(1)

Verordening (EU) 2023/1231 bevat specifieke regels voor onder meer de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van bepaalde zendingen detailhandelsgoederen die bestemd zijn om in Noord-Ierland voor de eindverbruiker in de handel te worden gebracht, met inbegrip van specifieke regels voor zendingen detailhandelsgoederen uit de rest van de wereld.

(2)

Meer specifiek bepaalt artikel 9, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2023/1231 dat detailhandelsgoederen uit de rest van de wereld die bestaan uit producten van dierlijke of plantaardige oorsprong of uit samengestelde producten waarvoor de in artikel 1, lid 2, punten d), e) en g), van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (2) (“producten uit de rest van de wereld”) bedoelde diergezondheids- of plantgezondheidsregels gelden, alleen Noord-Ierland mogen binnenkomen vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en in Noord-Ierland in de handel mogen worden gebracht overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EU) 2023/1231 indien het Verenigd Koninkrijk schriftelijk bewijs verstrekt dat de invoervoorwaarden en vereisten voor officiële controles van de Verordeningen (EG) nr. 1069/2009 (3), (EU) 2016/429 (4) en (EU) 2016/2031 (5) van het Europees Parlement en de Raad, van Verordening (EU) 2017/625, en van de uit hoofde van die verordeningen vastgestelde handelingen van de Commissie krachtens het intern recht van het Verenigd Koninkrijk op die producten van toepassing zijn, en die invoervoorwaarden en vereisten voor officiële controles doeltreffend door het Verenigd Koninkrijk worden uitgevoerd (“het schriftelijke bewijs”).

(3)

In artikel 9, lid 4, punt a), van Verordening (EU) 2023/1231 is bepaald dat, wanneer de Commissie het schriftelijke bewijs heeft ontvangen, zij een uitvoeringshandeling kan vaststellen om een lijst op te stellen van de producten uit de rest van de wereld die als detailhandelsgoederen Noord-Ierland mogen binnenkomen vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en in Noord-Ierland in de handel mogen worden gebracht.

(4)

Bij brieven van 4, 7 en 12 september 2023 heeft het Verenigd Koninkrijk het schriftelijke bewijs geleverd dat de invoervoorwaarden en de vereisten voor officiële controles van de Verordeningen (EG) nr. 1069/2009, (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 met betrekking tot vlees en eetbare slachtafvallen van schapen van oorsprong uit Nieuw-Zeeland en voeder voor gezelschapsdieren en hondenkluiven van oorsprong uit geautoriseerde derde landen zoals vermeld in de lijst in hoofdstuk II, afdeling 1, tabel 2, punt 12, van bijlage XIV bij Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie (6), krachtens zijn intern recht van toepassing zijn en dat deze invoervoorwaarden en vereisten voor officiële controles met betrekking tot deze producten doeltreffend door het Verenigd Koninkrijk worden uitgevoerd.

(5)

Het is daarom passend een lijst op te stellen van de producten uit de rest van de wereld, geïdentificeerd aan de hand van hun codes van de gecombineerde nomenclatuur, zoals vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (7), en onder vermelding van de derde landen waaruit zij afkomstig zijn, die als detailhandelsgoederen Noord-Ierland mogen binnenkomen vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en in Noord-Ierland in de handel mogen worden gebracht.

(6)

Met het oog op de rechtszekerheid en om onnodige handelsverstoringen te voorkomen, moet deze verordening met spoed in werking treden.

(7)

De verplichting om detailhandelsgoederen overeenkomstig bijlage IV bij Verordening (EU) 2023/1231 te markeren, is van toepassing met ingang van 1 oktober 2023. Deze verordening moet daarom met ingang van 1 oktober 2023 van toepassing zijn om consistentie en rechtszekerheid te waarborgen en onnodige handelsverstoringen te voorkomen.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,