51999AP0096

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot onderlinge aanpassing van het recht inzake gebruiksmodellen (COM(97)0691 C4-0676/97 97/0356 (COD))(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Publicatieblad Nr. C 175 van 21/06/1999 blz. 0424


A4-0096/99

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot onderlinge aanpassing van het recht inzake gebruiksmodellen (COM(97)0691 - C4-0676/97 - 97/0356(COD))

Dit voorstel wordt goedgekeurd met de volgende wijzigingen:

(Amendement 1)

Tiende overweging bis (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

.

>Tekst na stemming van het EP>

overwegende dat, om het aanvragen van gebruiksmodellen te vergemakkelijken en de termijnen voor de verlening van gebruiksmodellen in meer dan één lidstaat te bekorten, een "één-loket-procedure" dient te worden ingesteld, onverminderd de nationale bepalingen die in elke betrokken lidstaat van toepassing zijn,

(Amendement 2)

Dertiende overweging

>Oorspronkelijke tekst>

overwegende dat van de gebruiksmodellenbescherming niet alleen die uitvindingen moeten worden uitgesloten welke gewoonlijk niet octrooieerbaar zijn, maar ook uitvindingen die betrekking hebben op chemische of farmaceutische stoffen of werkwijzen, teneinde aan de behoeften van de betrokken bedrijfstakken tegemoet te komen,alsook uitvindingen die mede computerprogramma's betreffen,

>Tekst na stemming van het EP>

overwegende dat van de gebruiksmodellenbescherming niet alleen die uitvindingen moeten worden uitgesloten welke gewoonlijk niet octrooieerbaar zijn, maar ook uitvindingen die betrekking hebben op stoffen of werkwijzen,

(Amendement 3)

Veertiende overweging

>Oorspronkelijke tekst>

overwegende dat de aanvraag om een gebruiksmodel aan gelijkaardige voorwaarden moet voldoen als een octrooiaanvraag; dat de aanvraag om een gebruiksmodel evenwel slechts aanleiding geeft tot een formele toetsing, zonder dat een vooronderzoek naar de nieuwheid en uitvindingshoogte wordt verricht; dat slechts op verzoek van de aanvrager een onderzoeksverslag over de stand van de techniek moet worden opgesteld,

>Tekst na stemming van het EP>

overwegende dat de aanvraag om een gebruiksmodel aan gelijkaardige voorwaarden moet voldoen als een octrooiaanvraag; dat de aanvraag om een gebruiksmodel evenwel slechts aanleiding geeft tot een formele toetsing, zonder dat een vooronderzoek naar de nieuwheid en uitvindingshoogte wordt verricht; dat slechts op verzoek van de aanvrager

of een derde belanghebbende een onderzoeksverslag over de stand van de techniek moet worden opgesteld,

(Amendement 4)

Achttiende overweging bis (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

overwegende dat moet worden toegezien op de toepassing van deze richtlijn en dat moet worden bekeken in hoeverre zij geschikt is om op het gebied van gebruiksmodellen een goede werking van de interne markt en een adequate bedrijfsinnovatie in de Gemeenschap te garanderen; dat de Commissie met het oog hierop de noodzakelijke maatregelen moet voorstellen; dat één van deze maatregelen betrekking moet hebben op concrete methoden om de registratie van een gebruiksmodel in meer dan één lidstaat te vergemakkelijken en de kosten hiervan de verlagen,

(Amendement 5)

Artikel -1 (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

Artikel -1

De bepalingen van deze richtlijn zijn van toepassing onverminderd de wettelijke voorschriften van de Gemeenschap of van de betrokken lidstaten inzake modelrechten of andere onderscheidingstekens, auteursrechten, octrooien, lettertypen, burgerlijke aansprakelijkheid of oneerlijke concurrentie.

(Amendementen 6 en 35)

Artikel 1

>Oorspronkelijke tekst>

Onder gebruiksmodel in de zin van deze richtlijn wordt verstaan het ingeschreven recht dat een uitsluitende bescherming voor technische uitvindingen verleent en dat onder de volgende benamingen in de lidstaten wordt erkend:

>Tekst na stemming van het EP>

1. Overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn komen voor bescherming als gebruiksmodel in aanmerking nieuwe uitvindingen die berusten op een uitvinderswerkzaamheid en zich lenen voor industriële toepassing, en die erin bestaan een voorwerp of instrument een zodanige configuratie of structuur te geven of uit te rusten met een zodanig mechanisme dat een praktisch of technisch voordeel is verbonden aan het gebruik of de vervaardiging van dit voorwerp of instrument, dan wel dat daaraan een ander voordeel voor de gebruiker is verbonden, bijvoorbeeld in de vorm van een educatieve of amusementswaarde.

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

2. De benamingen voor deze gebruiksmodellen luiden in onderstaande lidstaten als volgt:

>Oorspronkelijke tekst>

België : Brevet de courte durée/

Octrooi van korte duur

Denemarken: Brugsmodel

Duitsland : Gebrauchsmuster

Griekenland : Ðéóôïðïéçôéêü õðïäåßãìáôïò

÷ñçóéìüôçôáò

Spanje : Modelo de utilidad

Frankrijk : Certificat d'utilité

Ierland : Short-term patent

Italië : Brevetto per modelli di utilità

Nederland : Zesjarig octrooi

Oostenrijk : Gebrauchsmuster

Portugal : Modelo de utilidade

Finland : Hyödyllisyysmalli/

Nyttighetsmodellagen

>Tekst na stemming van het EP>

België

: Brevet de courte durée/

Octrooi van korte duur

Denemarken: Brugsmodel

Duitsland : Gebrauchsmuster

Griekenland: Ðéóôïðïéçôéêü õðïäåßãìáôïò

÷ñçóéìüôçôáò

Spanje : Modelo de utilidad

Frankrijk : Certificat d'utilité

Ierland : Short-term patent

Italië : Brevetto per modelli di utilità

Nederland : Zesjarig octrooi

Oostenrijk : Gebrauchsmuster

Portugal : Modelo de utilidade

Finland : Hyödyllisyysmalli/

Nyttighetsmodellagen

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

3. Onder "één-loket-procedure" wordt verstaan een procedurele voorziening die het gemakkelijker maakt gebruiksmodellen in meer dan één lidstaat via een gecoördineerde procedure en op één plaats te verkrijgen, onverminderd de nationale bepalingen die in elke betrokken lidstaat van toepassing zijn.

(Amendement 34)

Artikel 3, lid 2, sub c)

>Oorspronkelijke tekst>

c) stelsels, regels en methoden voor het verrichten van geestelijke arbeid, voor het spelen of voor de bedrijfsvoering

>Tekst na stemming van het EP>

c) stelsels, regels en methoden voor het verrichten van geestelijke arbeid of voor de bedrijfsvoering

(Amendement 7)

Artikel 3, lid 2 bis (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

2 bis. Het in lid 2 bepaalde sluit bescherming door middel van het gebruiksmodel uit voor de hierin vermelde elementen, doch uitsluitend voor zover de aanvraag of het gebruiksmodel betrekking heeft op de in lid 2 genoemde elementen als zodanig.

(Amendement 8)

Artikel 4

>Oorspronkelijke tekst>

Gebruiksmodellen worden niet verleend voor:

>Tekst na stemming van het EP>

Gebruiksmodellen worden niet verleend voor:

>Oorspronkelijke tekst>

a) uitvindingen waarvan de toepassing strijdig zou zijn met de openbare orde of de goede zeden, met dien verstande dat deze strijdigheid niet kan worden afgeleid uit het enkele feit dat de toepassing van de uitvinding in één of meer lidstaten of in alle lidstaten bij een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling verboden is;

>Tekst na stemming van het EP>

a) uitvindingen waarvan de toepassing strijdig zou zijn met de openbare orde of de goede zeden, met dien verstande dat deze strijdigheid niet kan worden afgeleid uit het enkele feit dat de toepassing van de uitvinding in één of meer lidstaten of in alle lidstaten bij een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling verboden is;

>Oorspronkelijke tekst>

b) uitvindingen die betrekking hebben op biologisch materiaal;

>Tekst na stemming van het EP>

b) uitvindingen die betrekking hebben op biologisch materiaal;

>Oorspronkelijke tekst>

c) uitvindingen die betrekking hebben op chemische of farmaceutische stoffen of werkwijzen;

>Tekst na stemming van het EP>

c) uitvindingen die betrekking hebben op stoffen of werkwijzen;

>Oorspronkelijke tekst>

d) uitvindingen die mede computerprogramma's betreffen.

>Tekst na stemming van het EP>

Schrappen

(Amendement 9)

Artikel 5, lid 3

>Oorspronkelijke tekst>

3. Als behorend tot de stand van de techniek wordt tevens aangemerkt de inhoud van aanvragen om gebruiksmodellen, zoals die zijn ingediend, waarvan de datum van indiening gelegen is vóór de in lid 2 bedoelde datum en die op of na die datum zijn gepubliceerd.

>Tekst na stemming van het EP>

3. Als behorend tot de stand van de techniek wordt tevens aangemerkt de inhoud van aanvragen

voor gebruiksmodellen en octrooien, zoals ingediend vóór de in lid 2 bedoelde datum en gepubliceerd op of na die datum.

(Amendement 10)

Artikel 6

>Oorspronkelijke tekst>

Een uitvinding wordt als berustend op uitvinderswerkzaamheid in de zin van deze richtlijn aangemerkt, indien de aanvrager in de aanvraag om een gebruiksmodel op duidelijke en overtuigende wijze aantoont dat de uitvinding ten opzichte van de stand van de techniek:

a) hetzij bijzonder doeltreffend is, bijvoorbeeld omdat zij gemakkelijk kan worden toegepast of gebruikt;

b) hetzij een praktisch voordeel of een voordeel op het gebied van de nijverheid biedt.

>Tekst na stemming van het EP>

Een uitvinding wordt als berustend op uitvinderswerkzaamheid in de zin van deze richtlijn aangemerkt, indien

zijtegen de achtergrond van de stand van de techniek voor een terzake deskundige niet bijzonder voor de hand ligt.

(Amendement 11)

Artikel 8, lid 1, inleidende zin

>Oorspronkelijke tekst>

1. De aanvraag om een gebruiksmodel moet bevatten:

>Tekst na stemming van het EP>

1. De aanvraag om een gebruiksmodel

dient uitsluitend te bevatten:

(Amendement 12)

Artikel 8, lid 2

>Oorspronkelijke tekst>

2. De aanvrager van een gebruiksmodel moet een indieningstaks en, in voorkomend geval, een onderzoekstaks betalen.

>Tekst na stemming van het EP>

2. De aanvrager van een gebruiksmodel moet een indieningstaks en, in voorkomend geval, een onderzoekstaks betalen.

Op alle heffingen is voor KMO's, individuele uitvinders en universiteiten een korting van 50% van toepassing.

(Amendement 14)

Artikel 13, lid 2

>Oorspronkelijke tekst>

2. Het aantal conclusies dient beperkt te blijven tot hetgeen, gelet op de aard van de uitvinding, strikt noodzakelijk is.

>Tekst na stemming van het EP>

Schrappen

(Amendement 15)

Artikel 15, lid 1

>Oorspronkelijke tekst>

1. De bevoegde autoriteit waarbij een aanvraag om een gebruiksmodel is ingediend, onderzoekt of de aanvraag aan de in de artikelen 8 en 10 vastgestelde vormvoorwaarden voldoet en gaat na of zij een beschrijving en een uittreksel bevat.

>Tekst na stemming van het EP>

1. De bevoegde autoriteit waarbij een aanvraag om een gebruiksmodel is ingediend, onderzoekt of de aanvraag aan de in de artikelen 8

, 9 en 10 vastgestelde vormvoorwaarden voldoet en gaat na of zij een beschrijving en een uittreksel bevat. Tevens wordt onderzocht of één of meerdere van de in artikel 4 vermelde uitzonderingsvoorwaarden van toepassing is of zijn.

(Amendement 16)

Artikel 15, lid 3

>Oorspronkelijke tekst>

3. De in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteit onderzoekt niet of aan de in de artikelen 5, 6 en 7 vastgestelde voorwaarden is voldaan.

>Tekst na stemming van het EP>

3. De in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteit onderzoekt niet of

de uitvinding een praktisch of technisch voordeel biedt, noch of aan de in de artikelen 5, 6 en 7 vastgestelde voorwaarden is voldaan.

(Amendement 17)

Artikel 15 bis (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

Artikel 15 bis

Eén-loket-procedure

1. In voorkomend geval doet de Commissie het nodige om te komen tot een één-loket-procedure voor de verlening van gebruiksmodellen in één of meer lidstaten. Informatie over deze één-loket-procedure wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

2. De één-loket-procedure dient aan de volgende voorwaarden te voldoen:

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

a) de procedure staat open voor alle uitvinders die een gebruiksmodel in één of meer lidstaten van de Gemeenschap aanvragen;

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

b) aanvragen worden binnen zeven werkdagen na de formele ontvangst door het lichaam waarbij de aanvragen aanvankelijk werden ingediend, naar de betrokken bevoegde autoriteiten doorgezonden;

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

c) de bevoegde autoriteiten delen hun besluit om een aanvraag goed te keuren of te verwerpen, binnen zeven werkdagen na het nemen van dit besluit mee aan de aanvrager en aan de lichamen waarbij de betreffende aanvraag aanvankelijk werd ingediend;

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

d) de artikelen 17 en 18 zijn van toepassing op aanvragen die volgens de één-loket-procedure zijn ingediend; als indieningsdatum voor aanvragen die volgens de één-loket-procedure zijn ingediend, geldt de datum van indiening bij de lichamen waarbij de aanvraag aanvankelijk werd ingediend;

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

e) de lichamen waarbij aanvragen kunnen worden ingediend, brengen periodiek aan de Commissie verslag uit over de werking van de één-loket-procedure. In dit verslag worden ook gegevens opgenomen over de afgewezen aanvragen.

(Amendement 18)

Artikel 15 ter (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

Artikel 15 ter

Bezwaarprocedure

1. Binnen drie maanden, volgend op de publicatie van de vermelding van verlening van een gebruiksmodel, kan een ieder met een legitiem belang bij de bevoegde autoriteit verzet aantekenen tegen het verleende gebruiksmodel. Hij kan zich hierbij beroepen op de aan deze verlening verbonden eisen, met inbegrip van de voorwaarden betreffende de nieuwheid, de uitvinderswerkzaamheid of de beschrijving van de uitvinding. Hij kan echter niet aanvoeren dat de aanvrager niet gerechtigd was om bescherming te vragen van het gebruiksmodel, aangezien hij zich hiervoor moet wenden tot de rechter.

2. Het bezwaarschrift moet vergezeld gaan van relevante bewijsstukken. Indien het bezwaar ontvankelijk wordt geacht legt de bevoegde autoriteit de houder een termijn op waarbinnen hij de vormgebreken moet opheffen.

(Amendement 19)

Artikel 16, lid 1

>Oorspronkelijke tekst>

1. Indien aan een aanvraag om een gebruiksmodel een datum van indiening is toegekend, en indien de aanvraag niet wordt geacht te zijn ingetrokken, stelt de bevoegde autoriteit waarbij de aanvraag is ingediend, op verzoek van de aanvrager een onderzoeksverslag over de relevante stand van de techniek op, op grond van de conclusies, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met de beschrijving en, in voorkomend geval, met de tekeningen.

>Tekst na stemming van het EP>

1. Indien aan een aanvraag om een gebruiksmodel een datum van indiening is toegekend, en indien de aanvraag niet wordt geacht te zijn ingetrokken, stelt de bevoegde autoriteit waarbij de aanvraag is ingediend, op verzoek van de aanvrager

of een andere belanghebbende, en op hun kosten, een onderzoeksverslag over de relevante stand van de techniek op, op grond van de conclusies, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met de beschrijving en, in voorkomend geval, met de tekeningen.

(Amendement 20)

Artikel 16, lid 3

>Oorspronkelijke tekst>

3. Zodra het onderzoeksverslag is opgesteld, wordt het tezamen met afschriften van alle aangehaalde documenten aan de aanvrager toegezonden.

>Tekst na stemming van het EP>

3. Zodra het onderzoeksverslag is opgesteld, wordt het tezamen met afschriften van alle aangehaalde documenten aan de aanvrager toegezonden.

Het onderzoeksverslag wordt openbaar gemaakt als onderdeel van het documentatiemateriaal dat de verlening van het gebruiksmodel vergezelt.

(Amendement 21)

Artikel 16, lid 4

>Oorspronkelijke tekst>

4. De lidstaten kunnen in de bepalingen die zij vaststellen om aan deze richtlijn te voldoen, het opstellen van een onderzoeksverslag verplicht stellen in het geval dat een rechtsvordering wordt ingesteld teneinde de door het gebruiksmodel verleende rechten te doen gelden.

>Tekst na stemming van het EP>

4. De lidstaten

moeten in de bepalingen die zij vaststellen om aan deze richtlijn te voldoen, het opstellen van een onderzoeksverslag verplicht stellen in het geval dat een rechtsvordering wordt ingesteld teneinde de door het gebruiksmodel verleende rechten te doen gelden, tenzij reeds eerder hierover een onderzoeksverslag werd opgesteld.

(Amendement 22)

Artikel 19, lid 2

>Oorspronkelijke tekst>

2. Zes maanden vóór het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn kan de houder een verzoek tot verlenging van het gebruiksmodel gedurende een termijn van twee jaar bij de bevoegde autoriteit indienen.

>Tekst na stemming van het EP>

2. Zes maanden vóór het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn kan de houder een verzoek tot verlenging van het gebruiksmodel gedurende een termijn van twee jaar bij de bevoegde autoriteit indienen.

Deze verlenging wordt niet verleend indien voor de desbetreffende uitvinding geen verzoek om een onderzoeksrapport is ingediend.

(Amendement 23)

Artikel 20, lid 2

>Oorspronkelijke tekst>

2. Wanneer het onderwerp van het gebruiksmodel een werkwijze is, verleent het ingeschreven gebruiksmodel de houder het recht om derden die daartoe niet zijn toestemming hebben, te beletten deze werkwijze te gebruiken en ten minste het rechtstreeks door middel van deze werkwijze verkregen voortbrengsel te gebruiken, ten verkoop aan te bieden, te verkopen of voor deze doeleinden in te voeren.

>Tekst na stemming van het EP>

Schrappen

(Amendement 24)

Artikel 20, lid 3, inleidende zin

>Oorspronkelijke tekst>

3. De overeenkomstig de leden 1 en 2 door het gebruiksmodel verleende rechten strekken zich niet uit tot:

>Tekst na stemming van het EP>

3. De overeenkomstig

lid 1 door het gebruiksmodel verleende rechten strekken zich niet uit tot:

(Amendement 25)

Artikel 20, lid 4

>Oorspronkelijke tekst>

4. De houder van een gebruiksmodel heeft het recht om het gebruiksmodel over te dragen, het door erfopvolging te doen overgaan en licentieovereenkomsten te sluiten.

>Tekst na stemming van het EP>

4. De houder van een gebruiksmodel heeft het recht om het gebruiksmodel

langs alle wettelijk erkende wegen over te dragen en licentieovereenkomsten te sluiten.

(Amendement 26)

Artikel 20, lid 6 bis (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

6 bis. Het door het gebruiksmodel verleende recht treedt volledig in werking bij de verlening van de bescherming.

(Amendement 27)

Artikel 22, lid 2

>Oorspronkelijke tekst>

2. De lidstaten kunnen bepalen dat een verleend gebruiksmodel wordt geacht geen rechtsgevolgen te hebben, indien voor dezelfde uitvinding een octrooi is verleend en dit octrooi is gepubliceerd.

>Tekst na stemming van het EP>

2. Een verleend gebruiksmodel wordt geacht geen rechtsgevolgen te hebben, indien voor dezelfde uitvinding een octrooi is verleend en dit octrooi is gepubliceerd.

(Amendement 28)

Artikel 22, lid 3

>Oorspronkelijke tekst>

3. De lidstaten die geen gebruik maken van de in lid 2 bedoelde mogelijkheid, treffen de nodige maatregelen opdat de rechthebbende in geval van een inbreuk op zijn rechten niet achtereenvolgens op grond van beide beschermingsstelsels rechtsvorderingen kan instellen.

>Tekst na stemming van het EP>

De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat de rechthebbende in geval van een inbreuk op zijn rechten niet achtereenvolgens op grond van beide beschermingsstelsels rechtsvorderingen kan instellen.

(Amendement 29)

Artikel 24, lid 1, sub a)

>Oorspronkelijke tekst>

a) het onderwerp van het gebruiksmodel is niet vatbaar voor bescherming overeenkomstig de artikelen 3 tot en met 7;

>Tekst na stemming van het EP>

a) het onderwerp van het gebruiksmodel is niet vatbaar voor bescherming overeenkomstig de artikelen

1, lid 1, en 3 tot en met 7;

(Amendement 30)

Artikel 24, lid 1, sub d bis) (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

d bis) de houder van het gebruiksmodel had dit recht niet mogen verwerven overeenkomstig artikel 20, lid 4.

(Amendement 31)

Artikel 24, lid 2

>Oorspronkelijke tekst>

2. Indien de nietigheidsgronden het gebruiksmodel slechts gedeeltelijk aantasten, wordt de nietigheid zodanig uitgesproken dat het gebruiksmodel dienovereenkomstig wordt beperkt. De beperking kan geschieden in de vorm van een wijziging van de conclusies, van de beschrijving of van de tekeningen.

>Tekst na stemming van het EP>

2. Indien de nietigheidsgronden het gebruiksmodel slechts gedeeltelijk aantasten, wordt de nietigheid zodanig uitgesproken dat het gebruiksmodel dienovereenkomstig wordt beperkt.

Wanneer de nationale wetgeving hierin voorzien, kan de beperking geschieden in de vorm van een wijziging van de conclusies, van de beschrijving of van de tekeningen.

(Amendement 32)

Artikel 24 bis (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

Artikel 24 bis

Subsidiaire toepassing

Bij ontbreken van expliciete regelgeving inzake gebruiksmodellen zijn hierop de bepalingen betreffende uitvindingsoctrooien van toepassing, voor zover deze niet onverenigbaar zijn met de specifieke kenmerken van gebruiksmodellen.

(Amendement 33)

Artikel 24 ter (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

Artikel 24 ter

Binnen drie jaar nadat de lidstaten de bepalingen om aan deze richtlijn te voldoen in werking hebben doen treden, stelt de Commissie het Europees Parlement en de Raad op de hoogte van de resultaten van de toepassing van deze richtlijn en geeft zij aan of zij dient te worden herzien om op het gebied van gebruiksmodellen een goede werking van de interne markt en een adequate bedrijfsinnovatie in de Gemeenschap te garanderen. Voorts stelt de Commissie de nodige maatregelen voor ter verbetering van deze richtlijn.

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot onderlinge aanpassing van het recht inzake gebruiksmodellen (COM(97)0691 - C4-0676/97 - 97/0356 (COD))(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

- gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad COM(97)0691 - 97/0356(COD) ((PB C 36 van 3.2.1998, blz. 13.)),

- gelet op de artikelen 189 B, lid 2 en 100 A van het EG-Verdrag, op grond waarvan de Commissie het voorstel bij het Parlement heeft ingediend (C4-0676/97),

- gelet op artikel 58 van zijn Reglement,

- gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en rechten van de burger en het advies van de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid (A4-0096/99),

1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel zoals gewijzigd door het Parlement;

2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 189 A, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3. verzoekt de Raad de door het Parlement aangenomen wijzigingen op te nemen in zijn krachtens artikel 189 B, lid 2 van het EG-Verdrag vast te stellen gemeenschappelijk standpunt;

4. wijst erop dat de Commissie gehouden is elke wijziging die zij voornemens is aan te brengen in het door het Parlement geamendeerde voorstel, voor te leggen aan het Parlement;

5. verzoekt zijn Voorzitter dit advies te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.