Voorstel voor een Verordening van de Raad houdende derde wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen /* COM/99/0141 def. - CNS 99/0081 */
Publicatieblad Nr. C 114 van 27/04/1999 blz. 0009
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende derde wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen (door de Commissie ingediend) TOELICHTING Op 30 maart 1998 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen. Nadat de verordening was goedgekeurd en bekendgemaakt, is duidelijk geworden dat sommige gegevens en ontwikkelingen die intussen onder de aandacht van de Commissie waren gebracht, in de verordening zouden moeten worden verdisconteerd : a) het paaigebied en de paaiperiode van "Douglas Bank-haring", zijn veranderd; b) er was over het hoofd gezien dat er specifieke bepalingen nodig zijn voor het gebruik van Deense zegennetten in het "gesloten gebied" voor schol; c) dankzij de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen kan het gebruik van ringzegens voor de vangst van vissen die met zeezoogdieren samenleven, onder bepaalde voorwaarden worden aanvaard; d) wegens het verschil in maximale grootte tussen twee soorten Scyliorhinus moeten de maaswijdten voor staand vistuig voor deze twee soorten worden aangepast. Dit voorstel voor een verordening van de Raad heeft tot doel deze gegevens en ontwikkelingen via een wijziging te verdisconteren in Verordening (EG) nr. 850/98. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende derde wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43, Gezien het voorstel van de Commissie (1), (1) PB C Gezien het advies van het Europees Parlement (2), (2) PB C Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3), (3) PB C Overwegende dat het paaigebied en de paaiperiode van een bepaald haringbestand, zijn veranderd; dat bijgevolg de specifieke bepalingen voor de visserij in dat gebied en gedurende die periode moeten worden gewijzigd; Overwegende dat in artikel 29 uitzonderingen zijn vastgesteld voor het gebruik van bepaalde soorten vistuig; dat deze uitzonderingen ook zouden moeten gelden voor Deense zegennetten; dat door een omissie in de oorspronkelijke versie van dit artikel geen uitzonderingen voor dit vistuig zijn vastgesteld; dat daarom Deense zegennetten bij de uitzonderingen van artikel 29 moeten worden opgenomen; Overwegende dat artikel 33 verbiedt ringzegens te gebruiken voor de vangst van vissen die met zeezoogdieren samenleven; dat dit gebruik zou kunnen worden aanvaard voor vissersvaartuigen die voldoen aan de voorwaarden van de Overeenkomst inzake het programma voor het behoud van dolfijnen, die de Gemeenschap bij Beschikking .... heeft besloten voorlopig toe te passen; dat daartoe een uitzonderingsbepaling aan artikel 33 moet worden toegevoegd; Overwegende dat in bijlage VI categorieën maaswijdten voor staand vistuig zijn vastgesteld voor de vangst van bepaalde vissoorten of groepen daarvan; dat de categorieën maaswijdten voor twee soorten Scyliorhinus moeten worden herzien in het licht van de gegevens die aan de Commissie zijn meegedeeld; Overwegende dat Verordening (EG) nr. 850/98 (4) bijgevolg moet worden gewijzigd, (4) PB L 125 van 27.4.1998, blz. 1. HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Verordening (EG) nr. 850/98 wordt als volgt gewijzigd: 1. In artikel 20, lid 1, wordt punt f) vervangen door: "f) i) van 21 september tot en met 15 november in het gedeelte van ICES-sector VIIa tussen de kust van het Eiland Man en rechte lijnen die achtereenvolgens zijn getrokken tussen de volgende coördinaten: -54 20' 00'' noorderbreedte,04 25' 05'' westerlengte en 54 20' 00'' noorderbreedte, 03 57' 02'' westerlengte, -54 20' 00'' noorderbreedte, 03 57' 02'' westerlengte en 54 17' 05'' noorderbreedte, 03 56' 08'' westerlengte, -54 17' 05'' noorderbreedte, 03 56' 08'' westerlengte en 54 14' 06'' noorderbreedte, 03 57' 05'' westerlengte, -54 14' 06'' noorderbreedte, 03 57' 05'' westerlengte en 54 00' 00'' noorderbreedte, 04 07' 05'' westerlengte, -54 00' 00'' noorderbreedte, 04 07' 05'' westerlengte en 3 51' 05'' noorderbreedte, 04 27' 08'' westerlengte, -53 51' 05'' noorderbreedte, 04 27' 08'' westerlengte en 53 48' 05'' noorderbreedte, 04 50' 00'' westerlengte, -53 48' 05'' noorderbreedte, 04 50' 00'' westerlengte en 54 04' 00'' noorderbreedte, 04 50' 00'' westerlengte, ii) van 21 september tot en met 31 december in het gedeelte van ICES-sector VIIa met de volgende coördinaten: - 54 15' noorderbreedte op de oostkust van Noord-Ierland, - 54 15' noorderbreedte , 5 15' westerlengte, - 53 50' noorderbreedte , 5 50' westerlengte, - 53 50' noorderbreedte op de oostkust van Ierland;". 2. Artikel 29, lid 4, wordt als volgt gewijzigd: a) In punt a), eerste streepje, wordt "in de in lid 1 bedoelde zones met demersale bordentrawls vissen" vervangen door: "in de in lid 1 bedoelde zones met demersale bordentrawls of Deense zegennetten vissen"; b) In punt b) wordt de inleidende zin vervangen door: "Vaartuigen met een motorvermogen van meer dan 221 kW mogen echter demersale bordentrawls of Deense zegenneten gebruiken, en in span vissende vaartuigen met een totaal motorvermogen van meer dan 221 kW mogen demersale spannetten gebruiken, op voorwaarde dat:". 3. In artikel 29, lid 5, wordt "In de zones waar geen boomkorren, bordentrawls of bodemspannetten mogen worden gebruikt" vervangen door: "In de zones waar geen boomkorren, bordentrawls, bodemspannetten of Deense zegennetten mogen worden gebruikt". 4. Aan artikel 33 wordt het volgende lid toegevoegd: "3. Lid 1 is evenwel niet van toepassing op vaartuigen die voldoen aan de voorwaarden van de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (Washington, 15 mei 1998), die de Gemeenschap op [datum] heeft ondertekend. De namen en technische gegevens van deze vaartuigen moeten worden vermeld in een lijst die de Commissie zal vaststellen volgens de in artikel 48 bedoelde procedure." 5. Bijlage VI wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2000. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Brussel, Voor de Raad De Voorzitter BIJLAGE BIJLAGE VI STAAND VISTUIG: Gebieden 1 en 2 >RUIMTE VOOR DE TABEL>