51998PC0131(02)

Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling /* COM/98/0131 def. - SYN 98/0114 */

Publicatieblad Nr. C 176 van 09/06/1998 blz. 0035


Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (98/C 176/02) COM(98) 131 def. - 98/0114(SYN)

(Door de Commissie ingediend op 19 maart 1998)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 E,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,

Gezien het advies van het Comité van de Regio's,

Overeenkomstig de procedure van artikel 189 C van het Verdrag,

(1) Overwegende dat in artikel 130 C van het Verdrag is bepaald dat het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) bedoeld is om een bijdrage te leveren aan het ongedaan maken van de belangrijkste regionale onevenwichtigheden in de Gemeenschap;

(2) Overwegende dat in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. . . . ./. . van de Raad (houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen) is bepaald, dat het EFRO voornamelijk tot taak heeft bij te dragen tot de verwezenlijking van de in lid 1 bedoelde doelstellingen 1 en 2; dat in de artikelen 18 en 19 van diezelfde verordening is bepaald, dat het EFRO bijdraagt aan de financiering van de transnationale, grensoverschrijdende en interregionale samenwerking in het kader van de communautaire initiatieven; dat in de artikelen 20 en 21 van diezelfde verordening is bepaald dat het EFRO de innovatieve acties op communautair niveau en de maatregelen in het kader van de technische hulp steunt;

(3) Overwegende dat de gemeenschappelijke bepalingen die voor de verschillende Structuurfondsen gelden, zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. . . . ./. .; dat dient de worden gepreciseerd welke maatregelen door het EFRO in het kader van de doelstellingen 1 en 2, de communautaire initiatieven en de innovatieve acties, kunnen worden gefinancierd;

(4) Overwegende dat dient te worden gepreciseerd welke bijdrage het EFRO in het kader van zijn taak op het gebied van de regionale ontwikkeling levert tot de harmonische, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de economische activiteit, een hoge graad van concurrentievermogen, een hoog werkgelegenheidsniveau, de gelijkheid van mannen en vrouwen, en een hoge mate van bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu;

(5) Overwegende dat het EFRO in het kader van zijn taak steun moet verlenen voor de verbetering van het productiemilieu en het concurrentievermogen van de ondernemingen, met name kleine en middelgrote ondernemingen, alsmede voor de plaatselijke economische ontwikkeling, voor onderzoek en technologische ontwikkeling, voor de ontwikkeling van de transeuropese netten - onder meer door te zorgen voor een adequate toegankelijkheid daartoe - in de sectoren vervoersinfrastructuur, telecommunicatie en energie, voor de bescherming en de verbetering van de kwaliteit van het milieu - waarbij rekening wordt gehouden met het voorzorgsbeginsel, het beginsel van preventief handelen, het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron dienen te worden bestreden, en het beginsel dat de vervuiler betaalt, en waarbij een schoon en efficiënt energiegebruik en de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen worden gestimuleerd -, en voor de gelijkheid van mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt;

(6) Overwegende dat het EFRO een bijzondere rol moet vervullen bij het streven naar plaatselijke economische ontwikkeling, tegen een achtergrond van verbetering van het leefklimaat en van ruimtelijke ontwikkeling, met name door stimulering van de territoriale werkgelegenheidspacten;

(7) Overwegende dat de op initiatief van de Commissie getroffen maatregelen van communautair belang een belangrijke rol moeten spelen bij het streven naar de verwezenlijking van de algemene doelstellingen van de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. . . . ./. . bedoelde structurele actie van de Gemeenschap;

(8) Overwegende dat het EFRO bijdraagt tot de ondersteuning van innovatieve acties en technische hulp, overeenkomstig de artikelen 21 en 22 van Verordening (EG) nr. . . . ./. .;

(9) Overwegende dat de bevoegdheden voor de vaststelling van uitvoeringsbepalingen moeten worden vastgelegd en dat overgangsbepalingen moeten worden vastgesteld;

(10) Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1998 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2083/93 (2), moet worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Taak

Op grond van artikel 130 C van het Verdrag en ter uitvoering van Verordening (EG) nr. . . . ./. . neemt het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) deel in de financiering van de in artikel 9, lid 1, van de betrokken verordening bedoelde bijstandspakketten, met de bedoeling de economische en sociale samenhang te bevorderen door de belangrijkste regionale onevenwichtigheden ongedaan te maken en door deel te nemen aan de ontwikkeling en de omschakeling van de regio's. In dit verband draagt het EFRO ook bij tot de stimulering van een duurzame ontwikkeling en tot het scheppen van werkgelegenheid.

Artikel 2 Toepassingsgebied

1. In het kader van zijn taak zoals die in artikel 1 is vastgesteld, neemt het EFRO deel aan de financiering van:

a) productieve investeringen waardoor duurzame arbeidsplaatsen kunnen worden geschapen of in stand kunnen worden gehouden;

b) infrastructuurinvesteringen:

i) in de regio's die onder doelstelling 1 vallen, kan het EFRO deelnemen in investeringen die bijdragen tot de verhoging van het economisch potentieel, tot de ontwikkeling en de structurele aanpassing van en de duurzame werkgelegenheid in die regio's, waaronder de investeringen die bijdragen tot de totstandkoming en de ontwikkeling van de transeuropese netten op het gebied van vervoer, telecommunicatie en energie;

ii) in de regio's of zones die onder de doelstellingen 1 en 2 of onder het in artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. . . . ./. . bedoelde communautair samenwerkingsinitiatief vallen, kan het EFRO deelnemen aan investeringen met betrekking tot de aanpassing van industriezones met afnemende activiteit, de sanering van verpauperde stedelijke zones, de stimulering en ontsluiting van plattelandszones en van de visserij afhankelijke zones, de aanpassing van zones waar alleen dankzij modernisering en inrichting werkscheppende economische activiteiten kunnen worden geschapen of ontwikkeld, waaronder communicatie-infrastructuurverbindingen en andere verbindingen die de ontwikkeling van deze activiteiten mogelijk maken;

c) de ontwikkeling van eigen potentieel, via maatregelen ter begeleiding en ondersteuning van de initiatieven voor plaatselijke ontwikkeling en werkgelegenheid en van de activiteiten van het midden- en kleinbedrijf, waaronder:

i) steun ten behoeve van de dienstverlening aan ondernemingen, met name op het gebied van beheer, marktstudies en -onderzoek, en gemeenschappelijke diensten voor verschillende bedrijven,

ii) financiering van de overdracht van technologie, waaronder met name het verzamelen en verspreiden van informatie, en de financiering van de tenuitvoerlegging van de innovatie in de bedrijven,

iii) verbetering van de toegang van de ondernemingen tot financiering en kredietverlening, door invoering en ontwikkeling van passende financieringsinstrumenten,

iv) ingeval er geen steunregeling bestaat, directe investeringssteun als bedoeld in artikel 27, lid 3, van Verordening (EG) nr. . . . ./. .,

v) ontwikkeling van infrastructuurvoorzieningen van beperkte omvang,

vi) steun ten behoeve van de structuur voor buurtdienstverlening met het oog op het scheppen van nieuwe arbeidsplaatsen, met uitsluiting van de door het ESF gefinancierde maatregelen.

d) maatregelen inzake technische hulp als bedoeld in artikel 22 van Verordening (EG) nr. . . . ./. .

In de regio's van doelstelling 1 kan het EFRO deelnemen aan de financiering van de investeringen op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg die bijdragen tot de structurele aanpassing.

2. Ter uitvoering van lid 1 verleent het EFRO financiële steun op de volgende gebieden:

a) het productiemilieu, met name om het concurrentievermogen en de duurzame investeringen van de ondernemingen, in het bijzonder kleine en middelgrote ondernemingen, te ontwikkelen en de aantrekkingskracht van de regio's te vergroten, met name door verbetering van hun infrastructuuruitrusting;

b) onderzoek en technologische ontwikkeling, om de toepassing van de nieuwe technologieën en de innovatie te bevorderen of om de capaciteit voor onderzoek en technologische ontwikkeling te vergroten wanneer dat voor de regionale ontwikkeling nodig blijkt te zijn;

c) ontwikkeling van de informatiemaatschappij;

d) bescherming en verbetering van het milieu, met inachtneming van het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen bij de ondersteuning van de economische ontwikkeling, alsmede schoon en doeltreffend energiegebruik en ontwikkeling van hernieuwbare energie;

e) gelijkheid van mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt, met name door de oprichting van ondernemingen en door het scheppen van voorzieningen die het mogelijk maken werk en gezinsleven met elkaar te combineren;

f) transnationale, grensoverschrijdende en interregionale samenwerking op het gebied van regionale ontwikkeling.

Artikel 3 Communautair initiatief

1. Ter uitvoering van artikel 19 van Verordening (EG) nr. . . . ./. . draagt het EFRO, overeenkomstig artikel 20, lid 1, van de genoemde verordening, bij tot de tenuitvoerlegging van het communautair initiatief op het gebied van grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking ter stimulering van een harmonische en evenwichtige ontwikkeling en ruimtelijke ordening in Europa.

2. Overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Verordening (EG) nr. . . . ./. . wordt het in lid 1 van deze verordening bedoelde toepassingsgebied bij de beschikking over de bijdrage van de Fondsen verruimd tot maatregelen die op grond van de Verordeningen (EG) nr. . . . ./. . (ESF), (EG) nr. . . . ./. . (EOGFL) en (EG) nr. . . . ./. . (FIOV) kunnen worden gefinancierd, met de bedoeling alle in het programma van het communautair initiatief vastgestelde maatregelen ten uitvoer te leggen.

Artikel 4 Innovatieve acties

1. Overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Verordening (EG) nr. . . . ./. . kan het EOGFL deelnemen aan de financiering van:

a) op initiatief van de Commissie uitgevoerde studies in het kader waarvan de problemen op het gebied van regionale ontwikkeling, en met name op het gebied van de ruimtelijke ordening en van het Europees ruimtelijk ontwikkelingsperspectief, worden onderzocht, en oplossingen voor deze problemen worden aangegeven;

b) proefprojecten in het kader waarvan, op het gebied van regionale ontwikkeling, nieuwe oplossingen voor de problemen worden gezocht of voorgesteld, met de bedoeling deze oplossingen, na demonstratie ervan, in de bijstandspakketten te verwerken;

c) uitwisseling van innovatieve ervaringen, met de bedoeling de opgedane ervaring op het gebied van regionale ontwikkeling te benutten en over te dragen;

2. Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van Verordening (EG) nr. . . . ./. . wordt het in lid 1 van de onderhavige verordening bedoelde toepassingsgebied bij de beschikking over de bijdrage van de Fondsen verruimd tot maatregelen die op grond van de Verordeningen (EG) nr. . . . ./. . (ESF), (EG) nr. . . . ./. . (EOGFL) en (EG) nr. . . . ./. . (FIOV) kunnen worden gefinancierd, met de bedoeling alle in het betrokken proefproject vastgestelde maatregelen ten uitvoer te leggen.

Artikel 5 Wijze van uitvoering

De bepalingen inzake de uitvoering van deze verordening worden overeenkomstig de procedure van artikel 47 van Verordening (EG) nr. . . . ./. . door de Commissie vastgesteld.

Artikel 6 Intrekking

Verordening (EG) nr. 4254/88 van de Raad wordt met ingang van 1 januari 2000 ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening worden beschouwd als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 7 Herzieningsclausule

Op voorstel van de Commissie wordt deze verordening uiterlijk op 31 december 2006 door de Raad opnieuw bezien.

De Raad neemt over het voorstel van de Commissie een besluit volgens de procedure van artikel 130 D van het Verdrag.

Artikel 8 Overgangsbepalingen

De in artikel 52 van Verordening (EG) nr. . . . ./. . bedoelde overgangsbepalingen zijn op deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te . . .

Voor de Raad

. . .

(1) PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15.

(2) PB L 193 van 31.7.1993, blz. 34.