51994PC0394

Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD tot vaststelling van voorschriften voor de erkenning van de in derde landen voor vers vlees en vleesprodukten verrichte keuringen en controles als gelijkwaardig aan die welke in de Gemeenschap worden toegepast en van de voorwaarden voor de invoer in de Gemeenschap, en tot wijziging van Richtlijn 72/462/EEG van de Raad inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesprodukten uit derde landen /* COM/94/394DEF - CNS 94/0208 */

Publicatieblad Nr. C 282 van 08/10/1994 blz. 0011


Voorstel voor een beschikking van de Raad tot vaststelling van voorschriften voor de erkenning van de in derde landen voor vers vlees en vleesprodukten verrichte keuringen en controles als gelijkwaardig aan die welke in de Gemeenschap worden toegepast en van de voorwaarden voor de invoer in de Gemeenschap, en tot wijziging van Richtlijn 72/462/EEG van de Raad inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesprodukten uit derde landen (94/C 282/06) (Voor de EER relevante tekst) COM(94) 394 def. - 94/0208(CNS)

(Door de Commissie ingediend op 20 september 1994)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,

Overwegende dat criteria moeten worden vastgesteld op grond waarvan de Gemeenschap kan erkennen dat in derde landen voor de produktie van vers vlees en vleesprodukten toegepaste keuringen en controles gezondheidsgaranties bieden die gelijkwaardig zijn aan die welke krachtens de communautaire wetgeving vereist zijn;

Overwegende dat de wijze waarop in derde landen de keuringen en controles worden verricht, moet worden geevalueerd, dat de garanties die het betrokken derde land kan bieden ten aanzien van de doeltreffendheid van zijn controlemaatregelen, moeten worden beoordeeld, en dat rekening moet worden gehouden met andere relevante factoren, voordat de gelijkwaardigheid kan worden erkend;

Overwegende dat voorschriften moeten worden vastgesteld inzake de certificering, het beheer van de lijsten van de inrichtingen en andere voor het beheer relevante factoren; dat deze voorschriften moeten gelden in alle gevallen waarin de in een derde land geldende keuringsregeling voor dierlijke produkten als gelijkwaardig is erkend;

Overwegende dat de Commissie moet worden opgedragen de door derde landen voor vers vlees en vleesprodukten verrichte keuringen te evalueren en te erkennen, en bepalingen vast te stellen inzake de certificering, het beheer van de lijsten van inrichtingen en andere voor het beheer relevante factoren, een en ander in het kader van de procedure van het Permanent Veterinair Comité;

Overwegende dat de Gemeenschap, dank zij deze bepalingen, haar internationale verplichtingen kan nakomen, met name die welke zijn vastgelegd in Besluit 93/158/EEG van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika over de toepassing van Richtlijn 72/462/EEG (1);

Overwegende dat, om klaarheid te brengen in de situatie met betrekking tot de werkingssfeer van de verschillende regelingen voor de invoer van vers vlees en vleesprodukten uit derde landen, rekening moet worden gehouden met de bij deze beschikking vastgestelde regeling betreffende Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesprodukten uit derde landen (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1601/92 (3),

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Deze beschikking is van toepassing op de invoer van vers vlees en vleesprodukten, als omschreven in artikel 1 van Richtlijn 72/462/EEG, uit derde landen waar de keuringen en controles garanties bieden die gelijkwaardig zijn aan die welke zijn vastgesteld voor het in de handel brengen in de Gemeenschap.

Artikel 2

Erkenning van de gelijkwaardigheid

1. De Commissie kan, volgens de procedure van artikel 8, erkennen dat de keuringen en controles die in een derde land bij de produktie van vers vlees en/of vleesprodukten worden verricht, dezelfde garanties bieden als die welke gelden voor het in de handel brengen in de Gemeenschap, voor zover het derde land objectief aantoont dat dit inderdaad het geval is.

2. De gelijkwaardigheid wordt alleen erkend voor derde landen of delen van derde landen die voorkomen in de lijsten als bedoeld in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/462/EEG.

3. Bij de beoordeling van de in een derde land verrichte keuringen en controles besteedt de Commissie bijzondere aandacht aan:

a) de ervaring met de handel in vers vlees en/of vleesprodukten uit dat derde land en de uitkomsten van de reeds verrichte invoercontroles;

b) de resultaten van communautaire inspectiebezoeken aan het derde land;

c) de garanties die door het derde land worden geboden ten aanzien van de toepassing van maatregelen die gelijkwaardig zijn aan die bedoeld in bijlage I van Richtlijn 64/433/EEG en in de artikelen 14, 15, 16 en 20 van Richtlijn 72/462/EEG;

d) de structuur van de veterinaire diensten in het derde land en hun bevoegdheden;

e) de gezondheidsstatus van het vee, van andere huisdieren en van de wilde fauna in het derde land, waarbij met name rekening wordt gehouden met exotische dierziekten en met de milieugezondheidssituatie in dat land, waardoor de volksgezondheid en de diergezondheid in de Gemeenschap eventueel in gevaar zouden kunnen komen;

f) de regelmaat en de snelheid waarmee dat derde land informatie meedeelt over eventuele besmettelijke dierziekten op zijn grondgebied, met name ziekten die zijn opgenomen in de lijsten A en B van het Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten (OIE);

g) de in het derde land geldende voorschriften inzake preventie en bestrijding van dierziekten;

h) de opzet en tenuitvoerlegging van maatregelen om besmettelijke ziekten te voorkomen en te bestrijden;

i) de in het derde land geldende wetgeving inzake het gebruik van stoffen, met name de wetgeving betreffende het verbod of de toelating van stoffen, de distributie ervan, het in de handel brengen en de voorschriften inzake beheer en keuringen.

4. De bepalingen ter uitvoering van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 8.

Artikel 3

Voorwaarden voor invoer

1. Wanneer de Commissie de in een derde land of een groep van derde landen geldende keuringen en controles erkent overeenkomstig artikel 2, stelt zij terzelfder tijd en volgens dezelfde procedure voorwaarden vast voor de invoer van vers vlees en/of vleesprodukten.

2. De in lid 1 bedoelde voorwaarden betreffen met name:

a) de aard en de inhoud van het (de) gezondheidscertifica(a)t(en) waarvan de produkten vergezeld moeten gaan;

b) de regelingen voor het opstellen en wijzigen van de lijst van inrichtingen waaruit invoer is toegestaan;

c) specifieke veterinairrechtelijke of gezondheidsvoorschriften voor de invoer in de Gemeenschap.

3. Indien nodig kunnen volgens de procedure van artikel 8 specifieke voorwaarden worden vastgesteld voor de invoer van voor speciale doeleinden bestemde produkten.

4. De bepalingen ter uitvoering van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 8.

Artikel 4

Inspecteurs van de Commissie en van de Lid-Staten verrichten keuringen om na te gaan of de door het derde land geboden garanties met betrekking tot de produktie en het in de handel brengen wel degelijk als gelijkwaardig kunnen worden beschouwd met die welke in de Gemeenschap gelden.

De voor deze keuringen verantwoordelijke deskundigen van de Lid-Staten worden aangewezen door de Commissie, op voorstel van de Lid-Staten.

De keuringen worden verricht namens de Gemeenschap, die ook alle daarmee verband houdende kosten draagt.

Artikel 5

De beginselen en voorschriften van Richtlijn 90/675/EEG van de Raad (4) zijn van toepassing, met name die inzake de organisatie van en het gevolg dat moet worden gegeven aan de door de Lid-Staten te verrichten keuringen en die inzake de toe te passen vrijwaringsmaatregelen.

Artikel 6

Richtlijn 72/462/EEG van de Raad wordt als volgt gewijzigd:

Er wordt een artikel 32 ter ingevoegd, luidende:

"Artikel 32 ter

Deze richtlijn is niet van toepassing op de invoer van vers vlees of vleesprodukten uit derde landen waarvoor de Commissie een of meer beschikkingen heeft vastgesteld op grond van de artikelen 2 en 3 van Beschikking . ./. . ./EG van de Raad. (*)

(*) PB nr. L . . .".

Artikel 7

De Commissie wordt bijgestaan door het bij Besluit 68/361/EEG (5) ingestelde Permanent Veterinair Comité, hierna "het Comité" genoemd.

Artikel 8

In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure, zijn de volgende bepalingen van toepassing.

De vertegenwoordiger van de Commissie legt het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naargelang van de urgentie van de materie advies uit over dit ontwerp, zo nodig door middel van een stemming.

Het advies wordt in de notulen opgenomen; voorts heeft iedere Lid-Staat het recht te verzoeken dat zijn standpunt in de notulen wordt opgenomen.

De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met het door het Comité uitgebrachte advies. Zij brengt het Comité op de hoogte van de wijze waarop zij rekening heeft gehouden met zijn advies.

Artikel 9

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

(1) PB nr. L 68 van 19. 3. 1993, blz. 1.

(2) PB nr. L 302 van 31. 12. 1972, blz. 28.

(3) PB nr. L 173 van 27. 6. 1992, blz. 13.

(4) PB nr. L 373 van 31. 12. 1990, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1601/92.

(5) PB nr. L 255 van 18. 10. 1968, blz. 23.