51999PC0277

Gewijzigd voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking nr. 1692/96/EG ten aanzien van zeehavens, binnenhavens en intermodale terminals alsmede ten aanzien van project nr. 8 in bijlage III /* COM/99/0277 def. - COD 97/0358 */


Gewijzigd voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Beschikking nr. 1692/96/EG ten aanzien van zeehavens, binnenhavens en intermodale terminals alsmede ten aanzien van project nr. 8 in bijlage III

TOELICHTING

I

1. Doel van het oorspronkelijke voorstel van 10 december 1997 (COM(97)681 def.) is Beschikking nr. 1692/96/EG betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een Trans-Europees vervoersnet aan te vullen door de positie van zeehavens, binnenhavens en intermodale terminals in het TEN te verduidelijken en te versterken.

In het oorspronkelijke voorstel worden in deel 1 de kenmerken van zeehaven, binnenhavens en intermodale terminals in de beschikking gewijzigd, in bijlage I worden criteria gegeven voor de identificatie ervan, terwijl getracht wordt de relevante projecten van gemeenschappelijk belang met betrekking tot zeehavens, binnenhavens en intermodale terminals in bijlage II beter te omschrijven.

Ook wordt voorgesteld om de ontwikkeling van Trans Europese goederen- snelspoortrajecten te ondersteunen.

In deel 2 van het voorstel wordt de titel van het bijzondere project nr. 8 van bijlage III (lijst van de in 1994 door de Europese Raad van Essen aangewezen bijzondere projecten), "autoweg Lissabon-Valladolid" veranderd in "multimodale verbinding tussen Portugal/Spanje en de rest van Europa" op verzoek van de Portugese en Spaanse regering, en met instemming van de Europese Raad van Dublin in december 1996.

Voor het overige is de tekst van Beschikking 1692/96/EG onveranderd gebleven.

2. Het Europees Parlement heeft op 10 maart 1999 in eerste lezing advies uitgebracht over het voorstel. Daarbij heeft het 13 amendementen aangenomen die minstens 22 wijzigingen bevatten. Het Parlement staat in het algemeen positief tegenover het voorstel en steunt de belangrijkste doelstellingen en de gevolgde aanpak.

3. Van de 22 in de amendementen voorgestelde wijzigingen aanvaardt de Commissie er 11 geheel of gedeeltelijk, en verwerpt zij er 11.

4. Het advies van het Economisch en Sociaal Comité dat op 29 april 1998 is uitgebracht, en dat van het Comité van de regio's, dat op 17 september 1998 is uitgebracht, zijn over het algemeen gunstig.

II

De nu volgende amendementen zijn door de Commissie aanvaard. Zij zijn in het voorstel opgenomen in de door het Parlement voorgestelde vorm of in een aangepaste vorm die wel met de bedoeling van het amendement strookt.

Amendementen 1, 2 en 7 (artikel 10, lid 4, bijlage II, afdeling 3)

De amendementen beogen schrapping van de bepalingen betreffende de "Trans-Europese goederen-snelspoortrajecten". Ofschoon de Commissie niet met schrapping akkoord gaat, is zij bereid het Parlement tegemoet te komen met een gewijzigde formulering van de bepalingen, waaruit blijkt dat de nadruk in dit verband meer op infrastructuurontwikkeling voor Trans-Europese goederen-snelspoortrajecten ligt dan op de ontwikkeling van de dienst zelf.

Amendement 4 (artikel 12, lid 2, Beschikking nr. 1692/96/EG)

De Commissie aanvaardt het gedeelte van punt b bis dat verwijst naar artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag betreffende de eilanden in de meest afgelegen gebieden. Overwegende echter dat artikel 154, lid 2, (voormalig artikel 129B) de noodzaak van verbindingen met eilanden en perifere gebieden benadrukt, wordt voorgesteld om ook de havens op die eilanden (en de havens die verbindingspunten tussen het vasteland en de eilanden vormen) daaronder te laten vallen, mits deze voldoen aan criteria van 200.000 passagiers op binnenlandse en internationale reizen en een afstand van meer dan 5 km tussen de respectievelijke havens. Daardoor zijn er ongeveer 45 havens meer bij inbegrepen.

Zij is ook bereid lid 2 c, dat slechts voor een paar gevallen geldt, opnieuw in overweging te nemen.

Amendement 5 (artikel 14, lid 1)

De Commissie is bereid de woorden "zo kort mogelijke begin- en/of eindtrajecten over de weg" in artikel 14, lid 1, eerste streepje op te nemen. Deze toevoeging benadrukt een essentiële doelstelling van gecombineerd vervoer.

Zij aanvaardt ook de opname van "zeeverbindingen" als een mogelijkheid voor intermodaal vervoer en ook de definitie van intermodaal vervoer als "gecombineerd geünitiseerd vervoer (containers, aanhangwagens, wissellaadbakken, enz.)".

Amendement 8 (bijlage II, afdeling 4)

De Commissie aanvaardt de gewijzigde formulering van punt 3 en stelt voor de indeling in categorieën binnenhavenprojecten gelijk te maken aan die van de zeehavens van afdeling 5.

Amendement 9 (bijlage II, afdeling 5)

De Commissie gaat akkoord met vervanging van de woorden "infrastructuurprojecten voor of samenhangend met havens" door "infrastructuurprojecten in of in verband met havens" in de eerste zin van lid 2.

Amendement 10 (bijlage II, afdeling 5, punt 3)

De Commissie gaat akkoord met de woorden "andere intelligente systemen voor het beheer van goederen en passagiersverkeer". De toevoeging onderstreept het niet-limitatieve karakter van deze bepaling.

Amendement 11 (bijlage II, afdeling 5, punt 4)

De Commissie kan met het amendement akkoord gaan voor zover dit erop gericht is de "specifieke voorwaarde" betreffende het in aanmerking komen van havenprojecten te schrappen. Volgens artikel 155, lid 1, derde streepje, van het EG-Verdrag (voormalig artikel 129 C) komen in beginsel alle projecten van gemeenschappelijk belang, ook havenprojecten, in aanmerking voor TEN-financiering. Bovendien zijn specifieke financieringsvoorwaarden meer een zaak van de betreffende financieringsregelingen dan van de TEN-richtsnoeren.

De Commissie wijst echter het in het amendement ingevoerde begrip suprastructuur af, aangezien er geen duidelijk onderscheid is tussen suprastructuur en infrastructuur. Invoering van dit begrip kan tot onzekerheid met betrekking tot het in aanmerking komen leiden, vooral waar het gaat om gecombineerd vervoer in havens.

Amendement 12 (bijlage II, afdeling 7)

Hoewel de Commissie geen wijziging voorstelde van het tweede streepje van bijlage II, afdeling 7 (gecombineerd vervoernet), aanvaardt de Commissie het amendement van het Parlement, aangezien dit duidelijkheid schept inzake het in aanmerking komen van projecten in verband met overslagcentra.

Amendement 13 (bijlage III nr. 8)

De Commissie is het eens met de nauwkeuriger beschrijving van de verschillende onderdelen van bijzonder project nr. 8. Hierin worden duidelijk de belangrijkste te ontwikkelen routes aangegeven, zoals overeengekomen met de betrokken lidstaten.

III

De volgende amendementen zijn niet aanvaardbaar voor de Commissie en daarom ook niet in het gewijzigde voorstel opgenomen:

- de amendementen nr. 1, 2 en 7, voor zover zij de voorgestelde bepalingen met betrekking tot de Trans-Europese goederen snelspoortrajecten willen schrappen;

- amendement nr. 1

- waarin sprake is van de indiening van wetgevingsvoorstellen in verband met het rapport over de herziening van de TEN-richtsnoeren,

- dat strategische milieueffectbeoordelingen voor havens en intermodale terminals wil voorschrijven;

- amendement nr. 3, dat een minimum-verkeersvolume van bulkvracht voor intermodale binnenhavens wil voorschrijven;

- amendement nr. 4, dat te restrictieve selectiecriteria voor zeehavens (verbinding met TEN-route, verhoging van de minimum-vrachtdrempel) bevat;

- amendement nr. 6, dat binnenlandse scheepvaartverbindingen toevoegt en nieuwe categorieën havens (zee- rivierhavens) in de richtsnoeren introduceert;

- de amendementen nr. 8 en 9, die een te uitgebreide omschrijving geven van haveninfrastructuur;

- de amendementen nr. 8 en 11, die het begrip haven-suprastructuur introduceren.

Gewijzigd voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Beschikking nr. 1692/96/EG ten aanzien van zeehavens, binnenhavens en intermodale terminals alsmede ten aanzien van project nr. 8 in bijlage III

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 156, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

(1) PB C 120 van 18.4.1998, blz. 18.

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

(2) PB C 214 van 10.7.1998, blz. 40.

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (3),

(3) PB C 373 van 2.12.1998, blz. 20.

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag,

(1) Overwegende dat Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een Trans-Europees vervoersnet (4) een algemeen referentiekader biedt dat zowel de doelstellingen, prioriteiten en grote lijnen van de voorgenomen maatregelen als de projecten van gemeenschappelijk belang in de context van het Trans-Europees vervoersnet bestrijkt;

(4) PB L 228 van 9.9.1996, blz. 1.

(2) Overwegende dat de opbouw en ontwikkeling van het Trans-Europees vervoersnet bijdraagt tot het soepel functioneren van de interne markt, de versterking van de economische en sociale samenhang en de duurzame mobiliteit van personen en goederen;

(3) Overwegende dat met het oog op de verwezenlijking van deze doelstellingen het Trans-Europees vervoersnet bedoeld is als een multimodaal infrastructuurnet dat ertoe dient de verschillende vervoerstakken te combineren en te integreren;

(4) Overwegende dat verbindingspunten waaronder zeehavens, binnenhavens en intermodale terminals voor de integratie van de verschillende vervoerstakken in een multimodaal net een absoluut vereiste zijn;

(5) Overwegende dat de netschema's in bijlage I van de beschikking in hoofdzaak uit een aantal verbindingen bestaan, terwijl de verschillende verbindingspunten, met uitzondering van luchthavens, niet in deze schema's worden gespecificeerd;

(6) Overwegende dat met het oog op het subsidiariteitsbeginsel in de netschema's voor binnenhavens en intermodale terminals geen exacte locaties dienen te worden aangegeven; dat terminals in de grotere conurbaties in een overslaggebied dienen te worden gegroepeerd;

(7) Overwegende dat, overeenkomstig het voornemen van de Commissie om de snelle totstandkoming van een aantal in de Mededeling van 29 mei 1997 geschetste Trans-Europese goederen-snelspoortrajecten ontwikkeling van spoorweginfrastructuren te bevorderen, de specificatie van terminals/overslaggebieden dient te worden gecoördineerd met de ontwikkeling van grensoverschrijdende Trans-Europese vrij toegankelijke spoorwegcorridors voor vrachtvervoer;

(8) Overwegende dat tijdens de Europese Raad in Dublin op 13 en 14 december 1996 is overeengekomen dat project nr. 8 op de lijst van de Europese Raad van Essen de multimodale verbinding tussen Portugal/Spanje en de rest van Europa dient te worden;

(9) Overwegende dat Beschikking nr. 1692/96/EG bijgevolg dient te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Beschikking nr. 1692/96/EG wordt als volgt gewijzigd:

(1) In artikel 10, lid 4, wordt het volgende streepje toegevoegd:

"- draagt bij tot de verdere ontwikkeling van nieuwe spoorwegdiensten, met name op basis van "Trans-Europese goederen-snelspoortrajecten", die grensoverschrijdende, vrij toegankelijke spoorwegcorridors voor vrachtvervoer zijn Trans-Europese voor alle vervoerders toegankelijke spoorwegcorridors voor vrachtvervoer."

(2) Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

(a) lid 3 komt te luiden:

"3. De binnenhavens maken deel uit van het net, met name als verbindingspunten tussen de in het onderhavige artikel lid 2, en in artikel 14 bedoelde waterwegen en de overige takken van vervoer".

(b) Het volgende lid 3 bis wordt ingevoegd:

"3bis. De in het net opgenomen binnenhavens:

(a) staan open voor alle commercieel verkeer,

(b) zijn gelegen aan het waterwegennet zoals aangegeven op de schematische kaart van het waterwegennet in bijlage I, afdeling 4,

(c) zijn verbonden met andere Trans-Europese vervoersroutes zoals aangegeven in bijlage I,

(d) zijn uitgerust met overslaginstallaties voor intermodaal vervoer".

(3) Artikel 12 komt als volgt te luiden:

"1. Zeehavens in het Trans-Europees vervoersnet omvatten zeehavens die openstaan voor alle commercieel verkeer en die op de schematische kaarten in bijlage I, afdeling 5 zijn gespecificeerd. Ze maken de ontwikkeling van het zeevervoer mogelijk, bieden scheepvaartverbindingen met eilanden en vormen de verbindingspunten tussen zeevervoer en andere takken van vervoer. Zij verschaffen de vervoerders uitrusting en diensten. De infrastructuur ervan biedt een gamma van diensten voor het vervoer van reizigers en goederen, waaronder veerdiensten, scheepvaartdiensten over korte en lange afstand met inbegrip van kustvaart, binnen de Gemeenschap en tussen deze en derde landen.

2. De in het net opgenomen zeehavens voldoen aan de volgende criteria:

(a) een jaarlijks verkeersvolume van ten minste 1 miljoen ton vracht, of

(b) een jaarlijks verkeersvolume van ten minste 200.000 internationale passagiers (reizen tussen havens in twee verschillende landen).

In het geval van eilanden in de Egeïsche en Ionische Zee mag het vereiste minimum-passagiersverkeersvolume ook het binnenlands verkeer omvatten, mits de afstand tussen de havens meer dan 5 km bedraagt; of

(c) verbindingspunten vormen tussen de landverbindingen van het Trans-Europese net, waardoor de territoriale continuïteit van de Gemeenschap wordt verzekerd.

3. Wat eilanden betreft omvat het net naast de in lid 2 bedoelde zeehavens:

- op kleinere eilanden gelegen havens die geen vaste verbinding met het vasteland hebben en

- de bijbehorende op het vasteland gelegen havens die een permanente verbinding met deze eilanden bieden,

wanneer het totale jaarlijkse verkeer meer dan 200.000 passagiers omvat en de afstand meer dan 5 km bedraagt.

Havens die zijn gelegen in de in artikel 299, lid 2 van het EG-Verdrag bedoelde meest afgelegen gebieden zijn hierbij inbegrepen, ongeacht hun verkeersvolume.

4. Zeehaven- en met zeehavens verband houdende projecten van gemeenschappelijk belang moeten behalve aan de in artikel 7 gegeven criteria ook voldoen aan de criteria en specificaties van bijlage II."

(4) Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

(a) lid 1, eerste streepje, komt te luiden:

- "spoorwegen en binnenwateren die geschikt zijn voor gecombineerd vervoer, alsmede scheepvaartverbindingen die, eventueel gecombineerd met zo kort mogelijke begin- en/of eindtrajecten over de weg, lange afstandsgoederenvervoer mogelijk maken;"

(b) in lid 1 komt het tweede streepje als volgt te luiden:

- "terminals die installaties bieden voor intermodale overslag van spoorwegen naar binnenwateren en, wegen en schepen, en die in de schematische kaarten van bijlage I worden gespecificeerd.

Onder intermodaal vervoer wordt in deze beschikking verstaan gecombineerd geünitiseerd vervoer (bijvoorbeeld met containers, aanhangwagens en wissellaadbakken, enz.)."

(c) de volgende leden 2 en 3 worden toegevoegd

"2. De in het net opgenomen terminals:

- staan open voor alle commercieel verkeer;

- zijn gelegen aan of verbonden met een van de spoorwegcorridors zoals aangegeven op schematische kaart 7.1 in bijlage I; terminals in grotere conurbaties worden in één overslaggebied gegroepeerd;

- zijn uitgerust met overslaginstallaties voor intermodaal vervoer.

3. Naast de in artikel 7 vermelde criteria voldoen projecten van gemeenschappelijk belang die met het net voor gecombineerd vervoer verband houden tevens aan de criteria en specificaties van bijlage II."

(5) Artikel 19 komt te luiden:

"Artikel 19

Bijzondere projecten

Annex III bevat een indicatieve opsomming van de in de bijlage I en II en in de andere bepalingen van deze beschikking gespecificeerde projecten, waaraan de Europese Raad in zijn te Essen en te Dublin gehouden bijeenkomsten bijzonder belang heeft toegekend."

(6) De bijlagen I, II en III worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking treedt in werking op de derde dag volgend op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter

BIJLAGE

1. Bijlage I wordt als volgt gewijzigd

(a) In de inhoudsopgave wordt de tekst voor afdeling 5 vervangen door de volgende tekst:

"5.0 Europa

5.1 Oostzee

5.2 Noordzee

5.3 Atlantische Oceaan

5.4 Middellandse Zee - westelijk deel

5.5 Middellandse Zee - oostelijk deel.

(b) In de inhoudsopgave wordt de tekst voor afdeling 7 vervangen door de volgende tekst:

"Spoorwegcorridors en terminals

7.1.0. Europa

7.1.1 België/Duitsland/Frankrijk/Luxemburg/Nederland/Oostenrijk

7.1.2 Spanje/Portugal/Ierland/Verenigd Koninkrijk

7.1.3 Denemarken/Finland/Zweden

7.1.4 Griekenland/Italië

7.2. Binnenwateren en binnenhavens".

(c) De schematische kaarten 5.0 tot 5.5 worden ingevoegd en de schematische kaarten 7.1-A (gecombineerd vervoer: spoorwegcorridors), 7.1-B (grote schaal) en 7.2 (gecombineerd vervoer: waterwegen) worden vervangen door de schematische kaarten 7.1.0 tot en met 7.1.4 (gecombineerd vervoer: corridors en terminals/- overslaggebieden) en 7.2 (binnenwateren en binnenhavens). De schematische kaarten zijn opgenomen in het a anhangsel.

2. Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

(a) In afdeling 3 wordt het volgende derde streepje toegevoegd:

"- nieuwe spoorwegdiensten die met name op basis van de Trans-Europese goederen-snelspoortrajecten moeten worden ontwikkeld. de ontwikkeling van Trans-Europese spoorwegcorridors voor vrachtvervoer die vrij toegankelijk zijn voor alle vervoerders. "

(b) In afdeling 4 wordt het eerste deel vervangen door de volgende tekst:

"Binnenhavens":

"Naast de projecten met betrekking tot de in bijlage I vermelde verbindingen en binnenhavens worden projecten van gemeenschappelijk belang geacht elk infrastructuurproject te omvatten dat tot een of meer van de volgende categorieën behoort:

1. toegang tot de haven vanuit de binnenwateren;

2. haveninfrastructuur binnen het havengebied;

3. andere vervoersinfrastructuur binnen het havengebied;

4. andere vervoersinfrastructuur, die de haven verbindt met andere onderdelen van het Trans-Europese vervoersnet. landinfrastructuur die de haven verbindt met andere onderdelen van het Trans-Europese vervoersnet."

(c) Afdeling 5 wordt als volgt gewijzigd:

(i) Punt 1 wordt punt 2, en komt als volgt te luiden:

"2. Categorieën van havenprojecten en met havens verband houdende projecten van gemeenschappelijk belang:

Havenprojecten en daarmee verband houdende Infrastructuurprojecten in of in verband met havens dienen binnen één of meer van de volgende categorieën te vallen:

A. toegang tot de haven vanuit zee of vanuit binnenwateren, met inbegrip van investeringen voor ijsbreken in de winter;

B. infrastructuur binnen het havengebied;

C. vervoersinfrastructuren in het binnenland die de haven verbindt met andere onderdelen van het Trans-Europese vervoernet."

(ii) Punt 2 wordt vernummerd tot punt 1 en het hoofdje komt als volgt te luiden:

"1. Doelstellingen van havenprojecten en met havens verband houdende projecten van gemeenschappelijk belang".

(iii) Punt 3 komt te luiden:

"3. Soorten havenprojecten en met havens verband houdende projecten van gemeenschappelijk belang. Bijzondere aandacht wordt met name aan de volgende soorten projecten geschonken:

- de ontwikkeling van de korte vaart en de zee/riviervaart met inbegrip van de nodige infrastructuur;

- de modernisering van de haveninfrastructuur, met name van havens op eilanden en in perifere gebieden;

- het ontsluiten of beter toegankelijk maken van het achterland met name door middel van spoor- en waterwegen;

- de ontwikkeling en installatie van beheers- en informatiesystemen zoals EDI (electronic data interchange) of andere geïntegreerde intelligente beheerssystemen voor vracht- en passagiersvervoer"

(iv) Toegevoegd wordt onderstaand lid 4:

"4. Specifieke voorwaarden

Investeringen in infrastructuur binnen het havengebied (met uitzondering van EDI) komen niet voor financiële steun van de Gemeenschap op het gebied van Trans-Europese netwerken in aanmerking, behalve wanneer het gaat om projecten van gemeenschappelijk belang voor het gecombineerd vervoer in havengebieden, zoals vermeld in bijlage II, afdeling 7. In aanmerking komende regio's kunnen investeringen in infrastructuur door het Cohesiefonds en de Structuurfondsen worden gefinancierd.

De projecten moeten bijdragen tot:

- integratie van het verkeer in een Trans-Europees vervoersnet of een multimodale vervoersketen, dan wel

- betere benutting van milieuvriendelijke takken van vervoer."

(d) In afdeling 7 komen het tweede en derde streepje als volgt te luiden:

"- de ontwikkeling of herstructurering van centra voor de overslag tussen takken van vervoer over land, met bijbehorende infrastructuur,

- de aanpassing van havengebieden, waardoor bij gecombineerd vervoer de overslag tussen zeevervoer en vervoer per spoor en binnenvaart kan worden ontwikkeld of verbeterd.

3. Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

(a) De titel komt als volgt te luiden:

"Lijst van de 14 projecten die door de Europese Raad van Essen en van Dublin zijn aangenomen".

(b) De tekst van punt 8 ("Autoweg Lissabon/Valladolid") komt als volgt te luiden:

"Multimodale verbinding tussen Portugal/Spanje en de rest van Europa door naar gelang van toepassing spoor-, weg-, scheepvaart- en luchtverbindingen te ontwikkelen in de drie voornaamste Iberische corridors:

- Galicia (La Coruña)/Portugal(Lissabon)

- Irún/Portugal (Valladolid-Lissabon)

- zuidwestelijke corridor (Lissabon/Sevilla)".