22.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 70/1


Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over de implementatie van het Europees pact voor de jeugd

(2006/C 70/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

INDACHTIG:

1.

het door de Europese Raad tijdens zijn bijeenkomst in Lissabon van 23 en 24 maart 2000 gestelde en tijdens zijn bijeenkomst in Stockholm van 23 en 24 maart 2001 bevestigde doel van de Europese Unie om „de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld te worden die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang”;

2.

het door de Commissie op 21 november 2001 aangenomen witboek „Een nieuw elan voor Europa's jeugd”  (1) , waarin het volgende wordt gesteld: „Deze strategie omvat nieuwe doelstellingen op diverse beleidsterreinen die nauw met jeugd samenhangen, zoals onderwijs, werkgelegenheid, sociale integratie, informatie en de burgermaatschappij”;

3.

het Groenboek „Demografische veranderingen: naar een nieuwe solidariteit tussen de generaties” van 21 maart 2005, waarin wordt onderstreept dat er extra inspanningen moeten worden geleverd op het gebied van de arbeidsinpassing van jongeren en de begeleiding van hun beroepstrajecten, die met de afwisseling van werken, studeren, werkloosheid en her- en bijscholing „non-lineair” zijn geworden;

4.

de conclusies van de Europese Raad van 22 en 23 maart 2005, waarin het Europees pact voor de jeugd werd aangemerkt als een van de instrumenten die bijdragen tot de verwezenlijking van de op groei en werkgelegenheid gerichte doelstellingen van Lissabon door het onderwijs, de opleiding, de mobiliteit, de integratie in het arbeidsproces en de sociale integratie van jonge Europeanen te verbeteren, en tevens het combineren van beroeps- en gezinsleven te vergemakkelijken;

5.

de mededeling van de Commissie van 30 mei 2005 over Europese beleidsmaatregelen voor jongeren, „Aandacht voor jongerenbelangen in Europaimplementatie van het Europees pact voor de jeugd en bevordering van actief burgerschap”  (2);

6.

de Geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid (2005-2008) (3), voorgesteld door de Commissie en onderschreven door de Raad, die de lidstaten in aanmerking moeten nemen en waarover zij in hun nationale hervormingsprogramma's moeten rapporteren;

7.

de mededeling van de Commissie van 10 november 2005„Modernisering van onderwijs en opleiding: een pijler voor welvaart en sociale samenhang in Europa”  (4);

8.

de resolutie van de Raad van 15 november 2005„Aandacht voor jongerenbelangen in Europaimplementatie van het Europees pact voor de jeugd en bevordering van actief burgerschap”  (5);

9.

de mededeling van de Commissie van 22 december 2005: „Working together, working better: a new framework for the open coordination of social protection and inclusion policies in the European Union”  (6);

10.

het jaarlijkse voortgangsverslag van de Commissie van 25 januari 2006 over de uitvoering van de Lissabon-strategie en de bijlagen daarbij, gebaseerd op de nationale hervormingsprogramma's van de lidstaten die in het najaar van 2005 aan de Commissie zijn voorgelegd;

ONDERSTREPEN HET VOLGENDE:

11.

jongeren vormen een waardevolle hulpbron voor het heden en de toekomst, en dragen bij tot de creativiteit, de innovatie en het ondernemerschap welke Europa nodig heeft om de doelstellingen van de Lissabon-strategie te verwezenlijken;

12.

jongeren zien zich gesteld voor tal van uitdagingen, met name bij het vinden van werk, nu de werkloosheid onder jongeren gemiddeld twee keer zo groot is als de algemene werkloosheid in de EU;

13.

het belang van het jongerenperspectief in de strategie van Lissabon en het feit dat de implementatie van het werkprogramma „Onderwijs & Opleiding 2010”, de open coördinatiemethode op het gebied van sociale bescherming en sociale integratie, de structuurfondsen en de Europese kaderprogramma's voor onderzoek en andere relevante programma's, zoals de programma's „Levenslang Leren”, „Jeugd”, en het toekomstige „Jeugd in Actie”, een essentiële bijdrage kunnen leveren tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het pact voor de jeugd;

14.

de noodzaak om de sociale integratie van jongeren, vooral kansarme, te bevorderen, teneinde de sociale samenhang te vergroten;

15.

het belang, voor jongeren, van beleid dat erop gericht is het combineren van werk en gezin mogelijk te maken, mede gezien de uitdagingen die voortvloeien uit de demografische veranderingen;

16.

het belang van niet-formeel en informeel leren en van de mobiliteit van jongeren, ondersteund door instrumenten zoals het programma „Jeugd” en het toekomstige programma „Jeugd in Actie 2007-2013”, om jongeren te helpen een breed scala van vaardigheden en competenties ontwikkelen;

17.

het belang van de bevordering van een gestructureerde dialoog op alle niveaus met jongeren, jongerenorganisaties en mensen die zich ten behoeve van jongeren inzetten;

ZIJN DE VOLGENDE MENING TOEGEDAAN:

18.

uit het jaarlijkse voortgangsverslag van de Commissie voor 2006 blijkt dat de reactie op het pact voor de jeugd in de meeste lidstaten bemoedigend is geweest, maar dringende maatregelen blijven nodig om, overeenkomstig het pact, de toegang van jongeren tot de arbeidsmarkt te vergemakkelijken;

19.

de aanneming van het Europees pact voor de jeugd heeft de betrokkenheid van de met jongerenzaken belaste ministeries bij het proces van Lissabon versterkt, hetgeen ertoe heeft geleid dat de interne coördinatie is verbeterd en dat, in overeenstemming met het mandaat van de Europese Raad, bij de ontwikkeling van het beleid inzake werkgelegenheid, sociale integratie, onderwijs, opleiding en mobiliteit het aspect jongeren in sterkere mate is geïntegreerd;

20.

hoewel vele lidstaten in hun nationale hervormingsprogramma's uitdrukkelijk naar het pact verwijzen en andere lidstaten in hun programma's maatregelen opnemen die in overeenstemming zijn met het pact, zou een betere implementatie van de doelstellingen van het pact en een grotere zichtbaarheid van het pact in de nationale hervormingsprogramma's en in het jaarlijkse voortgangsverslag van de Commissie tot meer samenhang, een grotere doeltreffendheid en een duidelijker toezicht op maatregelen voor jongeren leiden, en ertoe bijdragen de kennis en expertise betreffende de verschillende onderdelen van het pact en de raakvlakken daartussen verder te ontwikkelen;

21.

hoewel er vorderingen zijn gemaakt, moeten de Europese Commissie en de lidstaten de maatregelen ter uitvoering van het pact versterken door:

de arbeidsmarktpositie van de jongeren te verbeteren door het versterken van hun inzetbaarheid en van hun ondernemerschap en door steun te bieden bij de overgang van onderwijs en opleiding naar de arbeidsmarkt;

ervoor te zorgen dat kansarme jongeren voorrang krijgen in het nationale beleid inzake werkgelegenheid en sociale integratie;

het aantal voortijdige schoolverlaters te verlagen en een nauwere samenwerking tot stand te brengen op het gebied van transparantie en erkenning van de waarde van niet-formeel en informeel leren;

22.

de lidstaten en de Commissie moeten met betrekking tot andere onderdelen van het pact ook maatregelen uitwerken en ondersteunen door:

indachtig het belang van mobiliteit voor de ontwikkeling van het potentieel van jongeren en om de Europese Unie dichter bij de jongeren te brengen, maatregelen te nemen die de mobiliteit van jongeren stimuleren, met name door bestaande obstakels weg te nemen;

jonge ouders in staat te stellen om hun beroeps- en gezinsleven te combineren, met name door meer kinderopvangvoorzieningen en innoverende vormen van werkorganisatie;

GEVEN DE EUROPESE RAAD IN OVERWEGING:

23.

verdere voortgang met betrekking tot maatregelen voor jongeren aan te moedigen door het Europees pact voor de jeugd in de strategie van Lissabon te implementeren;

24.

de lidstaten te verzoeken de raakvlakken tussen hun beleid inzake onderwijs, beroepsopleiding, werkgelegenheid, sociale integratie en mobiliteit te versterken met het oog op de ontwikkeling van doeltreffender sectordoorsnijdende strategieën voor jongeren;

25.

de lidstaten en de Commissie te verzoeken om respectievelijk bij de voorbereiding van de nationale hervormingsprogramma's en de opstelling van het jaarlijkse voortgangsverslag op een meer stelselmatige en zichtbare wijze verslag uit te brengen over het pact in het kader van de strategie van Lissabon, teneinde het toezicht op de vorderingen te vergemakkelijken;

26.

de Commissie en de lidstaten opnieuw te verzoeken jongeren en jongerenorganisaties op alle niveaus te betrekken bij de implementatie van het Europees pact voor de jeugd.


(1)  Doc. 14441/01 — COM(2001) 681 def.

(2)  Doc. 9679/05 — COM(2005) 206 def.

(3)  Doc. 8008/05 — COM(2005) 141 def.

(4)  Doc. 13415/1/05 REV 1 — COM(2005) 549 def.

(5)  PB C 292 van 24.11.2005, blz. 5.

(6)  Doc. 5070/06 — COM(2005) 706 def.