Het Schengenacquis - Besluit van het Uitvoerend Comité van 7 oktober 1997 betreffende de inwerkingstelling van de Schengenuitvoeringsovereenkomst in Griekenland (SCH/Com-ex(97) 29, 2e herz.)
Publicatieblad Nr. L 239 van 22/09/2000 blz. 0135 - 0136
BESLUIT VAN HET UITVOEREND COMITÉ van 7 oktober 1997 betreffende de inwerkingstelling van de Schengenuitvoeringsovereenkomst in Griekenland (SCH/Com-ex(97) 29, 2e herz.) HET UITVOEREND COMITÉ, Gelet op de Overeenkomst ter uitvoering van het akkoord van Schengen, inzonderheid op de artikelen 131 en 132, Gelet op de toetredingsovereenkomst met Griekenland van 6 november 1992, inzonderheid op artikel 6, in verbinding met de gemeenschappelijke verklaring inzake artikel 6 in de slotakte van genoemde toetredingsovereenkomst, Gelet op de verklaring van de ministers en staatssecretarissen van 19 juni 1992 betreffende de inwerkingstelling van de Overeenkomst ter uitvoering van het akkoord van Schengen, Overwegende dat in de gemeenschappelijke verklaring inzake artikel 139 in de slotakte van de Overeenkomst ter uitvoering van het akkoord van Schengen, alsmede in de gemeenschappelijke verklaring in de slotakte van de toetredingsovereenkomst met Griekenland erin is voorzien dat "de Overeenkomst niet eerder in werking wordt gesteld dan nadat aan de voorwaarden voor toepassing van de Overeenkomst in de ondertekenende staten is voldaan en de controles aan de buitengrenzen effectief zijn", Overwegende dat het Uitvoerend Comité op 25 april 1997 andermaal zijn politieke wil om de inwerkingstelling van de Schengenuitvoeringsovereenkomst in Italië, Griekenland en Oostenrijk per 26 oktober 1997 op basis van een besluit van het Uitvoerend Comité mogelijk te maken, heeft bevestigd, Overwegende dat de door Griekenland geboekte vooruitgang met het oog op de vervulling van de voorwaarden voor de inwerkingstelling van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, waarin in de verklaring van 19 juni 1992 is voorzien, het mogelijk dient te maken de Schengenuitvoeringsovereenkomst in Griekenland in werking te stellen, Gevolg gevende aan de verklaring van het Uitvoerend Comité van 24 juni 1997 betreffende de inwerkingstelling van de Schengenuitvoeringsovereenkomst in Italië, Griekenland en Oostenrijk, waarmede de vaste wil om de Schengenuitvoeringsovereenkomst voor Italië per 26 oktober 1997, alsmede voor Oostenrijk en Griekenland uiterlijk eind 1997 in werking te stellen, werd bevestigd, Overwegende echter dat de versterkingen van de buitengrenscontroles, alsmede de aanpassing der luchthavens nog niet volledig zijn afgerond, Zijn politieke wil bevestigend om zo spoedig mogelijk een inwerkingstelling in Griekenland te bereiken, BESLUIT: I. Inwerkingstelling van de Overeenkomst ter uitvoering van het akkoord van Schengen 1. De Overeenkomst ter uitvoering van het akkoord van Schengen wordt voor Griekenland per 1 december 1997, onverminderd het gestelde in punt 4, in een aanvangsfase in werking gesteld. 2. De toepassing van dit besluit op Griekenland is gebonden aan de voltooiing van de procedures betreffende de bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van de toetredingsinstrumenten door Frankrijk en door Nederland. 3. De vervulling van de in punt 2 vermelde voorwaarde wordt aangetoond door de voltooiing van de procedures betreffende de bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van de toetredingsinstrumenten, door kennisgeving van de depositaris. 4. Met betrekking tot de data en modaliteiten voor de opheffing van de binnengrenscontroles blijft - op basis van de vervulling van alle daartoe vereiste voorwaarden - een desbetreffend besluit van het Uitvoerend Comité noodzakelijk. Ter voorbereiding van dit besluit zullen de subgroep Grenzen en de Centrale Groep in 1998 aan het Uitvoerend Comité een rapport voorleggen. Het Uitvoerend Comité zal uiterlijk tijdens zijn laatste bijeenkomst in 1998 over dit rapport beraadslagen en zich daaromtrent uitspreken. 5. Het Uitvoerend Comité neemt kennis ervan dat Griekenland grote inspanningen heeft geleverd om zo snel mogelijk alle grenscontroles op de luchthavens en aan de buitengrenzen volgens de Schengenstandaard uit te voeren. II. Operationeelverklaring van het Schengeninformatiesysteem Het Uitvoerend Comité verklaart Griekenland met ingang van 1 december 1997 operationeel. Vanaf dat tijdstip wordt het systeem voor de tot bevraging gemachtigde autoriteiten van Griekenland toegankelijk gesteld. 1. Het N.SIS van Griekenland heeft alle testreeksen positief afgesloten. Het Uitvoerend Comité stelt in de zin van zijn verklaringen van 27 juni 1994 vast dat het N.SIS van Griekenland, alsook het SIS met het N.SIS van Griekenland technisch bedrijfsklaar zijn. 2. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 101, lid 4, van de Overeenkomst ter uitvoering van het akkoord van Schengen, doet iedere overeenkomstsluitende partij het Uitvoerend Comité mededeling van de lijst van bevoegde autoriteiten welke tot directe bevraging van de in het Schengeninformatiesysteem opgenomen gegevens gemachtigd zijn. Het Uitvoerend Comité neemt de door Griekenland medegedeelde lijsten ter kennis. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 108, lid 1, van de Overeenkomst ter uitvoering van het akkoord van Schengen, wijst elk der overeenkomstsluitende partijen een instantie aan welke voor het nationale deel van het Schengeninformatiesysteem centraal verantwoordelijk is. Het Uitvoerend Comité neemt de door Griekenland verstrekte mededelingen ter kennis. Overeenkomstig de verklaringen van het Uitvoerend Comité van 18 oktober 1993 en van 27 juni 1994 geldt als één der voorwaarden voor de operationeelverklaring dat mededeling is gedaan van de openstelling voor de tot bevraging gemachtigde autoriteiten van de staat waar de Schengenuitvoeringsovereenkomst in werking dient te worden gesteld. Met de kennisneming van de door Griekenland medegedeelde lijsten bevestigt het Uitvoerend Comité dat de openstelling voor de tot bevraging gemachtigde autoriteiten in de zin van zijn verklaringen van 18 oktober 1993, 26 april 1994 en 27 juni 1994 is medegedeeld. 3. Het Uitvoerend Comité gaat ervan uit dat voor Griekenland uiterlijk op 1 december 1997 de inlading van de respectieve bestaande nationale gegevens welke in de zin van de verklaringen van het Uitvoerend Comité van 18 oktober 1993 en van 27 juni 1994 als wezenlijk worden aangemerkt en zodoende een voorwaarde voor de effectiviteit van de operationeelverklaring voor Griekenland zijn, zal zijn voltooid. Het begin van de inlading van de nationale gegevens is aan de inwerkingtreding van de toetredingsinstrumenten gebonden. Vanaf dat tijdstip zijn de staten die de Schengenuitvoeringsovereenkomst reeds toepassen, gemachtigd de signaleringen van Griekenland overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst te gebruiken. De stuurgroep SIS wordt opgedragen de Centrale Groep en het Uitvoerend Comité voortdurend over de voortgang van de inlading der reële gegevens te informeren. 4. De bepalingen inzake de bescherming van persoonsgegevens opgenomen in de Overeenkomst ter uitvoering van het akkoord van Schengen vinden in Griekenland onverkort toepassing. Gedaan te Brussel, 7 oktober 1997. De voorzitter