A4-0351/98

Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de harmonisatie van de exameneisen voor veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren (COM(98)0174 - C4-0242/98 - 98/0106(SYN))

Dit voorstel wordt goedgekeurd met de volgende wijzigingen:

(Amendement 1)

Artikel 1, lid 2

>Oorspronkelijke tekst>

2. De lidstaten nemen alle noodzakelijke en passende maatregelen om ervoor te zorgen dat veiligheidsadviseurs worden geëxamineerd overeenkomstig de in deze richtlijn opgenomen eisen.

>Tekst na stemming van het EP>

2. De lidstaten nemen alle noodzakelijke en passende maatregelen om ervoor te zorgen dat veiligheidsadviseurs

voor het vervoer van gevaarlijke goederen ten minste worden geëxamineerd overeenkomstig de in deze richtlijn opgenomen eisen en dat het na het behaalde examen afgegeven EG-scholingscertificaat door alle lidstaten en de EER wordt erkend.

(Amendement 2)

Artikel 3, lid 2

>Oorspronkelijke tekst>

2. Bij het examen moeten de kandidaten aantonen dat zij over voldoende kennis beschikken voor het verkrijgen van het scholingscertificaat.

>Tekst na stemming van het EP>

2. Bij het examen moeten de kandidaten aantonen dat zij over voldoende kennis beschikken

om in staat te zijn de taken van een veiligheidsadviseur voor het vervoer van gevaarlijke goederen te vervullen in een bedrijf dat zich bezighoudt met het vervoer van gevaarlijke goederen of met de laad- en loswerkzaamheden die met dit vervoer samenhangen.

(Amendement 3)

Artikel 3, lid 3, alinea bis (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

Bovendien moeten de kandidaten aan de hand van een specifiek geval aantonen dat zij in staat zijn de taken van een veiligheidsadviseur voor het vervoer van gevaarlijke goederen te vervullen.

(Amendement 4)

Artikel 3, lid 4

>Oorspronkelijke tekst>

4. Het examen wordt schriftelijk afgenomen.

>Tekst na stemming van het EP>

4. Het examen wordt schriftelijk afgenomen

, doch kan met een mondeling gedeelte worden aangevuld.

(Amendement 5)

Artikel 3, lid 5, sub a)

>Oorspronkelijke tekst>

a) Elke kandidaat krijgt vragen over de in bijlage II bij richtlijn 96/35/EG vermelde onderwerpen zoals hieronder aangegeven:

>Tekst na stemming van het EP>

a) De vragen

moeten worden ontleend aan de in bijlage II bij richtlijn 96/35/EG opgenomen onderwerpen, waarbij:

>Oorspronkelijke tekst>

1. drie vragen over elk van de onderstaande onderwerpen:

- algemene preventie- en veiligheidsmaatregelen,

- classificatie van gevaarlijke goederen,

- algemene verpakkingsvoorschriften, met inbegrip van tanks, tankcontainers, tankwagons, enz.,

- opschriften en gevaarsetiketten,

- aanduidingen op het vervoersdocument,

- laden, lossen en stuwen,

- bemanning: beroepsopleiding

- voertuigdocumenten, keuringsdocument van het voertuig,

- veiligheidsinstructies,

- eisen met betrekking tot het vervoermaterieel;

>Tekst na stemming van het EP>

1. ten minste drie vragen over elk van de onderstaande onderwerpen moeten worden gesteld:

- algemene preventie- en veiligheidsmaatregelen,

- classificatie van gevaarlijke goederen,

- algemene verpakkingsvoorschriften, met inbegrip van tanks, tankcontainers, tankwagons, enz.,

- opschriften en gevaarsetiketten,

- aanduidingen op het vervoersdocument,

- laden, lossen en stuwen,

- bemanning: beroepsopleiding

- voertuigdocumenten, keuringsdocument van het voertuig,

- veiligheidsinstructies,

- eisen met betrekking tot het vervoermaterieel;

>Oorspronkelijke tekst>

2. twee vragen over elk van de onderstaande onderwerpen:

- wijze van verzending en beperkingen inzake verzending,

- verbod van en voorzorgen bij samenlading,

- gescheiden houden van stoffen,

- beperken van de vervoerde hoeveelheden en de vrijgestelde hoeveelheden,

- reinigen en/of ontgassen vóór het laden en na het lossen,

- regels en beperkingen met betrekking tot het verkeer en/of de binnenvaart,

- operationele of onvrijwillige lozingen van verontreinigende stoffen;

>Tekst na stemming van het EP>

2. ten minste twee vragen over elk van de onderstaande onderwerpen moeten worden gesteld:

- wijze van verzending en beperkingen inzake verzending,

- verbod van en voorzorgen bij samenlading,

- gescheiden houden van stoffen,

- beperken van de vervoerde hoeveelheden en de vrijgestelde hoeveelheden,

- reinigen en/of ontgassen vóór het laden en na het lossen,

- regels en beperkingen met betrekking tot het verkeer en/of de binnenvaart,

- operationele of onvrijwillige lozingen van verontreinigende stoffen;

>Oorspronkelijke tekst>

3. een vraag over elk van de onderstaande onderwerpen:

- vervoer van passagiers,

- voorschriften inzake bewaking: parkeren.

>Tekst na stemming van het EP>

3. ten minste een vraag over elk van de onderstaande onderwerpen moet worden gesteld:

- vervoer van passagiers,

- voorschriften inzake bewaking: parkeren.

(Amendement 6)

Artikel 3, lid 5 bis (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

5 bis. Het certificaat is vijf jaar geldig en wordt daarna automatisch voor steeds weer een volgende periode van vijf jaar verstrekt mits de houder gedurende het laatste jaar voor het verstrijken ervan opfrissingscursussen heeft gevolgd en/of een examen ter zake heeft afgelegd, welke beide door een bevoegde autoriteit dienen te worden goedgekeurd.

(Amendement 7)

Artikel 4, lid 1

>Oorspronkelijke tekst>

1. Ongeacht artikel 3, lid 5, kunnen de lidstaten bepalen dat adviseurs die werken voor ondernemingen als omschreven in artikel 2 waarvan de bedrijvigheid uitsluitend betrekking heeft op specifieke gevaarlijke goederen, namelijk Klasse 1 (explosieve stoffen), Klasse 2 (gassen), Klasse 7 (radioactieve stoffen) of minerale olieproducten (VN-nummers 1202, 1203, 1223), alleen worden geëxamineerd, overeenkomstig bijlage II bij Richtlijn 96/35/EG, over met die bedrijvigheid samenhangende onderwerpen. In dit geval wordt in het EG-scholingscertificaat, dat wordt afgegeven in de in bijlage III bij Richtlijn 96/35/EG aangegeven vorm, duidelijk vermeld dat het alleen geldig is voor de specifieke gevaarlijke goederen als bedoeld in dit artikel waarover de adviseur is geëxamineerd.

>Tekst na stemming van het EP>

1. Ongeacht artikel 3, lid 5, kunnen de lidstaten bepalen dat

kandidaten die als adviseurs willen werken voor ondernemingen als omschreven in artikel 2 waarvan de bedrijvigheid uitsluitend betrekking heeft op specifieke gevaarlijke goederen, alleen worden geëxamineerd, overeenkomstig bijlage II bij Richtlijn 96/35/EG, over met die bedrijvigheid samenhangende onderwerpen.

Het gaat hierbij om de volgende soorten goederen:

- Klasse 1: explosieve stoffen,

- Klasse 2: gassen,

- Klasse 7: radioactieve stoffen,

- minerale olieproducten (VN-nummers 1202, 1203, 1223),

- Klasse 3, 4, 5, 6, 8 en 9: vaste en vloeibare stoffen.

In dit geval wordt in het EG-scholingscertificaat, dat wordt afgegeven in de in bijlage III bij Richtlijn 96/35/EG aangegeven vorm, duidelijk vermeld dat het alleen geldig is voor de specifieke gevaarlijke goederen als bedoeld in dit artikel waarover de adviseur is geëxamineerd.

(Amendement 8)

Artikel 5, sub b)

>Oorspronkelijke tekst>

b) een gedetailleerd programma waarin de examenonderwerpen, de geplande testmethodes, de duur van het schriftelijke examen en het cijfer dat minimaal moet worden behaald zijn vermeld.

>Tekst na stemming van het EP>

b) een gedetailleerd programma waarin de examenonderwerpen, de geplande testmethodes, de duur van het schriftelijke examen

, de toegelaten documenten en het cijfer dat minimaal moet worden behaald zijn vermeld.

(Amendement 9)

Artikel 7

>Oorspronkelijke tekst>

De lidstaten verlenen elkaar assistentie bij de tenuitvoerlegging van deze richtlijn en wisselen informatie uit over de in artikel 3, lid 3, bedoelde vragencatalogus.

>Tekst na stemming van het EP>

De lidstaten verlenen elkaar assistentie bij de tenuitvoerlegging van deze richtlijn

in dier voege dat zij aan de Commissie regelmatig de in artikel 3, lid 3 bedoelde vragencatalogus doorgeven. De Commissie stelt de overige lidstaten daarvan in kennis.

(Amendement 10)

Artikel 9, lid 3

>Oorspronkelijke tekst>

3. De lidstaten stellen de regeling vast voor de bestraffing van overtredingen van de nationale bepalingen die krachtens deze richtlijn worden vastgesteld, en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze straffen worden toegepast. De op deze wijze opgelegde straffen moeten doeltreffend, evenredig en ontmoedigend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 30 juni 1998 in kennis van die bepalingen en delen eventuele latere wijzigingen zo spoedig mogelijk mee.

>Tekst na stemming van het EP>

3. De lidstaten stellen de regeling vast voor de bestraffing van overtredingen van de nationale bepalingen die krachtens deze richtlijn worden vastgesteld, en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze straffen worden toegepast. De op deze wijze opgelegde straffen moeten doeltreffend, evenredig en ontmoedigend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 30 juni

1999 in kennis van die bepalingen en delen eventuele latere wijzigingen zo spoedig mogelijk mee.

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de harmonisatie van de exameneisen voor veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren(COM(98)0174 - C4-0242/98 - 98/0106(SYN))(Samenwerkingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

- gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad COM(98)0174 - 98/0106(SYN) ((PB C 148 van 14.5.1998, blz. 21.)),

- geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 189 C en artikel 75, lid 1 van het EG-Verdrag (C4-0242/98),

- gelet op artikel 58 van zijn Reglement,

- gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme (A4-0351/98),

1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel zoals gewijzigd door het Parlement;

2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 189 A, lid 2 van het EG-Verdrag, dienovereenkomstig te wijzigen;

3. verzoekt de Raad de door het Parlement aangenomen wijzigingen op te nemen in zijn krachtens artikel 189 C, sub a) van het EG-Verdrag vast te stellen gemeenschappelijk standpunt;

4. verzoekt zijn Voorzitter dit advies te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.