51999IP0047

Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad betreffende de oprichting van een Europees Civiel Vredeskorps

Publicatieblad Nr. C 150 van 28/05/1999 blz. 0164


A4-0047/99

Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad betreffende de oprichting van een Europees Civiel Vredeskorps

Het Europees Parlement,

- gezien de ontwerpaanbeveling aan de Raad, opgesteld door de heer Spencer en 38 andere leden, over de oprichting van een Europees Civiel Vredeskorps (B4-0791/98),

- gelet op artikel J.7, tweede alinea van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

- gelet op artikel 46, lid 3 van zijn Reglement,

- gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken, veiligheids- en defensiebeleid (A4-0047/99),

A. overwegende dat het einde van de "koude oorlog" werd gekenmerkt, zowel binnen als buiten Europa, door een toenemend aantal conflicten binnen als tussen staten met steeds grotere internationale, politieke, economische, ecologische en militaire gevolgen,

B. erop wijzende dat deze conflicten door hun veelzijdige karakter vaak moeilijk te doorgronden en te beheersen zijn bij gebrek aan adequate concepten, structuren, methodes en instrumenten,

C. overwegende dat een militair optreden bij internationale conflicten dikwijls gecombineerd moet worden met politieke inspanningen om de strijdende partijen te verzoenen, beëindiging van gewelddadige conflicten te bewerkstelligen en voorwaarden te scheppen voor wederzijds vertrouwen,

D. van mening dat de rol van burgers in conflictsituaties tot dusver nog niet op zijn volle waarde is geschat,

E. erop wijzende dat het verschillende resoluties heeft aangenomen betreffende de oprichting van een Europees Civiel Vredeskorps (ECVK),

F. onderstrepende dat een dergelijk initiatief moet worden gezien als een extra instrument van de Europese Unie om aan haar externe optreden op het gebied van conflictvoorkoming en vreedzame oplossing van conflicten meer gewicht te geven,

G. overwegende dat het ECVK in geen geval mag worden gezien als een alternatief voor de normale vredesmissies en geen werk moet verrichten dat reeds wordt uitgevoerd door op dit gebied werkzame organisaties als de OVSE en UNHCR, maar dat het eerder moet worden beschouwd als aanvulling, zo nodig, op militaire acties ter voorkoming van conflicten in samenwerking met de OVSE en de VN,

H. benadrukkend dat het vooruitzicht van een toekomstige uitbreiding van de Unie de noodzaak en spoedeisendheid van een hervorming en versterking van het huidige buitenlands en veiligheidsbeleid nog dringender maakt,

I. onderstrepend dat de EU in het kader van de oorlog in voormalig Joegoslavië reeds een eerste ervaring heeft opgedaan, te weten de Waarnemersmissie van de Europese Gemeenschap (ECMM), die zou kunnen worden gebruikt als een eerste stap op de weg naar de oprichting van een ECVK,

J. er echter op wijzend dat de ervaringen van de ECMM en de verificatiemissie in Kosovo de beperkingen aantonen van het concept van een ECVK,

K. overwegende dat het inadequaat inzetten van ongewapende waarnemersmissies, die gemakkelijk als gijzelaars zouden kunnen worden gebruikt, ook politiek ongewenste effecten kan hebben,

L. er met klem op wijzend dat de vele gespecialiseerde NGO¨s, waarvan vele over gedetailleerde en uitgebreide praktijkervaring beschikken, een waardevolle bijdrage zouden kunnen leveren aan een dergelijk project,

M. benadrukkend dat burgers die deel uitmaken van een vredeskorps goed moeten worden getraind,

N. overwegende dat moet worden vermeden dat het ECVK zo groots opgezet en strakke organisatiestructuur wordt dat het hoge en improductieve uitgaven zou vergen en dat een flexibel gebruik van de middelen uit diverse overheids- en andere bronnen onmogelijk zou worden,

1. beveelt de Raad aan een haalbaarheidsstudie te laten uitvoeren over de mogelijkheid een Europees Civiel Vredeskorps op te richten in het kader van een krachtiger en effectiever Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid;

2. verzoekt de Raad om daarbij de mogelijkheid te onderzoeken van concrete vredestichtende maatregelen, zoals bemiddeling en het herstel van wederzijds vertrouwen tussen de strijdende partijen, humanitaire hulp, herintegratie (onder andere door het ontwapenen en demobiliseren van partijen die een conflict hebben bijgelegd), herstel en wederopbouw en toezicht op en verbetering van de situatie op het gebied van de mensenrechten;

3. beveelt de Raad aan een minimale, flexibele structuur op te zetten die slechts tot doel heeft de hulpbronnen van de NGO's en die welke door de diverse landen ter beschikking worden gesteld in kaart te brengen en te mobiliseren en eventueel mee te werken aan de coördinatie ervan;

4. beveelt de Raad aan om de Eenheid voor vroegtijdige waarschuwing opdracht te geven tot het onderzoeken en aanwijzen van gevallen waarin de inzet van een ECVK mogelijk is;

5. beveelt de Raad aan aan het Europees Parlement een verslag voor te leggen over het ECVK, waarin de rol van dit instrument en zijn toekomstige mogelijkheden en beperkingen in hun totaliteit worden geëvalueerd;

6. beveelt de Raad en de Commissie aan, in het kader van deze haalbaarheidsstudie, een hoorzitting te organiseren om vast te stellen welke rol de NGO's hebben gespeeld bij de vreedzame oplossing van conflicten en de voorkoming van geweld in voormalig Joegoslavië en in de Kaukasus;

7. verzoekt zijn Voorzitter deze aanbeveling te doen toekomen aan de Raad en ter informatie aan de Commissie.