51999SC2183

Mededeling van de Commissie aan het Europese Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea van het EG-verdrag over het Gemeenschappelijk standpunt van de Raad betreffende het gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en auditsysteem (EMAS) /* SEC/99/2183 def. - COD 98/0303 */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea van het EG-verdrag over het Gemeenschappelijk standpunt van de Raad betreffende het gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en auditsysteem (EMAS)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea van het EG-verdrag over het

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad betreffende het gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en auditsysteem (EMAS)

1. Procedure

Het voorstel (COM(1998) 622 def.) is op 3 november 1998 bij de Raad en op 11 december 1998 bij het Europees Parlement ingediend, in overeenstemming met de samenwerkingsprocedure van artikel 130 S, lid 1, van het Verdrag.

Het Europees Parlement heeft op 15 april 1999 in eerste lezing zijn standpunt gegeven en het Economisch en Sociaal Comité heeft zijn advies gegeven op zijn plenaire vergadering van 26 mei 1999.

Na het advies van het Europees Parlement en in overeenstemming van artikel 250, lid 2, van het Verdrag heeft de Commissie een gewijzigd voorstel (COM(99) 313 def.) aangenomen dat zij op 23 juni 1999 bij de Raad heeft ingediend.

Op 28 februari 2000 hebben de lidstaten binnen de Raad op unanieme wijze overeenstemming bereikt over een gemeenschappelijk standpunt.

2. Doel van de verordening

Het doel van de voorgestelde verordening is te komen tot een verbetering van de bijdrage van EMAS tot de bescherming van het milieu, namelijk door een herziening van de bestaande Verordening (EEG) nr. 1836/93 van de Raad van 29 juni 1993.

Krachtens het voorstel wordt EMAS uitgebreid tot alle economische sectoren, zodat die een instrument ter beschikking krijgen waarmee zij hun milieuprestaties continu kunnen verbeteren.

Overeenkomstig het voorstel is de betrokkenheid van het personeel een belangrijk middel om deze permanente verbetering van de milieuprestaties te bewerkstelligen.

Voorts wordt de verenigbaarheid van EMAS met de internationale norm EN ISO 14001 versterkt door bedoelde norm te integreren als het milieubeheersysteem van EMAS. Dit maakt het gemakkelijker om die punten waarin EMAS verder gaat dan EN ISO 14001 duidelijk te omschrijven, met name de naleving van de milieuregelgeving, de verbetering van de milieuprestaties, de externe communicatie en de betrokkenheid van de werknemers.

Bij het voorstel wordt de betrokkenheid van het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) in EMAS versterkt door passende ondersteuningsmechanismen.

Het voorstel zorgt voor een zichtbaarheid van de deelneming van ondernemingen in EMAS, alsook voor grotere betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van het systeem op communautair niveau.

3. Opmerkingen van de commissie

A. Door de Commissie in het gewijzigd voorstel overgenomen amendementen die geheel of gedeeltelijk in het gemeenschappelijk standpunt zijn verwerkt

De Commissie heeft achttien van de negenenvijftig door het Europees Parlement in eerste lezing ingediende amendementen geheel, gedeeltelijk of in beginsel overgenomen. Deze wijzigingen werden verwerkt in het gewijzigd voorstel COM(99) 313 def. van 23 juni 1999.

Vijftien van deze amendementen zijn geheel, gedeeltelijk of in beginsel opgenomen in het gemeenschappelijk standpunt.

Bij het herschrijven van het voorstel is in het gemeenschappelijk standpunt soms het beginsel van een amendement opgenomen en niet de exacte formulering ervan.

De Commissie is van mening dat het gemeenschappelijk standpunt de fundamentele technische aanpak en de doelstellingen van het voorstel niet wijzigt, terwijl bepaalde aspecten verduidelijkt en versterkt worden, meer bepaald:

- Amendement 1 is verwerkt in overweging 7.

- Amendement 3 is verwerkt in overweging 13.

- Amendement 60 is verwerkt in overweging 18.

- Amendement 8 is verwerkt met het oog op verenigbaarheid met ISO 14001 en door in artikel 2, sub p), een definitie op te nemen van "belanghebbenden".

- Amendement 11, 20 en 21 zijn verwerkt in het voorstel door de woorden "nationale, regionale of lokale" op te nemen in de definitie van bevoegde instanties van artikel 2, sub u).

- Amendement 18 is verwerkt in de verwoording van artikel 4,lid 7.

- Amendement 24 is verwerkt in artikel 8.

- Amendement 26, derde streepje, is opgenomen in artikel 11, lid 1.

- Amendement 34 is opgenomen in bijlage IA.

- Amendement 42 is opgenomen in bijlage III 3.2.

- Amendement 43 is verwerkt in de laatste zin van bijlage III 3.1.

- Amendement 45 is verwerkt in de laatste zin van bijlage III 3.5.

- Amendement 48 is verwerkt in de verwoording van bijlage III 3.3.

B. Door de Commissie in het gewijzigd voorstel overgenomen amendementen die niet in het gemeenschappelijk standpunt zijn verwerkt

De amendementen 4 en 5 zijn niet overgenomen in de overwegingen van het gemeenschappelijk standpunt.

Amendement 26, vierde streepje, en amendement 27 zijn niet overgenomen in het gemeenschappelijk standpunt.

C. Door de Raad aangebrachte wijzigingen aan het gemeenschappelijk standpunt

Artikel 1, lid 2, sub d), luidt nu als volgt: "het actief betrekken, onder andere door passende scholing, van werknemers" wat in lijn ligt met de bedoeling van amendement 7, punt 2, sub d, van het Europees Parlement.

De definitie van milieubeleid omvat nu de verbintenis om te streven naar een gestage verbetering van de prestaties op milieugebied en stelt dat zal worden gezorgd voor een kader voor de vaststelling en evaluatie van de doelstellingen en taakstellingen op milieugebied.

De definitie van milieuprogramma is gewijzigd om ze beter in overeenstemming te brengen met de beginselen van EN ISO 14001.

De definitie van organisatie is gewijzigd teneinde het begrip "locatie" beter te omvatten.

Artikel 2 omvat nu drie nieuwe definities:

- gestage verbetering van de prestaties op milieugebied;

- Milieuprestaties;

- Preventie van verontreiniging.

In artikel 3, lid 2, sub b, is een bepaling opgenomen om de mogelijkheid in te voeren af te wijken van de jaarlijkse validatie van de milieuverklaring, onder omstandigheden die in richtsnoeren worden omschreven. Dit komt enigszins tegemoet aan de inhoud van amendement 16.

Artikel 4 bevat nu een gewijzigd lid 7 waarin een duidelijkere omschrijving wordt gegeven van de erkenning van en het toezicht op de milieuverificateurs. Artikel 4 omvat nu ook de eis om het verslag van de intercollegiale toetsingsactiviteit openbaar te maken.

Zonder dat aan de inhoud ervan wordt geraakt, is artikel 6 herschreven teneinde de voorwaarden voor de registratie en de weigering, opschorting of beëindiging van de registratie duidelijker te formuleren.

Artikel 8 is herschreven teneinde het verstrekken van milieuinformatie over producten, activiteiten en diensten op een flexibelere wijze te doen verlopen. De voorwaarden waaronder organisaties het EMAS-logo mogen gebruiken in advertenties voor producten, activiteiten en diensten zullen in richtsnoeren worden omschreven.

Er is een nieuw artikel 10 ingevoerd met betrekking tot het verband met de milieuwetgeving. Dit bestaat uit de vroegere artikelen 1, lid 3, en 10, lid 2. Het is de bedoeling het verband tussen beide concepten te verduidelijken.

Artikel 11 omvat nu een nieuw lid 2, namelijk:

"2. Teneinde de deelneming van organisaties aan EMAS te bevorderen, onderzoeken de Commissie en andere instellingen van de Europese Gemeenschap alsmede andere nationale openbare instanties op welke wijze, onverminderd de gemeenschaps wetgeving, met de EMAS-registratie rekening kan worden gehouden bij de vaststelling van criteria voor hun beleid inzake overheidsopdrachten."

Dit komt enigszins tegemoet aan de inhoud van amendement 26 (eerste twee streepjes) en amendement 30.

Bij artikel 14 wordt de nieuwe comitologieprocedure ingevoerd waarover de Raad overeenstemming heeft bereikt.

Artikel 15 omvat een nieuw lid 2 (het vroegere artikel 13) dat betrekking heeft op de aanpassing van de bijlagen door het regelgevend comité. Bijlage V is daarbij uitgesloten.

Krachtens artikel 17 kunnen locaties uit niet-industriële sectoren die (overeenkomstig artikel 14 van de EMAS-I-verordening) op experimentele basis zijn geregistreerd, worden opgenomen in het EMAS-II-register. Overeenkomstig dit artikel kan voorts de overgang van EMAS I naar EMAS II met zes maanden worden uitgesteld.

Bijlage I B bevat nu een nieuw punt 4 inzake de betrokkenheid van de werknemers. Dit komt tegemoet aan de betrachting van amendement 36.

Overeenkomstig bijlage III 3.2, sub f), moet de milieuverklaring nu ook informatie omvatten inzake wettelijke bepalingen betreffende belangrijke milieueffecten van een organisatie. Dit komt tegemoet aan de inhoud van amendement 41.

Overeenkomstig bijlage V 5.2.1 moeten de milieuverificateurs nu ook inzicht hebben in de algemene werking van milieubeheersystemen. Voorts moeten deze verificateurs voor de voorschriften van deze verordening gebruik maken van kwaliteitsbewakingsmechanismen.

Bijlage VI 6.2 omvat nu twee nieuwe gebieden wat de directe milieuaspecten betreft, namelijk:

- "risico van milieuongevallen en -effecten die zich voordoen, of zich waarschijnlijk zullen voordoen, als gevolg van incidenten, ongevallen en mogelijke noodsituaties;

- effecten op de biodiversiteit."

Bovendien worden in bijlage VI de directe en indirecte milieuaspecten nu omschreven in termen van beheerscontrole.

De tekst van bijlage VI 6.4 is vereenvoudigd zonder evenwel te raken aan de inhoud.

Bijlage VII 7.2 is vereenvoudigd en op andere plaatsen behandelde punten zijn eruit geschrapt.

Er zijn nog een aantal kleinere redactionele wijzigingen, maar in heel het document zijn de volgende wijzigingen aangebracht:

- niet van toepassing voor Nederlandse taalversie;

- niet van toepassing voor Nederlandse taalversie;

- er wordt gespecificeerd dat richtsnoeren worden opgesteld overeenkomstig de comitologieprocedures.

Conclusie

De door de Raad ingevoerde wijzigingen hebben doorgaans tot doel de tekst van de voorgestelde verordening te verduidelijken, de verenigbaarheid met EN ISO-norm 14001 te verbeteren en duidelijker te maken welke bepalingen verplicht zijn. Bij moeilijke kwesties, zoals het gebruik van het logo, de betrokkenheid van het personeel en de periodes tussen de verificaties, heeft de Raad maatregelen voorgesteld die de flexibiliteit bij de toepassing van de verordening vergroten. Deze flexibiliteit zal worden verzekerd door de opstelling van richtsnoeren en is noodzakelijk om te waarborgen dat daadwerkelijk aan het systeem wordt deelgenomen door alle sectoren en alle bedrijven, ongeacht hun omvang. De Commissie ondersteunt dan ook volkomen het gemeenschappelijk standpunt.