

O. De laatste onafhankelijke beoordeling en evaluatie van de rechtstreekse financiële rentabiliteit van de door de EGKS tussen 1981 en 1990 uitgevoerde onderzoeksprogramma's inzake staal, werd uitgevoerd in juni 1994.

P. Het jaarverslag met betrekking tot de EGKS voor het begrotingsjaar 1998 werd op 22 en 23 september 1999 door de Rekenkamer aangenomen.

Q. Sedert het Fusieverdrag wordt slechts een klein deel (dat op basis van een forfaitair bedrag werd vastgesteld) van de administratieve uitgaven met betrekking tot de EGKS-activiteiten via deze begroting gefinancierd, terwijl het belangrijkste gedeelte ten laste komt van de algemene begroting, en met het oog op het verstrijken van dat verdrag moet worden overgegaan tot vaststelling van de reële personele behoeften en tot reorganisatie van de diensten van de Commissie.

R. De Rekenkamer concludeert dat de financiële staten van de EGKS per 31 december 1998 een getrouw beeld geven van de activa en de financiële situatie van de EGKS, alsmede van het resultaat van haar verrichtingen in het op die datum afgesloten begrotingsjaar.

S. De Rekenkamer stelt dat er voldoende zekerheid bestaat voor de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen in het algemeen en stelt daarom een positieve betrouwbaarheidsverklaring voor.

Onafhankelijke beoordeling van de toegevoegde waarde van de EGKS

1. Is ernstig bezorgd over de conclusie van de Rekenkamer in haar Speciaal verslag over het beheer en de controle van de rentesubsidies door de diensten van de Commissie dat het eigenlijke effect van de subsidies vrijwel nihil was voor de overeenkomstig artikel 56 van het EGKS-Verdrag opgezette werkgelegenheidsprogramma's.

2. Verzoekt de Commissie vóór de afloop van het EGKS-Verdrag op 23 juli 2002 te evalueren welk effect de EGKS heeft gehad in het licht van de in het Verdrag vastgelegde doelstellingen op het gebied van de economische ontwikkeling, de uitbreiding van de werkgelegenheid en de verhoging van de levensstandaard;

3. Constateert dat de Commissie overeenkomstig het EGKS-Verdrag specifieke maatregelen heeft vastgesteld voor sociale steun en voor ondersteuning van onderzoek;

Voorzichtige aanpak van de afbouw van de EGKS

4. Verzoekt de Commissie het Parlement te verzekeren dat stappen zijn ondernomen om de solvabiliteitsratio op te trekken van 32,8 % op 31 december 1998 tot het niveau van 100 % vóór 23 juli 2002;

5. Neemt nota van de sterke balans van de EGKS, die eind 1998 op 5,027 miljoen EUR stond, maar is bezorgd over het beheer van de leningen en de efficiënte aanwending van de liquide activa;

Plan voor overdracht aan de opvolger van de EGKS

6. Stelt vast dat de Europese Raad over groei en werkgelegenheid van Amsterdam van 1997 heeft verzocht de inkomsten van nog bestaande reserves ook na het verstrijken van het EGKS-Verdrag te gebruiken voor onderzoek, en dat dit besluit is bevestigd in de resolutie van de Raad van 21 juni jl.; onderstreept derhalve dat er efficiënte systemen ingevoerd moeten worden voor de controle van de kwaliteit van projecten en de contracten op het gebied van kolen en staal, met het oog op de activiteiten van het toekomstige onderzoeksfonds;

7. Verzoekt de Commissie een onafhankelijke evaluatieverslag op te maken van de onderzoeksactiviteiten van de EGKS, met het oog op de voortzetting van deze activiteiten na het verstrijken van het EGKS-Verdrag met behulp van de gecumuleerde EGKS-reserves;

8. Verzoekt de Commissie de criteria te publiceren op basis waarvan onderzoeksprojecten in de kolen- en staalsector worden geselecteerd, begeleid en geëvalueerd;

9. Dringt aan op betere coördinatie tussen de verschillende directoraten-generaal die samen de operationele EGKS-begroting beheren en een rationalisering van de verschillende diensten die bij de afloop van het Verdrag met het beheer van de financiële middelen belast zullen zijn;

10. Herinnert de Commissie aan zijn resoluties van 28 oktober 1999 over de operationele begroting van de EGKS(5) en over de EU-begroting(6), waarin het Parlement de Commissie met het oog op het verstrijken van het EGKS-Verdrag verzocht het bestek op te maken van de reële behoeften aan personeel en de betrokken diensten in de desbetreffende directoraten-generaal dienovereenkomstig te reorganiseren, en daarover aan het Europees Parlement verslag uit te brengen;

Stand van zaken van vroegere aanbevelingen

11. Betreurt het dat de Commissie niet volledig gevolg heeft gegeven aan de in zijn voornoemde resolutie over de kwijting voor het begrotingsjaar 1997 geformuleerde aanbevelingen en verzoekt de Commissie adequate en energieke stappen te ondernemen om deze aanbevelingen zo spoedig mogelijk op te volgen;

Opheffing van de EGKS

12. Herinnert de Commissie eraan dat het Parlement toezicht zal blijven uitoefenen op een efficiënt gebruik van het geld van de belastingbetaler voor de verrichtingen van de EGKS;

13. Verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, het Hof van Justitie, de Rekenkamer en de Europese Investeringsbank.

(1) PB C 240 van 25.8.1999, blz. 24.

(2) PB C 338 van 25.11.1999.

(3) PB C 217 van 29.7.1999.

(4) PB C 279 van 1.1.1999, blz. 135.

(5) Punt 3 van de aangenomen teksten van die datum.

(6) Punten 1 en 2 van de aangenomen teksten.