51996AC0096

ADVIES VAN HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE over: - het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3911/92 van de Raad van 9 december 1992 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen, en - het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de bijlage bij Richtlijn 93/7/EEG van de Raad van 15 maart 1993 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lid-staat zijn gebracht

Publicatieblad Nr. C 097 van 01/04/1996 blz. 0028


Advies over:

- het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3911/92 van de Raad van 9 december 1992 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen, en

- het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de bijlage bij Richtlijn 93/7/EEG van de Raad van 15 maart 1993 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lid-staat zijn gebracht

(96/C 97/08)

De Raad heeft op 4 december 1995 besloten, overeenkomstig de artikelen 100 A en 198 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap het Economisch en Sociaal Comité te raadplegen over de voornoemde voorstellen.

De Afdeling voor sociale aangelegenheden, gezinsvraagstukken, onderwijs en cultuur, die met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 18 januari 1996 goedgekeurd. Rapporteur was mevrouw Rangoni Machiavelli.

Het Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 332e Zitting (vergadering van 31 januari 1996) het volgende advies uitgebracht, dat met algemene stemmen is goedgekeurd.

1. Het Raadgevend Comité dat de Commissie moet bijstaan, heeft vastgesteld dat de lid-staten verschillend denken over de indeling en behandeling van "aquarellen, gouaches en pasteltekeningen", zoals opgenomen in de gemeenschappelijke bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3911/92 en Richtlijn 92/7/EEG.

2. Dit verschil in opvatting is het resultaat van de verschillen tussen de vertalingen van de bijlage, die verband houden met de artistieke tradities en opvattingen die per lid-staat kunnen variëren. Derhalve is er thans geen identieke behandeling voor aquarellen, gouaches en pasteltekeningen.

3. Volgens bepaalde lid-staten behoren deze goederen namelijk tot categorie 3 van de bijlage (schilderijen), en volgens andere tot categorie 4 (tekeningen). Aangezien de financiële drempel voor categorie 3 een andere is (150 000 ecu) dan voor categorie 4 (15 000 ecu), moeten deze bijlagen, ter wille van een identieke behandeling van deze kunstvoorwerpen, dringend worden gewijzigd.

4. Een oplossing zou zijn een nieuwe, afzonderlijke categorie in het leven te roepen voor aquarellen, gouaches en pasteltekeningen, en hiervoor een gemeenschappelijke drempel vast te stellen van 30 000 ecu.

5. Het Comité, dat in zijn advies over het voorstel voor een verordening en het voorstel voor een richtlijn () al gewezen had op het risico van uiteenlopende interpretaties van deze bepalingen (par. 1.4.5), keurt deze specifieke, beperkte wijzigingen in de bijlagen goed voor zover hiermee bij de uitvoering van de communautaire bepalingen de rechtszekerheid wordt vergroot.

6. Wel grijpt het Comité de gelegenheid aan om de Commissie te verzoeken bij de voor 1996 geplande driejaarlijkse bespreking van de verordening en van de richtlijn, uitgaande van in artikel 10 van de verordening en artikel 16 van de richtlijn bedoelde verslagen over de toepassing, met name aandacht te schenken aan de onderstaande vraagstukken:

- de toepassing van de verordening en de richtlijn in de verschillende lid-staten;

- de wenselijkheid dat voor bepaalde kunstwerken een soort begeleidend pasport of certificaat wordt opgesteld;

- de ontwikkeling van de politiële en gerechtelijke samenwerking op het gebied van identificatie van gestolen of illegaal uitgevoerde cultuurgoederen.

7. Ten slotte steunt het Comité, in algemene zin, alle inspanningen ten behoeve van het behoud van de schat aan cultuurgoederen van de EU die integraal deel uitmaken van de culturen en de geschiedenis van Europa.

Brussel, 31 januari 1996.

De voorzitter

van het Economisch en Sociaal Comité

C. FERRER

() PB nr. C 223 van 31. 8. 1992.