51995PC0722(06)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake extracten van koffie en extracten van cichorei /* COM/95/0722 DEF - COD 96/0117 */

Publicatieblad Nr. C 231 van 09/08/1996 blz. 0024


Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake extracten van koffie en extracten van cichorei

(96/C 231/06)

COM(95) 722 def. - 96/0117 (COD)

(Door de Commissie ingediend op 30 mei 1996)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite,

Volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag,

Overwegende dat bepaalde verticale richtlijnen op het gebied van levensmiddelen dienen te worden vereenvoudigd teneinde uitsluitend rekening te houden met de essentiële eisen waaraan de onder deze richtlijnen vallende produkten moeten voldoen, opdat een vrij verkeer van deze produkten op de interne markt overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van Edinburgh op 11 en 12 december 1992, bevestigd door die van de Europese Raad van Brussel op 10 en 11 december 1993, mogelijk is;

Overwegende dat het wenselijk is toe te zien op de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving, teneinde deze overeenkomstig de richtsnoeren in de resolutie van de Raad van 8 juni 1993 (1) toegankelijker te maken;

Overwegende dat ter motivering van Richtlijn 77/436/EEG van de Raad van 27 juni 1977 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake extracten van koffie en extracten van cichorei (2), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, is gesteld, dat verschillen tussen de nationale wetgevingen met betrekking tot extracten van koffie en extracten van cichorei oneerlijke concurrentievoorwaarden kunnen scheppen waardoor de consument kan worden misleid, wat een rechtstreekse belemmering vormt voor de totstandkoming en de werking van de gemeenschappelijke markt;

Overwegende dat met Richtlijn 77/436/EEG werd beoogd een omschrijving te geven van extracten van koffie en extracten van cichorei, te bepalen welke stoffen daaraan in de loop van het fabricageproces mogen worden toegevoegd, gemeenschappelijke regels vast te stellen voor de verpakking en de etikettering daarvan en de voorwaarden te omschrijven waarop voor bepaalde van deze produkten bijzondere verkoopbenamingen mogen worden gebruikt, teneinde het vrije verkeer van deze produkten binnen de Gemeenschap te verzekeren;

Overwegende dat Richtlijn 77/436/EEG moet worden aangepast aan de algemene communautaire wetgeving die op alle levensmiddelen van toepassing is, en met name de wetgeving met betrekking tot de etikettering van levensmiddelen en de analysemethoden;

Overwegende dat Richtlijn 77/436/EEG ter wille van de duidelijkheid algeheel moet worden herzien;

Overwegende dat de algemene regels inzake de etikettering van levensmiddelen die bij Richtlijn 79/112/EEG van de Raad (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 93/102/EEG van de Commissie (4), zijn vastgesteld, behoudens bepaalde afwijkingen moeten worden toegepast;

Overwegende dat de onderhavige richtlijn op grond van artikel 3 B, derde alinea, van het Verdrag zich overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel beperkt tot wat nodig is om de nagestreefde doelstellingen te verwezenlijken;

Overwegende dat moet worden bepaald dat de Commissie bevoegd is inzake toekomstige aanpassingen van deze richtlijn in het kader van een procedure voor overleg binnen het Permanent Comité voor levensmiddelen;

Overwegende dat de Lid-Staten, teneinde het ontstaan van nieuwe belemmeringen voor het vrije verkeer te voorkomen, de vaststelling van meer gedetailleerde regels en andere regels dan die waarin deze richtlijn voorziet, voor de bedoelde produkten achterwege dienen te laten,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Deze richtlijn is van toepassing op de in de bijlage omschreven koffie- en cichorei-extracten.

Artikel 2

Richtlijn 79/112/EEG is van toepassing op de in de bijlage omschreven produkten behoudens de volgende afwijkingen:

1. De in de bijlage genoemde verkoopbenamingen mogen uitsluitend worden gebruikt voor de daar genoemde produkten en moeten in de handel worden gebruikt ter aanduiding van die produkten.

Deze verkoopbenamingen mogen evenwel worden aangevuld met de kwalificatie "geconcentreerd":

- voor het in punt 1, onder c), van de bijlage omschreven produkt, mits het gehalte aan uit koffie afkomstige droge stof meer dan 25 gewichtsprocenten bedraagt;

- voor het in punt 2, onder c), van de bijlage omschreven produkt, mits het gehalte aan uit cichorei afkomstige droge stof meer dan 45 gewichtsprocenten bedraagt.

2. De etikettering van de in punt 1 van de bijlage bedoelde produkten waarvan het gehalte aan watervrije coffeïne niet meer bedraagt dan 0,3 gewichtsprocent van de uit koffie afkomstige droge stof, moet de vermelding "coffeïnevrij" omvatten. Deze vermelding moet in duidelijk zichtbare letters in de buurt van de verkoopbenaming worden aangebracht.

3. De etikettering van de in punt 1, onder c), en punt 2, onder c), van de bijlage omschreven produkten omvat eveneens:

- de vermelding "met suiker gebrand", indien het extract uit met suiker gebrande grondstof is verkregen;

- de vermelding "met suiker" of "met suiker verduurzaamd" of "met toegevoegde suiker", indien de suiker na het branden aan de grondstof is toegevoegd.

Deze vermeldingen moeten in hetzelfde gezichtsveld als de verkoopbenaming worden aangebracht.

Wanneer andere suikers dan sacharose zijn gebruikt, moeten deze met hun eigen benaming in plaats van met de vermelding "suiker" worden aangeduid.

4. De etikettering omvat voor de in punt 1, onder b) en c), van de bijlage omschreven produkten de vermelding van het minimumgehalte aan uit koffie afkomstige droge stof en voor de in punt 2, onder b) en c), van de bijlage omschreven produkten de vermelding van het minimumgehalte aan uit cichorei afkomstige droge stof. Deze gehalten worden uitgedrukt in gewichtsprocent van het eindprodukt.

Artikel 3

De Lid-Staten laten, met betrekking tot de bedoelde produkten, de vaststelling van meer gedetailleerde nationale bepalingen en andere bepalingen dan die waarin deze richtlijn voorziet, achterwege.

Artikel 4

De aanpassingen van deze richtlijn aan de algemene communautaire voorschriften met betrekking tot levensmiddelen alsmede aan de vooruitgang van de techniek worden vastgesteld volgens de in artikel 5 vermelde procedure.

Artikel 5

De Commissie wordt bijgestaan door het Permanent Comité voor levensmiddelen, hierna "comité" genoemd, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de Lid Staten en wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie advies uit over dit onderwerp, zo nodig door middel van een stemming.

Het advies wordt in de notulen opgenomen; voorts heeft iedere Lid-Staat het recht te verzoeken dat zijn standpunt in de notulen wordt opgenomen.

De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met het door het comité uitgebrachte advies. Zij brengt het comité op de hoogte van de wijze waarop zij rekening heeft gehouden met zijn advies.

Artikel 6

Richtlijn 77/436/EEG wordt met ingang van 1 januari 1998 ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn.

Artikel 7

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om vóór 1 januari 1998 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Deze bepalingen worden zodanig toegepast dat:

- het in de handel brengen van de in bijlage omschreven produkten, voor zover zij aan de in deze richtlijn vervatte omschrijvingen en regels voldoen, met ingang van 1 januari 1998 wordt toegestaan;

- het in de handel brengen van produkten die niet aan de bepalingen van deze richtlijn voldoen, met ingang van 1 juli 1998 wordt verboden.

Produkten die niet aan de bepalingen van deze richtlijn voldoen, maar die vóór 1 januari 1998 overeenkomstig Richtlijn 77/436/EEG zijn geëtiketteerd, mogen evenwel in de handel worden gebracht totdat de voorraden zijn opgebruikt.

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

Artikel 8

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 9

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

(1) PB nr. C 166 van 17. 6. 1993, blz. 1.

(2) PB nr. L 172 van 12. 7. 1977, blz. 20.

(3) PB nr. L 33 van 8. 2. 1979, blz. 1.

(4) PB nr. L 291 van 25. 11. 1993, blz. 14.

BIJLAGE

OMSCHRIJVING, BENAMING EN KENMERKEN VAN DE PRODUKTEN

1. Koffie-extract

is het min of meer geconcentreerde produkt dat wordt verkregen door extractie van gebrande koffiebonen, waarbij uitsluitend water als extractiemiddel wordt gebruikt met uitsluiting van elk hydrolyseprocédé waarbij zuren of basen worden toegevoegd. Behalve de onoplosbare stoffen waarvan de aanwezigheid technisch niet te vermijden is, mag koffie-extract uitsluitend de oplosbare en aromatische bestanddelen van de koffie bevatten.

Het gehalte aan uit koffie afkomstige droge stof bedraagt:

a) voor koffie-extract, oplosbaar koffie-extract, oploskoffie of instantkoffie: 95 of meer gewichtsprocenten;

b) voor koffie-extractpasta: ten minstde 70 en ten hoogste 85 gewichtsprocenten;

c) voor vloeibaar koffie-extract: ten minste 15 en ten hoogste 55 gewichtsprocenten.

Koffie-extract in vaste of pastavorm mag geen andere bestanddelen bevatten dan die welke afkomstig zijn van de extractie van de koffie. Vloeibaar koffie-extract mag voor menselijke voeding geschikte, al dan niet gebrande suikers bevatten in een verhouding van ten hoogste 12 gewichtsprocenten.

2. Cichorei-extract

is het min of meer geconcentreerde produkt dat wordt verkregen door extractie van gebrande cichorei, waarbij uitsluitend water als extractiemiddel wordt gebruikt met uitsluiting van elk hydrolyseprocédé waarbij zuren of basen worden toegevoegd. Onder cichorei wordt verstaan de voor de bereiding van dranken bestemde, met het oog op het drogen en branden naar behoren gereinigde wortels van Cichorium intybus L. die niet voor de produktie van witloof zijn verbouwd.

Het gehalte aan van cichorei afkomstige drogen stoffen bedraagt:

a) voor cichorei-extract, oploscichorei en instantcichorei: 95 of meer gewichtsprocenten;

b) voor cichorei-extractpasta: ten minste 70 en ten hoogste 85 gewichtsprocenten;

c) voor vloeibaar cichorei-extract: ten minste 25 en ten hoogste 55 gewichtsprocenten.

In cichorei-extract in vaste of pastavorm mag het gehalte aan niet van de cichorei afkomstige stoffen niet meer dan 1 % bedragen. Vloeibaar cichorei-extract mag suikers bevatten in een verhouding van ten hoogste 35 gewichtsprocenten.