51999AP0252

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een raadgevend comité voor het vrije verkeer en de sociale zekerheid van communautaire werknemers en tot wijziging van de verordeningen (EEG) nr. 1612/68 en (EEG) nr. 1408/71 van de Raad (COM(98)0394 C4-0577/98 98/0231(COD)) (Medebeslissingsprocedure, eerste lezing)

Publicatieblad Nr. C 279 van 01/10/1999 blz. 0064


A4-0252/99

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (COM(98)0394 - C4-0575/98 - 98/0229(COD))

Dit voorstel wordt goedgekeurd met de volgende wijzigingen:

(Amendement 1)

ARTIKEL 1, PUNT 1

Artikel 1, lid 1 (verordening (EEG) nr. 1612/68)

>Oorspronkelijke tekst>

"1. Ongeacht zijn woonplaats heeft iedere onderdaan van een lidstaat het recht om op het grondgebied van een andere lidstaat werk te zoeken, een beroepsopleidingsstage of arbeid in loondienst te aanvaarden en deze aldaar te volgen respectievelijk te verrichten overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die de tewerkstelling van de nationale werknemers in deze staat beheersen."

>Tekst na stemming van het EP>

"1. Ongeacht zijn woonplaats heeft iedere onderdaan van een lidstaat het recht om op het grondgebied van een andere lidstaat werk te zoeken, een beroepsopleidingsstage of arbeid in loondienst te aanvaarden

, met inbegrip van atypische dienstbetrekkingen, en deze aldaar te volgen respectievelijk te verrichten overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die de tewerkstelling van de nationale werknemers in deze staat beheersen."

(Amendement 2)

ARTIKEL 1, PUNT 3

Artikel 5, tweede alinea (verordening (EEG) nr. 1612/68)

>Oorspronkelijke tekst>

"Voorts heeft hij recht op de steun bij indienstneming waarin is voorzien voor de eigen onderdanen om arbeid in loondienst te kunnen verrichten of om een beroepsopleidingsstage te kunnen volgen."

>Tekst na stemming van het EP>

"Voorts heeft hij recht op de steun

of advies bij indienstneming waarin is voorzien voor de eigen onderdanen om arbeid in loondienst te kunnen verrichten, met inbegrip van atypische dienstbetrekkingen, of om een beroepsopleidingsstage te kunnen volgen. Bovendien wordt hij voorgelicht over de op het grondgebied van een andere lidstaat geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake tewerkstelling en sociale zekerheid."

(Amendement 3)

ARTIKEL 1, PUNT 4, SUB a)

Artikel 7, lid 1 (verordening (EEG) nr. 1612/68)

>Oorspronkelijke tekst>

1. Een werknemer die onderdaan van een lidstaat is, mag wat de voorwaarden voor tewerkstelling en arbeid betreft, met name op het gebied van gezondheid, veiligheid en hygiëne, en op dat van beloning, ontslag en, indien hij werkloos dan wel gedeeltelijk of volledig arbeidsongeschikt is geworden, van wederaanpassing en wederinschakeling in het beroep of van wedertewerkstelling op grond van zijn nationaliteit, op het grondgebied van andere lidstaten niet anders worden behandeld dan de nationale werknemers.

>Tekst na stemming van het EP>

1. Een werknemer die onderdaan van een lidstaat is, mag wat de voorwaarden voor tewerkstelling en arbeid betreft, met name op het gebied van gezondheid, veiligheid en hygiëne, beloning, ontslag en, indien hij werkloos dan wel gedeeltelijk of volledig arbeidsongeschikt is geworden,

alsmede van wederaanpassing en wederinschakeling in het beroep of van wedertewerkstelling op grond van zijn nationaliteit, op het grondgebied van andere lidstaten niet anders worden behandeld dan de nationale werknemers.

(Amendement 4)

ARTIKEL 1, PUNT 4, SUB b)

Artikel 7, lid 5 (verordening (EEG) nr. 1612/68)

>Oorspronkelijke tekst>

5. Wanneer in een lidstaat de vaststelling van arbeidsvoorwaarden, het verloop van de beroepsloopbaan of de toekenning van bepaalde voordelen aan werknemers van het plaatsgrijpen van bepaalde feiten of gebeurtenissen afhankelijk wordt gesteld, worden aan vergelijkbare feiten of gebeurtenissen die in een andere lidstaat hebben plaatsgehad, dezelfde gevolgen of dezelfde voordelen toegekend.

>Tekst na stemming van het EP>

5. Wanneer in een lidstaat de vaststelling van arbeidsvoorwaarden, het verloop van de beroepsloopbaan of de toekenning van bepaalde voordelen aan werknemers van het plaatsgrijpen van bepaalde feiten of gebeurtenissen afhankelijk wordt gesteld,

zoals de verwerving van beroeps- of andere ervaring, van anciënniteit, van een universitaire graad of een administratieve rang, worden aan vergelijkbare feiten of gebeurtenissen die in een andere lidstaat hebben plaatsgehad, dezelfde gevolgen of dezelfde voordelen toegekend.

(Amendement 5)

ARTIKEL 1, PUNT 8

Artikel 9 bis (verordening (EEG) nr. 1612/68)

>Oorspronkelijke tekst>

De bepalingen van de artikelen 7, 8 en 9 zijn van toepassing op iedere onderdaan van een lidstaat die op het grondgebied van een lidstaat werkzaamheden uitoefent, respectievelijk die door zijn werkgever op het grondgebied van een andere lidstaat of in een derde land is gedetacheerd, alsmede op iedere onderdaan van een lidstaat zijnde werknemer die in een derde land is tewerkgesteld, mits diens arbeidsverhouding op toereikende wijze met het recht van een lidstaat is verbonden.

>Tekst na stemming van het EP>

De bepalingen van de artikelen

1, bis, 7, 8 en 9 zijn van toepassing op iedere onderdaan van een lidstaat die op het grondgebied van een lidstaat werkzaamheden uitoefent, respectievelijk die door zijn werkgever op het grondgebied van een andere lidstaat of in een derde land is gedetacheerd, alsmede op iedere onderdaan van een lidstaat zijnde werknemer die in een derde land is tewerkgesteld, mits diens arbeidsverhouding op toereikende wijze met het recht van een lidstaat is verbonden.

(Amendement 7)

ARTIKEL 1, PUNT 9

Artikel 10, lid 1, sub c) (verordening (EEG) nr. 1612/68)

>Oorspronkelijke tekst>

c) elk ander familielid van hem of van diens echtgenoot, indien deze te zijnen laste is of in de lidstaat van herkomst onder diens dak huist.

>Tekst na stemming van het EP>

c) elk ander familielid van hem of van diens echtgenoot, indien deze

gerechtelijk of wettelijk te zijnen laste is.

(Amendement 9)

ARTIKEL 1, PUNT 10

Artikel 12, eerste alinea (verordening (EEG) nr. 1612/68)

>Oorspronkelijke tekst>

De in artikel 10 bedoelde familieleden van een onderdaan van een lidstaat zijnde werknemer die op het grondgebied van een andere lidstaat arbeid verricht of heeft verricht, worden, indien zij aldaar woonachtig zijn, onder dezelfde voorwaarden tot het algemene onderwijs, tot het leerlingstelsel en tot de beroepsopleiding, al dan niet universitair, toegelaten als de eigen onderdanen van die lidstaat.

>Tekst na stemming van het EP>

De in artikel 10 bedoelde familieleden van een onderdaan van een lidstaat zijnde werknemer die op het grondgebied van een andere lidstaat arbeid verricht of heeft verricht, worden, indien zij aldaar woonachtig zijn, onder dezelfde voorwaarden tot het algemene onderwijs, tot het leerlingstelsel en tot de beroepsopleiding,

met inbegrip van omscholing en nascholing, al dan niet universitair, toegelaten als de eigen onderdanen van die lidstaat.

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (COM(98)0394 - C4-0575/98 - 98/0229(COD))(Medebeslissingsprocedure, eerste lezing)

Het Europees Parlement,

- gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad COM(98)0394 - 98/0229(COD) ((PB C 344 van 12.11.1998, blz. 9.)),

- gelet op artikel 189 B (huidig artikel 251), lid 2 van het EG-Verdrag en artikel 49 (huidig artikel 40) van het EG-Verdrag, op grond waarvan de Commissie het voorstel bij het Parlement heeft ingediend (C4-0575/98),

- gelet op artikel 58 van zijn Reglement,

- gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en het advies van de Commissie verzoekschriften (A4-0252/99),

1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel zoals gewijzigd door het Parlement;

2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3. verzoekt de Raad alle amendementen van het Parlement goed te keuren en het aldus geamendeerde besluit definitief vast te stellen;

4. wijst erop dat de Commissie gehouden is elke wijziging die zij voornemens is aan te brengen in het door het Parlement geamendeerde voorstel, voor te leggen aan het Parlement;

5. verzoekt zijn Voorzitter dit advies te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.