51999AP0137

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van verordening nr. 19/65/EEG betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen van overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (COM(98)0546 C4-0627/98 98/0287(CNS))(Raadplegingsprocedure)

Publicatieblad Nr. C 219 van 30/07/1999 blz. 0422


A4-0137/99

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van verordening nr. 19/65/EEG betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen van overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (COM(98)0546 - C4-0627/98 - 98/0287(CNS))

Dit voorstel wordt goedgekeurd met de volgende wijzigingen:

(Amendement 1)

Overweging 3

>Oorspronkelijke tekst>

(3) overwegende dat de Commissie op 22 januari 1997 een Groenboek betreffende verticale afspraken in het concurrentiebeleid van de Europese Unie heeft gepubliceerd, teneinde een brede openbare discussie op gang te brengen over de toepassing van artikel 85, leden 1 en 3, van het Verdrag op overeenkomsten of op onderling afgestemde feitelijke gedragingen betreffende de levering en/of aankoop van voor wederverkoop of voor verwerking bestemde goederen, alsmede betreffende de commercialisering van diensten, tussen twee of meer elk in een verschillend economisch stadium werkzaam zijnde ondernemingen, hierna "verticale afspraken" genoemd, met inbegrip van alleenverkoop-overeenkomsten, exclusieve afnameovereenkomsten, franchiseovereenkomsten en selectieve distributieovereenkomsten; dat verticale afspraken tussen huidige of potentiële concurrenten niet onder dit begrip vallen, met uitzondering van niet-wederkerige overeenkomsten waarbij geen van de partijen een jaaromzet heeft van meer dan 100 miljoen ecu enerzijds, en verticale afspraken tussen verenigingen van detailhandelaren en hun leden of tussen deze verenigingen en hun leveranciers anderzijds, voorzover de leden van de betrokken verenigingen kleine of middelgrote ondernemingen zijn zoals omschreven in aanbeveling 96/280/EG van de Commissie (1),

(1) PB L 107 van 30.4.1996, blz. 4.

>Tekst na stemming van het EP>

(3) overwegende dat de Commissie op 22 januari 1997 een Groenboek betreffende verticale afspraken in het concurrentiebeleid van de Europese Unie heeft gepubliceerd, teneinde een brede openbare discussie op gang te brengen over de toepassing van artikel 85, leden 1 en 3, van het Verdrag op overeenkomsten of op onderling afgestemde feitelijke gedragingen betreffende de levering en/of aankoop van voor wederverkoop of voor verwerking bestemde goederen, alsmede betreffende de commercialisering van diensten, tussen twee of meer elk in een verschillend economisch stadium werkzaam zijnde ondernemingen, hierna "verticale afspraken" genoemd, met inbegrip van alleenverkoop-overeenkomsten, exclusieve afnameovereenkomsten, franchiseovereenkomsten en selectieve distributieovereenkomsten; dat verticale afspraken tussen huidige of potentiële concurrenten niet onder dit begrip vallen, met uitzondering van niet-wederkerige overeenkomsten waarbij geen van de partijen een jaaromzet heeft van meer dan 100 miljoen

euro,

(Amendement 2)

Overweging 4 bis (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

(4 bis) overwegende evenwel dat niet alle economische sectoren overtuigd zijn van de noodzaak van een dergelijke herziening; dat nogal wat marktdeelnemers die werken met bierleverings- en tankstationcontracten, inzonderheid de kleine en middelgrote ondernemingen, met negatieve economische consequenties dreigen te worden geconfronteerd,

(Amendement 3)

Overweging 9 bis (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

(9 bis) overwegende dat niets belet dat voor welbepaalde sectoren waarvoor de huidige aanpak wel voldoening schenkt aan de marktdeelnemers, hetzij een uitzondering gemaakt wordt op deze algemene regeling, hetzij een sectorspecifieke benadering binnen de algemene regeling uitgewerkt wordt,

(Amendement 4)

ARTIKEL 1, PUNT 1

Artikel 1, lid 1, sub a) (verordening nr. 19/65/EEG)

>Oorspronkelijke tekst>

a) groepen overeenkomsten, gesloten tussen twee of meer, elk in een verschillend economisch stadium werkzame ondernemingen, betreffende de levering en/of aankoop van voor wederverkoop of voor verwerking bestemde goederen of betreffende de commercialisering van diensten behoudens indien:

- dergelijke overeenkomsten tussen huidige of potentiële concurrenten worden gesloten, met uitzondering van niet-wederkerige overeenkomsten waarbij geen van de partijen een jaaromzet van meer dan 100 miljoen ecu behaalt, of

>Tekst na stemming van het EP>

a) groepen overeenkomsten, gesloten tussen twee of meer, elk in een verschillend economisch stadium werkzame ondernemingen, betreffende de levering en/of aankoop van voor wederverkoop of voor verwerking bestemde goederen of betreffende de commercialisering van diensten behoudens indien dergelijke overeenkomsten tussen huidige of potentiële concurrenten worden gesloten, met uitzondering van niet-wederkerige overeenkomsten waarbij geen van de partijen een jaaromzet van meer dan 100 miljoen

euro behaalt;

>Oorspronkelijke tekst>

- dergelijke overeenkomsten tussen verenigingen van detailhandelaren en hun leden, of tussen deze verenigingen en hun leveranciers, terwijl de leden van deze verenigingen geen kleine of middelgrote ondernemingen zijn zoals omschreven in de aanbeveling 96/280/EG(1) van de Commissie;

(1) PB L 107 van 30.4.1996, blz. 4.

>Tekst na stemming van het EP>

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van verordening nr. 19/65/EEG betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen van overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (COM(98)0546 - C4-0627/98 - 98/0287(CNS))(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

- gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad COM(98)0546 - 98/0287(CNS) ((PB C 365 van 26.11.1998, blz. 27.)),

- geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 87 van het EG-Verdrag (C4-0627/98),

- gelet op artikel 58 van zijn Reglement,

- gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid (A4-0137/99),

1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel zoals gewijzigd door het Parlement;

2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 189 A, lid 2 van het EG-Verdrag, dienovereenkomstig te wijzigen;

3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5. verzoekt zijn Voorzitter dit advies te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.