51997PC0413

Voorstel voor een richtlijn van de Raad ter wijziging van de Richtlijnen 93/23/EG, 93/24/EG en 93/25/EG van de Raad van 1 juni 1993 betreffende de statistische enquêtes op het gebied van de productie van varkens, rundvee en schapen en geiten /* COM/97/0413 def.- CNS 97/0220 */

Publicatieblad Nr. C 288 van 23/09/1997 blz. 0009


Voorstel voor een richtlijn van de Raad ter wijziging van de Richtlijnen 93/23/EEG, 93/24/EEG en 93/25/EEG van de Raad van 1 juni 1993 betreffende de statistische enquêtes op het gebied van de productie van varkens, rundvee en schapen en geiten (97/C 288/06) COM(97) 413 def. - 97/0220(CNS)

(Door de Commissie ingediend op 29 juli 1997)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen, in het bijzonder op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende dat de Commissie, voor een goed beheer van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, in het bijzonder wat betreft de varkensmarkt, de rundermarkt en de schapen- en geitenmarkt, regelmatig moet kunnen beschikken over gegevens omtrent de ontwikkeling van de veestapel en over prognoses voor de productie van varkensvlees, rund- en kalfsvlees en schapen- en geitenvlees;

Overwegende dat Richtlijn 93/23/EEG van de Raad van 1 juni 1993 betreffende de statistische enquêtes op het gebied van de varkensproduktie (1), Richtlijn 93/24/EEG van de Raad van 1 juni 1993 betreffende de statistische enquêtes op het gebied van de rundvleesproduktie (2) en Richtlijn 93/25/EEG van de Raad van 1 juni 1993 betreffende de statistische enquêtes op het gebied van de schapen- en geitenproduktie (3), de frequenties van de statistische enquêtes regelen op het gebied van de productie van varkens, rundvee en schapen en geiten;

Overwegende de referentieperiodes aan te passen teneinde een beter gebruik te realiseren van de bronnen die beschikbaar zijn voor agrarische statistische enquêtes;

Overwegende het werk van de agrarische bedrijven verbonden aan de statistische enquêtes te verlichten;

Overwegende een beter afstemming van de verschillende enquêtes binnen de agrarische sector tot stand te brengen;

Overwegende dat in sommige lidstaten de schapen- en geitenstapel slechts een relatief klein deel uitmaakt van de totale schapen- en geitenstapel van de Gemeenschap,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN GEGEVEN:

Artikel 1

Wijziging van Richtlijn 93/23/EEG

De Richtlijn 93/23/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1 wordt lid 4 toegevoegd, en de tekst luidt als volgt:

"4. De lidstaten kunnen worden gemachtigd om, op hun verzoek en gebaseerd op een passende documentatie, slechts twee enquêtes per jaar uit te voeren, met een interval van zes maanden in de maanden mei/juni en november/december op voorwaarde dat zij kunnen bewijzen dat de kwaliteit van de prognoses zoals beschreven in artikel 12, is gegarandeerd. Gezien de ervaring en gebaseerd op de resultaten van deze prognoses, kan de machtiging worden ingetrokken. De Commissie neemt een beslissing overeenkomstig de procedure beschreven in artikel 17."

2. In artikel 5 worden lid 3 en 4 toegevoegd, en de tekst luidt als volgt:

"3. De lidstaten die gemachtigd zijn slechts twee enquêtes per jaar uit te voeren zenden de Commissie de voorlopige resultaten van de enquêtes en de aanvullende schattingen:

- voor de mei/juni-enquête: vóór 31 juli van hetzelfde jaar,

- voor de november/december-enquête: vóór 15 februari van het volgende jaar.

4. De lidstaten die gemachtigd zijn slechts twee enquêtes per jaar uit te voeren zenden de Commissie de resultaten van de enquêtes en de aanvullende schattingen, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2:

- voor de mei/juni-enquête: vóór 15 september van hetzelfde jaar,

- voor de november/december-enquête: vóór 1 april van het volgende jaar.".

3. In artikel 6. lid 1 wordt de term "decemberenquête" vervangen door de term "november/decemberenquête".

In artikel 6, lid 2 wordt de term "april" vervangen door de term "april of mei/juni".

4. In artikel 8, lid 1 wordt de term "decemberenquête" vervangen door de term "november- of decemberenquête".

Artikel 2

Wijziging van Richtlijn 93/24/EEG

De Richtlijn 93/24/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 1 wordt vervangen door:

"Artikel 1

1. De lidstaten houden ieder jaar met als referentiedag één dag in mei/juni en één dag in november/december statistische enquêtes naar de rundveestapel op hun grondgebied.

2. Op verzoek kunnen de lidstaten worden gemachtigd de enquêtes van mei/juni respectievelijk november/december alleen te houden in bepaalde gebieden, met dien verstande dat deze enquêtes betrekking dienen te hebben op ten minste 70 % van de nationale rundveestapel.

Op verzoek kunnen de lidstaten met een rundveestapel van minder dan 1,5 miljoen dieren worden gemachtigd volledig van één van beide in lid 1 bedoelde enquêtes af te zien of deze alleen in bepaalde gebieden te houden.

Op verzoek kunnen de lidstaten worden gemachtigd administratieve bronnen te benutten in plaats van de gegevens te ontlenen aan statistische enquêtes uit hoofde van lid 1.

3. Rekeninghoudend met de uit artikel 6 voortvloeiende verplichtingen neemt de Commissie volgens de procedure van artikel 17 een beslissing over de in lid 2 bedoelde verzoeken.".

2. In artikel 5, lid 1 en lid 2, wordt de term "december" vervangen door de term "november/december".

3. In artikel 6, lid 1, wordt de term "decemberenquête" vervangen door de term "november/decemberenquête".

4. In artikel 8, lid 1, wordt de term "decemberenquête" vervangen door de term "november/decemberenquête".

Artikel 3

Wijziging van Richtlijn 93/25/EEG

De Richtlijn 93/25/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 6 wordt lid 2 vervangen door de volgende tekst:

"2. In afwijking van artikel 1 en 5 zijn België, Denemarken, Duitsland en Nederland gemachtigd de schapen- en geitenstapel en is het Verenigd Koninkrijk gemachtigd de geitenstapel in december, te schatten aan de hand van de aantallen die zij bij de dat jaar in mei/juni gehouden jaarlijkse landbouwtelling of de jaarlijkse veestapeltelling, hebben opgetekend. Zij delen de in artikel 5, lid 1, bedoelde resultaten vóór 1 maart en de in artikel 5, lid 2, bedoelde resultaten vóór 15 september van het jaar volgend op het referentiejaar aan de Commissie mede.".

2. Artikel 9 wordt vervangen door:

"Artikel 9

In afwijking van artikel 8:

a) zijn België, Duitsland en Nederland gemachtigd om voor de in mei van het referentiejaar bij de veestapeltelling of de landbouwtelling opgetekende veestapel, het aantal schapen per "région/gewest" "Länder" respectievelijk "provincie" vóór 15 oktober van dat jaar mede te delen;

b) zijn de in artikel 1, lid 2, onder b) bedoelde lidstaten vrijgesteld van mededeling van de regionale indeling van hun geitenstapel.".

3. Artikel 12 zal worden vervangen door:

"Artikel 12

In afwijking van artikel 11 zijn België, Denemarken, Duitsland en Nederland gemachtigd de gegevens over de structuur van hun bij de veestapeltelling of de landbouwtelling van mei/juni van het referentiejaar opgetekende schapen- en geitenstapel en is het Verenigd Koninkrijk gemachtigd de overeenkomstige gegevens over zijn geitenstapel, vóór 15 mei van het daarop volgende jaar mede de delen.".

Artikel 4

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om vóór 1 januari 1998 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 5

Deze Richtlijn is gericht tot de lidstaten.

(1) PB L 149 van 21. 6. 1993, blz. 1.

(2) PB L 149 van 21. 6. 1993, blz. 5.

(3) PB L 149 van 21. 6. 1993, blz. 10.