51996AP0264

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen (COM(96)0049 - C4-0156/96 - 96/0039(CNS)) (Raadplegingsprocedure)

Publicatieblad Nr. C 347 van 18/11/1996 blz. 0464


A4-0264/96

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen (COM(96)0049 - C4-0156/96 - 96/0039(CNS))

Dit voorstel wordt goedgekeurd met de volgende wijzigingen:

(Amendement 1)

ARTIKEL 1, PUNT 3

Artikel 8, lid 4 (verordening (EG) nr. 3448/93)

>Oorspronkelijke tekst>

4. Voor de landbouwprodukten die worden uitgevoerd in de vorm van niet onder bijlage II van het Verdrag vallende goederen wordt de restitutie alleen verleend op verzoek en tegen overlegging van een op die produkten betrekking hebbend restitutiecertificaat.

>Tekst na stemming van het EP>

4. Overeenkomstig de in artikel 16 vastgelegde procedure kan worden besloten de verlening van restitutie voor de landbouwprodukten die worden uitgevoerd in de vorm van niet onder bijlage II van het Verdrag vallende goederen afhankelijk te stellen van de overlegging van een restitutiecertificaat.

(Amendement 2)

ARTIKEL 1, PUNT 3

Artikel 8, leden 6 en 7 (verordening (EG) 3448/93)

>Oorspronkelijke tekst>

6. De gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor de in dit artikel bedoelde restitutieregeling, met inbegrip van die welke noodzakelijk zijn voor het toezicht op de inachtneming van de maxima met betrekking tot de waarde die voortvloeien uit de overeenkomstig artikel 228 van het Verdrag gesloten akkoorden, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 16. Deze bepalingen houden rekening met de specifieke eigenschappen van de niet onder bijlage II van het Verdrag vallende goederen en met de noodzaak doeltreffende en praktisch uitvoerbare administratieve regels vast te stellen. Zij omvatten met name:

a) de bepalingen inzake de afgifte en de geldigheidsduur van de restitutiecertificaten,

b) de bepalingen betreffende de herverdeling van de niet toegewezen of niet benutte restitutiebedragen.

7. Wanneer in het kader van een preferentiële overeenkomst de in artikel 6, lid 1, onder b), bedoelde regeling voor rechtstreekse compensatie wordt ingevoerd, worden de bedragen die moeten worden toegepast bij uitvoer naar het land of de landen waarvoor de overeenkomst geldt, met inachtneming van de bepalingen van de overeenkomst gezamenlijk en op dezelfde grondslag als het agrarisch element van de belasting vastgesteld.

Deze bedragen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 16. De voor de toepassing van dit lid noodzakelijke uitvoeringsbepalingen en met name de maatregelen om te waarborgen dat goederen die worden aangegeven voor uitvoer in het kader van een preferentiële regeling niet in werkelijkheid op basis van een niet- preferentiële regeling worden uitgevoerd, of omgekeerd, worden vastgesteld volgens dezelfde procedure.

Wanneer methoden voor de analyse van de gebruikte landbouwprodukten moeten worden toegepast, worden de methoden gevolgd die zijn voorgeschreven voor de restituties bij uitvoer van dezelfde landbouwgoederen naar derde landen.

>Tekst na stemming van het EP>

6. Wanneer in het kader van een preferentiële overeenkomst de in artikel 6, lid 1, onder b), bedoelde regeling voor rechtstreekse compensatie wordt ingevoerd, worden de bedragen die moeten worden toegepast bij uitvoer naar het land of de landen waarvoor de overeenkomst geldt, met inachtneming van de bepalingen van de overeenkomst gezamenlijk en op dezelfde grondslag als het agrarisch element van de belasting vastgesteld.

Deze bedragen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 16. De voor de toepassing van dit lid noodzakelijke uitvoeringsbepalingen en met name de maatregelen om te waarborgen dat goederen die worden aangegeven voor uitvoer in het kader van een preferentiële regeling niet in werkelijkheid op basis van een niet- preferentiële regeling worden uitgevoerd, of omgekeerd, worden vastgesteld volgens dezelfde procedure.

Wanneer methoden voor de analyse van de gebruikte landbouwprodukten moeten worden toegepast, worden de methoden gevolgd die zijn voorgeschreven voor de restituties bij uitvoer van dezelfde landbouwgoederen naar derde landen.

7. De gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor de in dit artikel bedoelde restitutieregeling worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 16.

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen (COM(96)0049 - C4-0156/96 - 96/0039(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

- gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad COM(96)0049 - 96/0039(CNS) ((PB C 105 van 11.4.1996, blz. 8.)),

- geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 43 van het EG-Verdrag (C4-0156/96),

- gelet op artikel 58 van zijn Reglement,

- gezien het verslag van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (A4-0264/96),

1. hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie, zoals gewijzigd door het Parlement;

2. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

3. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

4. verzoekt zijn Voorzitter dit advies te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.