51997IP0359

Resolutie over discriminatoire maatregelen van China jegens de lidstaten van de EU

Publicatieblad Nr. C 167 van 02/06/1997 blz. 0159


B4-0359/97

Resolutie over discriminatoire maatregelen van China jegens de lidstaten van de EU

Het Europees Parlement,

- onder verwijzing naar zijn vorige resoluties over de situatie van de mensenrechten in China,

A. overwegende dat alle leden van de Verenigde Naties (VN) hebben verklaard zich in te zetten voor de bescherming en de bevordering van de mensenrechten, zoals vastgelegd in het Handvest van de VN, de Universele verklaring van de rechten van de mens, de internationale verdragen over mensenrechten en andere documenten,

B. overwegende dat het mandaat van de VN-Commissie voor de rechten van de mens inhoudt dat zij kwesties met betrekking tot de situatie van de mensenrechten in de wereld onderzoekt en bespreekt,

C. overwegende dat China de verklaring van Wenen van 1993 inzake de rechten van de mens heeft aanvaard,

D. overwegende dat de Raad Algemene Zaken op 4 december 1995 heeft verklaard dat de voornaamste doelstellingen van de Europese Unie in haar betrekkingen met China o.a. "de bevordering van de democratie, de structuren van de rechtsstaat en de eerbiediging van de rechten van de mens" betreffen,

E. overwegende dat in het "China Country Report on Human Rights Practices for 1996", dat door het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken is gepubliceerd, erop wordt gewezen dat "de regering, in strijd met internationaal aanvaarde normen, doorgaat met het uitvoeren van wijdverspreide en goed gedocumenteerde schendingen van de mensenrechten, die voortvloeien uit intolerantie van de autoriteiten ten opzichte van afwijkende meningen, de angst voor onrust en het ontbreken van of de ontoereikendheid van wetten die de fundamentele vrijheden beschermen. In de grondwet en de wetgeving worden de fundamentele mensenrechten erkend, maar zij worden in de praktijk vaak genegeerd. De schendingen betreffen martelingen en mishandeling van gevangenen, gedwongen bekentenissen en willekeurige en langdurige opsluiting zonder contact met de buitenwereld (...). De regering handhaaft strenge beperkingen van de vrije meningsuiting, de persvrijheid, de vrijheid van vergadering en vereniging, de vrijheid van godsdienst, de privacy en de rechten van werknemers. (...) In veel gevallen worden in strafzaken aangeklaagden elementaire juridische waarborgen en een eerlijk proces door het rechtsstelsel onthouden (...)",

F. betreurend dat de Europese Unie in de 53ste vergadering van de VN-Commissie voor de rechten van de mens in april 1997 in Genève er niet in slaagde met één stem wenste te spreken en een gezamenlijke resolutie wenste in te dienen over de situatie van de mensenrechten in China,

G. overwegende dat Denemarken, gesteund door Ierland en Nederland - de fungerend voorzitter van de EU - een resolutie over de mensenrechten in China indiende, die niet werd gesteund door andere EU-lidstaten,

H. overwegende dat China Deense en Nederlandse handelsmissies heeft uitgesteld, en deze twee landen gedreigd heeft met verdere vergeldingsmaatregelen,

1. verwelkomt en steunt de door Denemarken, Nederland, Ierland en andere landen ingediende resolutie waarin de schendingen van de mensenrechten in China worden veroordeeld;

2. betreurt het ontbreken van een gemeenschappelijk buitenlands beleid voor China in Genève ten zeerste;

3. dringt er bij de Raad op aan te zorgen voor een solidaire opstelling en een gemeenschappelijk beleid van alle lidstaten ten aanzien van de mensenrechtensituatie in China;

4. acht het onaanvaardbaar dat China tegen bovengenoemde lidstaten discriminerende handelsmaatregelen dreigt te nemen;

5. dringt er bij China op aan zich te onthouden van alle discriminerende maatregelen tegen lidstaten;

6. verzoekt de Raad en de Commissie een officieel protest tegen deze discriminatie in te dienen bij de Chinese autoriteiten;

7. roept de Commissie, de Raad en alle lidstaten op hun solidariteit te betuigen met Denemarken, Ierland, Nederland en andere landen die geconfronteerd kunnen worden met Chinese "vergeldingsmaatregelen";

8. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de parlementen van de lidstaten en de regering van de Volksrepubliek China.