51997PC0234

Voorstel voor een besluit van de Raad tot toekenning van macro-financiële bijstand aan Bulgarije /* COM/97/0234 def. - CNS 97/0143 */

Publicatieblad Nr. C 190 van 21/06/1997 blz. 0029


Voorstel voor een besluit van de Raad tot toekenning van macro-financiële bijstand aan Bulgarije (97/C 190/11) COM(97) 234 def. - 97/0143(CNS)

(Door de Commissie ingediend op 22 mei 1997)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende dat de Commissie haar voorstel heeft ingediend na raadpleging van het Monetair Comité,

Overwegende dat Bulgarije fundamentele economische hervormingen doorvoert en zich grote inspanningen getroost om een markteconomisch model in te voeren;

Overwegende dat Bulgarije en de Europese Unie een Europa-overeenkomst hebben gesloten, waarmee een associatieband tot stand gebracht is;

Overwegende dat de Raad bij Besluit 91/311/EEG (1) heeft besloten Bulgarije financiële bijstand op middellange termijn te verstrekken tot een bedrag van 290 miljoen ecu, ten einde de betalingsbalans van het land houdbaar te laten blijven; dat de Raad bij Besluit 92/511/EEG (2) heeft besloten Bulgarije aanvullende bijstand te verstrekken tot een bedrag van 110 miljoen ecu;

Overwegende echter dat in Bulgarije extra aanpassings- en hervormingsmaatregelen noodzakelijk zijn ter versterking van de financiële sector en ter bespoediging van de privatiseringen;

Overwegende dat Bulgarije in april 1997 met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) overeenstemming bereikt heeft over een economisch programma, dat door een stand-by-overeenkomst zal worden ondersteund;

Overwegende dat de Bulgaarse autoriteiten verzocht hebben om financiële bijstand van de internationale financiële instellingen, de Gemeenschap en andere bilaterale donors; dat rekening houdend met de financiële middelen die volgens de ramingen door particuliere instellingen en door het IMF en de Wereldbank kunnen worden verstrekt, in de periode waarop het programma betrekking heeft, een resterend tekort van 550 miljoen USD moet worden gedekt om de deviezenreserves van Bulgarije te verstreken en de beleidsdoelstellingen van het economische programma van de regering te ondersteunen;

Overwegende dat het door de Gemeenschap aan Bulgarije verstrekken van een nieuwe langlopende lening een passende maatregel is om de betalingsbalans van het land te ondersteunen en de deviezenreserves van het land te versterken;

Overwegende dat de lening van de Gemeenschap door de Commissie beheerd moet worden;

Overwegende dat slechts in artikel 235 van het Verdrag bevoegdheden voor de vaststellingen van dit besluit bepaald zijn,

BESLUIT:

Artikel 1

1. De Gemeenschap stelt Bulgarije een langlopende leningfaciliteit beschikbaar met een hoofdsom van ten hoogste 250 miljoen ecu en een maximale looptijd van tien jaar om te zorgen voor een houdbare betalingsbalans en om de deviezenreserves van het land te versterken.

2. Hiertoe wordt de Commissie gemachtigd namens de Europese Gemeenschap de nodige middelen op te nemen, die in de vorm van een lening ter beschikking van Bulgarije worden gesteld.

3. Deze lening wordt in nauw overleg met het Monetair Comité beheerd door de Commissie op een wijze die in overeenstemming is met de tussen het Internationaal Monetair Fonds en Bulgarije gesloten overeenkomsten.

Artikel 2

1. De Commissie wordt gemachtigd, na overleg met het Monetair Comité, met de Bulgaarse autoriteiten overeenstemming te bereiken over de aan de lening te verbinden voorwaarden betreffende het economische beleid. Deze voorwaarden moeten in overeenstemming zijn met de in artikel 1, lid 3, bedoelde overeenkomsten.

2. De Commissie onderzoekt periodiek, in samenwerking met het Monetair Comité en in nauwe coördinatie met het Internationaal Monetair Fonds, of het economische beleid van Bulgarije in overeenstemming is met de doelstellingen van deze leningfaciliteit en of aan de daaraan verbonden voorwaarden wordt voldaan.

Artikel 3

1. De lening wordt in twee tranches aan Bulgarije ter beschikking gesteld. Onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 2 wordt de eerste tranche uitgekeerd op basis van voltooiing van de eerste beoordeling van de stand-by-overeenkomst die met het Internationaal Monetair Fonds is overeengekomen.

2. Onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 2 wordt de tweede tranche ten vroegste één kwartaal na het uitkeren van de eerste tranche en op basis van bevredigende voortgang met de stand-by-overeenkomst uitgekeerd.

3. De middelen worden betaald aan de Nationale Bank van Bulgarije.

Artikel 4

1. De in artikel 1 bedoelde transacties tot het opnemen en verstrekken van leningen worden met dezelfde valutadatum afgesloten en mogen voor de Gemeenschap geen looptijdtransformatie, valuta- of renterisico, of enig ander commercieel risico met zich brengen.

2. De Commissie neemt, indien Bulgarije zulks verlangt, de nodige maatregelen om in de voorwaarden van de lening een clausule inzake vervroegde aflossing op te nemen en deze toe te passen.

3. De Commissie kan op verzoek van Bulgarije en indien de omstandigheden een gunstigere rente op de leningen mogelijk maken, haar oorspronkelijk opgenomen leningen geheel of gedeeltelijk herfinancieren of de desbetreffende voorwaarden herstructureren. De herfinancieringen of herstructureringen geschieden onder de in lid 1 gestelde voorwaarden en mogen niet leiden tot een verlenging van de gemiddelde looptijd van de betrokken lening, noch tot een verhoging van het tegen de lopende wisselkoers omgerekende bedrag dat op de dag van deze herfinanciering of herstructurering nog uitstaat.

4. Alle kosten die de Gemeenschap bij het sluiten en uitvoeren van de in dit besluit bedoelde transacties maakt, komen ten laste van Bulgarije.

5. Het Monetair Comité wordt ten minste eenmaal per jaar in kennis gesteld van de ontwikkelingen met betrekking tot de in de leden 2 en 3 bedoelde verrichtingen.

Artikel 5

Ten minste eenmaal per jaar brengt de Commissie aan het Europees Parlement en aan de Raad een verslag uit, waarin een evaluatie van de tenuitvoerlegging van dit besluit is opgenomen.

(1) PB nr. L 174 van 3. 7. 1991, blz. 36.

(2) PB nr. L 317 van 31. 10. 1992, blz. 94.