41972X0418

Resolutie van de Raad en van de Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten van 21 maart 1972 inzake de toepassing van de resolutie van 22 maart 1971 betreffende de verwezenlijking in etappes van de economische en monetaire unie in de Gemeenschap

Publicatieblad Nr. C 038 van 18/04/1972 blz. 0003 - 0004
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie II Deel IX blz. 0067
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie II Deel IX blz. 0065
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 10 Deel 1 blz. 0042
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 10 Deel 1 blz. 0042


++++

RESOLUTIE VAN DE RAAD

EN VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LID-STATEN

van 21 maart 1972

inzake de toepassing van de resolutie van 22 maart 1971 betreffende de verwezenlijking in etappes van de economische en monetaire unie in de Gemeenschap

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LID-STATEN ,

Verlangend , na de vaststelling van nieuwe wisselkoersverhoudingen binnen de Gemeenschap , de uitvoering verder na te streven van de resolutie van de Raad en van de Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten van 22 maart 1971 betreffende de verwezenlijking in etappes van de economische en monetaire unie in de Gemeenschap ( 1 ) , met inachtneming van het parallellisme tussen de ontwikkeling van de monetaire eenmaking , enerzijds , en het naar elkaar toe doen groeien van het economische beleid der Lid-Staten alsmede de ontwikkeling van gemeenschappelijke acties op regionaal , structureel en sociaal gebied , anderzijds ,

Gezien de aanbeveling van de Commissie aan de Raad van 12 januari 1972 ,

Gezien he voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ,

AANVAARDEN DE VOLGENDE RESOLUTIE :

I

Ter versterking van de doeltreffendheid van de beschikking van de Raad van 22 maart 1971 betreffende de versterking van de coordinatie van de economische politiek op korte termijn van de Lid-Staten ( 2 ) worden de volgende voorschriften vastgesteld :

1 . In alle gevallen waarin een Lid-Staat maatregelen of besluiten overweegt te nemen die afwijken van de door de Raad geformuleerde richtsnoeren voor de economische politiek , wordt voorafgaande aan het aannemen van deze maatregelen of besluiten overleg gepleegd in de sub 2 bedoelde Groep voor de Coordinatie . Als deze maatregelen of besluiten ernstige reserves oproepen , kan een Lid-Staat of de Commissie verzoeken dat dit overleg plaatsvindt in het kader van de Raad , die binnen acht dagen bijeenkomt .

2 . Ter verzekering van die permanente onderlinge informatie van de Lid-Staten over hun economische en financiële politiek op korte termijn en van de coordinatie van deze politiek in het kader van de door de Raad vastgestelde richtsnoeren voor de economische politiek , wordt bij de Raad een groep ingesteld , bestaande uit één bijzondere vertegenwoordiger van de in elke Lid-Staat bevoegde minister of ministers en een vertegenwoordiger van de Commissie . De voorzitters van het Comité voor de conjunctuurpolitiek , van het Monetair Comité en van het Comité voor de begrotingspolitiek wonen eventueel de vergaderingen van deze groep bij .

Deze Groep werkt nauw samen met het Comité van permanente vertegenwoordigers , met name ter voorbereiding van de drie zittingen van de Raad gewijd aan de coordinatie van de economische politiek en van de zittingen van de Raad gewijd aan het voorafgaand overleg , bedoeld sub 1 .

3 . De Commissie dient , na advies te hebben ingewonnen van de bevoegde Comités , zo spoedig mogelijk bij de Raad een voorstel in voor een richtlijn ter bevordering van de stabiliteit , de groei en de volledige werkgelegenheid in de Gemeenschap .

II

Ten einde onverwijld een begin te maken met de acties op regionaal en structureel gebied , nodig voor het uiteindelijk verwezenlijken van de economische en monetaire unie , keurt de Raad in beginsel goed dat :

1 . het E.O.G.F.L . met ingang van 1972 kan worden ingeschakeld bij acties voor regionale ontwikkeling ;

2 . een Fonds voor Regionale Ontwikkeling wordt opgericht , of enig ander systeem van passende communautaire middelen voor regionale ontwikkeling tot stand wordt gebracht .

De Raad verzoekt de Commissie , hem overeenkomstig punt III , sub 4 , van de resolutie van 22 maart 1971 voorstellen voor te leggen . Hij neemt voor 1 oktober 1972 de noodzakelijke besluiten over de voorstellen van de Commissie .

III

1 . Als eerste stap op de weg naar de vorming van een afzonderlijke monetaire zone in het kader van het internationale stelsel , verzoekt de Raad de Centrale Banken der Lid-Staten om , met volledige gebruikmaking van de door het Internationaal Monetair Fonds op wereldvlak toegestane fluctuatiemarges , het verschil op een bepaald tijdstip tussen de koers van de meest geapprecieerde en de koers van de minst geapprecieerde van de valuta's der Lid-Staten geleidelijk te verminderen .

De Centrale Banken worden te dien einde verzocht , voor een eerste fase , waarin de procedures zullen worden beproefd , op de onderscheiden wisselmarkten te interveniëren volgens onderstaande beginselen :

a ) met ingang van een door de presidenten der Centrale Banken vast te stellen tijdstip , worden de interventies in communautaire valuta's verricht op basis van de marges die op die datum op de markten worden geconstateerd ;

b ) naarmate de grenzen elkaar naderen , worden de sub a ) bedoelde marges vernauwd en niet meer verruimd ;

c ) uiterlijk op 1 juli 1972 mag het verschil op een bepaald tijdstip tussen de valuta's van twee Lid-Staten niet groter zijn dan 2,25 % .

Overeenkomstig de resolutie van 22 maart 1971 blijft het doel op langere termijn de opheffing van iedere fluctuatiemarge tussen de valuta's van de Gemeenschap .

2 . Daartoe worden de Centrale Banken verzocht op de deviezenmarkten van hun land te interveniëren volgens onderstaande beginselen :

- communautaire valuta's , indien de koersen daarvan op de betrokken deviezenmarkt de uiterste fluctuatiegrens bereiken die volgens het bepaalde sub 1 is toegestaan ,

- in U . S.-dollars , indien de koers daarvan op de betrokken deviezenmarkt de uiterste fluctuatiegrens bereikt die krachtens de regels van het Internationaal Monetair Fonds is toegestaan ,

- binnen deze fluctuatiegrenzen , slechts na een in onderling overleg genomen besluit van de Centrale Banken .

3 . De Centrale Banken worden verzocht , de uit interventies in communautaire valuta's resulterende saldi binnen één maand te verrekenen , behoudens in het kader van het Comité van presidenten van de Centrale Banken overeen te komen uitzonderingen . De bijzonderheden van de verrekening van de saldi worden door de Centrale Banken vastgesteld , terwijl de wijze van verrekening , gebaseerd op de structuur van de monetaire reserves van het debiteurland moet zijn afgestemd .

4 . In de huidige omstandigheden hecht de Raad er belang aan dat het Monetair Comité en het Comité van presidenten van de Centrale Banken uiterlijk op 30 juni 1972 een verslag kunnen indienen over de organisatie , de taken en de statuten van een Europees Fonds voor Monetaire Samenwerking , overeenkomstig punt III , sub 8 , van de resolutie van 22 maart 1971 .

Voor eind 1972 zal de Raad zich uitspreken over de conclusies van dit verslag .

5 . Ten einde buitensporige invoer van kapitaal tegen te kunnen gaan en de negatieve effecten daarvan op de interne liquiditeit te kunnen neutraliseren , neemt de Raad de op 23 juni 1971 door de Commissie voorgestelde richtlijn voor het reguleren van de internationale kapitaalbewegingen en het neutraliseren van de ongewenste effecten daarvan op de interne liquiditeit aan .

IV

De Raad is overeengekomen , dat de door de Commissie uit hoofde van de verwezenlijking van de eerste etappe van de economische en monetaire unie ingediende voorstellen , en met name die met betrekking tot de belastingharmonisatie en de geleidelijke ontwikkeling van een Europese kapitaalmarkt , met voorrang op de agenda van de Raad zullen worden opgenomen ; de Raad beslist binnen zes maanden , te rekenen vanaf de datum van opneming op de agenda , over deze voorstellen .

( 1 ) PB nr . C 28 van 27 . 3 . 1971 , blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 73 van 27 . 3 . 1971 , blz . 12 .