51998IP0507

Resolutie over Turkije

Publicatieblad Nr. C 167 van 01/06/1998 blz. 0220


B4-0507, 0517, 0532 en 0543/98

Resolutie over Turkije

Het Europees Parlement,

A. overwegende dat in de ochtend van 12 mei 1998 twee personen de heer Akin Birdal in diens kantoor onder vuur hebben genomen, waarbij hij door zes kogels werd getroffen,

B. overwegende dat de heer Akin Birdal, voorzitter van de Turkse vereniging voor mensenrechten, als activist op het gebied van de mensenrechten in hoog aanzien staat en Europese delegaties, ambassadeurs en een aantal leden van het Parlement regelmatig informatie heeft verstrekt,

C. overwegende dat de Turkse autoriteiten de heer Akin Birdal zwaar onder druk hebben gezet en dat tegen hem gerechtelijke stappen zijn ondernomen omwille van zijn activiteiten op het gebied van de mensenrechten,

D. overwegende dat maar weinig is gedaan om degenen die voor aanslagen op andere leden van de vereniging voor mensenrechten verantwoordelijk zijn voor de rechter te dagen,

E. overwegende dat de rechtbank voor staatsveiligheid van Diyarbakir de heer Recep Tayyip Erdo Fgan, burgemeester van Istanbul, op 21 april 1998 heeft veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden wegens het "aanzetten tot haat" in een politieke toespraak waarin hij de seculiere staat ter discussie zou hebben gesteld,

F. overwegende dat de heer Erdo Fgan lid was van de in januari 1998 door het Grondwettelijk Hof ontbonden Refah-partij en thans lid is van de Fazilet-partij,

G. overwegende dat tegen andere leden van de partij, waaronder burgemeesters en zakenlui, een proces is aangespannen,

Het Europees Parlement,

1. is ontsteld en verbolgen over de aanslag op Akin Birdal, die het met de grootste klem veroordeelt, en betuigt zijn medeleven met het slachtoffer en zijn medewerkers bij de Turkse vereniging voor mensenrechten;

2. verzoekt de Turkse autoriteiten alles in het werk te stellen om degenen die deze en soortgelijke aanslagen gepleegd en beraamd hebben voor de rechter te dagen;

3. stelt met bezorgdheid vast dat het algemene klimaat waarin degenen die verantwoordelijk zijn voor aanslagen op andere leden van mensenrechtenorganisaties en journalisten hun straf ontlopen deze aanslag in de hand heeft gewerkt;

4. verzoekt de Turkse autoriteiten de nodige maatregelen te treffen om de veiligheid en vrijheid van de heer Birdal te garanderen en hem en de organisatie waarvoor hij werkt niet langer te vervolgen;

5. wenst dat de Turkse autoriteiten de nodige waarborgen bieden om de GIHD (Turkse vereniging voor mensenrechten) en andere NGO's die op het gebied van de mensenrechten actief zijn in staat te stellen in alle vrijheid voor de verbetering van de mensenrechtensituatie te ijveren;

6. wenst dat het Voorzitterschap van de EU een verklaring aflegt over deze aanslag;

7. is verontrust over de mogelijke gevolgen van het vonnis tegen de heer Erdo Fgan voor de vrije meningsuiting in het politieke leven;

8. vertrouwt erop dat het Turkse Hof van Cassatie overeenkomstig het standpunt van het openbaar ministerie het vonnis van de rechtbank voor staatsveiligheid tegen de heer Erdo Fgan nietig zal verklaren;

9. dringt er bij de Turkse regering en de politieke partijen in Turkije op aan werk te maken van de wetgeving die nodig is voor verdere democratisering op grond van het principe van vrije meningsuiting;

10. wijst Turkije andermaal op zijn verplichtingen uit hoofde van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de internationale en regionale mensenrechtenverdragen die het heeft geratificeerd;

11. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de regeringen van de lidstaten, de Turkse regering en het Turkse parlement.