3.7.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/3


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1341 VAN DE COMMISSIE

van 30 juni 2023

tot verlenging van de vergunning voor de preparaten van Lactiplantibacillus plantarum DSM 12836, Lactiplantibacillus plantarum DSM 12837, Lentilactobacillus buchneri DSM 16774, Pediococcus acidilactici DSM 16243, Pediococcus pentosaceus DSM 12834, Lacticaseibacillus paracasei DSM 16245, Levilactobacillus brevis DSM 12835, Lacticaseibacillus rhamnosus NCIMB 30121, Lactococcus lactis NCIMB 30160, Lentilactobacillus buchneri DSM 12856 en Lactococcus lactis DSM 11037 als toevoegingsmiddelen voor alle diersoorten, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1263/2011

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen en verlengen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

(2)

Voor de preparaten van Lactiplantibacillus plantarum DSM 12836 (voorheen taxonomisch geïdentificeerd als Lactobacillus plantarum DSM 12836), Lactiplantibacillus plantarum DSM 12837 (voorheen taxonomisch geïdentificeerd als Lactobacillus plantarum DSM 12837), Lentilactobacillus buchneri DSM 16774 (voorheen taxonomisch geïdentificeerd als Lactobacillus buchneri DSM 16774), Pediococcus acidilactici DSM 16243, Pediococcus pentosaceus DSM 12834, Lacticaseibacillus paracasei DSM 16245 (voorheen taxonomisch geïdentificeerd als Lactobacillus paracasei DSM 16245), Levilactobacillus brevis DSM 12835 (voorheen taxonomisch geïdentificeerd als Lactobacillus brevis DSM 12835), Lacticaseibacillus rhamnosus NCIMB 30121 (voorheen taxonomisch geïdentificeerd als Lactobacillus rhamnosus NCIMB 30121), Lactococcus lactis NCIMB 30160, Lentilactobacillus buchneri DSM 12856 (voorheen taxonomisch geïdentificeerd als Lactobacillus buchneri DSM 12856) en Lactococcus lactis DSM 11037 was bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1263/2011 van de Commissie (2) voor tien jaar een vergunning verleend als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten.

(3)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 zijn aanvragen ingediend voor de verlenging van de vergunning voor de preparaten van Lactiplantibacillus plantarum DSM 12836, Lactiplantibacillus plantarum DSM 12837, Lentilactobacillus buchneri DSM 16774, Pediococcus acidilactici DSM 16243, Pediococcus pentosaceus DSM 12834, Lacticaseibacillus paracasei DSM 16245, Levilactobacillus brevis DSM 12835, Lacticaseibacillus rhamnosus NCIMB 30121, Lactococcus lactis NCIMB 30160, Lentilactobacillus buchneri DSM 12856 en Lactococcus lactis DSM 11037 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten, waarbij is verzocht om de toevoegingsmiddelen in de categorie “technologische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “inkuiltoevoegingsmiddelen” in te delen. De krachtens artikel 14, lid 2, van die verordening vereiste nadere gegevens en documenten waren bij die aanvragen gevoegd.

(4)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar adviezen van 5 mei 2021 (3) (4), 23 juni 2021 (5) (6) (7), 29 september 2021 (8) (9) (10), 10 november 2021 (11), 26 januari 2022 (12) en 23 maart 2022 (13) geconcludeerd dat de aanvragers bewijsmateriaal hebben verstrekt waaruit blijkt dat de toevoegingsmiddelen onder de huidige gebruiksvoorwaarden veilig blijven voor alle diersoorten, de consument en het milieu. Ook heeft zij geconcludeerd dat de preparaten geen huid- of oogirritatie veroorzaken, maar wel moeten worden beschouwd als mogelijk huid- en inhalatieallergeen.

(5)

Overeenkomstig artikel 5, lid 4, punt c), van Verordening (EG) nr. 378/2005 van de Commissie (14) was het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium van oordeel dat de conclusies en aanbevelingen van de vorige beoordelingen van toepassing zijn op de huidige aanvragen.

(6)

Uit de beoordeling van de preparaten blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. De vergunningen voor die toevoegingsmiddelen moeten daarom worden verlengd.

(7)

De Commissie is van mening dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om ongunstige gevolgen voor de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel te voorkomen.

(8)

Als gevolg van de verlenging van de vergunning voor die preparaten als toevoegingsmiddelen voor diervoeding en het vervallen van een andere onder Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1263/2011 vallende vergunning moet die uitvoeringsverordening worden ingetrokken.

(9)

Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn die de onmiddellijke toepassing vereisen van de wijzigingen van de vergunningsvoorwaarden voor de preparaten van Lactiplantibacillus plantarum DSM 12836, Lactiplantibacillus plantarum DSM 12837, Lentilactobacillus buchneri DSM 16774, Lacticaseibacillus paracasei DSM 16245, Levilactobacillus brevis DSM 12835, Lacticaseibacillus rhamnosus NCIMB 30121 en Lentilactobacillus buchneri DSM 12856 moet een overgangsperiode worden vastgesteld om de belanghebbende partijen in staat te stellen zich voor te bereiden om aan de nieuwe eisen als gevolg van de verlenging van de vergunning te voldoen.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verlenging van de vergunning

De vergunning voor de in de bijlage gespecificeerde preparaten, die behoren tot de categorie “technologische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “inkuiltoevoegingsmiddelen”, wordt onder de in de bijlage vastgestelde voorwaarden verlengd.

Artikel 2

Intrekking

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1263/2011 wordt ingetrokken.

Artikel 3

Overgangsmaatregelen

De in de bijlage gespecificeerde preparaten van Lactiplantibacillus plantarum DSM 12836, Lactiplantibacillus plantarum DSM 12837, Lentilactobacillus buchneri DSM 16774, Lacticaseibacillus paracasei DSM 16245, Levilactobacillus brevis DSM 12835, Lacticaseibacillus rhamnosus NCIMB 30121 en Lentilactobacillus buchneri DSM 12856, en de diervoeders die deze preparaten bevatten en die vóór 23 juli 2024 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 23 juli 2023 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.

Artikel 4

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 juni 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1263/2011 van de Commissie van 5 december 2011 tot verlening van een vergunning voor Lactobacillus buchneri (DSM 16774), Lactobacillus buchneri (DSM 12856), Lactobacillus paracasei (DSM 16245), Lactobacillus paracasei (DSM 16773), Lactobacillus plantarum (DSM 12836), Lactobacillus plantarum (DSM 12837), Lactobacillus brevis (DSM 12835), Lactobacillus rhamnosus (NCIMB 30121), Lactococcus lactis (DSM 11037), Lactococcus lactis (NCIMB 30160), Pediococcus acidilactici (DSM 16243) en Pediococcus pentosaceus (DSM 12834) als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor alle diersoorten (PB L 322 van 6.12.2011, blz. 3).

(3)  EFSA Journal 2021;19(6):6626.

(4)  EFSA Journal 2021;19(6):6614.

(5)  EFSA Journal 2021;19(7):6696.

(6)  EFSA Journal 2021;19(7):6697.

(7)  EFSA Journal 2021;19(7):6713.

(8)  EFSA Journal 2021;19(11):6902.

(9)  EFSA Journal 2021;19(11):6900.

(10)  EFSA Journal 2021;19(11):6901.

(11)  EFSA Journal 2022;20(1):6975.

(12)  EFSA Journal 2022;20(2):7148.

(13)  EFSA Journal 2022;20(4):7241.

(14)  Verordening (EG) nr. 378/2005 van de Commissie van 4 maart 2005 tot vaststelling van gedetailleerde voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de verplichtingen en taken van het communautaire referentielaboratorium betreffende vergunningsaanvragen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding (PB L 59 van 5.3.2005, blz. 8).


BIJLAGE

Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Kve/kg vers materiaal

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen.

1k2078

Lactiplantibacillus plantarum DSM 12836

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van Lactiplantibacillus plantarum DSM 12836 met ten minste 5 × 1011 kve/g toevoegingsmiddel.

Alle diersoorten

1.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden worden vermeld.

2.

Minimumgehalte van het toevoegingsmiddel indien niet gecombineerd met andere micro-organismen als inkuiltoevoegingsmiddel: 1 × 108 kve/kg vers materiaal.

3.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen en de huid worden gebruikt.

23.7.2033

Karakterisering van de werkzame stof

Levensvatbare cellen van Lactiplantibacillus plantarum DSM 12836.

Analysemethode  (1)

Telling in het toevoegingsmiddel voor diervoeding van Lactiplantibacillus plantarum DSM 12836:

spreidplaatmethode met gebruikmaking van MRS-agar (EN 15787)

Identificatie van Lactiplantibacillus plantarum DSM 12836:

pulsed-field-gelelektroforese (PFGE) of DNA-sequentiemethoden


Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Kve/kg vers materiaal

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen.

1k2079

Lactiplantibacillus plantarum DSM 12837

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van Lactiplantibacillus plantarum DSM 12837 met ten minste 5 × 1011 kve/g toevoegingsmiddel.

Alle diersoorten

1.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden worden vermeld.

2.

Minimumgehalte van het toevoegingsmiddel indien niet gecombineerd met andere micro-organismen als inkuiltoevoegingsmiddel: 1 × 108 kve/kg vers materiaal.

3.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen en de huid worden gebruikt.

23.7.2033

Karakterisering van de werkzame stof

Levensvatbare cellen van Lactiplantibacillus plantarum DSM 12837.

Analysemethode  (2)

Telling in het toevoegingsmiddel voor diervoeding van Lactiplantibacillus plantarum DSM 12837:

spreidplaatmethode met gebruikmaking van MRS-agar (EN 15787)

Identificatie van Lactiplantibacillus plantarum DSM 12837:

pulsed-field-gelelektroforese (PFGE) of DNA-sequentiemethoden


Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Kve/kg vers materiaal

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen.

1k2074

Lentilactobacillus buchneri DSM 16774

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van Lentilactobacillus buchneri DSM 16774 met ten minste 5 × 1011 kve/g toevoegingsmiddel

Alle diersoorten

1.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden worden vermeld.

2.

Minimumgehalte van het toevoegingsmiddel indien niet gecombineerd met andere micro-organismen als inkuiltoevoegingsmiddel: 1 × 108 kve/kg vers materiaal.

3.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen en de huid worden gebruikt.

23.7.2033

Karakterisering van de werkzame stof

Levensvatbare cellen van Lentilactobacillus buchneri DSM 16774

Analysemethode  (3)

Telling in het toevoegingsmiddel voor diervoeding van Lentilactobacillus buchneri DSM 16774:

spreidplaatmethode met gebruikmaking van MRS-agar (EN 15787)

Identificatie van Lentilactobacillus buchneri DSM 16774:

pulsed-field-gelelektroforese (PFGE) of DNA-sequentiemethoden


Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Kve/kg vers materiaal

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen.

1k2102

Pediococcus acidilactici DSM 16243

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Bereiding van Pediococcus acidilactici DSM 16243 met ten minste 5 × 1011 kve/g toevoegingsmiddel

Alle diersoorten

1.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden worden vermeld.

2.

Minimumgehalte van het toevoegingsmiddel indien niet gecombineerd met andere micro-organismen als inkuiltoevoegingsmiddel: 1 × 108 kve/kg vers materiaal.

3.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen en de huid worden gebruikt.

23.7.2033

Karakterisering van de werkzame stof

Levensvatbare cellen van Pediococcus acidilactici DSM 16243

Analysemethode  (4)

Telling in het toevoegingsmiddel voor diervoeding van Pediococcus acidilactici DSM 16243:

spreidplaatmethode met gebruikmaking van MRS-agar (EN 15786)

Identificatie van Pediococcus acidilactici DSM 16243:

pulsed-field-gelelektroforese (PFGE) of DNA-sequentiemethoden


Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Kve/kg vers materiaal

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen.

1k2103

Pediococcus pentosaceus DSM 12834

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van Pediococcus pentosaceus DSM 12834 met ten minste 4 × 1011 kve/g toevoegingsmiddel

Alle diersoorten

1.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden worden vermeld.

2.

Minimumgehalte van het toevoegingsmiddel indien niet gecombineerd met andere micro-organismen als inkuiltoevoegingsmiddel: 1 × 108 kve/kg vers materiaal.

3.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen en de huid worden gebruikt.

23.7.2033

Karakterisering van de werkzame stof

Levensvatbare cellen van Pediococcus pentosaceus DSM 12834

Analysemethode  (5)

Telling in het toevoegingsmiddel voor diervoeding van Pediococcus pentosaceus DSM 12834:

spreidplaatmethode met gebruikmaking van MRS-agar (EN 15786)

Identificatie van Pediococcus pentosaceus DSM 12834:

pulsed-field-gelelektroforese (PFGE) of DNA-sequentiemethoden


Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Kve/kg vers materiaal

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen.

1k2076

Lacticaseibacillus paracasei DSM 16245

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van Lacticaseibacillus paracasei DSM 16245 met ten minste 5 × 1011 kve/g toevoegingsmiddel.

Alle diersoorten

1.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden worden vermeld.

2.

Minimumgehalte van het toevoegingsmiddel indien niet gecombineerd met andere micro-organismen als inkuiltoevoegingsmiddel: 1 × 108 kve/kg vers materiaal.

3.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen en de huid worden gebruikt.

23.7.2033

Karakterisering van de werkzame stof

Levensvatbare cellen van Lacticaseibacillus paracasei DSM 16245.

Analysemethode  (6)

Telling in het toevoegingsmiddel voor diervoeding van Lacticaseibacillus paracasei DSM 16245:

spreidplaatmethode met gebruikmaking van MRS-agar (EN 15787)

Identificatie van Lacticaseibacillus paracasei DSM 16245:

pulsed-field-gelelektroforese (PFGE) of DNA-sequentiemethoden


Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Kve/kg vers materiaal

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen.

1k20710

Levilactobacillus brevis DSM 12835

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van Levilactobacillus brevis DSM 12835 met ten minste 5 × 1011 kve/g toevoegingsmiddel

Alle diersoorten

1.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden worden vermeld.

2.

Minimumgehalte van het toevoegingsmiddel indien niet gecombineerd met andere micro-organismen als inkuiltoevoegingsmiddel: 1 × 108 kve/kg vers materiaal.

3.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen en de huid worden gebruikt.

23.7.2033

Karakterisering van de werkzame stof

Levensvatbare cellen van Levilactobacillus brevis DSM 12835.

Analysemethode  (7)

Telling in het toevoegingsmiddel voor diervoeding van Levilactobacillus brevis DSM 12835:

spreidplaatmethode met gebruikmaking van MRS-agar (EN 15787)

Identificatie van Levilactobacillus brevis DSM 12835:

pulsed-field-gelelektroforese (PFGE) of DNA-sequentiemethoden


Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Kve/kg vers materiaal

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen.

1k20711

Lacticaseibacillus rhamnosus NCIMB 30121

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van Lacticaseibacillus rhamnosus NCIMB 30121 met ten minste 4 × 1011 kve/g toevoegingsmiddel.

Alle diersoorten

1.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden worden vermeld.

2.

Minimumgehalte van het toevoegingsmiddel indien niet gecombineerd met andere micro-organismen als inkuiltoevoegingsmiddel: 1 × 108 kve/kg vers materiaal.

3.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen en de huid worden gebruikt.

23.7.2033

Karakterisering van de werkzame stof

Levensvatbare cellen van Lacticaseibacillus rhamnosus NCIMB 30121.

Analysemethode  (8)

Telling in het toevoegingsmiddel voor diervoeding van Lacticaseibacillus rhamnosus NCIMB 30121:

spreidplaatmethode met gebruikmaking van MRS-agar (EN 15787)

Identificatie van Lacticaseibacillus rhamnosus NCIMB 30121:

pulsed-field-gelelektroforese (PFGE) of DNA-sequentiemethoden


Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Kve/kg vers materiaal

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen.

1k2082

Lactococcus lactis NCIMB 30160

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van Lactococcus lactis NCIMB 30160 met ten minste 4 × 1011 kve/g toevoegingsmiddel

Alle diersoorten

1.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden worden vermeld.

2.

Minimumgehalte van het toevoegingsmiddel indien niet gecombineerd met andere micro-organismen als inkuiltoevoegingsmiddel: 1 × 108 kve/kg vers materiaal.

3.

Als polyethyleenglycol (PEG 4000) wordt gebruikt als beschermstof, wordt het gebruikt tot een maximale concentratie van 0,025 mg/kg kuilvoer.

4.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen en de huid worden gebruikt.

23.7.2033

Karakterisering van de werkzame stof

Levensvatbare cellen van Lactococcus lactis NCIMB 30160

Analysemethode  (9)

Telling in het toevoegingsmiddel voor diervoeding van Lactococcus lactis NCIMB 30160:

gietplaatmethode met gebruikmaking van MSR-agar (ISO 15214)

Identificatie van Lactococcus lactis NCIMB 30160:

pulsed-field-gelelektroforese (PFGE) of DNA-sequentiemethoden


Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Kve/kg vers materiaal

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen.

1k2075

Lentilactobacillus buchneri DSM 12856

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van Lentilactobacillus buchneri DSM 12856 met ten minste 5 × 1011 kve/g toevoegingsmiddel

Alle diersoorten

1.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden worden vermeld.

2.

Minimumgehalte van het toevoegingsmiddel indien niet gecombineerd met andere micro-organismen als inkuiltoevoegingsmiddel: 1 × 108 kve/kg vers materiaal.

3.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen en de huid worden gebruikt.

23.7.2033

Karakterisering van de werkzame stof

Levensvatbare cellen van Lentilactobacillus buchneri DSM 12856

Analysemethode  (10)

Telling in het toevoegingsmiddel voor diervoeding van Lentilactobacillus buchneri DSM 12856:

spreidplaatmethode met gebruikmaking van MRS-agar (EN 15787)

Identificatie van Lentilactobacillus buchneri DSM 12856:

pulsed-field-gelelektroforese (PFGE) of DNA-sequentiemethoden


Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Kve/kg vers materiaal

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen.

1k2081

Lactococcus lactis DSM 11037

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van Lactococcus lactis DSM 11037 met ten minste 5 × 1010 kve/g toevoegingsmiddel

Alle diersoorten

1.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden worden vermeld.

2.

Minimumgehalte van het toevoegingsmiddel indien niet gecombineerd met andere micro-organismen als inkuiltoevoegingsmiddel: 1 × 108 kve/kg vers materiaal.

3.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen en de huid worden gebruikt.

23.7.2033

Karakterisering van de werkzame stof

Levensvatbare cellen van Lactococcus lactis DSM 11037

Analysemethode  (11)

Telling in het toevoegingsmiddel voor diervoeding van Lactococcus lactis DSM 11037:

gietplaatmethode met gebruikmaking van MSR-agar (ISO 15214)

Identificatie van Lactococcus lactis DSM 11037:

pulsed-field-gelelektroforese (PFGE) of DNA-sequentiemethoden


(1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en

(2)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en

(3)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en

(4)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en

(5)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en

(6)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en

(7)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en

(8)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en

(9)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en

(10)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en

(11)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en