51998PC0174

Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de harmonisatie van de exameneisen voor veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren /* COM/98/0174 def. - SYN 98/0106 */

Publicatieblad Nr. C 148 van 14/05/1998 blz. 0021


Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de harmonisatie van de exameneisen voor veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren (98/C 148/12) (Voor de EER relevante tekst) COM(1998) 174 def. - 98/0106(SYN)

(Door de Commissie ingediend op 19 maart 1998)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 75, lid 1, onder c),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,

Volgens de procedure van artikel 189 C van het Verdrag en in samenwerking met het Europees Parlement,

Overwegende dat verbetering van de vervoersveiligheid en milieubescherming, met name bij het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren, belangrijke aangelegenheden zijn; dat de menselijke factor medebepalend is voor de veilige exploitatie van de verschillende vervoerstakken;

Overwegende dat volgens Richtlijn 96/35/EG van de Raad van 3 juni 1996 betreffende de aanwijzing en de beroepsbekwaamheid van veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren (1) alle ondernemingen waarvan de bedrijvigheid het vervoer van gevaarlijke goederen of de met dit vervoer samenhangende laad- en loswerkzaamheden omvat een of meer veiligheidsadviseurs moeten aanwijzen; dat Richtlijn 96/35/EG geen nadere bepalingen bevat over de harmonisatie van exameneisen en exameninstanties;

Overwegende dat de lidstaten een gemeenschappelijk kader voor het examen en de voor de exameninstantie geldende voorwaarden moeten opzetten om een bepaald kwaliteitsniveau te waarborgen en de wederzijdse erkenning van de scholingscertificaten in de hele Gemeenschap te vergemakkelijken;

Overwegende dat met de bepalingen van deze richtlijn wordt beoogd de exameneisen te harmoniseren; dat het examen schriftelijk wordt afgenomen en bestaat uit vragen over de in bijlage II bij Richtlijn 96/35/EG vermelde onderwerpen en de analyse van een specifiek geval waarbij de kandidaten kunnen laten zien dat zij in staat zijn de taken van een veiligheidsadviseur te vervullen;

Overwegende dat de lidstaten kunnen bepalen dat veiligheidsadviseurs die werken voor ondernemingen waarvan de bedrijvigheid uitsluitend betrekking heeft op specifieke gevaarlijke goederen, alleen geëxamineerd over met die bedrijvigheid samenhangende onderwerpen; dat in dat geval in het EG-certificaat duidelijk moet worden aangegeven dat dit slechts beperkt geldig is;

Overwegende dat de door de exameninstanties afgenomen examens door de bevoegde autoriteit van de lidstaten moet worden goedgekeurd; dat de lidstaten de voor de exameninstanties geldende voorwaarden vaststellen om een hoog kwaliteitsniveau van de door hen verstrekte diensten te waarborgen; dat de exameninstallaties technisch bevoegd en betrouwbaar moeten zijn;

Overwegende dat de lidstaten elkaar assistentie moeten verlenen bij de tenuitvoerlegging van deze richtlijn;

Overwegende dat de Commissie wordt bijgestaan door het in Beschikking 87/373/EEG van de Raad van 13 juli 1987 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I REIKWIJDTE EN DEFINITIES

Artikel 1

Reikwijdte

1. In deze richtlijn worden de exameneisen vastgesteld waaraan moet worden voldaan voor de aanwijzing van veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen overeenkomstig Richtlijn 96/35/EG.

2. De lidstaten nemen alle noodzakelijke en passende maatregelen om ervoor te zorgen dat veiligheidsadviseurs worden geëxamineerd overeenkomstig de in deze richtlijn opgenomen eisen.

Artikel 2

Definities

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

- "veiligheidsadviseur voor het vervoer van gevaarlijke goederen", hierna "adviseur" te noemen, elke in artikel 2, onder b), van Richtlijn 96/35/EG bedoelde persoon;

- "gevaarlijke goederen", de goederen die zijn omschreven in artikel 2 Richtlijn 94/55/EG (2) en artikel 2 van Richtlijn 96/49/EG (3) betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg respectievelijk per spoor;

- "initiële opleiding", de opleiding waarvoor, nadat deze met succes is afgesloten overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 96/35/EG, een scholingscertificaat wordt afgegeven;

- "onderneming", elke in artikel 2, onder a), van Richtlijn 96/35/EG bedoelde onderneming;

- "examen", het in artikel 5, lid 2, van Richtlijn 96/35/EG bedoelde examen;

- "exameninstantie", elke instelling die door de bevoegde autoriteit van de lidstaten als geschikt is erkend voor het afnemen van examens.

HOOFDSTUK II EXAMENS

Artikel 3

1. Na voltooiing van de initiële training wordt een examen afgenomen overeenkomstig artikel 5, leden 2 en 4, van Richtlijn 96/35/EG.

2. Bij het examen moeten de kandidaten aantonen dat zij over voldoende kennis beschikken voor het verkrijgen van het scholingscertificaat.

3. De bevoegde autoriteit of de door die autoriteit erkende exameninstallatie stelt een vragencatalogus op waarin tenminste de in bijlage II bij Richtlijn 96/35/EG vermelde onderwerpen vertegenwoordigd zijn. De examenvragen moeten afkomstig zijn uit deze catalogus.

4. Het examen wordt schriftelijk afgenomen.

5. a) Elke kandidaat krijgt vragen over de in bijlage II bij Richtlijn 96/35/EG vermelde onderwerpen zoals hieronder aangegeven:

1. drie vragen over elk van de onderstaande onderwerpen:

- algemene preventie- en veiligheidsmaatregelen,

- classificatie van gevaarlijke goederen,

- algemene verpakkingsvoorschriften, met inbegrip van tanks, tankcontainers, tankwagons, enz.,

- opschriften en gevaarsetiketten,

- aanduidingen op het vervoersdocument,

- laden, lossen en stuwen,

- bemanning: beroepsopleiding

- voertuigdocumenten, keuringsdocument van het voertuig,

- veiligheidsinstructies,

- eisen met betrekking tot het vervoermaterieel;

2. twee vragen over elk van de onderstaande onderwerpen:

- wijze van verzending en beperkingen inzake verzending,

- verbod van en voorzorgen bij samenlading,

- gescheiden houden van stoffen,

- beperken van de vervoerde hoeveelheden en de vrijgestelde hoeveelheden,

- reinigen en/of ontgassen vóór het laden en na het lossen,

- regels en beperkingen met betrekking tot het verkeer en/of de binnenvaart,

- operationele of onvrijwillige lozingen van verontreinigende stoffen;

3. een vraag over elk van de onderstaande onderwerpen:

- vervoer van passagiers,

- voorschriften inzake bewaking: parkeren.

b) Elke kandidaat voert een met bijlage I bij Richtlijn 96/35/EG samenhangende analyse van een specifiek geval uit om aan te tonen dat hij in staat is de taken van een adviseur te vervullen.

Artikel 4

1. Ongeacht artikel 3, lid 5, kunnen de lidstaten bepalen dat adviseurs die werken voor ondernemingen als omschreven in artikel 2 waarvan de bedrijvigheid uitsluitend betrekking heeft op specifieke gevaarlijke goederen, namelijk Klasse 1 (explosieve stoffen), Klasse 2 (gassen), Klasse 7 (radioactieve stoffen) of minerale olieproducten (VN-nummers 1202, 1203, 1223), alleen worden geëxamineerd, overeenkomstig bijlage II bij Richtlijn 96/35/EG, over met die bedrijvigheid samenhangende onderwerpen. In dit geval wordt in het EG-scholingscertificaat, dat wordt afgegeven in de in bijlage III bij Richtlijn 96/35/EG aangegeven vorm, duidelijk vermeld dat het alleen geldig is voor de specifieke gevaarlijke goederen als bedoeld in dit artikel waarover de adviseur is geëxamineerd.

2. Alvorens de eisen voor het in lid 1 bedoelde examen vast te stellen, brengen de lidstaten deze ter kennis van de Commissie. Deze exameneisen kunnen alleen door de lidstaten worden aangenomen indien zij zijn goedgekeurd volgens de procedure van artikel 8.

HOOFDSTUK III TAKEN VAN DE BEVOEGDE AUTORITEIT, VOORSCHRIFTEN VOOR DE EXAMENINSTANTIES

Artikel 5

De lidstaten wijzen, met inachtneming van de EG-wetgeving, exameninstanties aan op basis van:

a) de kwalificaties en de werkterreinen van de exameninstantie;

b) een gedetailleerd programma waarin de examenonderwerpen, de geplande testmethodes, de duur van het schriftelijke examen en het cijfer dat minimaal moet worden behaald zijn vermeld.

Artikel 6

1. Schriftelijke examens worden georganiseerd door de exameninstantie. De exameninstantie moet worden goedgekeurd door de bevoegde autoriteit of een officiële vertegenwoordiger van de lidstaat.

2. De goedkeuring wordt uitsluitend schriftelijk gegeven door de bevoegde autoriteit of een daartoe aangewezen vertegenwoordiger van de lidstaat en kan een beperkte geldigheidsduur hebben

3. Wanneer de goedkeuring voor een onbepaalde duur geldt, wordt zij regelmatig opnieuw bezien door de bevoegde autoriteit of een daartoe aangewezen vertegenwoordiger van de lidstaat.

Artikel 7

De lidstaten verlenen elkaar assistentie bij de tenuitvoerlegging van deze richtlijn en wisselen informatie uit over de in artikel 3, lid 3, bedoelde vragencatalogus.

HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN

Artikel 8

1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 9 van Richtlijn 94/55/EG ingestelde comité voor het vervoer van gevaarlijke goederen, hierna "het comité" te noemen, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie.

2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie advies uit over dit ontwerp, zo nodig door middel van een stemming.

Het advies wordt in de notulen opgenomen; voorts heeft iedere lidstaat het recht te verzoeken dat zijn standpunt in de notulen wordt opgenomen.

De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met het door het comité uitgebrachte advies. Zij brengt het comité op de hoogte van de wijze waarop zij rekening heeft gehouden met zijn advies.

Artikel 9

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om vóór 30 juni 1999 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten,

De lidstaten passen deze bepalingen toe vanaf 1 januari 2000.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

3. De lidstaten stellen de regeling vast voor de bestraffing van overtredingen van de nationale bepalingen die krachtens deze richtlijn worden vastgesteld, en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze straffen worden toegepast. De op deze wijze opgelegde straffen moeten doeltreffend, evenredig en ontmoedigend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 30 juni 1998 in kennis van die bepalingen en delen eventuele latere wijzigingen zo spoedig mogelijk mee.

Artikel 10

Deze richtlijn treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 11

Diese Richtlinie ist an die Mitgliedstaaten gerichtet.

(1) PB L 145 van 19.6.1996, blz. 10.

(2) PB L 319 van 12.12.1994, blz. 4, gewijzigd bij Richtlijn 96/86/EG van de Commissie (PB L 335 van 24.12.1996, blz. 43).

(3) PB L 235 van 17.9.1996, blz. 25, gewijzigd bij Richtlijn 96/87/EG van de Commissie (PB L 335 van 24.12.1996, blz. 45).