51998PC0171(02)

Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2261/84 houdende algemene voorschriften inzake de toekenning van de productiesteun voor olijfolie en de steun aan de producentenorganisaties /* COM/98/0171 def. */

Publicatieblad Nr. C 136 van 01/05/1998 blz. 0025


Voorstel voor een Verordening (EG) van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2261/84 houdende algemene voorschriften inzake de toekenning van de productiesteun voor olijfolie en de steun aan de producentenorganisaties (98/C 136/09) COM(1998) 171 def. - 98/0098(CNS)

(Door de Commissie ingediend op 19 maart 1998)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. . . ./98, inzonderheid op artikel 5, lid 8,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. . . ./98 in artikel 5 van Verordening nr. 136/66/EEG de bepalingen inzake de productiesteun zijn geschrapt die specifiek gelden voor producenten met een productie van minder dan 500 kg olijfolie; dat Verordening (EEG) nr. 2261/84 (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 636/95 (3), dienovereenkomstig moet worden aangepast, en de controles met betrekking tot de productiesteun moeten worden verscherpt;

Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. . . ./98 in artikel 5 van Verordening nr. 136/66/EEG een bepaling is opgenomen waarbij de gegarandeerde maximumhoeveelheid over de lidstaten wordt verdeeld en de consequenties worden vastgesteld die overschrijding van de door de betrokken lidstaat vastgestelde gegarandeerde nationale hoeveelheid heeft voor de hoogte van de productiesteun; dat, rekening houdende met de opgedane ervaring, moet worden bepaald welke elementen dienen te worden vastgesteld of medegedeeld met het oog op het beheer van dit mechanisme;

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 2261/84 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 2 worden de leden 4 en 5 vervangen door:

"4. De steun wordt overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening nr. 1366/66/EEG toegekend voor de werkelijk in een erkende oliefabriek geproduceerde hoeveelheid olijfolie.".

2. Artikel 8, lid 1, tweede streepje, wordt vervangen door:

"- of de door de olijvenproducenten verstrekte gegevens over de hoeveelheden verwerkte olijven en de verkregen hoeveelheden olijfolie overeenstemmen met de in het bewijs van verwerking vermelde hoeveelheden olijven en olijfolie.".

3. Artikel 12, lid 1, wordt vervangen door:

"1. Elke olijvenproducent kan een voorschot op het bedrag van de aangevraagde steun krijgen.".

4. Aan artikel 13, lid 1, wordt het volgende punt e) toegevoegd:

"e) vóór nader te bepalen data, maandopgaven over de voorraadadministratie bij de bevoegde autoriteiten hebben ingediend.".

5. In artikel 14:

- wordt in lid 3 bis het gedeelte van de zin dat aan het eerste streepje voorafgaat, vervangen door:

"Voor de betaling van de steun aan olijfolieproducenten controleren de lidstaten:";

- wordt lid 4 geschrapt;

- wordt de tweede alinea van lid 5 vervangen door:

"Deze bestanden worden gebruikt ter oriëntatie van de controles die op grond van het bepaalde in de leden 1 tot en met 3 moeten worden verricht.".

6. In artikel 15, lid 3, worden de woorden "met een gemiddelde productie van ten minste 500 kg olijfolie per verkoopseizoen" geschrapt.

7. Artikel 17 bis wordt vervangen door:

"Artikel 17 bis

1. Vóór 1 oktober stelt de Commissie, voor het lopende verkoopseizoen en voor elke producerende lidstaat, de volgende elementen vast volgens de procedure van artikel 38 van Verordening nr. 136/66/EEG:

- de geraamde productie die recht kan geven op steun;

- het bedrag van de productiesteun per eenheid product dat mag worden voorgeschoten. Dit bedrag moet op een zodanig niveau worden vastgesteld dat rekening houdende met de productieramingen voor het betrokken verkoopseizoen, elk risico van onverschuldigde betaling aan olijvenproducenten wordt uitgesloten.

2. Uiterlijk acht maanden na het einde van het verkoopseizoen stelt de Commissie, voor het betrokken verkoopseizoen en voor elke producerende lidstaat, de volgende elementen vast volgens de in lid 1 bedoelde procedure:

- de werkelijke productie waarvoor het recht op steun is erkend;

- het bedrag van de productiesteun per eenheid product, waarop in voorkomend geval de in artikel 5, lid 4, van Verordening nr. 136/66/EEG bedoelde coëfficiënt is toegepast.

3. De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op 5 september van het lopende verkoopseizoen de gegevens mede inzake de voor het betrokken verkoopseizoen geraamde olijfolieproductie. De Commissie kan gebruik maken van andere informatiebronnen en zo nodig studies of onderzoeken over de olijfolieproductie laten uitvoeren.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 november 1998.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

(1) PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66.

(2) PB L 208 van 3.8.1984, blz. 3.

(3) PB L 67 van 25.3.1995, blz. 1.