19.7.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 182/86


VERORDENING (Euratom) 2023/1479 VAN DE RAAD

van 14 juli 2023

tot vaststelling van regels voor de uitoefening van de rechten van de Gemeenschap bij de uitvoering van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 7, artikel 47, vierde alinea, punt b), en artikel 48,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na raadpleging van het Wetenschappelijk en Technisch Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 29 december 2020 heeft de Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (“de Gemeenschap”), de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (1) (de “handels- en samenwerkingsovereenkomst”), gesloten. De handels- en samenwerkingsovereenkomst werd voorlopig toegepast met ingang van 1 januari 2021 en is op 1 mei 2021 in werking getreden. De handels- en samenwerkingsovereenkomst bestrijkt gebieden die onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallen, namelijk de associatie met het onderzoeks- en opleidingsprogramma van de Gemeenschap en met de Europese gemeenschappelijke onderneming voor de internationale thermonucleaire experimentele reactor (ITER) en de ontwikkeling van fusie-energie, waarop deel vijf van de handels- en samenwerkingsovereenkomst (Deelname aan programma’s van de Unie, goed financieel beheer en financiële bepalingen) van toepassing is.

(2)

In de handels- en samenwerkingsovereenkomst is bepaald dat de partijen unilaterale maatregelen kunnen nemen, met name met betrekking tot de opschorting van bepaalde verplichtingen uit hoofde van die overeenkomst, in de specifieke gevallen en onder de voorwaarden en procedures die daarin zijn vastgelegd. Met betrekking tot aangelegenheden die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (het “Euratom-Verdrag”) vallen, kan de Gemeenschap unilaterale maatregelen vaststellen in de gevallen en onder de voorwaarden van de artikelen 718 en 719 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst. Die unilaterale maatregelen hebben betrekking op de gedeeltelijke of volledige schorsing van de deelname van het Verenigd Koninkrijk aan programma’s van de Unie en de gedeeltelijke of volledige beëindiging ervan.

(3)

Mocht het nodig blijken haar belangen bij de uitvoering van de handels- en samenwerkingsovereenkomst te beschermen, dan moet de Gemeenschap in staat zijn snel en op evenredige, doeltreffende en flexibele wijze gebruik te maken van de haar ter beschikking staande instrumenten, met volledige betrokkenheid van de lidstaten. Daarom moeten regels en procedures worden vastgesteld voor de vaststelling van unilaterale maatregelen bij de uitoefening van de rechten van de Gemeenschap uit hoofde van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

(4)

Eenzijdige maatregelen moeten beperkt blijven tot hetgeen strikt noodzakelijk is om hun doel te bereiken, rekening houdend met de daadwerkelijke of potentiële schade aan de belangen van de Gemeenschap als gevolg van de zaak. Zij moeten voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 718 en 719 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

(5)

De in deze verordening vastgestelde regels en procedures moeten voorrang hebben op bepalingen van het recht van de Gemeenschap die hetzelfde onderwerp regelen.

(6)

Om ervoor te zorgen dat deze verordening geschikt blijft voor het beoogde doel, moet de Commissie binnen drie jaar na de inwerkingtreding ervan het toepassingsgebied en de uitvoering ervan evalueren en aan het Europees Parlement en aan de Raad verslag uitbrengen over haar bevindingen. Die evaluatie gaat in voorkomend geval vergezeld van relevante wetgevingsvoorstellen.

(7)

De procedure voor de vaststelling van autonome maatregelen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (2) op grond van deze verordening doet geen afbreuk aan de voortgezette en permanente uitoefening door de Raad van zijn taken krachtens de Verdragen op het gebied van beleidsvorming, coördinatie en besluitvorming, voor zover het de uitvoering van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk betreft.

(8)

Om uitvoering te geven aan de bevoegdheden in artikel 16, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in artikel 101 van het Euratom-Verdrag, is de interne besluitvorming met betrekking tot de uitvoering van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en van de handels- en samenwerkingsovereenkomst weergegeven in de Besluiten (EU) 2020/135 (3) en (EU) 2021/689 (4) van de Raad. Om de Raad in staat te stellen zijn beleidsvormings-, coördinatie- en besluitvormingstaken in dat opzicht ten volle uit te oefenen, moet de Raad permanent en regelmatig op de hoogte worden gehouden van de uitvoering van het terugtrekkingsakkoord en de handels- en samenwerkingsovereenkomst, inclusief over alle moeilijkheden die zich zouden kunnen voordoen, met name mogelijke inbreuken op het terugtrekkingsakkoord en de handels- en samenwerkingsovereenkomst en andere situaties die aanleiding kunnen geven tot maatregelen op grond van deze verordening. In dat opzicht moet de Raad naar behoren en tijdig geïnformeerd worden over mogelijke reacties waarover de Gemeenschap beschikt om te zorgen voor een volledige en correcte uitvoering van het terugtrekkingsakkoord en de handels- en samenwerkingsovereenkomst, en over de follow-up van eventueel genomen maatregelen.

(9)

Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening, en met name om te zorgen voor een snelle, doeltreffende en flexibele uitoefening van de overeenkomstige rechten van de Gemeenschap uit hoofde van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om unilaterale maatregelen vast te stellen en die maatregelen waar nodig in de interne rechtsorde van de Gemeenschap ten uitvoer te leggen. Die bevoegdheden moeten zich ook uitstrekken tot de wijziging, schorsing of intrekking van de vastgestelde maatregelen. Zij moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011. Aangezien de beoogde maatregelen gepaard gaan met de vaststelling van handelingen van algemene strekking, moet voor de vaststelling van die maatregelen de onderzoeksprocedure worden gevolgd. De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen indien dit, in naar behoren gemotiveerde gevallen, om dwingende redenen van urgentie vereist is om de belangen van de Gemeenschap op passende wijze te beschermen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Bij deze verordening worden regels en procedures vastgesteld om te zorgen voor een doeltreffende en tijdige uitoefening van de rechten van de Gemeenschap bij de uitvoering van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (de “handels- en samenwerkingsovereenkomst”).

2.   Deze verordening is van toepassing op de volgende maatregelen die de Gemeenschap overeenkomstig de artikelen 718 en 719 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft vastgesteld:

a)

de schorsing van de toepassing van protocol I bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot een of meer programma’s of activiteiten, of delen daarvan, van de Gemeenschap;

b)

de beëindiging van de toepassing van protocol I bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot een of meer programma’s of activiteiten, of delen daarvan, van de Gemeenschap.

Artikel 2

Uitoefening van de rechten van de Gemeenschap

1.   Onverminderd de bepalingen van het Gemeenschapsrecht die zijn vastgesteld overeenkomstig de artikelen 7, 47 en 48 van het Euratom-Verdrag, is de Commissie bevoegd de in artikel 1, lid 2, van deze verordening bedoelde maatregelen vast te stellen en daaraan uitvoering te geven door middel van uitvoeringshandelingen.

2.   De uit hoofde van deze verordening vastgestelde maatregelen zijn evenredig met de beoogde doelstellingen en doeltreffend om het evenwicht te bewaren tussen de rechten en verplichtingen die ten grondslag liggen aan de deelname van het Verenigd Koninkrijk aan programma’s van de Unie overeenkomstig de handels- en samenwerkingsovereenkomst. Ze zijn in overeenstemming met de in die overeenkomst vastgestelde specifieke criteria.

3.   De Commissie is bevoegd de in artikel 1, lid 2, punt a), bedoelde maatregelen door middel van uitvoeringshandelingen te wijzigen, te schorsen, of in te trekken. Waar passend wordt in die uitvoeringshandelingen de duur van de schorsing gespecificeerd.

4.   Indien een of meer lidstaten een bijzonder punt van zorg hebben, kan die lidstaat of kunnen die lidstaten de Commissie verzoeken de deelname van het Verenigd Koninkrijk aan het betrokken programma of de betrokken programma’s van de Gemeenschap overeenkomstig lid 1 te schorsen. Indien de Commissie niet positief reageert op een dergelijk verzoek, stelt zij de Raad tijdig in kennis van de redenen die zij daarvoor heeft.

5.   De in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 3, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

6.   Om naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie stelt de Commissie volgens de in artikel 3, lid 3, bedoelde procedure onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vast.

Artikel 3

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het VK-Comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

3.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011, in samenhang met artikel 5 daarvan, van toepassing.

Artikel 4

Evaluatie

Uiterlijk op 9 augustus 2028 dient de Commissie bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in over de toepassing van deze verordening, dat in voorkomend geval vergezeld gaat van relevante wetgevingsvoorstellen.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 juli 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

N. CALVIÑO SANTAMARÍA


(1)  PB L 149 van 30.4.2021, blz. 10.

(2)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(3)  Besluit (EU) 2020/135 van de Raad van 30 januari 2020 betreffende de sluiting van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 1).

(4)  Besluit (EU) 2021/689 van de Raad van 29 april 2021 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, en van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde gegevens (PB L 149 van 30.4.2021, blz. 2).