51998IP1081

Resolutie over Soedan

Publicatieblad Nr. C 098 van 09/04/1999 blz. 0294


B4-1081, 1091, 1132, 1143 en 1150/98

Resolutie over Soedan

Het Europees Parlement,

A. gelet op de viering van de 50ste verjaardag van de Universele Verklaring van de rechten van de mens,

B. bezorgd dat zowel de Soedanese regering als de opstandelingen de rechten van de mens grof schenden ondanks de herhaalde oproepen van de internationale gemeenschap,

C. ernstig bezorgd over het beleid van repressie van de godsdienstvrijheid dat de Soedanese regering met name voert tegen de christelijke gemeenschappen, zoals het proces dat in juli 1998 geopend werd tegen 18 gedaagden, waaronder twee Soedanese priesters, de paters Sebit en Boma, die berecht werden voor een strafrechtbank in de plaats van voor een civiele rechtbank, waarbij zij gemarteld zijn en slecht behandeld zijn,

D. ernstig bezorgd over de burgeroorlog die thans reeds meer dan 15 jaar in Soedan woedt en onmetelijk menselijk leed veroorzaakt heeft, met name onder de burgerbevolking, alsmede ernstige schendingen van de rechten van de mens en inbreuken op de internationale humanitaire wetgeving, massale verplaatsingen en de ineenstorting van de sociaal-economische structuren,

E. ernstig bezorgd over de dreigende hongersnood waaronder duizenden mensen in Zuid-Soedan gebukt gaat, met name in Bahr el Ghazal, in weerwil van het staakt-het-vuren dat in de provincie is afgekondigd om het vervoer van levensmiddelen mogelijk te maken, en dat op 15 januari 1999 afloopt,

F. gelet op de bemiddeling door het intergouvernementeel gezag voor de ontwikkeling (IGAD) dat wil trachten te komen tot een vreedzame regeling van dit conflict dat regionale gevolgen heeft,

G. gealarmeerd door de voortdurende stroom van wapens naar alle partijen in het conflict waardoor de gevechten zijn aangewakkerd met dodelijke gevolgen voor de burgerbevolking, alsmede het grootschalig gebruik van landmijnen door alle strijdende partijen,

H. overwegende dat een VN-embargo inzake wapens en verwante materialen voor Soedan een prioritaire maatregel is om een verdere escalatie van het conflict te voorkomen,

Het Europees Parlement,

1. herhaalt zijn veroordeling van de Soedanese regering wegens de herhaalde schendingen van de rechten van de mens en van het internationale humanitaire recht;

2. veroordeelt de wapenleveranties aan de strijdende partijen in Soedan en doet een beroep op de EU-lidstaten en de geassocieerde landen om zich sterk te maken in de Veiligheidsraad van de VN voor een embargo op de levering van wapens, munitie, onderdelen, reparatiebenodigdheden, onderhoud en de overdracht van militaire technologie en steun aan alle partijen bij het conflict in Soedan;

3. doet een beroep op de met de EU geassocieerde landen om tot dit EU-embargo toe te treden, een VN-wapenembargo te steunen en zich te houden aan de beginselen en criteria van de EU-gedragscode inzake wapenoverdrachten, zoals geformuleerd op 3 augustus 1998 door de EU en de geassocieerde landen in Midden- en Oost-Europa, Cyprus en de EVA-landen;

4. doet een beroep op de lidstaten en de geassocieerde landen om controlemechanismen inzake het EU-embargo te ontwikkelen, kenbaar gemaakte schendingen te onderzoeken en de overtreders ter verantwoording te roepen;

5. doet een beroep op de Soedanese regering om het Verdrag inzake de uitbanning van mijnen van 1997 te ratificeren en strikt na te leven, het Verdrag inzake chemische wapens van 1993 te tekenen en daartoe toe te treden, en toe te treden tot het Verdrag inzake biologische wapens van 1972, het Verdrag inzake bepaalde conventionele wapens van 1980 en de additionele protocollen I en II van 1977 bij het Verdrag van Genève van 1949;

6. steunt de bemiddelingspogingen van de IGAD om te komen tot een definitie van de voorwaarden voor een duurzame vrede en stabiliteit voor Soedan en voor zijn buurlanden en verzoekt elk van hen zich te onthouden van elke stap die het vredesproces zou kunnen vertragen of dit zou kunnen schaden;

7. verzoekt alle partijen om het thans in Bahr el Ghazal van kracht zijnde akkoord inzake het staakt-het-vuren te consolideren door hieraan een definitief en algemeen karakter te geven;

8. verzoekt de Commissie en de lidstaten de sancties en de opschorting van de ontwikkelingshulp te handhaven zolang de Soedanese regering geen einde gemaakt heeft aan de schendingen van de rechten van de mens;

9. spoort alle partijen aan om geen belemmeringen in de weg te leggen aan het verkeer van hulpverleners, de aanvoer en de distributie van hulp, alsmede om een eind te maken aan de verduistering van voedsel- en medische hulp en om onvoorwaardelijk mee te werken aan de levering van humanitaire hulp in de betrokken zones;

10. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de co-voorzitters van de Paritaire Vergadering ACS-EU, de secretaris-generaal van de VN, de OAE, de lidstaten van de IGAD en aan de regering van Soedan.