51998PC0769

Voorstel voor een Beschikking van de Raad houdende instelling van een communautair kader voor samenwerking op het gebied van de verontreiniging van de zee door ongevallen /* COM/98/0769 def. - SYN 98/0350 */

Publicatieblad Nr. C 025 van 30/01/1999 blz. 0020


Voorstel voor een beschikking van de Raad houdende instelling van een communautair kader voor samenwerking op het gebied van de verontreiniging van de zee door ongevallen (1999/C 25/06) (Voor de EER relevante tekst) COM(1998) 769 def. - 98/0350(SYN)

(Door de Commissie ingediend op 16 december 1998)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,

Gezien het advies van het Comité van de Regio's,

Overwegende dat de activiteiten van de Gemeenschap op dit gebied sinds 1978 het mogelijk hebben gemaakt geleidelijk de samenwerking tussen de lidstaten binnen een communautair actieprogramma te ontwikkelen; dat de sinds 1978 vastgestelde resolutie, besluiten en beschikkingen (1) de basis voor deze samenwerking vormen;

Overwegende dat het communautair informatiesysteem heeft beantwoord aan zijn bedoeling om de bevoegde instanties in de lidstaten de beschikking te geven over de gegevens die nodig zijn voor de controle en de beperking van de verontreiniging die wordt veroorzaakt door de lozing van grote hoeveelheden olie en andere schadelijke stoffen; dat het informatiesysteem zal worden vereenvoudigd door het gebruik van een modern systeem voor automatische gegevensverwerking; dat voor een snelle en efficiënte uitwisseling van informatie een geschikte talenregeling nodig is;

Overwegende dat de task force van de Gemeenschap en andere activiteiten in het kader van het communautair actieprogramma hebben gezorgd voor praktische ondersteuning van operationele instanties tijdens noodsituaties waarbij verontreiniging van de zee is opgetreden, en voor de bevordering van samenwerking en voorbereidingen om efficiënt op ongevallen te kunnen reageren;

Overwegende dat in het door de Commissie ingediende beleidsplan en actieprogramma van de Gemeenschap op het gebied van het milieu en duurzame ontwikkeling (2) word bepaald dat de activiteiten van de Gemeenschap zullen worden geïntensiveerd, met name op het gebied van milieurampen zoals de verontreiniging van de zee door ongevallen;

Overwegende dat de communautaire samenwerking op het gebied van de verontreiniging van de zee door ongevallen tracht de risico's te beperken en daardoor helpt de doelstellingen van het Verdrag te verwezenlijken door de solidariteit tussen de lidstaten te bevorderen en overeenkomstig artikel 130 R van het Verdrag bij te dragen tot het behoud en de bescherming van het milieu, met inbegrip van de gezondheid van de mens;

Overwegende dat de instelling van een communautair kader voor samenwerking dat voor ondersteunende maatregelen zorgt nog efficiënter zal bijdragen tot de ontwikkeling van samenwerking op het gebied van de verontreiniging van de zee door ongevallen; dat een dergelijk kader voor samenwerking grotendeels gebaseerd moet zijn op de ervaring die sinds 1978 al op dit gebied is opgedaan;

Overwegende dat een communautair kader voor samenwerking ook zal zorgen voor meer doorzichtigheid en voor consolidatie en intensivering van het voortdurend streven naar de verwezenlijking van de doelstellingen van het Verdrag;

Overwegende dat maatregelen voor de verstrekking van informatie aan en de voorbereiding van de personen die verantwoordelijk zijn voor en betrokken zijn bij de aanpak van de verontreiniging van de zee door ongevallen in de lidstaten, belangrijk zijn en bijdragen tot een betere voorbereiding op ongevallen en tevens tot de preventie van de risico's;

Overwegende dat het ook belangrijk is communautaire maatregelen te nemen ter verbetering van de technieken en methoden om op een noodsituatie te reageren en later de verontreiniging op te ruimen;

Overwegende dat de verlening van operationele steun aan de lidstaten in noodsituaties en de bevordering van de verspreiding van de daarbij opgedane ervaring over de lidstaten van significante waarde zijn gebleken;

Overwegende dat een raadgevend comité voor de verontreiniging van de zee door ongevallen de Commissie zal bijstaan bij het beheer van het samenwerkingskader; dat de Commissie tevens andere aangelegenheden in verband met de verontreiniging van de zee door ongevallen aan dit comité kan voorleggen;

Overwegende dat de bepalingen van deze beschikking in te plaats komen van met name het krachtens de resolutie van de Raad van 26 juni 1978 opgezette actieprogramma en het bij de beschikking van de Raad van 6 maart 1986 ingestelde communautaire informatiesysteem; dat deze beschikking van de Raad derhalve dient te worden ingetrokken met ingang van de datum waarop de onderhavige beschikking van kracht wordt,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Er wordt een communautair kader voor samenwerking op het gebied van de verontreiniging van de zee door ongevallen (hierna "samenwerkingskader" te noemen) ingesteld voor de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2004.

2. Het samenwerkingskader is bedoeld ter ondersteuning en aanvulling van de werkzaamheden van de lidstaten op nationaal, regionaal en lokaal niveau met het oog op de bescherming van het mariene milieu, de gezondheid van de mens en de kust tegen de risico's op verontreiniging van de zee door ongevallen en lozingen tijdens werkzaamheden.

3. Met het samenwerkingskader wordt getracht bij te dragen tot een verbetering van de mogelijkheden van de lidstaten om te reageren op ongevallen waarbij olie of andere schadelijke stoffen in zee terechtkomen of dreigen terecht te komen en tevens bij te dragen tot de preventie van de risico's. Het samenwerkingskader is tevens bedoeld om de voorwaarden te creëren voor een efficiënte wederzijdse bijstand en samenwerking tussen de lidstaten op dit gebied en deze te vergemakkelijken.

4. Binnen dit samenwerkingskader wordt een communautair informatiesysteem ingesteld dat bedoeld is om gegevens uit wisselen met het oog op de voorbereiding en reactie op de verontreiniging van de zee door ongevallen. Dit systeem bestaat uit minimaal de in bijlage I vermelde onderdelen.

Artikel 2

1. De Commissie zorgt voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen binnen het samenwerkingskader.

2. Volgens de procedure van artikel 4 en op basis van onder andere de door de lidstaten aan de Commissie verstrekte informatie wordt een voortschrijdend driejarenplan voor de uitvoering van de maatregelen binnen het samenwerkingskader vastgesteld, dat jaarlijks wordt herzien. De Commissie kan naast de maatregelen binnen het samenwerkingskader waar nodig voor aanvullende activiteiten zorgen. Deze aanvullende activiteiten worden in het licht van de gestelde prioriteiten en de beschikbare financiële middelen geëvalueerd.

3. Bijlage II bevat een overzicht van de maatregelen binnen het samenwerkingskader en de financiële regelingen voor de bijdrage van de Gemeenschap.

Artikel 3

1. In het voortschrijdend plan voor de uitvoering van de maatregelen binnen het samenwerkingskader worden de verschillende uit te voeren maatregelen vermeld.

2. De verschillende maatregelen worden in eerste instantie op basis van de volgende criteria geselecteerd:

a) de mate waarin ze bijdragen tot de verstrekking van informatie aan en de voorbereiding van de personen die verantwoordelijk zijn voor en betrokken zijn bij de aanpak van de verontreiniging van de zee door ongevallen en lozingen bij werkzaamheden in de lidstaten teneinde te zorgen voor een betere voorbereiding op ongevallen en bij te dragen tot de preventie van de risico's;

b) de mate waarin ze bijdragen tot een verbetering van de technieken en methoden om op een noodsituatie te reageren en later de verontreiniging op te ruimen;

c) de mate waarin ze bijdragen tot de verlening van operationele steun aan de lidstaten in noodsituaties, door het inzetten van deskundigen die voornamelijk behoren tot de task force van de Gemeenschap, en de verspreiding van de daarbij opgedane ervaring over de lidstaten.

3. Elke maatregel wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met de bevoegde instanties op nationaal, regionaal en lokaal niveau in de lidstaten.

Artikel 4

Voor de tenuitvoerlegging van de activiteiten binnen het samenwerkingskader wordt de Commissie bijgestaan door een comité van raadgevende aard, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie advies uit over dit ontwerp, zo nodig door middel van een stemming.

Het advies wordt in de notulen opgenomen; voorts heeft iedere lidstaat het recht te verzoeken dat zijn standpunt in de notulen wordt opgenomen.

De Commissie houdt zo veel mogelijk rekening met het door het comité uitgebrachte advies. Zij brengt het comité op de hoogte van de wijze waarop zij rekening heeft gehouden met zijn advies.

De Commissie kan tevens andere aangelegenheden in verband met de verontreiniging van de zee door ongevallen aan het raadgevend comité voorleggen.

Artikel 5

De Commissie evalueert halverwege en vóór het einde van de looptijd de tenuitvoerlegging van het samenwerkingskader en brengt uiterlijk op 30 september 2002 en 31 maart 2004 verslag uit bij de Raad en het Europees Parlement.

Artikel 6

De beschikking van de Raad van 6 maart 1986 tot instelling van een communautair informatiesysteem voor de controle op en de beperking van de verontreiniging van de zee door olie en andere gevaarlijke stoffen, zoals gewijzigd, wordt op de datum van vankrachtwording van deze beschikking ingetrokken.

Artikel 7

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2000.

Artikel 8

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

(1) PB C 162 van 8.7.1978, blz. 1; PB L 355 van 10.12.1981, blz. 52; PB L 77 van 22.3.1986, blz. 33; PB L 158 van 25.6.1988, blz. 32.

(2) PB C 138 van 17.5.1993, blz. 5.

BIJLAGE I

ONDERDELEN VAN HET COMMUNAUTAIR INFORMATIESYSTEEM

Het communautair informatiesysteem zal gebruik maken van een modern systeem voor automatische gegevensverwerking. Op de Internet-site zal er een communautaire home-page zijn met algemene achtergrondinformatie op communautair niveau en nationale home-pages met informatie over de beschikbare nationale middelen om in te grijpen.

Daarnaast wordt een deel van het systeem afgedrukt en voortdurend up-to-date gehouden als communautaire operationele losbladige brochure met informatie over het crisisbeheer in elke lidstaat.

1. Elke lidstaat dient binnen zes maanden na de datum waarop de beschikking van kracht wordt:

a) de voor het beheer van het nationale deel van het systeem verantwoordelijke instantie of instanties aan te wijzen en de Commissie daarvan in kennis te stellen;

b) een web-site te openen die via de communautaire algemene toegangspagina van het systeem aan het hele systeem wordt gekoppeld.

2. De Commissie opent een web-site als algemene toegangspagina van het systeem en een communautaire pagina.

3. Elke lidstaat vermeldt op zijn nationale home-page binnen zes manden na de datum waarop de beschikking van kracht wordt, tenminste de volgende informatie:

a) een beknopt overzicht van de nationale structuren en de koppelingen tussen de nationale instanties op het gebied van de verontreiniging van de zee door ongevallen;

b) de inventaris van de belangrijkste middelen voor de reactie op noodsituaties en het opruimen van verontreiniging waarover de overheid en de particuliere sector beschikken. Deze inventaris bevat gegevens over:

- het aantal en de kwalificaties van het gespecialiseerde personeel;

- de mechanische middelen om in zee gestroomde olie te verwijderen en verontreiniging van de kust te voorkomen of te bestrijden, alsmede het gespecialiseerde personeel dat die middelen moet toegepassen;

- de chemische en biologische middelen ter bestrijding van de verontreiniging van de zee en voor de reiniging van de kust, alsmede het gespecialiseerde personeel dat die middelen moet toepassen;

- de hulpverleningsploegen;

- de schepen en luchtvaartuigen die zijn uitgerust voor de bestrijding van verontreiniging;

- de mobiele installaties voor de tijdelijke opslag van verzamelde olie en andere schadelijke stoffen;

- de voorzieningen voor het lichten van olietankers;

c) de plaats van de voorraden of apparatuur;

d) de voorwaarden voor het bieden van hulp aan andere lidstaten.

4. Elke lidstaat werkt zodra zich veranderingen hebben voorgedaan of tenminste elk jaar in januari zijn onder punt 3 bedoelde nationale home-page bij.

5. Elke lidstaat verstrekt de Commissie binnen zes maanden na de datum waarop de beschikking van kracht wordt, zijn informatie over operationeel crisisbeheer die in de communautaire operationele losbladige brochure wordt opgenomen, met inbegrip van de operationele mobilisatieprocedures en de operationele contactpunten met hun referenties.

6. Elke lidstaat stelt de Commissie zo spoedig mogelijk in kennis van eventuele wijzigingen in verband met de informatie die in de losbladige brochure wordt opgenomen.

7. De Commissie verstrekt elke lidstaat een exemplaar van de losbladige brochure alsmede alle bijwerkingen daarvan.

BIJLAGE II

>RUIMTE VOOR DE TABEL>