41998D0021

Het Schengenacquis - Besluit van het Uitvoerend Comité van 23 juni 1998 betreffende de afstempeling van het paspoort van visumaanvragers (SCH/Com-ex(98) 21)

Publicatieblad Nr. L 239 van 22/09/2000 blz. 0200 - 0201


BESLUIT VAN HET UITVOEREND COMITÉ

van 23 juni 1998

betreffende de afstempeling van het paspoort van visumaanvragers

(SCH/Com-ex(98) 21)

HET UITVOEREND COMITÉ,

Gelet op de Overeenkomst ter uitvoering van het akkoord van Schengen, inzonderheid op artikel 9,

Gelet op artikel 17 van deze Overeenkomst,

Overwegende dat het in het belang van alle Schengenpartnerstaten is om in het kader van hun gemeenschappelijk beleid inzake personenverkeer in onderling overleg hun visumafgiftepraktijk te harmoniseren, teneinde te voorkomen dat eenzelfde persoon meervoudige of opeenvolgende visumaanvragen indient,

Verlangend om de consulaire samenwerking te versterken ten behoeve van de bestrijding van illegale immigratie en clandestiene netwerken,

Zich baserend op hoofdstuk VIII van de gemeenschappelijke visuminstructie(1), dat betrekking heeft op de consulaire samenwerking,

Overwegende dat door wederzijdse kennisgeving tussen de Schengenpartnerstaten van het feit dat bij een van hen een visum is aangevraagd, kan worden voorkomen dat meervoudige of opeenvolgende visumaanvragen worden ingediend,

Overwegende dat door identificatie van visumaanvragen middels een stempel kan worden voorkomen dat eenzelfde persoon meervoudige of opeenvolgende visumaanvragen indient,

Overwegende dat de algemene invoering van de praktijk om een stempel aan te brengen voor elke visumaanvraag die in enig land wordt ingediend, ertoe bijdraagt dat de eventuele terughoudendheid welke door een onderling afwijkende praktijk zou kunnen bestaan, wordt verminderd,

BESLUIT:

1. Het stempel wordt aangebracht in het paspoort van alle visumaanvragers. Voor diplomatieke en dienstpaspoorten wordt het besluit om al dan niet een stempel aan te brengen, overgelaten aan de terzake bevoegde diplomatieke of consulaire post waar de aanvraag is ingediend.

2. Het stempel bevat een derde ruimte voor de vermelding van de code van het type visum dat is aangevraagd.

3. Het stempel kan worden aangebracht wanneer een visum voor verblijf van langere duur wordt aangevraagd.

4. Het stempel wordt aangebracht wanneer een staat als vertegenwoordiger van een andere Schengenstaat optreedt. In dat geval wordt in de derde ruimte van het stempel, die bestemd is voor de code van het type aangevraagde visum, tevens aangegeven dat de staat als vertegenwoordiger optreedt.

5. In uitzonderlijke gevallen waarin aanbrenging van het stempel onmogelijk blijkt, doet de diplomatieke of consulaire post die het voorzitterschap vervult, na daarover op plaatselijk niveau consulair overleg te hebben gepleegd, daarvan mededeling aan de terzake bevoegde Schengenwerkgroep en verzoekt hij deze om goedkeuring van alternatieve maatregelen, zoals de uitwisseling van fotokopieën van paspoorten of van lijsten van afgewezen visumaanvragen met vermelding van de grond voor afwijzing.

6. Op grond van hetgeen voorafgaat, wordt hoofdstuk VIII, punt 2, van de gemeenschappelijke visuminstructie als volgt gewijzigd: "Door onderlinge informatie-uitwisseling en identificatie van visumaanvragen door middel van een stempel of door andere maatregelen dient te worden voorkomen dat eenzelfde persoon, hetzij tijdens de toetsing van een aanvraag hetzij na afwijzing van een aanvraag, bij eenzelfde post dan wel bij verschillende posten meerdere gelijktijdige of opeenvolgende visumaanvragen indient.

Onverminderd de onderlinge raadpleging en informatie-uitwisseling waartoe de posten kunnen overgaan, brengt de post die een visumaanvraag ontvangt, in het paspoort van iedere visumaanvrager een stempel aan met de vermelding: 'Visum aangevraagd op ... te ...'. In de ruimte na 'op' worden zes cijfers ingevuld (twee voor de dag, twee voor de maand en twee voor het jaar); in de tweede ruimte wordt de diplomatieke of consulaire post vermeld; in de derde ruimte wordt aangegeven welk type visum is aangevraagd.

Voor diplomatieke en dienstpaspoorten wordt het besluit om al dan niet een stempel aan te brengen, overgelaten aan de terzake bevoegde diplomatieke of consulaire post waar de aanvraag is ingediend.

Het stempel kan worden aangebracht wanneer een visum voor verblijf van langere duur wordt aangevraagd.

In het geval van een in vertegenwoordiging afgegeven visum wordt in de derde ruimte van het stempel, na de vermelding van de code van het type aangevraagde visum, een 'R' met de code van de vertegenwoordigde staat aangebracht.

Indien tot afgifte van het visum wordt overgegaan, wordt de sticker - voorzover mogelijk - op het identificatiestempel aangebracht.

In uitzonderlijke gevallen waarin aanbrenging van het stempel onmogelijk blijkt, stelt de diplomatieke of consulaire post die het voorzitterschap vervult, de terzake bevoegde Schengenwerkgroep daarvan in kennis en verzoekt hij deze om goedkeuring van alternatieve maatregelen, zoals de uitwisseling van fotokopieën van het paspoort of van lijsten van afgewezen visumaanvragen met vermelding van de grond voor afwijzing.

Op initiatief van het voorzitterschap stellen de hoofden van de diplomatieke en consulaire posten op plaatselijk niveau complementaire preventieve maatregelen vast, indien dergelijke maatregelen nodig blijken te zijn.".

Gedaan te Oostende, 23 juni 1998.

De voorzitter

L. Tobback

(1) Zie document SCH/Com-ex(99) 13.