51996PC0350

Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 3760/92 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur /* COM/96/0350 DEF - CNS 96/0183 */

Publicatieblad Nr. C 316 van 25/10/1996 blz. 0013


Voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 3760/92 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur (96/C 316/08) COM(96) 350 def. - 96/0183(CNS)

(Door de Commissie ingediend op 19 september 1996) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,

Overwegende dat in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de acquacultuur (1), gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1994, de procedure is aangegeven voor de vaststelling van de communautaire bepalingen voor de uitoefening van de exploitatieactiviteiten; dat het in dat verband dienstig is aan de Commissie de bevoegdheid te delegeren inzake de technische maatregelen met betrekking tot vistuig en het gebruik daarvan die niet meer zijn dan een omzetting, zonder politieke afweging, in de communautaire regelgeving van dwingende maatregelen die zijn vastgesteld in het kader van internationale visserijcommissies waarbij de Gemeenschap overeenkomstsluitende partij is;

Overwegende dat in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 3760/92 is bepaald dat de Raad voor elke visserijtak of groep van visserijtakken de totaal toegestane vangsten vaststelt en de vangstmogelijkheden voor deze visserijtakken over de Lid-Staten verdeelt; dat deze bepaling niet voorziet in de uitoefening van bevoegdheden over de toewijzing van vangsten aan vaartuigen die de vlag van een derde land voeren en die in de communautaire wateren mogen vissen; dat het derhalve dienstig is maatregelen te nemen inzake de bevoegdheid voor de vaststelling van de aan derde landen toe te wijzen vangstmogelijkheden en van de technische voorwaarden die bij de betrokken visserij in acht moeten worden genomen;

Overwegende dat moet worden bepaald dat de tijdelijke technische instandhoudingsmaatregelen die aan de voorwaarden voor het vangen van de quota kunnen worden gekoppeld, kunnen worden vastgesteld volgens dezelfde procedure als de totaal toegestane vangsten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) Nr. 3760/92 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan artikel 4 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

"3. De technische maatregelen betreffende vistuig en de wijze van gebruik daarvan die bestaan in omzetting in het Gemeenschapsrecht van dwingende maatregelen die zijn vastgesteld door de internationale visserijcommissies waarbij de Gemeenschap overeenkomstsluitende partij is, worden door de Commissie vastgesteld volgens de procedure van artikel 18.".

2. In artikel 8 wordt lid 2 vervangen door:

"2. Mocht het nodig blijken om voor een visserijtak een beperking van het exploitatieniveau vast te stellen voor communautaire vaartuigen in de communautaire visserijzone of de wateren daarbuiten of voor vaartuigen die de vlag van een derde land voeren in de communautaire visserijzone, dan worden deze beperkingen vastgesteld overeenkomstig de leden 3 en 4.".

3. In artikel 8, lid 4,

a) wordt punt i) vervangen door:

"i) bepaalt, zo nodig voor meerdere jaren, voor elke visserijtak of groep van visserijtakken per geval de totaal toegestane vangst en de aan die vangstbeperkingen gekoppelde specifieke technische voorwaarden en/of de totaal toegestane visserij-inspanning. Deze totaal toegestane vangst en totaal toegestane visserijinspanning dienen gebaseerd te zijn op de beheersdoelstellingen en -strategieën die overeenkomstig lid 3 zijn vastgesteld";

b) wordt het volgende punt toegevoegd:

"vi) bepaalt de aan derde landen toe te kennen vangstmogelijkheden en de specifieke voorwaarden voor het verrichten van de betrokken vangsten in acht moeten worden genomen".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

(1) PB nr. L 389 van 31. 12. 1992, blz. 1.