17.8.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 204/3


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1637 VAN DE COMMISSIE

van 16 augustus 2023

tot opening van een onderzoek naar de mogelijke ontwijking van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2092 ingestelde compenserende maatregelen ten aanzien van biodiesel van oorsprong uit Indonesië door de invoer van uit de Volksrepubliek China en het Verenigd Koninkrijk verzonden biodiesel, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit de Volksrepubliek China en het Verenigd Koninkrijk, en tot onderwerping van deze invoer aan registratie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) (“de basisverordening”), en met name artikel 23, lid 4, en artikel 24, lid 5,

Na kennisgeving aan de lidstaten,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   VERZOEK

(1)

De Europese Commissie (“de Commissie”) heeft een verzoek ontvangen op grond van artikel 23, lid 4, en artikel 24, lid 5, van de basisverordening om een onderzoek in te stellen naar de mogelijke ontwijking van de compenserende maatregelen die zijn ingesteld ten aanzien van de invoer van biodiesel van oorsprong uit Indonesië en om de invoer van uit de Volksrepubliek China (“VRC”) en het Verenigd Koninkrijk (“VK”) verzonden biodiesel, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit de Volksrepubliek China en het Verenigd Koninkrijk, aan registratie te onderwerpen.

(2)

Het verzoek is op 4 juli 2023 ingediend door de European Biodiesel Board.

B.   PRODUCT

(3)

Het product waarop de mogelijke ontwijking betrekking heeft, is door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasoliën van niet-fossiele oorsprong, in zuivere vorm of in mengsels, op de datum van inwerkingtreding van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2092 van de Commissie (2) ingedeeld onder de GN-codes ex 1516 20 98 (Taric-codes 1516209821, 1516209829 en 1516209830), ex 1518 00 91 (Taric-codes 1518009121, 1518009129 en 1518009130), ex 1518 00 95 (Taric-code 1518009510), ex 1518 00 99 (Taric-codes 1518009921, 1518009929 en 1518009930), ex 2710 19 43 (Taric-codes 2710194321, 2710194329 en 2710194330), ex 2710 19 46 (Taric-codes 2710194621, 2710194629 en 2710194630), ex 2710 19 47 (Taric-codes 2710194721, 2710194729 en 2710194730), 2710 20 11, 2710 20 15, 2710 20 17, ex 3824 99 92 (Taric-codes 3824999210, 3824999212 en 3824999220), 3826 00 10 en ex 3826 00 90 (Taric-codes 3826009011, 3826009019 en 3826009030) en van oorsprong uit Indonesië (“het betrokken product”). Dit is het product waarop de thans geldende maatregelen van toepassing zijn.

(4)

Het onderzochte product is hetzelfde als het in de vorige overweging gedefinieerde product, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 1516 20 98, ex 1518 00 91, ex 1518 00 95, ex 1518 00 99, ex 2710 19 43, ex 2710 19 46, ex 2710 19 47, 2710 20 11, 2710 20 16, ex 3824 99 92, 3826 00 10 en ex 3826 00 90, maar verzonden uit de Volksrepubliek China en het Verenigd Koninkrijk, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit de Volksrepubliek China en het Verenigd Koninkrijk (Taric-codes 1516209822, 1516209823, 1516209831, 1516209832, 1518009122, 1518009123, 1518009131, 1518009132, 1518009510, 1518009511, 1518009922, 1518009923, 1518009931, 1518009932, 2710194322, 2710194323, 2710194331, 2710194332, 2710194622, 2710194623, 2710194631, 2710194632, 2710194722, 2710194723, 2710194731, 2710194732, 2710201122, 2710201123, 2710201131, 2710201132, 2710201622, 2710201623, 2710201631, 2710201632, 2710201691, 2710201692, 3824999211, 3824999213, 3824999215, 3824999216, 3826001021, 3826001022, 3826001051, 3826001052, 3826001090, 3826001091, 3826009012, 3826009013, 3826009031 en 3826009032) (“het onderzochte product”).

C.   BESTAANDE MAATREGELEN

(5)

De thans geldende maatregelen die mogelijk worden ontweken, zijn compenserende maatregelen die zijn ingesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2092 tot instelling van een definitief compenserend recht op biodiesel van oorsprong uit Indonesië (“de bestaande maatregelen”).

D.   GRONDEN

(6)

Het verzoek bevat voldoende bewijsmateriaal dat de compenserende maatregelen ten aanzien van de invoer van het betrokken product worden ontdoken door de invoer van het onderzochte product. Uit het bewijsmateriaal waarover de Commissie beschikt, blijkt met name het volgende.

(7)

Na de instelling van de bestaande compenserende maatregelen is een verandering opgetreden in de structuur van het handelsverkeer met betrekking tot de uitvoer uit Indonesië, de Volksrepubliek China, en het Verenigd Koninkrijk naar de Unie.

(8)

Deze wijziging lijkt het gevolg te zijn van een praktijk waarvoor, afgezien van de instelling van het recht, onvoldoende reden of economische rechtvaardiging bestaat, namelijk de verzending van het betrokken product via de Volksrepubliek China en het Verenigd Koninkrijk naar de Unie.

(9)

Verder laat het bewijsmateriaal zien dat de corrigerende werking van de voor het betrokken product bestaande compenserende maatregelen door de hiervoor vermelde praktijken wordt ondermijnd, zowel wat de hoeveelheden als wat de prijzen betreft. Er blijken aanzienlijke volumes van het onderzochte product de markt van de Unie te zijn binnengekomen. Bovendien is er voldoende bewijs dat het onderzochte product tegen schadeveroorzakende prijzen wordt ingevoerd.

(10)

Ten slotte lijkt het bewijsmateriaal erop te wijzen dat het onderzochte product en/of delen daarvan nog steeds gesubsidieerd worden. Het onderzochte product en de delen daarvan worden namelijk geproduceerd en naar de Volksrepubliek China en het Verenigd Koninkrijk uitgevoerd door ondernemingen in Indonesië waarvan is vastgesteld dat zij voor de productie en verkoop van het onderzochte product subsidies ontvangen waartegen met de bestaande maatregelen compenserende maatregelen zijn ingesteld.

(11)

Mocht in de loop van het onderzoek blijken dat er, afgezien van de bovenvermelde praktijken, nog andere in artikel 23 van de basisverordening vermelde ontwijkingspraktijken worden toegepast, dan kan het onderzoek tot die praktijken worden uitgebreid.

E.   PROCEDURE

(12)

Gezien het bovenstaande heeft de Commissie geconcludeerd dat er voldoende bewijsmateriaal is om overeenkomstig artikel 23, lid 4, van de basisverordening een onderzoek te openen en overeenkomstig artikel 24, lid 5, van de basisverordening de invoer van het onderzochte product aan registratie te onderwerpen.

(13)

Om de nodige informatie voor dit onderzoek te verkrijgen, verzoekt de Commissie alle belanghebbenden zo spoedig mogelijk, en in ieder geval binnen de in artikel 3, lid 2, van deze verordening vermelde termijn, contact met haar op te nemen. De in artikel 3, lid 2, van deze verordening vermelde termijn geldt voor alle belanghebbenden. Zo nodig kunnen ook inlichtingen worden ingewonnen bij de bedrijfstak van de Unie.

(14)

De autoriteiten van de Volksrepubliek China, het Verenigd Koninkrijk en Indonesië zullen van de opening van het onderzoek op de hoogte worden gebracht.

a)   Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

(15)

Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken, moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens, en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.

(16)

Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in deze verordening gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding “Sensitive” (3). Belanghebbenden die in de loop van dit onderzoek informatie indienen, wordt verzocht hun verzoek om vertrouwelijke behandeling met redenen te omkleden.

(17)

Belanghebbenden die informatie met de vermelding “Sensitive” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 29, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding “For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie.

(18)

Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen geldige redenen voor het verzoek om een vertrouwelijke behandeling aanvoert of geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan de Commissie deze informatie buiten beschouwing laten, tenzij aan de hand van geëigende bronnen aannemelijk wordt gemaakt dat de informatie juist is.

(19)

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van verzoeken om als belanghebbende te worden geregistreerd, gescande volmachten en certificaten, via het platform TRON.tdi (https://webgate.ec.europa.eu/tron/TDI) in te dienen.

(20)

Om toegang tot het platform TRON.tdi te krijgen, moeten belanghebbenden over een EU Login-account beschikken. Op het adres https://webgate.ec.europa.eu/tron/resources/documents/gettingStarted.pdf zijn volledige instructies over het registreren voor en het gebruik van het platform TRON.tdi beschikbaar.

Door het platform TRON.tdi of e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document “Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken” op de website van het directoraat-generaal Handel (https://circabc.europa.eu/ui/group/2e3865ad-3886-4131-92bb-a71754fffec6/library/c9e93fcc-f476-45c4-a400-f0ae0d44a059/details).

(21)

Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat elke dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.

(22)

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat G

Kamer CHAR 04/039

1049 Brussel

BELGIË

TRON.tdi: https://webgate.ec.europa.eu/tron/tdi

E-mail:

Voor algemene of met de VRC verband houdende aangelegenheden: TRADE-R800-BIODIESEL-CN@ec.europa.eu

Voor algemene of met het VK verband houdende aangelegenheden: TRADE-R800-BIODIESEL-UK@ec.europa.eu

b)   Het schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

(23)

Alle belanghebbenden, met inbegrip van de bedrijfstak van de Unie, importeurs en relevante verenigingen, wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en bewijsmateriaal te verstrekken, op voorwaarde dat deze opmerkingen binnen de in artikel 3, lid 2, vastgestelde termijn worden ingediend. Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen, mits zij daar schriftelijk om verzoeken en kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen.

c)   Verzoeken om vrijstelling

(24)

Overeenkomstig artikel 23, lid 6, van de basisverordening kan de invoer van het onderzochte product van maatregelen worden vrijgesteld als de invoer niet met ontwijking van de maatregelen plaatsvindt.

(25)

Aangezien de mogelijke ontwijking buiten de Unie plaatsvindt, kan overeenkomstig artikel 23, lid 6, van de basisverordening vrijstelling worden verleend aan producenten van het onderzochte product in de Volksrepubliek China en het Verenigd Koninkrijk die kunnen aantonen dat zij niet betrokken zijn bij ontwijkingspraktijken zoals beschreven in artikel 23, lid 3, van de basisverordening. Eventuele producenten die een vrijstelling wensen te krijgen, moeten zich binnen de in artikel 3, lid 1, van deze verordening vermelde termijn aanmelden. Kopieën van de vragenlijst voor het vrijstellingsverzoek voor producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China en het Verenigd Koninkrijk en vragenlijsten voor importeurs in de EU zijn beschikbaar in het dossier voor inzage door belanghebbenden en op de website van DG Handel (https://tron.trade.ec.europa.eu/investigations/case-view?caseId=2678). De vragenlijsten moeten binnen de in artikel 3, lid 2, van deze verordening vermelde termijn worden ingediend.

F.   REGISTRATIE

(26)

Overeenkomstig artikel 24, lid 5, van de basisverordening moet de invoer van het onderzochte product worden geregistreerd zodat, indien bij het onderzoek blijkt dat er van ontwijking sprake is, een passend bedrag aan compenserende rechten dat niet het door de Commissie bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2092 opgelegde residuele recht te boven gaat, kan worden geheven vanaf de datum waarop de registratie van de invoer verplicht werd.

G.   TERMIJNEN

(27)

Met het oog op behoorlijk bestuur moeten termijnen worden vastgesteld waarbinnen:

belanghebbenden zich bij de Commissie kenbaar kunnen maken, vragenlijsten kunnen indienen, hun standpunt schriftelijk kunnen uiteenzetten en alle gegevens die zij voor het onderzoek nuttig achten, kunnen indienen;

producenten in de Volksrepubliek China en het Verenigd Koninkrijk om vrijstelling van maatregelen kunnen verzoeken;

belanghebbenden schriftelijk kunnen verzoeken door de Commissie te worden gehoord.

(28)

De aandacht wordt erop gevestigd dat de in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkenen zich binnen de in artikel 3 van deze verordening gestelde termijnen bij de Commissie kenbaar maken.

H.   NIET-MEDEWERKING

(29)

Indien een belanghebbende binnen de vastgestelde termijnen de toegang tot de nodige gegevens weigert of deze anderszins niet verstrekt of het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens voorlopige of definitieve conclusies, zowel in positieve als in negatieve zin, worden getrokken.

(30)

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, zullen deze overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

(31)

Als een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

I.   TIJDSCHEMA VOOR HET ONDERZOEK

(32)

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 23, lid 4, van de basisverordening uiterlijk negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening afgesloten.

J.   VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

(33)

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (4).

(34)

Een privacyverklaring die alle particulieren op de hoogte brengt van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de handelsbeschermingsactiviteiten van de Commissie is beschikbaar op de website van DG Handel: https://europa.eu/!vr4g9W

K.   RAADADVISEUR-AUDITEUR

(35)

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en alle andere verzoeken betreffende het recht van verweer van belanghebbenden en van derden die tijdens de procedure kunnen worden ingediend.

(36)

De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting beleggen en bemiddelen tussen de belanghebbende(n) en de diensten van de Commissie om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen. Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. De raadadviseur-auditeur onderzoekt de redenen voor de verzoeken. Deze hoorzittingen mogen enkel plaatsvinden indien de kwesties niet tijdig zijn opgelost met de diensten van de Commissie.

(37)

Elk verzoek moet tijdig en snel worden ingediend, zodat het ordelijk verloop van de procedure niet in gevaar wordt gebracht. Daartoe moeten de belanghebbenden om de inschakeling van de raadadviseur-auditeur vragen zo spoedig mogelijk na de gebeurtenis die een dergelijke inschakeling rechtvaardigt. Wanneer een verzoek om een hoorzitting niet binnen de daarvoor geldende termijn wordt ingediend, onderzoekt de raadadviseur-auditeur ook de redenen voor het laattijdige verzoek, de aard van de aan de orde gestelde kwesties en de gevolgen van die kwesties voor het recht van verweer, rekening houdend met het belang van behoorlijk bestuur en de tijdige voltooiing van het onderzoek.

(38)

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (https://policy.trade.ec.europa.eu/contacts/hearing-officer_nl),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Op grond van artikel 23, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1037 wordt een onderzoek geopend om vast te stellen of de invoer in de Unie van door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasoliën van niet-fossiele oorsprong, in zuivere vorm of in mengsels, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 1516 20 98, ex 1518 00 91, ex 1518 00 95, ex 1518 00 99, ex 2710 19 43, ex 2710 19 46, ex 2710 19 47, 2710 20 11, 2710 20 16, ex 3824 99 92, 3826 00 10 en ex 3826 00 90, verzonden uit de Volksrepubliek China en het Verenigd Koninkrijk, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit de Volksrepubliek China en het Verenigd Koninkrijk (Taric-codes 1516209822, 1516209823, 1516209831, 1516209832, 1518009122, 1518009123, 1518009131, 1518009132, 1518009510, 1518009511, 1518009922, 1518009923, 1518009931, 1518009932, 2710194322, 2710194323, 2710194331, 2710194332, 2710194622, 2710194623, 2710194631, 2710194632, 2710194722, 2710194723, 2710194731, 2710194732, 2710201122, 2710201123, 2710201131, 2710201132, 2710201622, 2710201623, 2710201631, 2710201632, 2710201691, 2710201692, 3824999211, 3824999213, 3824999215, 3824999216, 3826001021, 3826001022, 3826001051, 3826001052, 3826001090, 3826001091, 3826009012, 3826009013, 3826009031 en 3826009032) de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2092 ingestelde maatregelen ontwijken.

Artikel 2

1.   De douaneautoriteiten van de lidstaten nemen overeenkomstig artikel 23, lid 4, en artikel 24, lid 5, van Verordening (EU) 2016/1037 passende maatregelen om de invoer in de Unie van de in artikel 1 van de onderhavige verordening omschreven goederen te registreren.

2.   De registratie wordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening beëindigd.

Artikel 3

1.   Belanghebbenden moeten binnen 15 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening contact opnemen met de Commissie.

2.   Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders bepaald, binnen 37 dagen na de datum van bekendmaking van deze verordening in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt schriftelijk uiteenzetten en de Commissie de antwoorden op de vragenlijst, verzoeken om vrijstellingen en eventuele andere gegevens doen toekomen.

3.   Binnen dezelfde termijn van 37 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen om door de Commissie te worden gehoord. Een verzoek om te worden gehoord over het beginstadium van het onderzoek moet uiterlijk 15 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden ingediend. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 augustus 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2092 van de Commissie van 28 november 2019 tot instelling van een definitief compenserend recht op invoer van biodiesel van oorsprong uit Indonesië (PB L 317 van 9.12.2019, blz. 42).

(3)  Een “Sensitive”-document wordt beschouwd als vertrouwelijk in de zin van artikel 29 van de basisverordening en artikel 12 van de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen (SCM-Overeenkomst). Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(4)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).