23.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 135/53


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/989 VAN DE COMMISSIE

van 22 mei 2023

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1321/2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen, en tot rectificatie van die verordening

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (1), met name artikel 17, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie (2) zijn de eisen vastgesteld voor de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen, met inbegrip van de kwalificaties en bewijzen van bevoegdheid van het personeel dat verantwoordelijk is voor de vrijgave voor gebruik van producten na onderhoud.

(2)

Artikel 3, punt j), van Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (3) bevatte de definitie van de term “complex motoraangedreven luchtvaartuig”, die werd ingetrokken bij Verordening (EU) 2018/1139. Overeenkomstig artikel 140, lid 2, punt b), van Verordening (EU) 2018/1139 moet Verordening (EU) nr. 1321/2014 worden aangepast aan Verordening (EU) 2018/1139 wat de definitie van die term betreft.

(3)

Om het systeem voor bewijzen van bevoegdheid voor onderhoud en onderhoudsopleidingen efficiënter te maken, moeten wijzigingen worden aangebracht in de vereisten inzake bewijzen van bevoegdheid voor onderhoud en opleidingsorganisaties die worden beschreven in bijlage III (deel 66) en bijlage IV (deel 147) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014.

(4)

Het is met name noodzakelijk de aantekening van de bevoegdverklaring voor een luchtvaartuigtype op bewijzen van bevoegdheid voor onderhoud te vereenvoudigen als er geen overeenkomstig bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 erkende organisaties zijn die typeopleidingen voor dat luchtvaartuig aanbieden; daarbij moeten hetzelfde veiligheidsniveau en een gelijk speelveld behouden blijven. Het is ook noodzakelijk de syllabus voor de basisopleiding van bij het onderhoud van luchtvaartuigen betrokken certificeringspersoneel bij te werken, de efficiëntie te verhogen van de vereiste “praktijkopleiding” voor de aantekening van de eerste typebevoegdverklaring in de categorie van bewijzen van bevoegdheid voor onderhoud, en nieuwe opleidingsmethoden, onderwijstechnologieën en andere verbeteringen in te voeren als onderdeel van de regelmatige bijwerking van de regels in die bijlage.

(5)

Verordening (EU) nr. 1321/2014 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De wijzigingen zijn gebaseerd op Advies nr. 07/2022 (4) van het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, overeenkomstig artikel 75, lid 2, punt b), en artikel 76, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1139.

(7)

Onderhoudsopleidingsorganisaties en autoriteiten die bewijzen van bevoegdheid afgeven moeten een voldoende lange overgangsperiode krijgen om te kunnen voldoen aan de nieuwe regels en procedures die bij deze verordening worden ingevoerd.

(8)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1360 van de Commissie (5) is Verordening (EU) nr. 1321/2014 gewijzigd teneinde daarin verwijzingen op te nemen naar gegevens en informatie die worden gebruikt voor permanente luchtwaardigheid die zijn vastgesteld overeenkomstig de nieuwe bijlage Ib bij Verordening (EU) nr. 748/2012 van de Commissie (6).

(9)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1360 zijn M.A.302, punt d), 3), van bijlage I (deel M) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 en ML.A.302, punt c), 3) tot en met 9), van bijlage V ter (deel ML) bij die verordening, die behouden hadden moeten blijven, per ongeluk geschrapt. Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1360 is ook per ongeluk een ander punt e) toegevoegd aan M.A.502 van bijlage I (deel M) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014, in plaats van dat punt te vervangen.

(10)

Verordening (EU) nr. 1321/2014 moet derhalve dienovereenkomstig worden gerectificeerd.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 127 van Verordening (EU) 2018/1139 opgerichte comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 1321/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt t) wordt vervangen door:

“t)

“harmonisatie van beheersystemen”: het gecoördineerde proces waarbij de beheersystemen van twee of meer organisaties op elkaar inwerken en informatie en methoden uitwisselen om gemeenschappelijke of samenhangende doelstellingen inzake toezicht op de veiligheid en de naleving te bereiken;”;

b)

het volgende punt u) wordt toegevoegd:

“u)

“complex motoraangedreven luchtvaartuig”:

i)

een vleugelvliegtuig:

met een maximale gecertificeerde startmassa van meer dan 5 700 kg, of

dat gecertificeerd is voor een maximale configuratie van meer dan 19 passagierszitplaatsen, of

dat gecertificeerd is voor vluchtuitvoering met een minimumbemanning van ten minste 2 piloten, of

dat is uitgerust met één of meer turbinestraalmotoren of met meer dan één schroefturbinemotor, of

ii)

een helikopter die gecertificeerd is voor:

een maximale startmassa van meer dan 3 175 kg, of

een maximale configuratie van meer dan 9 passagierszitplaatsen, of

vluchtuitvoering met een minimumbemanning van ten minste 2 piloten, of

iii)

een luchtvaartuig met kantelrotor(s);”.

2)

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel wordt vervangen door:

“Eisen die van toepassing zijn op opleidingsorganisaties en bevoegde autoriteiten die vergunningen afgeven”;

b)

de volgende leden 4, 5 en 6 worden toegevoegd:

“4.   Elke basisopleidingscursus, of een deel daarvan, die is begonnen vóór 12 juni 2024, wordt, met inbegrip van alle bijbehorende examens, voltooid vóór 12 juni 2026. De overeenkomstige certificaten van erkenning worden ook afgegeven vóór 12 juni 2026.

5.   De in lid 4 vermelde certificaten van erkenning worden afgegeven overeenkomstig deze verordening in de versie die van toepassing is vóór 12 juni 2024.

6.   Voor de afgifte of wijziging van een bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen overeenkomstig bijlage III (deel 66) na 12 juni 2024, aanvaardt de bevoegde autoriteit de status van het basiskennisexamen van een aanvrager overeenkomstig deze verordening in de versie die van toepassing is vóór 12 juni 2024, als voldoend aan de vereisten van deze verordening in de versie die van toepassing is vanaf 12 juni 2024”.

3)

Bijlage III (deel 66) wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

4)

Bijlage IV (deel 147) wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Verordening (EU) nr. 1321/2014 wordt als volgt gerectificeerd:

1)

Bijlage I (deel M) wordt gerectificeerd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening;

2)

Bijlage V ter (deel ML) wordt gerectificeerd overeenkomstig bijlage IV bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Ze is van toepassing met ingang van 12 juni 2024.

Artikel 1, lid 1, en artikel 2 zijn evenwel van toepassing met ingang van 12 juni 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 mei 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PB L 362 van 17.12.2014, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1).

(4)  https://www.easa.europa.eu/document-library/opinions

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1360 van de Commissie van 28 juli 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1321/2014 wat betreft de tenuitvoerlegging van evenredigere regels voor luchtvaartuigen die in de sportieve en recreatieve luchtvaart worden gebruikt (PB L 205 van 5.8.2022, blz. 115).

(6)  Verordening (EU) nr. 748/2012 van de Commissie van 3 augustus 2012 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede voor de certificering van ontwerp- en productieorganisaties (PB L 224 van 21.8.2012, blz. 1).


BIJLAGE I

Bijlage III (deel 66) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 wordt als volgt gewijzigd:

(1)

de inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd:

(a)

na 66.B.1 wordt 66.B.2 ingevoegd:

“66.B.2

Wijzen van naleving”;

(b)

na 66.B.130 wordt 66.B.135 ingevoegd:

“66.B.135

Procedure voor de goedkeuring van opleidingscursussen op basis van multimedia”;

(c)

de titel van aanhangsel III wordt vervangen door:

“Aanhangsel III Norm voor luchtvaartuigtypeopleiding en type-evaluatie — Praktijkopleiding”;

(d)

de titel van aanhangsel IV wordt vervangen door:

“Aanhangsel IV Modules of deelmodules inzake ervaring en basiskennis die vereist zijn voor verlenging van een bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen overeenkomstig bijlage III (deel 66)”;

(e)

het volgende aanhangsel IX wordt toegevoegd:

“Aanhangsel IX Beoordelingsmethode voor de opleiding op basis van multimedia”;

(2)

66.A.5 wordt als volgt gewijzigd:

(a)

in punt 1 wordt de eerste alinea vervangen door:

“Groep 1: complexe motoraangedreven luchtvaartuigen, helikopters met meerdere motoren, andere dan vleugelvliegtuigen met zuigermotor, met een maximaal gecertificeerde vlieghoogte boven FL290, luchtvaartuigen uitgerust met fly-by-wiresystemen, andere gasluchtschepen dan ELA2.”;

(b)

in punt 2, i), wordt het tweede streepje vervangen door:

“—

de vleugelvliegtuigen met turbinemotoren die door het Agentschap in deze subgroep zijn ingedeeld wegens hun lagere complexiteit.”;

(3)

in 66.A.10 wordt punt e) vervangen door:

“e)

Als de aanvrager van een wijziging van de basiscategorieën over de kwalificaties beschikt voor een dergelijke wijziging via de procedure vermeld in punt 66.B.105 in een andere lidstaat dan die welke het bewijs van bevoegdheid heeft afgegeven, stuurt de overeenkomstig bijlage II (deel 145) of bijlage V quinquies (deel CAO) erkende onderhoudsorganisatie het bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen samen met EASA-formulier 19 naar de in punt 66.1 vermelde bevoegde autoriteit, die de wijziging zal afstempelen en ondertekenen of die een nieuw bewijs van bevoegdheid zal afgeven.”;

(4)

aan 66.A.20, punt a), 7, wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Een bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen van categorie C dat wordt afgegeven met betrekking tot complexe motoraangedreven luchtvaartuigen, omvat de bevoegdheden van het bewijs voor categorie C ook met betrekking tot andere dan complexe motoraangedreven luchtvaartuigen.”;

(5)

66.A.25 wordt vervangen door:

“66.A.25

Vereiste basiskennis

(a)

Aanvragers van een bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen tonen door middel van een examen aan dat ze beschikken over een kennisniveau van de desbetreffende modules overeenkomstig aanhangsel I (van toepassing op bewijzen voor de categorieën A, B1, B2, B2L, B3 en C) of aanhangsel VII (van toepassing op bewijzen voor categorie L).

(b)

De basiskennisexamens voldoen aan de norm van aanhangsel II (van toepassing op bewijzen voor de categorieën A, B1, B2, B2L, B3 en C) of aanhangsel VIII (van toepassing op bewijzen voor categorie L) van deze bijlage en worden afgenomen door:

(1)

een opleidingsorganisatie die is erkend overeenkomstig bijlage IV (deel 147),

(2)

de bevoegde autoriteit,

(3)

voor bewijzen van categorie L: een andere organisatie die door de bevoegde autoriteit is erkend.

(c)

De aanvragers zijn voor de basiskennisexamens geslaagd binnen de tien jaar die voorafgaan aan de aanvraag van een bewijs van bevoegdheid voor het onderhoud van luchtvaartuigen of de toevoeging van een categorie of subcategorie aan een dergelijk bewijs. Als de aanvragers niet binnen die periode van tien jaar voor de basiskennisexamens zijn geslaagd, kunnen ze de nodige punten voor die examens bij wijze van alternatief behalen overeenkomstig punt d).

De vereiste geldigheid van tien jaar geldt voor elk afzonderlijk module-examen, met uitzondering van de module-examens waarvoor de aanvragers reeds zijn geslaagd als onderdeel van een andere categorie en waarvoor het bewijs reeds is afgegeven.

(d)

De aanvragers mogen bij de bevoegde autoriteit volledige of gedeeltelijke vrijstellingen van de vereiste basiskennis aanvragen voor:

(1)

basiskennisexamens waarvoor zij meer dan tien jaar vóór de indiening van de aanvraag voor een bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen zijn geslaagd (zie punt c));

(2)

alle andere nationale technische opleidingen en examens die door de bevoegde autoriteit worden beschouwd als gelijkwaardig aan de overeenkomstige vereiste basiskennis van deze bijlage.

De aanvragers moeten een bewijs van de verleende vrijstellingen overleggen door te verwijzen naar een door de bevoegde autoriteit overeenkomstig sectie B, subdeel E, van deze bijlage III (deel 66) goedgekeurd rapport van examenvrijstelling.

(e)

Een basisopleidingscursus zonder de modules 1 en 2 van aanhangsel I van deze bijlage wordt alleen beschouwd als een overeenkomstig bijlage IV (deel 147) goedgekeurde volledige basisopleidingscursus als de aanvragers vervolgens door middel van een examen hun kennis van die modules aantonen en door de bevoegde autoriteit worden vrijgesteld.

(f)

Houders van een bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen die de toevoeging van een andere categorie of subcategorie aanvragen, completeren door middel van een examen hun kennisniveau van de desbetreffende modules overeenkomstig aanhangsel I (voor bewijzen voor de categorieën A, B1, B2, B2L, B3 en C) of aanhangsel VII (voor bewijzen voor categorie L).

Aanhangsel IV bevat een nauwkeurige beschrijving de modules van aanhangsel I (voor bewijzen voor de categorieën B1, B2, B2L, B3 en C) of aanhangsel VII (voor bewijzen voor categorie L) die vereist zijn voor de toevoeging van een nieuwe categorie of subcategorie aan een bestaand bewijs dat overeenkomstig deze bijlage is afgegeven.”;

(6)

66.A.30 wordt als volgt gewijzigd:

(a)

in punt a), 2b, worden de tweede en de derde alinea geschrapt;

(b)

de punten a), 3, 4 en 5, worden vervangen door:

“3.

voor categorie C met betrekking tot complexe motoraangedreven luchtvaartuigen:

i)

drie jaar ervaring met het uitoefenen van bevoegdheden voor de categorieën B1.1, B1.3 of B2 als ondersteunend personeel, of zowel ondersteunend als certificeringspersoneel, overeenkomstig 145.A.35 van bijlage II (deel 145), bij een onderhoudsorganisatie die aan complexe motoraangedreven luchtvaartuigen werkt, met inbegrip van twaalf maanden ervaring als ondersteunend personeel voor basisonderhoud, of

ii)

vijf jaar ervaring met het uitoefenen van bevoegdheden voor de categorieën B1.2, B1.4 of L5 als ondersteunend personeel, of zowel ondersteunend als certificeringspersoneel, overeenkomstig 145.A.35 van bijlage II (deel 145), bij een onderhoudsorganisatie die aan complexe motoraangedreven luchtvaartuigen werkt, met inbegrip van twaalf maanden ervaring als ondersteunend personeel voor basisonderhoud, of

iii)

voor aanvragers met een academische graad, drie jaar ervaring met het werken in een onderhoudsomgeving voor luchtvaartuigen, met een representatieve selectie van taken die rechtstreeks verband houden met het onderhoud van luchtvaartuigen, met inbegrip van zes maanden deelname aan de uitvoering van basisonderhoudstaken bij de exploitatie van complexe motoraangedreven luchtvaartuigen;

iv)

voor de uitbreiding van de aangetekende categorie C met andere dan complexe motoraangedreven luchtvaartuigen tot complexe motoraangedreven luchtvaartuigen:

(a)

twee jaar ervaring met het uitoefenen van bevoegdheden voor de categorieën B1.1, B1.2, B1.3, B1.4, B2 of L5 als ondersteunend personeel, of zowel ondersteunend als certificeringspersoneel, overeenkomstig 145.A.35 van bijlage II (deel 145), bij een onderhoudsorganisatie die werkt aan complexe motoraangedreven luchtvaartuigen, met inbegrip van zes maanden ervaring als ondersteunend personeel voor basisonderhoud, of

(b)

voor houders van een bewijs voor categorie C op basis van een academische graad, twee jaar ervaring met het werken in een onderhoudsomgeving voor luchtvaartuigen, met een representatieve selectie van taken die rechtstreeks verband houden met het onderhoud van luchtvaartuigen, met inbegrip van drie maanden deelname aan de uitvoering van basisonderhoudstaken bij de exploitatie van complexe motoraangedreven luchtvaartuigen;

4.

voor categorie C met betrekking tot andere dan complexe motoraangedreven luchtvaartuigen:

i)

drie jaar ervaring met het uitoefenen van bevoegdheden voor de categorieën B1, B2, B2L, B3 of L als ondersteunend personeel, of zowel ondersteunend als certificeringspersoneel, overeenkomstig 145.A.35 van bijlage II (deel 145), bij een onderhoudsorganisatie die werkt aan andere dan complexe motoraangedreven luchtvaartuigen, met inbegrip van zes maanden ervaring als ondersteunend personeel voor basisonderhoud, of

ii)

voor houders van een academische graad, drie jaar ervaring met het werken in een onderhoudsomgeving voor luchtvaartuigen, met een representatieve selectie van taken die rechtstreeks verband houden met het onderhoud van luchtvaartuigen, met inbegrip van zes maanden deelname aan de uitvoering van basisonderhoudstaken bij de exploitatie van andere dan complexe motoraangedreven luchtvaartuigen;

5.

de academische graad heeft betrekking op een relevante technische discipline en is afgegeven door een universiteit of een andere door de bevoegde autoriteit erkende instelling voor hoger onderwijs.”;

(c)

punt e) wordt vervangen door:

“e)

Niettegenstaande punt a) kan ervaring met het onderhoud van luchtvaartuigen die is opgedaan bij niet overeenkomstig bijlage II (deel 145) of V quinquies (deel CAO) erkende organisaties, worden erkend als dat onderhoud gelijkwaardig is aan het onderhoud dat bij deze bijlage wordt vereist, zoals vastgesteld door de bevoegde autoriteit.

Er moet echter aanvullende ervaring worden aangetoond bij organisaties die zijn erkend overeenkomstig bijlage II of V quinquies of onder toezicht van onafhankelijk certificeringspersoneel.”;

(7)

66.A.40, punt b), wordt vervangen door:

“b)

De houder van een bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen vult de relevante gedeelten van EASA-formulier 19 (zie aanhangsel V) in en dient dat samen met het eigen exemplaar van het bewijs van bevoegdheid in bij de bevoegde autoriteit die het oorspronkelijke bewijs heeft afgegeven, tenzij de houder voor een overeenkomstig bijlage II (deel 145) of bijlage V quinquies (deel CAO) erkende onderhoudsorganisatie werkt die in haar handboek een procedure heeft opgenomen waarbij die organisatie de noodzakelijke documentatie mag voorleggen namens de houder van het bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen.”;

(8)

66.A.45, punt d), wordt als volgt gewijzigd:

(a)

in de eerste alinea wordt het eerste streepje vervangen door:

“—

met succes de relevante type-evaluatie voor luchtvaartuigen van categorie B1, B2 of C is afgelegd, overeenkomstig aanhangsel III van deze bijlage (deel 66);”;

(b)

de tweede alinea wordt vervangen door:

“In het geval van een bevoegdverklaring voor categorie C, voor een persoon die de in punt a), 5, van 66.A.30 bedoelde academische route heeft gevolgd, is de eerste type-evaluatie voor het relevante luchtvaartuig van het niveau van categorie B1 of B2.”;

(9)

in 66.A.45, punt h), ii), 3, wordt de derde alinea geschrapt;

(10)

het volgende punt 66.B.2 wordt ingevoegd:

“66.B.2

Wijzen van naleving

(a)

Het Agentschap stelt aanvaardbare wijzen van naleving (acceptable means of compliance, AMC) op die mogen worden gebruikt om overeenstemming te bereiken met Verordening (EU) 2018/1139 en de gedelegeerde en uitvoeringshandelingen daarvan.

(b)

Alternatieve wijzen van naleving mogen worden gebruikt om overeenstemming met deze verordening te bereiken.

(c)

De bevoegde autoriteiten stellen het Agentschap in kennis van alle alternatieve wijzen van naleving die zij zelf gebruiken of die worden gebruikt door personen waarop zijn toezicht uitoefenen om overeenstemming met deze verordening te bereiken.”;

(11)

66.B.105 wordt als volgt gewijzigd:

(a)

de titel wordt vervangen door:

“66.B.105

Procedure voor de afgifte van een bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen via een overeenkomstig bijlage II (deel 145) of bijlage V quinquies (deel cao) erkende onderhoudsorganisatie”;

(b)

punt a) wordt vervangen door:

“a)

Een overeenkomstig bijlage II (deel 145) of bijlage V quinquies (deel CAO) erkende onderhoudsorganisatie die van de bevoegde autoriteit toestemming heeft gekregen om die activiteit uit te voeren, mag i) het bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen opstellen namens de bevoegde autoriteit of ii) aan de bevoegde autoriteit aanbevelingen doen met betrekking tot de aanvraag door een particulier van een bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen, zodat de bevoegde autoriteit een dergelijk bewijs kan opstellen en afgeven.”;

(12)

66.B.110, punt d), wordt vervangen door:

“d)

De vereiste ervarings- en basiskennismodules of -deelmodules voor de toevoeging van een nieuwe categorie of subcategorie aan een bestaand bewijs va bevoegdheid dat overeenkomstig deze bijlage is afgegeven, zijn uiteengezet in de tabellen van aanhangsel IV.”;

(13)

aan 66.B.130 wordt het volgende punt c) toegevoegd:

“c)

Het certificaat van erkenning (EASA-formulier 149b) van aanhangsel III van bijlage IV (deel 147) wordt gebruikt voor de erkenning van de voltooiing van de theorie-elementen, de praktijkelementen of zowel de theorie- als praktijkelementen van de opleidingscursus voor typebevoegdverklaring.”

(14)

het volgende punt 66.B.135 wordt toegevoegd:

“66.B.135

Procedure voor de goedkeuring van opleidingscursussen op basis van multimedia (MBT)

Als de bevoegde autoriteit cursussen goedkeurt, met inbegrip van opleidingscursussen op basis van multimedia (MBT), die worden gegeven in een fysieke of virtuele omgeving of beide, controleert zij of de basisopleiding voor luchtvaartuigen en de luchtvaartuigtypeopleiding voldoen aan respectievelijk aanhangsel I en aanhangsel III.

De goedkeuringsprocedure omvat de beginselen en criteria van aanhangsel IX.”;

(15)

66.B.200 wordt als volgt gewijzigd:

(a)

de punten c) en d) worden vervangen door:

“c)

De basisexamens beantwoorden aan de norm die gespecificeerd is in de aanhangsels I en II of de aanhangsels VII en VIII, al naargelang van toepassing.”;

Het certificaat van erkenning (EASA-formulier 148b) van aanhangsel III van bijlage IV (deel 147) wordt gebruikt als bewijs dat de basisexamens zijn afgelegd.

d)

Typeopleidingsexamens en type-evaluaties moeten voldoen aan de in aanhangsel III gespecificeerde norm.

Het certificaat van erkenning (EASA-formulier 149b) van aanhangsel III van bijlage IV (deel 147) wordt gebruikt als bewijs dat de luchtvaartuigtypeopleiding of type-evaluaties zijn afgelegd.”;

(b)

punt g) wordt vervangen door:

“g)

Naast de nodige specifieke documentatie voor type-evaluaties beschikt de kandidaat tijdens de evaluatie alleen over de examendocumenten.”;

(16)

in subdeel E wordt de eerste zin vervangen door:

“In dit subdeel zijn de procedures bepaald voor het verlenen van examenvrijstellingen als bedoeld in 66.A.25, punt d).”;

(17)

aan 66.B.400 wordt het volgende punt d) toegevoegd:

“d)

Als aanvragers verwijzen naar een door een andere bevoegde autoriteit goedgekeurd rapport van examenvrijstelling, neemt de vergunningverlenende autoriteit dat rapport in overweging en vraagt zij de andere autoriteit om advies over het gebruik van het rapport.”;

(18)

in 66.B.405, punt a), wordt de tweede alinea vervangen door:

“Deze vergelijking vermeldt of de naleving is aangetoond en bevat de motivering voor elke verklaring en de mogelijke voorwaarden of aanvullende overwegingen, of beide.”;

(19)

aanhangsel I wordt als volgt gewijzigd:

(a)

punt 2 wordt vervangen door:

“2.

Modularisering

De kwalificatie in basisonderwerpen voor elke categorie of subcategorie van het bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen is in overeenstemming met de volgende matrix, waarbij de toepasselijke onderwerpen met een “X” zijn aangeduid. “N.v.t.” betekent dat de onderwerpmodule noch van toepassing, noch vereist is.

Onderwerpmodule

B1.1

A1

B1.2

A2

B1.3

A3

B1.4

A4

B3

B2

B2L

C

Turbine-motor

Zuiger-motor

Turbine-motor

Zuiger-motor

Vleugelvlieg-tuigen met zuigermotor zonder drukcabine

met een maximale startmassa van hoogstens 2 000  kg

1.

WISKUNDE

X

X

X

X

X

X

X

X

2.

FYSICA

X

X

X

X

X

X

X

X

3.

GRONDBEGINSELEN ELEKTRICITEIT

X

X

X

X

X

X

X

X

4.

GRONDBEGINSELEN ELEKTRONICA

X

(n.v.t. voor A1)

X

(n.v.t. voor A2)

X

(n.v.t. voor A3)

X

(n.v.t. voor A4)

X

X

X

X

5.

DIGITALE TECHNIEKEN/ELEKTRONISCHE INSTRUMENTSYSTEMEN

X

X

X

X

X

X

X

X

6.

MATERIALEN EN HARDWARE

X

X

X

X

X

X

X

X

7.

ONDERHOUD

X

X

X

X

X

X

X

X

8.

BASISAERODYNAMICA

X

X

X

X

X

X

X

X

9.

MENSELIJKE FACTOREN

X

X

X

X

X

X

X

X

10.

LUCHTVAARTWETGEVING

X

X

X

X

X

X

X

X

11.

AERODYNAMICA, CONSTRUCTIE EN SYSTEMEN VAN VLIEGTUIGEN

X

X

n.v.t.

n.v.t.

X

n.v.t.

n.v.t.

11, 15 en 17

als B1.1

of

11, 16 en 17

als B1.2

of

12 en 15

als B1.3

of

12 en 16

als B1.4

of

13 en 14

als B2

12.

AERODYNAMICA, CONSTRUCTIE EN SYSTEMEN VAN HELIKOPTERS

n.v.t.

n.v.t.

X

X

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

13.

AERODYNAMICA, CONSTRUCTIE EN SYSTEMEN VAN LUCHTVAARTUIGEN

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

X

X

14.

VOORTSTUWING

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

X

X

15.

GASTURBINEMOTOR

X

n.v.t.

X

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

16.

ZUIGERMOTOR

n.v.t.

X

n.v.t.

X

X

n.v.t.

n.v.t.

17.

PROPELLER

X

X

n.v.t.

n.v.t.

X

n.v.t.

n.v.t.

MODULE 1.   WISKUNDE

MODULE 1. WISKUNDE

NIVEAU

A

B1

B2

B2L

B3

1.1

Rekenkunde

1

2

1.2

Algebra

 

 

a)

Eenvoudige algebraïsche uitdrukkingen;

1

2

b)

Vergelijkingen.

1

1.3

Meetkunde

 

 

a)

Eenvoudige geometrische constructies;

1

b)

Grafische voorstelling;

2

2

c)

Driehoeksmeetkunde.

2

MODULE 2.   FYSICA

MODULE 2. FYSICA

NIVEAU

A

B3

B1

B2

B2L

2.1

Stoffen

1

2

2.2

Mechanica

 

 

2.2.1

Statica

1

2

2.2.2

Kinetica

1

2

2.2.3

Dynamica

 

 

a)

Massa, kracht en energie;

1

2

b)

Impuls en behoud van impuls.

1

2

2.2.4

Vloeistofdynamica

 

 

a)

Zwaartekracht en densiteit;

2

2

b)

Viscositeit; samendrukbaarheidseffecten op vloeistoffen; statische, dynamische en totale druk.

1

2

2.3

Thermodynamica

 

 

a)

Temperatuur;

2

2

b)

Warmte.

1

2

2.4

Optica (licht)

2

2.5

Golfbeweging en geluid

2

MODULE 3.   GRONDBEGINSELEN ELEKTRICITEIT

MODULE 3. GRONDBEGINSELEN ELEKTRICITEIT

NIVEAU

A

B1

B2

B2L

B3

3.1

Theorie elektronen

1

1

1

3.2

Statische elektriciteit en geleiding

1

2

1

3.3

Elektriciteitsterminologie

1

2

1

3.4

Opwekking van elektriciteit

1

1

1

3.5

Gelijkstroombronnen

1

2

2

3.6

Gelijkspanningscircuits

1

2

1

3.7

Weerstandsvermogen/weerstand

 

 

 

a)

Weerstandsvermogen;

2

1

b)

Weerstanden.

1

3.8

Vermogen

2

1

3.9

Capaciteit/condensator

2

1

3.10

Magnetisme

 

 

 

a)

Theorie van het magnetisme;

2

1

b)

Magnetomotorische kracht.

2

1

3.11

Inductie/smoorspoel

2

1

3.12

Gelijkstroommotor/theorie van de generator

2

1

3.13

Theorie van wisselstroom

1

2

1

3.14

Weerstands- (R), capacitieve (C) en inductieve (L) circuits

2

1

3.15

Transformatoren

2

1

3.16

Filters

1

3.17

Wisselstroomgeneratoren

2

1

3.18

Wisselstroommotoren

2

1

MODULE 4.   GRONDBEGINSELEN ELEKTRONICA

MODULE 4. GRONDBEGINSELEN ELEKTRONICA

NIVEAU

A

B1

B3

B2

B2L

4.1

Halfgeleiders

 

 

 

4.1.1

Diodes

 

 

 

a)

Beschrijving en kenmerken;

2

2

b)

Werking en functie.

2

4.1.2

Transistors

 

 

 

a)

Beschrijving en kenmerken;

1

2

b)

Bouw en werking.

2

4.1.3

Geïntegreerde circuits

 

 

 

a)

Basisbeschrijving en werking;

1

2

b)

Beschrijving en werking.

2

4.2

Printplaten

1

2

4.3

Servomechanismen

 

 

 

a)

Beginselen;

1

2

b)

Bouw, werking en gebruik.

2

MODULE 5.   DIGITALE TECHNIEKEN/ELEKTRONISCHE INSTRUMENTSYSTEMEN

MODULE 5. DIGITALE TECHNIEKEN/ELEKTRONISCHE INSTRUMENTSYSTEMEN

NIVEAU

A

B3

B1

B2

B2L

5.1

Elektronische instrumentsystemen

1

1

1

1

5.2

Talstelsels

1

2

5.3

Gegevensomzetting

1

2

5.4

Databussen

2

2

5.5

Logische circuits

 

 

 

 

a)

Identificatie en toepassingen;

2

2

b)

Interpretatie van logische diagrammen.

2

5.6

Basiscomputerstructuur

 

 

 

 

a)

Computerterminologie en -technologie;

1

1

2

2

b)

Werking van een computer.

2

5.7

Microprocessors

2

5.8

Geïntegreerde circuits

2

5.9

Multiplexing

2

5.10

Glasvezeloptica

1

2

5.11

Elektronische displays

1

1

2

2

5.12

Elektrostatisch gevoelige toestellen

1

1

2

2

5.13

Softwarebeheerscontrole

1

2

2

5.14

Elektromagnetische omgeving

1

2

2

5.15

Typische elektronische/digitale luchtvaartuigsystemen

1

1

1

1

MODULE 6.   MATERIALEN EN HARDWARE

MODULE 6. MATERIALEN EN HARDWARE

NIVEAU

A

B1

B3

B2

B2L

6.1

Luchtvaartuigmaterialen — Ferro

 

 

 

a)

Staallegeringen voor toepassing in luchtvaartuigen;

1

2

1

b)

Testen van ferromaterialen;

1

1

c)

Reparatie- en inspectieprocedures.

2

1

6.2

Luchtvaartuigmaterialen — Non-ferro

 

 

 

a)

Kenmerken;

1

2

1

b)

Testen van non-ferromaterialen;

1

1

c)

Reparatie- en inspectieprocedures.

2

1

6.3

Luchtvaartuigmaterialen — Composiet en niet-metaal

 

 

 

6.3.1

Composiet en niet-metaal andere dan hout en textiel

 

 

 

a)

Kenmerken;

1

2

2

b)

Ontdekking van defecten;

1

2

c)

Reparatie- en inspectieprocedures.

2

1

6.3.2

Houten constructies

1

1

6.3.3

Bekleding in textiel

1

6.4

Corrosie

 

 

 

a)

Chemische grondbeginselen;

1

1

1

b)

Types corrosie.

2

3

2

6.5

Bevestigingsmiddelen

 

 

 

6.5.1

Schroefdraad

2

2

2

6.5.2

Bouten, schroefbouten en schroeven

2

2

2

6.5.3

Borgingsinrichtingen

2

2

2

6.5.4

Klinknagels voor vliegtuigen

1

2

1

6.6

Leidingen en verbindingen

 

 

 

a)

Identificatie;

2

2

2

b)

Standaardaansluitingen.

2

2

1

6.7

Veren

2

1

6.8

Lagers

1

2

2

6.9

Overbrenging

1

2

2

6.10

Besturingskabels

1

2

1

6.11

Elektrische kabels en connectoren

1

2

2

MODULE 7.   ONDERHOUD

MODULE 7. ONDERHOUD

NIVEAU

A

B1

B3

B2

B2L

7.1

Veiligheidsvoorzorgen — Luchtvaartuig en werkplaats

3

3

3

7.2

Werkplaatspraktijk

3

3

3

7.3

Gereedschap

3

3

3

7.4

(Voorbehouden)

7.5

Technische tekeningen, diagrammen en normen

1

2

2

7.6

Passing en speling

1

2

1

7.7

Verbindingssysteem van elektrische bedrading (EWIS)

1

3

3

7.8

Klinken

1

2

7.9

Leidingen en slangen

1

2

7.10

Veren

1

2

7.11

Lagers

1

2

7.12

Overbrenging

1

2

7.13

Besturingskabels

1

2

7.14

Materiaalbehandeling

 

 

 

7.14.1

Plaatstaal

2

7.14.2

Composiet en niet-metaal

2

7.14.3

Additieve productie

1

1

1

7.15

(Voorbehouden)

7.16

Massa en zwaartepunt van het luchtvaartuig

 

 

 

a)

Berekening van zwaartepunt;

2

2

b)

Weging van het luchtvaartuig.

2

7.17

Behandeling en opslag van luchtvaartuigen

2

2

2

7.18

Demontage-, inspectie-, reparatie- en montagetechnieken

 

 

 

a)

Types defecten en visuele inspectietechnieken;

2

3

3

b)

Algemene reparatiemethoden — Handboek voor reparatie van de constructie;

2

c)

Niet-destructieve inspectietechnieken;

2

1

d)

Demontage- en montagetechnieken;

2

2

2

e)

Technieken voor probleemoplossing.

2

2

7.19

Abnormale voorvallen

 

 

 

a)

Inspecties ten gevolge van blikseminslag en HIRF-doordringing;

2

2

2

b)

Inspecties ten gevolge van abnormale voorvallen zoals harde landingen en vliegen in turbulentie.

2

2

7.20

Onderhoudsprocedures

1

2

2

7.21

Documentatie en communicatie

1

2

2

MODULE 8.   BASISAERODYNAMICA

MODULE 8. BASISAERODYNAMICA

NIVEAU

A

B3

B1

B2

B2L

8.1

Fysica van de atmosfeer

1

2

Internationale Standaardatmosfeer (ISA), toepassing op aerodynamica

8.2

Aerodynamica

1

2

8.3

Vluchttheorie

1

2

8.4

Luchtstroom met hoge snelheid

1

2

8.5

Vluchtstabiliteit en dynamica

1

2

MODULE 9.   MENSELIJKE FACTOREN

MODULE 9. MENSELIJKE FACTOREN

NIVEAU

ALLE

9.1

Algemeen

2

9.2

Menselijke prestatie en beperkingen

2

9.3

Sociale psychologie

1

9.4

Factoren die de prestatie beïnvloeden

2

9.5

Fysieke omgeving

1

9.6

Taken

1

9.7

Communicatie

2

9.8

Menselijke fouten

2

9.9

Veiligheidsbeheer

2

9.10

“Dirty Dozen” en risicobeperking

2

MODULE 10.   LUCHTVAARTWETGEVING

MODULE 10. LUCHTVAARTWETGEVING

NIVEAU

A

B1

B2

B2L

B3

10.1

Regelgevingskader

1

1

10.2

Certificeringspersoneel — Onderhoud

2

2

10.3

Erkende onderhoudsorganisaties

2

2

10.4

Onafhankelijk certificeringspersoneel

-

3

10.5

Luchtvaartactiviteiten

1

1

10.6

Certificering van luchtvaartuigen, onderdelen en uitrustingsstukken

2

2

10.7

Permanente luchtwaardigheid

2

2

10.8

Toezichtbeginselen voor permanente luchtwaardigheid

1

1

10.9

Onderhoud en certificering die verder gaan dan de huidige EU-regelgeving (indien niet vervangen door EU-voorschriften)

-

1

10.10

Cyberbeveiliging bij onderhoud in de luchtvaart

1

1

MODULE 11.   AERODYNAMICA, CONSTRUCTIE EN SYSTEMEN VAN VLIEGTUIGEN

MODULE 11. AERODYNAMICA, CONSTRUCTIE EN SYSTEMEN VAN VLIEGTUIGEN

NIVEAU

A1

A2

B1.1

B1.2

B3

11.1

Vluchttheorie

 

 

 

 

 

a)

Aerodynamica en stuurorganen voor vliegtuigen;

1

1

2

2

1

b)

Vliegtuig, andere aerodynamische inrichtingen.

1

1

2

2

1

11.2

Cascoconstructies (ATA 51)

 

 

 

 

 

a)

Algemene begrippen;

2

2

2

2

2

b)

Luchtwaardigheidseisen voor structurele sterkte;

2

2

2

2

2

c)

Constructiemethoden.

1

1

2

2

2

11.3

Cascoconstructies — Vleugelvliegtuigen

 

 

 

 

 

11.3.1

Romp, deuren, ramen ( ATA 52/53/56)

1

1

2

2

1

a)

Constructiebeginselen;

b)

Toestellen voor slepen in de lucht;

1

1

1

1

1

c)

Deuren.

1

1

2

1

-

11.3.2

Vleugels ( ATA 57)

1

1

2

2

1

11.3.3

Horizontale staartvlakken ( ATA 55)

1

1

2

2

1

11.3.4

Stuurvlakken ( ATA 55/57)

1

1

2

2

1

11.3.5

Gondels/uithouders ( ATA 54)

1

1

2

2

1

11.4

Klimaatregeling en cabinedruk ( ATA 21)

 

 

 

 

 

a)

Cabinedruk;

1

1

3

3

b)

Luchttoevoer;

1

3

c)

Klimaatregeling;

1

3

d)

Veiligheids- en waarschuwingsinrichtingen;

1

1

3

3

e)

Verwarmings- en ventilatiesystemen.

1

3

1

11.5

Instrumenten/luchtvaartelektronicasystemen

 

 

 

 

 

11.5.1

Instrumentsystemen ( ATA 31)

1

1

2

2

2

11.5.2

Luchtvaartelektronicasystemen

1

1

1

1

1

Basisbegrippen van systeemlay-out en werking van:

Automatische vlucht (ATA 22);

Communicatiesystemen (ATA 23);

Navigatiesystemen (ATA 34).

11.6

Elektriciteit ( ATA 24)

1

1

3

3

3

11.7

Uitrusting en inrichtingen ( ATA 25)

 

 

 

 

 

a)

Nooduitrusting;

2

2

2

2

2

b)

Indeling van de cabine en de lading.

1

1

1

1

11.8

Bescherming tegen brand ( ATA 26)

 

 

 

 

 

a)

Vuur- en rookdetectie en brandblusinstallaties;

1

1

1

1

b)

Draagbaar blusapparaat.

1

1

1

1

1

11.9

Stuurorganen ( ATA 27)

1

1

3

3

2

a)

Primaire en secundaire stuurorganen;

b)

Bediening en bescherming;

1

3

c)

Systeembediening;

1

3

d)

Balanceren en afstellen.

1

1

3

3

2

11.10

Brandstofsystemen ( ATA 28, ATA 47)

1

1

3

3

1

a)

Lay-out van de systemen;

b)

Brandstofbehandeling;

1

1

3

3

1

c)

Signaleringen en waarschuwingen;

1

1

3

3

1

d)

Bijzondere systemen;

1

3

e)

Balancering.

1

3

11.11

Hydraulisch vermogen ( ATA 29)

1

1

3

3

2

a)

Beschrijving van het systeem;

b)

Systeembediening (1);

1

1

3

3

2

c)

Systeembediening (2).

1

3

11.12

Bescherming tegen regen en ijs ( ATA 30)

1

1

3

3

1

a)

Beginselen;

b)

IJsbestrijding;

1

1

3

3

1

c)

Preventieve ijsbestrijding;

1

3

d)

Ruitenwissers;

1

1

3

3

1

e)

Regenafstotende middelen

1

3

11.13

Landingsgestel ( ATA 32)

2

2

3

3

2

a)

Beschrijving;

b)

Systeembediening;

2

2

3

3

2

c)

Lucht-gronddetectie;

2

3

d)

Staartbeveiliging.

2

2

3

3

2

11.14

Lichten ( ATA 33)

2

2

3

3

2

11.15

Zuurstof ( ATA 35)

1

1

3

3

2

11.16

Pneumatisch/vacuüm ( ATA 36)

 

 

 

 

 

(a)

Systemen;

1

1

3

3

2

(b)

Pompen.

1

1

3

3

2

11.17

Water/afval ( ATA 38)

 

 

 

 

 

(a)

Systemen;

2

2

3

3

2

(b)

Corrosie.

2

2

3

3

2

11.18

Onderhoudssystemen aan boord ( ATA 45)

1

2

11.19

Geïntegreerde modulaire luchtvaartelektronica ( ATA 42)

 

 

 

 

 

(a)

Algemene systeembeschrijving en theorie;

1

2

(b)

Typische systeemlay-outs.

1

2

11.20

Cabinesystemen ( ATA 44)

1

2

11.21

Informatiesystemen ( ATA 46)

1

2

MODULE 12.   AERODYNAMICA, CONSTRUCTIE EN SYSTEMEN VAN HELIKOPTERS

MODULE 12. AERODYNAMICA, CONSTRUCTIE EN SYSTEMEN VAN HELIKOPTERS

NIVEAU

A3

A4

B1.3

B1.4

12.1

Vluchttheorie — Aerodynamica van vliegtuigen met roterende vleugel

1

2

12.2

Stuurorganen ( ATA 67)

2

3

12.3

Bladvolging en trillingsanalyse ( ATA 18)

1

3

12.4

Overbrenging

1

3

12.5

Cascoconstructies (ATA 51)

 

 

a)

Algemeen begrip;

2

2

b)

Constructiemethoden voor de belangrijkste elementen.

1

2

12.6

Klimaatregeling ( ATA 21)

 

 

12.6.1

Luchttoevoer

1

2

12.6.2

Klimaatregeling

1

3

12.7

Instrumenten/luchtvaartelektronicasystemen

 

 

12.7.1

Instrumentsystemen ( ATA 31)

1

2

12.7.2

Luchtvaartelektronicasystemen

1

1

 

Basisbegrippen van systeemlay-out en werking van:

 

Automatische vlucht (ATA 22);

 

Communicatiesystemen (ATA 23);

 

Navigatiesystemen (ATA 34).

12.8

Elektriciteit ( ATA 24)

1

3

12.9

Uitrusting en inrichtingen ( ATA 25)

 

 

a)

Nooduitrusting;

Stoelen, harnassen en gordels;

Hijssystemen;

2

2

b)

Nooddrijfsystemen;

Cabinelay-out, vrachtvasthouding;

Plaatsing van de apparatuur;

Installatie van cabine-inrichting.

1

1

12.10

Bescherming tegen brand ( ATA 26)

1

3

a)

Vuur- en rookdetectiesystemen en brandblusinstallaties;

b)

Draagbare blustoestellen.

1

1

12.11

Brandstofsystemen ( ATA 28)

1

3

12.12

Hydraulisch vermogen ( ATA 29)

1

3

12.13

Bescherming tegen regen en ijs ( ATA 30)

1

3

12.14

Landingsgestel ( ATA 32)

a)

Beschrijving en werking van het systeem;

2

3

b)

Sensoren.

2

3

12.15

Lichten ( ATA 33)

2

3

12.16

(Voorbehouden)

2

3

12.17

Geïntegreerde modulaire luchtvaartelektronica ( ATA 42)

 

 

(a)

Algemene systeembeschrijving en theorie

1

2

(b)

Typische systeemlay-outs

1

2

12.18

Onderhoudssystemen aan boord ( ATA 45)

1

2

Computers voor gecentraliseerd onderhoud;

Dataopslagsysteem;

Elektronisch bibliotheeksysteem.

12.19

Informatiesystemen ( ATA 46)

1

2

MODULE 13.   AERODYNAMICA, CONSTRUCTIE EN SYSTEMEN VAN LUCHTVAARTUIGEN

C/N: Communicatie en navigatie; Ins.: Instrumenten; A/F: Automatische vlucht; Sur.: Surveillance; A/S: Casco en systemen

MODULE 13. AERODYNAMICA, CONSTRUCTIE EN SYSTEMEN VAN LUCHTVAARTUIGEN

NIVEAU

B2

B2L Basic

B2L

C/N

B2L

Ins.

B2L

A/F

B2L

Sur.

B2L

A/S

13.1

Vluchttheorie

 

 

 

 

 

 

 

a)

Aerodynamica en stuurorganen voor luchtvaartuigen;

1

1

b)

Aerodynamica van vliegtuigen met draaiende vleugels.

1

1

13.2

Structuren — Algemene concepten ( ATA 51)

 

 

 

 

 

 

 

a)

Algemeen begrip;

2

2

b)

Basisbegrippen van structurele systemen;

1

1

13.3

Automatische vlucht ( ATA 22)

 

 

 

 

 

 

 

a)

Basisbegrippen van automatische besturing;

3

3

b)

Automatische gashendelsystemen en automatische landingssystemen.

3

3

13.4

Communicatie/navigatie ( ATA 23/34)

 

 

 

 

 

 

 

a)

Basisbegrippen van communicatie- en navigatiesystemen;

3

3

b)

Basisbegrippen van surveillancesystemen voor luchtvaartuigen;

3

3

13.5

Elektriciteit ( ATA 24)

3

3

13.6

Uitrusting en inrichtingen ( ATA 25)

3

13.7

Stuurorganen

 

 

 

 

 

 

 

a)

Primaire en secundaire stuurorganen (ATA 27);

2

2

b)

Bediening en bescherming;

2

2

c)

Systeembediening;

3

3

d)

Stuurorganen van hefschroefvliegtuigen (ATA 67).

2

2

13.8

Instrumenten ( ATA 31)

3

3

13.9

Lichten ( ATA 33)

3

3

13.10

Onderhoudssystemen aan boord ( ATA 45)

3

13.11

Klimaatregeling en cabinedruk ( ATA 21)

 

 

 

 

 

 

 

(a)

Cabinedruk;

3

3

(b)

Luchttoevoer;

1

1

(c)

Klimaatregeling;

3

3

(d)

Veiligheids- en waarschuwingsinrichtingen.

3

3

13.12

Bescherming tegen brand ( ATA 26)

 

 

 

 

 

 

 

a)

Vuur- en rookdetectiesystemen en brandblusinstallaties;

3

3

b)

Draagbaar blustoestel.

1

1

13.13

Brandstofsystemen ( ATA 28, ATA 47)

 

 

 

 

 

 

 

(a)

Lay-out van het systeem;

1

1

(b)

Brandstofbehandeling;

2

2

(c)

Signaleringen en waarschuwingen;

3

3

(d)

Bijzondere systemen;

1

1

(e)

Balancering.

3

3

13.14

Hydraulisch vermogen ( ATA 29)

 

 

 

 

 

 

 

(a)

Lay-out van het systeem;

1

1

(b)

Systeembediening (1);

3

3

(c)

Systeembediening (2).

3

3

13.15

Bescherming tegen regen en ijs ( ATA 30)

 

 

 

 

 

 

 

(a)

Beginselen;

2

2

(b)

Jsbestrijding;

3

3

(c)

reventieve ijsbestrijding;

2

2

(d)

uitenwissersystemen;

1

1

(e)

egenafstotend middel.

1

1

13.16

andingsgestel ( ATA 32)

 

 

 

 

 

 

 

(a)

Beschrijving;

1

1

(b)

Systeem;

3

3

(c)

Lucht-gronddetectie.

3

3

13.17

Zuurstof ( ATA 35)

3

-

3

13.18

Pneumatisch/vacuüm ( ATA 36)

2

 

2

13.19

Water/afval ( ATA 38)

2

-

2

13.20

Geïntegreerde modulaire luchtvaartelektronica ( ATA 42)

 

 

(a)

Algemene systeembeschrijving en theorie;

3

-

(b)

Typische systeemlay-outs.

3

-

13.21

Cabinesystemen ( ATA 44)

3

-

13.22

Informatiesystemen ( ATA 46)

3

-

MODULE 14.   VOORTSTUWING

MODULE 14. VOORTSTUWING

NIVEAU

B2

B2L Instrumenten

B2L Casco en systemen

14.1

Motoren

 

a)

Turbinemotoren;

1

b)

Hulpaggregaten (APU’s);

1

c)

Zuigermotoren;

1

d)

Elektrische en hybride motoren;

2

e)

Motorbediening.

2

14.2

Elektrische/elektronische motorsignaleringssystemen

2

14.3

Propellersystemen

2

14.4

Start- en ontstekingssystemen

2

MODULE 15.   GASTURBINEMOTOR

MODULE 15. GASTURBINEMOTOR

NIVEAU

A1

A3

B1.1

B1.3

15.1

Grondbeginselen

1

2

15.2

Motorprestaties

2

15.3

Inlaat

2

2

15.4

Compressoren

1

2

15.5

Verbrandingssectie

1

2

15.6

Turbinesectie

2

2

15.7

Uitlaat

1

2

15.8

Lagers en afdichtingen

2

15.9

Smeermiddelen en brandstoffen

1

2

15.10

Smeersystemen

1

2

15.11

Brandstofsystemen

1

2

15.12

Luchtsystemen

1

2

15.13

Start- en ontstekingssystemen

1

2

15.14

Motorsignaleringssystemen

1

2

15.15

Alternerende turbineconstructies

1

15.16

Schroefturbinemotoren

1

2

15.17

Asturbinemotoren

1

2

15.18

Hulpaggregaten (APU’s);

1

2

15.19

Motorinstallatie

1

2

15.20

Beschermingssystemen tegen brand

1

2

15.21

Motortoezicht en gebruik aan de grond

1

3

15.22

Opslag en bewaring van motoren

2

MODULE 16.   ZUIGERMOTOR

MODULE 16. ZUIGERMOTOR

NIVEAU

A2

A4

B1.2

B1.4

B3

16.1

Grondbeginselen

1

2

16.2

Motorprestaties

1

2

16.3

Motorconstructie

1

2

16.4

Motorbrandstofsystemen

 

 

16.4.1

Carburatoren

1

2

16.4.2

Brandstofinspuitingssystemen

1

2

16.4.3

Elektronische motorbediening

1

2

16.5

Start- en ontstekingssystemen

1

2

16.6

Inductie, uitlaat en koelsystemen

1

2

16.7

Drukvulling/turbodrukvulling

1

2

16.8

Smeermiddelen en brandstoffen

1

2

16.9

Smeersystemen

1

2

16.10

Motorsignaleringssystemen

1

2

16.11

Motorinstallatie

1

2

16.12

Motortoezicht en gebruik aan de grond

1

3

16.13

Opslag en bewaring van motoren

2

16.14

Alternatieve zuigermotorconstructies

1

1

MODULE 17.   PROPELLER

MODULE 17. PROPELLER

NIVEAU

A1

A2

B1.1

B1.2

B3

17.1

Grondbeginselen

1

2

17.2

Propellerconstructie

1

2

17.3

Bediening propellerspoed

1

2

17.4

Propellersynchronisatie

2

17.5

Bescherming tegen ijs op propeller

1

2

17.6

Propelleronderhoud

1

3

17.7

Opslag en bewaring van propellers

1

2”

(b)

het volgende punt 3 wordt toegevoegd:

“3.

Basisopleidingsmethoden

Voor de gehele cursus of voor elk van de modules of submodules daarvan wordt een passende opleidingsmethode of een combinatie van methoden vastgesteld met betrekking tot de reikwijdte en de doelstellingen van elke opleidingsfase en rekening houdend met de voordelen en beperkingen van de beschikbare opleidingsmethoden.

Opleidingsmethoden op basis van multimedia (MBT) kunnen worden gebruikt om de opleidingsdoelstellingen te bereiken in een fysiek of virtueel gecontroleerde omgeving.”;

(20)

aanhangsel II wordt als volgt gewijzigd:

(a)

punt 1.4 wordt vervangen door:

“1.4.

Geschikte open vragen moeten worden opgesteld en beoordeeld aan de hand van de kennissyllabus in aanhangsel I, module 7.”;

(b)

de punten 1.11, 1.12 en 1.13 worden vervangen door:

“1.11

Als men niet voor een examen in een module is geslaagd, mag men ten vroegste 90 dagen na de datum van het niet gehaalde examen opnieuw examen doen, behalve als een overeenkomstig bijlage IV (deel 147) erkende onderhoudsopleidingsorganisatie een opfriscursus organiseert die is gericht op de vakken van de desbetreffende module waarvoor men is gezakt; dan mag men na 30 dagen opnieuw examen voor die module doen.

1.12.

Basiskennisexamens met een maximumduur van meer dan 90 of meer dan 180 minuten kunnen worden opgesplitst in twee, respectievelijk drie deelexamens.

Voor elk deelexamen geldt het volgende:

(a)

het vormt een aanvulling op het (de) andere deelexamen(s) van de kandidaat, waarbij wordt gewaarborgd dat de combinatie van de deelexamens voldoet aan de exameneisen voor de vakmodule;

(b)

de kandidaat krijgt voor elk examen evenveel tijd;

(c)

minstens 75 % van de vragen moet correct worden beantwoord;

(d)

het aantal vragen is een veelvoud van vier;

(e)

het deelexamen wordt vermeld op hetzelfde certificaat van erkenning dat wordt afgegeven nadat het laatste deelexamen met goed gevolg is afgelegd. Op het certificaat van erkenning worden de datum en het resultaat van elk deelexamen vermeld, maar niet het gemiddelde resultaat;

(f)

het deelexamen wordt binnen dezelfde organisatie afgelegd, overeenkomstig de normale examenbepalingen voor het opnieuw afleggen van niet gehaalde examens.

1.13.

Het maximale aantal pogingen per examen bedraagt drie binnen een periode van twaalf maanden.

De aanvragers stellen de erkende onderhoudsopleidingsorganisatie of de bevoegde autoriteit waarbij het examen wordt aangevraagd, schriftelijk in kennis van het aantal en de data van de pogingen die zijn gedaan in de twaalf maanden voorafgaand aan het examen en van de organisatie of de bevoegde autoriteit waarbij die pogingen zijn ondernomen. De erkende onderhoudsopleidingsorganisatie of de bevoegde autoriteit is verantwoordelijk voor het controleren van het aantal pogingen binnen de toepasselijke termijnen.”;

(c)

het volgende punt 1.14 wordt toegevoegd:

“1.14

Hoewel wordt aanvaard dat het onderwerp van de vragen hetzelfde kan zijn, mogen de vragen die in het kader van het leerprogramma op basis van multimedia worden gebruikt, niet worden gebruikt voor examens.”;

(d)

punt 2 wordt vervangen door:

“2.

Aantal vragen per module

2.1.

MODULE 1 — WISKUNDE

Categorie A: 16 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 20 minuten.

Categorieën B1, B2, B2L en B3: 32 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 40 minuten.

2.2.

MODULE 2 — FYSICA

Categorieën A en B3: 32 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 40 minuten.

Categorieën B1, B2 en B2L: 52 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 65 minuten.

2.3.

MODULE 3 — GRONDBEGINSELEN ELEKTRICITEIT

Categorie A: 20 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 25 minuten.

Categorie B3: 24 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 30 minuten.

Categorieën B1, B2 en B2L: 52 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 65 minuten.

2.4.

MODULE 4 — GRONDBEGINSELEN ELEKTRONICA

Categorieën B1 en B3: 20 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 25 minuten.

Categorieën B2 en B2L: 40 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 50 minuten.

2.5.

MODULE 5 — DIGITALE TECHNIEKEN/ELEKTRONISCHE INSTRUMENTSYSTEMEN

Categorieën A en B3: 20 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 25 minuten.

Categorie B1: 40 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 50 minuten.

Categorieën B2 en B2L: 72 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 90 minuten.

2.6.

MODULE 6 — MATERIALEN EN HARDWARE

Categorie A: 52 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 65 minuten.

Categorieën B1 en B3: 80 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 100 minuten.

Categorieën B2 en B2L: 60 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 75 minuten.

2.7.

MODULE 7 — ONDERHOUD

Categorie A: 76 meerkeuzevragen en 2 open vragen.

Toegestane tijd: 95 minuten plus 40 minuten.

Categorieën B1 en B3: 80 meerkeuzevragen en 2 open vragen.

Toegestane tijd: 100 minuten plus 40 minuten.

Categorieën B2 en B2L: 60 meerkeuzevragen en 2 open vragen.

Toegestane tijd: 75 minuten plus 40 minuten.

2.8.

MODULE 8 — BASISAERODYNAMICA

Categorieën A, B3, B1, B2 en B2L: 24 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 30 minuten.

2.9.

MODULE 9 — MENSELIJKE FACTOREN

Categorieën A, B1, B3, B2 en B2L: 28 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 35 minuten.

2.10.

MODULE 10 — LUCHTVAARTWETGEVING

Categorie A: 32 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 40 minuten.

Categorieën B1, B3, B2 en B2L: 44 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 55 minuten.

2.11.

MODULE 11 — AERODYNAMICA, CONSTRUCTIE EN SYSTEMEN VAN VLIEGTUIGEN

Categorie A1: 108 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 135 minuten.

Categorie A2: 72 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 90 minuten.

Categorie B1.1: 140 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 175 minuten.

Categorie B1.2: 100 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 125 minuten.

Categorie B3: 60 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 75 minuten.

2.12.

MODULE 12 — AERODYNAMICA, CONSTRUCTIE EN SYSTEMEN VAN HELIKOPTERS

Categorie A: 100 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 125 minuten.

Categorieën B1.3 en B1.4: 128 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 160 minuten.

2.13.

MODULE 13 — AERODYNAMICA, CONSTRUCTIE EN SYSTEMEN VAN LUCHTVAARTUIGEN

Categorie B2: 188 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 235 minuten.

Categorie B2L:

Systeembevoegdverklaring

Aantal meerkeuzevragen

Toegestane tijd (minuten)

Basiseisen

(Submodules 13.1, 13.2, 13.5 en 13.9)

32

40

COM/NAV

(Submodule 13.4, punt a))

24

30

INSTRUMENTEN

(Submodule 13.8)

20

25

AUTOMATISCHE VLUCHT

(Submodules 13.3 en 13.7)

28

35

TOEZICHTMAATREGELEN

(Submodule 13.4, punt b))

20

25

CASCOSYSTEMEN

(Submodules 13.11 tot en met 13.19)

52

65

2.14.

MODULE 14 — VOORTSTUWING

Categorieën B2 en B2L: 32 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 40 minuten.

OPMERKING: Het B2L-examen voor module 14 geldt alleen voor de bevoegdverklaringen “Instrumenten” en “Cascosystemen”.

2.15.

MODULE 15 — GASTURBINEMOTOR

Categorieën A1 en A3: 60 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 75 minuten.

Categorie B1.1 en B1.3: 92 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 115 minuten.

2.16.

MODULE 16 — ZUIGERMOTOR

Categorieën A2 en A4: 52 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 65 minuten.

Categorieën B3, B1.2 en B1.4: 76 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 95 minuten.

2.17.

MODULE 17 — PROPELLER

Categorieën A1 en A2: 20 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 25 minuten.

Categorieën B3, B1.1 en B1.2: 32 meerkeuzevragen, geen open vragen.

Toegestane tijd: 40 minuten.”;

(21)

aanhangsel III wordt als volgt gewijzigd:

(a)

de titel wordt vervangen door:

“Aanhangsel III Norm voor luchtvaartuigtypeopleiding en type-evaluatie — Praktijkopleiding”;

(b)

punt 1, a), ii), wordt vervangen door:

“ii)

voldoen aan de norm beschreven in punt 3.1 van dit aanhangsel en, voor zover beschikbaar, aan de elementen die zijn gedefinieerd in de gegevens voor operationele geschiktheid (OSD) die zijn vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 748/2012.”;

(c)

punt 1, b), ii), wordt vervangen door:

“ii)

voldoen aan de norm beschreven in punt 3.2 van dit aanhangsel en, voor zover beschikbaar, aan de elementen die zijn gedefinieerd in de OSD die zijn vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 748/2012.”;

(d)

punt 1, b), iv), wordt vervangen door:

“iv)

omvatten demonstraties van het gebruik van apparatuur, componenten, onderhoudsopleidingssimulators (MSTD’s), onderhoudsopleidingstoestellen (MTD’s) of echte luchtvaartuigen.”;

(e)

punt 1, c), i), wordt vervangen door:

“i)

Verschillenopleiding is de opleiding die vereist is om de verschillen in opleiding te behandelen tussen:

(a)

twee verschillende bevoegdverklaringen voor luchtvaartuigtypen van dezelfde fabrikant, zoals bepaald door het Agentschap, of

(b)

twee verschillende categorieën van bewijzen van bevoegdheid met betrekking tot dezelfde luchtvaartuigtypebevoegdverklaring.”;

(f)

het volgende punt 1, c), iv), wordt toegevoegd:

“iv)

De verschillenopleiding moet begonnen en voltooid zijn binnen drie jaar voorafgaand aan de aanvraag voor de nieuwe typebevoegdverklaring in dezelfde categorie (geval a)) of in een andere categorie (geval b)).”;

(g)

in punt 3 worden na de eerste alinea de volgende alinea’s ingevoegd:

“Voor de gehele cursus of voor elk van de onderdelen daarvan wordt een passende opleidingsmethode of een combinatie van opleidingsmethoden vastgesteld met betrekking tot de reikwijdte en de doelstellingen van elke opleidingsfase en rekening houdend met de voordelen en beperkingen van de beschikbare opleidingsmethoden.

Opleidingsmethoden op basis van multimedia (MBT) kunnen worden gebruikt om de opleidingsdoelstellingen te bereiken in een fysiek of virtueel gecontroleerde omgeving.”;

(h)

punt 3.1, a), wordt vervangen door:

“a)

Doel:

Na voltooiing van een theoriecursus is de student in staat om, tot de niveaus die zijn aangeduid in de syllabus in aanhangsel III, een gedetailleerde theoretische kennis over de relevante systemen, de structuur, de bediening, het onderhoud, de reparatie en de probleemoplossing van het luchtvaartuig te demonstreren overeenkomstig de onderhoudsgegevens. De student is in staat het gebruik te demonstreren van handboeken en goedgekeurde procedures, inclusief kennis over de relevante inspecties en beperkingen.”;

(i)

in punt 3.1, d), wordt de vierde alinea vervangen door:

“Verder wordt in de cursus het volgende beschreven en gemotiveerd:

de minimaal vereiste fysieke en/of virtuele aanwezigheid in de klas van de cursist teneinde de doelstellingen van de cursus te verwezenlijken;

het maximaal aantal uren fysieke en/of virtuele opleiding in de klas per dag, rekening houdend met de beginselen van pedagogie en menselijke factoren.”;

(j)

punt 3.1, e), wordt als volgt gewijzigd:

i)

na de tweede alinea wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Als er een minimale syllabus over de gegevens betreffende de operationele geschiktheid (OSD) bestaat, vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 748/2012, wordt die opgenomen.”;

ii)

de tabel wordt als volgt gewijzigd:

in het niveau “Cascoconstructie” wordt hoofdstuk “27A Stuurvlakken” geschrapt;

in het niveau “Cascosystemen” wordt na hoofdstuk 46 het volgende hoofdstuk 47 ingevoegd:

“47

Stikstofopwekkings-systeem

3

1

3

1

2”

in het niveau “Cascosystemen” wordt na hoofdstuk 50 het volgende hoofdstuk “55/57 Stuurvlakken (alle)” ingevoegd:

“55/57 Stuurvlakken (alle)

3

1

3

1

1”

(k)

punt 3.1, f), wordt geschrapt;

(l)

punt 3.2, b), wordt als volgt gewijzigd:

i)

tussen de derde en de vierde alinea wordt de volgende alinea ingevoegd:

“Als de minimumlijst van praktische taken van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid (OSD) beschikbaar is, vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 748/2012, maakt die lijst deel uit van de te kiezen praktische elementen.”;

ii)

de tabel wordt als volgt gewijzigd:

in het niveau “Cascoconstructie” wordt hoofdstuk “27A Stuurvlakken” geschrapt;

in het niveau “Cascosystemen” wordt na hoofdstuk 46 het volgende hoofdstuk 47 ingevoegd:

“47

Stikstofopwekkingssysteem

X/X

X

X

X

X

X

X

X”

in het niveau “Cascosystemen” wordt na hoofdstuk 50 het volgende hoofdstuk “55/57 Stuurvlakken” ingevoegd:

“55/57 Stuurvlakken

X/—

X

—”

(m)

punt 4.1, f), wordt vervangen door:

“f)

Het aantal vragen dient minimaal 1 vraag per opleidingsuur te bedragen. Het aantal vragen per elk hoofdstuk en niveau dient in verhouding te staan tot:

het aantal opleidingsuren dat daadwerkelijk is besteed aan het onderwijs over dat hoofdstuk en dat niveau, of

in het geval van studentgerichte methoden, de verwachte gemiddelde tijd om de opleiding te voltooien, en

de leerdoelstellingen zoals afgeleid uit de analyse van de opleidingsbehoeften.

De bevoegde autoriteit beoordeelt bij de goedkeuring van de cursus het aantal en het niveau van de vragen.”;

(n)

het volgende punt 4.1, j), wordt toegevoegd:

“j)

“Hoewel wordt aanvaard dat het onderwerp van de vragen hetzelfde kan zijn, mogen de vragen die in het kader van het leerprogramma op basis van multimedia worden gebruikt, niet worden gebruikt voor examens.”;

(o)

de punten 5 en 6 worden vervangen door:

“5.

Type-evaluatienorm voor luchtvaartuigen van groep 2 en groep 3

Type-evaluaties met betrekking tot luchtvaartuigen van groep 2 of groep 3 worden uitgevoerd door opleidingsorganisaties die naar behoren zijn erkend overeenkomstig bijlage IV (deel 147) of door de bevoegde autoriteit.

De evaluatie bestaat uit een praktijkbeoordeling en een mondeling examen en voldoet aan de volgende eisen:

a)

Uit de praktijkbeoordeling moet blijken of de kandidaat bekwaam is om onderhoudstaken uit te voeren die van toepassing zijn op het specifieke luchtvaartuigtype.

b)

Het mondeling examen vormt een staal van de hoofdstukken van punt 3, “Norm voor luchtvaartuigtypeopleiding”, op het in punt 3.1, e), vermelde niveau.

c)

Zowel de mondelinge examens als de praktijkbeoordelingen waarborgen dat aan de volgende doelstellingen wordt voldaan:

1.

het luchtvaartuigtype en zijn systemen correct en met vertrouwen bespreken;

2.

zorgen voor veilig onderhoud, veilige inspecties en routinewerkzaamheden overeenkomstig het onderhoudshandboek en andere relevante instructies en taken die gelden voor het type luchtvaartuig, bijvoorbeeld probleemoplossing, reparaties, bijregelingen, vervangingen, afstelling en functionele controles zoals motorproefdraaien enz., indien vereist;

3.

correct gebruiken van alle technische literatuur en documentatie voor het luchtvaartuig;

4.

correct gebruiken van specialistische/bijzondere werktuigen en testgereedschap, demonteren en vervangen van onderdelen en modules die specifiek zijn voor het type, met inbegrip van elk onderhoud aan de vleugels.

d)

Ten aanzien van de type-evaluatie gelden de volgende voorwaarden:

1.

Het maximale aantal pogingen per examen bedraagt drie binnen een periode van twaalf maanden. Na de eerste niet geslaagde poging binnen één set is een wachttijd van 30 dagen vereist, en een wachttijd van 60 dagen na de tweede niet geslaagde poging.

De aanvragers stellen de onderhoudsopleidingsorganisatie of de bevoegde autoriteit waarbij het examen wordt aangevraagd, schriftelijk in kennis van het aantal en de data van de pogingen die in de voorbije periode van twaalf maanden zijn gedaan en van de onderhoudsopleidingsorganisatie of de bevoegde autoriteit waarbij die pogingen zijn ondernomen. De onderhoudsopleidingsorganisatie of de bevoegde autoriteit is verantwoordelijk voor het controleren van het aantal pogingen binnen de toepasselijke termijnen.

2.

Men moet slagen voor de type-evaluatie en de vereiste praktijkervaring voltooien binnen de drie jaar voorafgaand aan de aanvraag van een aantekening voor een typebevoegdverklaring op het bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen.

3.

Bij de type-evaluatie is ten minste één examinator aanwezig. De examinator(en) mag (mogen) niet betrokken zijn geweest bij de opleiding van de aanvrager.

e)

De examinator(en) stelt (stellen) een schriftelijk en ondertekend rapport op dat aan de kandidaat ter beschikking wordt gesteld om uit te leggen waarom de kandidaat al dan niet geslaagd is.

6.

Praktijkopleiding:

6.1

Algemeen

Praktijkopleiding is de opleiding over een bepaald type luchtvaartuig die aan de aanvrager wordt gegeven op een echte werkplek, met de mogelijkheid om beste praktijken op het gebied van onderhoud en correcte procedures voor vrijgave voor gebruik aan te leren. De praktijkopleiding voldoet aan de volgende eisen:

(a)

De lijst van taken en het programma van de praktijkopleiding worden goedgekeurd door de bevoegde autoriteit die het bewijs van bevoegdheid voor onderhoud heeft afgegeven alvorens met de praktijkopleiding wordt begonnen.

(b)

De praktijkopleiding wordt gevolgd bij een of meer onderhoudsorganisaties die overeenkomstig deze verordening naar behoren zijn erkend voor het onderhoud van dat luchtvaartuigtype. Een van die organisaties houdt toezicht op de praktijkopleiding.

(c)

Alvorens ze de praktijkopleiding volgen, moeten de aanvragers een bewijs van bevoegdheid van categorie A, B of L5 hebben of de theoretische typeopleiding hebben voltooid en ten minste 50 % van de vereiste basiservaring (punt 66.A.30) hebben opgedaan met betrekking tot de luchtvaartuigcategorie waarvoor ze worden opgeleid.

(d)

De aanvragers beginnen en voltooien de praktijkopleiding binnen de drie jaar voorafgaand aan de aanvraag voor de eerste aantekening van de typebevoegdverklaring. Ten minste 50 % van de taken van de praktijkopleiding vindt plaats nadat de bijbehorende theoretische typeopleiding voor het luchtvaartuig is voltooid.

(e)

De aanvragers volgen de praktijkopleiding onder het mentorschap van een of meer gekwalificeerde mentors, waarbij ze individueel worden begeleid en de mentoren de technische kennis, de vaardigheden en de verantwoordelijkheden van typisch certificeringspersoneel controleren. Tijdens de praktijkopleiding geven de mentoren ook kennis en ervaring door aan de aanvragers, waarbij ze de nodige adviezen, ondersteuning en begeleiding geven.

(f)

Elke taak wordt door de aanvrager afgetekend en heeft betrekking op een opdrachtomschrijving/werkblad enz. uit de bedrijfspraktijk. De mentors moeten de tijdens de praktijkopleiding uitgevoerde taken controleren en medeondertekenen, omdat zij verantwoordelijkheid zijn voor de taken op het niveau van ondersteunend of certificeringspersoneel, afhankelijk van de procedure voor vrijgave voor gebruik.

(g)

Als het programma van de praktijkopleiding met goed gevolg is voltooid, doen de mentors een aanbeveling voor de eindbeoordeling van de aanvrager, die door aangewezen beoordelaars moet worden uitgevoerd.

6.2

Inhoud en logboek van de praktijkopleiding

De praktijkopleiding omvat een reeks activiteiten en taken die representatief zijn voor de aangevraagde bevoegdverklaring, de systemen en de categorie van bewijs van bevoegdheid voor een luchtvaartuigtype, en kan betrekking hebben op meer dan één categorie van bewijs van bevoegdheid.

De praktijkopleiding wordt gedocumenteerd in een logboek waarin het volgende wordt vermeld:

(a)

naam van de aanvrager,

(b)

geboortedatum van de aanvrager,

(c)

de erkende onderhoudsorganisatie(s) waar de praktijkopleiding is gevolgd,

(d)

de aangevraagde bevoegdverklaringen en categorieën bewijzen van bevoegdheid,

(e)

lijst van taken, waaronder:

i)

taakomschrijving,

ii)

verwijzing naar de opdrachtomschrijving/de werkorder/het technisch journaal van het luchtvaartuig enz.,

iii)

plaats waar de taak is uitgevoerd,

iv)

datum waarop de taak is voltooid,

v)

luchtvaartuigregistratie(s),

(f)

namen van de mentors (met inbegrip van het nummer van het bewijs van bevoegdheid, indien van toepassing),

(g)

een ondertekende aanbeveling van de mentors voor de daaropvolgende eindbeoordeling van de aanvrager.

6.3

Eindbeoordeling van aanvrager

De eindbeoordeling van de aanvrager mag pas worden uitgevoerd nadat het logboek van de praktijkopleiding is ingevuld en de mentors de desbetreffende aanbeveling hebben ondertekend.

De aangewezen beoordelaar(s) die de eindbeoordeling uitvoert (uitvoeren), stelt (stellen) de vergunningverlenende autoriteit ruim van tevoren in kennis van de datum van de beoordeling, zodat die autoriteit eventueel aanwezig kan zijn.

Het doel van de eindbeoordeling is na te gaan of de aanvragers over voldoende technische kennis en over de passende vaardigheden en houding beschikken, en bekwaam zijn om onafhankelijk te werken als certificeringspersoneel met een typebevoegdverklaring voor een bepaald luchtvaartuigtype.

De eindbeoordeling duurt minimaal een werkdag.

(a)

Tijdens de beoordeling wordt het volgende getest:

(1)

de vereiste algemene technische kennis voor de specifieke categorie van bewijs van bevoegdheid;

(2)

de voor het luchtvaartuigtype specifieke kennis en vaardigheden voor de specifieke categorie van bewijs van bevoegdheid;

(3)

inzicht in de bevoegdheden van het bewijs met betrekking tot het luchtvaartuig en de categorie van bewijs van bevoegdheid;

(4)

het passende gedrag en de veiligheidsattitude van de aanvrager met betrekking tot de werkomgeving voor onderhoud.

(b)

De beoordeling wordt vermeld in een rapport dat de volgende informatie bevat:

(1)

persoonlijke gegevens van de aanvrager,

(2)

persoonlijke gegevens van de beoordelaar(s),

(3)

datum en tijdschema van de beoordeling,

(4)

inhoud van de beoordeling,

(5)

resultaat van de beoordeling: geslaagd of niet geslaagd,

(6)

handtekening van de beoordelaar(s), de kandidaat en, indien van toepassing, de onafhankelijke waarnemer(s).

(c)

Aanvragers die niet geslaagd zijn, kunnen na drie maanden een nieuwe beoordeling afleggen; als ze een aanvullende opleiding hebben gevolgd en de mentors een nieuwe aanbeveling hebben gedaan, kan dat na minder dan drie maanden als de beoordelaar(s) daarmee instemt (instemmen). Na drie mislukte pogingen moet de volledige praktijkopleiding opnieuw worden gevolgd.

6.4

Eisen voor mentors en beoordelaars

Mentors en beoordelaars behoren tot het onderhoudspersoneel en hebben de volgende kwalificaties:

i)

Mentors:

zijn houder van een geldig bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen dat overeenkomstig deze bijlage is afgegeven, of van een geldig bewijs dat overeenkomstig aanhangsel IV van bijlage II (deel 145) volledig conform ICAO-bijlage 1 is en wordt aanvaard door de bevoegde autoriteit;

zijn ten minste één jaar houder van een bewijs van bevoegdheid in dezelfde categorie als de categorie waarvoor zij als mentor optreden tijdens de praktijkopleiding, met een typebevoegdverklaring die geschikt is om de bevoegdheden voor het desbetreffende luchtvaartuig uit te oefenen;

beschikken over de nodige bevoegdheden voor vrijgave of aftekening in de onderhoudsorganisatie waar de praktijkopleiding wordt gegeven;

hebben ervaring met het opleiden van andere personen (ze zijn leertijdinstructeurs of instructeurs overeenkomstig bijlage IV (deel 147), hebben een opleidingscursus voor opleiders gevolgd of beschikken over een vergelijkbare nationale kwalificatie, of hebben daartoe een opleiding gevolgd die aanvaardbaar is voor de bevoegde autoriteit).

ii)

Beoordelaars voor de eindbeoordeling:

zijn houder van een geldig bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen dat overeenkomstig deze bijlage is afgegeven, of van een geldig bewijs dat overeenkomstig aanhangsel IV van bijlage II (deel 145) volledig conform ICAO-bijlage 1 is en wordt aanvaard door de bevoegde autoriteit;

zijn ten minste 3 jaar houder van een bewijs van bevoegdheid in dezelfde categorie als de categorie waarvoor de praktijkopleiding wordt beoordeeld, met dezelfde of een vergelijkbare bevoegdverklaring voor een luchtvaartuigtype;

hebben ervaring met en/of hebben een opleiding gevolgd voor het beoordelen van andere personen (ze zijn leertijdinstructeurs of instructeurs overeenkomstig bijlage IV (deel 147)), hebben een opleidingscursus voor opleiders gevolgd of beschikken over een vergelijkbare nationale kwalificatie, of hebben daartoe een opleiding gevolgd die aanvaardbaar is voor de bevoegde autoriteit).

zijn niet bij de praktijkopleiding betrokken geweest als mentor van de aanvrager; als de beoordelaar aan de praktijkopleiding heeft deelgenomen, is bij de beoordeling van de praktijkopleiding een onafhankelijke waarnemer aanwezig.

6.5

Documentatie en gegevens van de praktijkopleiding

In het definitieve beoordelingsrapport en het logboek van de praktijkopleiding wordt officieel bevestigd dat de aanvrager de praktijkopleiding met goed gevolg heeft voltooid.

De documentatie van de praktijkopleiding wordt aan de bevoegde autoriteit verstrekt ter ondersteuning van de aanvraag voor de afgifte of wijziging van het bewijs van bevoegdheid als bedoeld in sectie B, subdeel B, van deze bijlage.

De gegevens van de documentatie van de praktijkopleiding worden bijgehouden door de onderhoudsorganisatie waar de praktijkopleiding is gevolgd, overeenkomstig de procedures die zijn overeengekomen met de bevoegde autoriteit van de onderhoudsorganisatie.”;

(22)

aanhangsel IV wordt vervangen door:

“Aanhangsel IV

Modules of deelmodules inzake ervaring en basiskennis die vereist zijn voor verlenging van een bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen overeenkomstig bijlage III (deel 66)

A.   Ervaringsvereisten

Tabel A hieronder bevat de ervaringsvereisten, in maanden, voor het toevoegen van een nieuwe categorie of subcategorie aan een overeenkomstig bijlage III (deel 66) verleend bewijs van bevoegdheid.

De ervaringsvereisten kunnen met 50 % worden verminderd als de aanvrager voor een bepaalde subcategorie een erkende deel-147-cursus voor basiskennis heeft voltooid.

Tabel A

Naar:

Van:

A1

A2

A3

A4

B1.1

B1.2

B1.3

B1.4

B2

B2L

B3

L1

L2

L3

L4

L5

A1

6

6

6

24

6

24

12

24

12

6

12

12

12

12

24

A2

6

6

6

24

6

24

12

24

12

6

12

12

12

12

24

A3

6

6

6

24

12

24

6

24

12

12

12

12

12

12

24

A4

6

6

6

24

12

24

6

24

12

12

12

12

12

12

24

B1.1

6

6

6

6

6

6

12

12

6

6

6

12

12

12

B1.2

6

6

6

24

24

6

24

12

12

12

12

B1.3

6

6

6

6

6

6

12

12

6

6

6

12

12

12

B1.4

6

6

6

24

6

24

24

12

6

6

6

12

12

12

B2

6

6

6

6

12

12

12

12

12

6

6

12

12

24

B2L

6

6

6

6

12

12

12

12

12

12

6

6

12

12

24

B3

6

6

6

24

6

24

12

24

12

12

12

12

L1

24

24

24

24

36

24

36

24

36

24

24

6 (*)

12 (*)

12 (*)

24 (*)

L2

24

12

24

24

36

12

36

24

36

24

12

12 (*)

12 (*)

24 (*)

L3

30

30

30

30

48

30

48

30

48

30

30

12 (*)

12 (*)

6 (*)

24 (*)

L4

30

30

30

30

48

30

48

30

48

30

30

12 (*)

12 (*)

24 (*)

L5

24

24

24

24

36

24

36

24

36

24

24

12 (*)

12 (*)

12 (*)

B.   Vereiste basiskennismodules of -deelmodules

Deze tabel geeft een overzicht van de vereiste examens voor het toevoegen van een nieuwe basiscategorie/subcategorie aan een bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen dat overeenkomstig deze bijlage is verleend.

De overeenkomstig aanhangsel I en aanhangsel VII opgestelde syllabi vereisen verschillende kennisniveaus voor verschillende categorieën van bewijzen van bevoegdheid binnen een module. Daarom gelden voor houders van een bewijs van bevoegdheid die een overeenkomstig deze bijlage verleend bewijs van bevoegdheid voor het onderhoud van luchtvaartuigen willen uitbreiden tot een andere categorie/subcategorie, aanvullende examens voor bepaalde modules en worden de modules geanalyseerd om te bepalen welke onderwerpen ontbreken of waarvoor op een lager niveau examen is afgelegd.

Tabel B

Naar

Van

A1

A2

A3

A4

B1.1

B1.2

B1.3

B1.4

B2

B2L

B3

L1C

L1

L2C

L2

L3H

L3G

L4H

L4G

L5

A1

Geen

16.

12.

12, 16.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 2, 8, 9.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 9.

A2

11, 15.

Geen

12, 15.

12.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 2, 8, 9.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 9.

A3

11, 17.

11, 16, 17.

Geen

16.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 2, 8, 9.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 9.

A4

11, 15, 17.

11, 17.

15.

Geen

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 9.

Alle behalve 2, 8, 9.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 2L.

Alle behalve 9.

B1.1

Geen

16.

12.

12, 16.

Geen

16.

12.

12, 16.

4, 5, 13,14.

4, 5, 13SQ, 14SQ.

16.

12L.

12L.

8L**, 12L.

8L**, 12L.

9L.

10L.

9L, 11L.

10L,

11L.

8L**, 10L, 11, 12L.

B1.2

11, 15.

Geen

12, 15.

12.

11, 15.

Geen

12, 15.

12.

4, 5, 13, 14.

4, 5, 13SQ. 14SQ.

Geen

12L.

12L.

8L*,

12L.

8L*,

12L.

9L.

10L.

9L, 11L.

10L,

11L.

8L*, 10L, 11, 12L.

B1.3

11, 17.

11, 16, 17.

Geen

16.

11, 17.

11, 16, 17.

Geen

16.

4, 5, 13, 14.

4, 5, 13SQ. 14SQ.

11, 16, 17.

7L, 12L.

7L, 12L.

7L, 8L**, 12L.

7L, 8L**, 12L.

9L.

10L.

9L, 11L.

10L,

11L.

8L**, 10L, 11, 12L.

B1.4.

11, 15, 17.

11, 17.

15.

Geen

11, 15, 17.

11, 17.

15.

Geen

4, 5, 13, 14.

4, 5, 13SQ. 14SQ.

11, 17.

7L, 12L.

7L, 12L.

7L, 8L*, 12L.

7L, 8L*, 12L.

9L.

10L.

9L, 11L.

10L,

11L.

8L*, 10L, 11, 12L.

B2.

6, 7, 11, 15, 17.

6, 7, 11, 16, 17.

6, 7, 12, 15.

6, 7, 12, 16.

6, 7, 11, 15, 17.

6, 7, 11, 16, 17.

6, 7, 12, 15.

6, 7, 12, 16.

Geen

Geen

6, 7, 11, 16, 17.

5L, 7L.

4L, 5L, 6L, 7L.

5L, 7L, 8L.

4L, 5L, 6L, 7L, 8L.

9L.

10L.

9L, 11L.

10L, 11L.

6, 7, 11 of 12, 15 of 16, 17, 8L, 10L.

B2L

6, 7, 11, 15, 17.

6, 7, 11, 16, 17.

6, 7, 12, 15.

6, 7, 12, 16.

6, 7, 11, 15, 17.

6, 7, 11, 16, 17.

6, 7, 12, 15.

6, 7, 12, 16.

13SQ, 14SQ.

Geen

6, 7, 11, 16, 17.

5L, 7L, 12LSQ.

4L, 5L, 6L, 7L, 12LSQ.

5L, 7L, 8L, 12LSQ.

4L, 5L, 6L, 7L, 8L, 12LSQ.

9L.

10L.

9L, 11L.

10L, 11L.

6, 7, 11 of 12, 15 of 16, 17, 8L, 10L.

B3

11, 15.

11

12, 15.

12.

2, 3, 5, 8, 11, 15.

2, 3, 5, 8, 11.

2, 3, 5, 8, 12, 15.

2, 3, 5, 8, 12.

2, 3, 4, 5, 8, 13, 14.

2, 3, 4, 5, 8, 13SQ.

Geen

12L.

12L.

8L*, 12L.

8L*, 12L.

9L.

10L.

9L, 11L.

10L, 11L.

2, 3, 5, 8, 11 of 12, 8L*, 10L, 11L, 12L.


Naar

Van

A1

A2

A3

A4

B1.1

B1.2

B1.3

B1.4

B2

B2L

B3

L1C

L1

L2C

L2

L3H

L3G

L4H

L4G

L1C

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Geen

4L, 6L.

8L.

4L, 6L, 8L.

9L.

10L.

8L, 9L, 11L.

8L, 10L, 11L.

L1

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Geen

Geen

8L.

8L.

9L.

10L.

8L, 9L, 11L.

8L, 10L, 11L.

L2C

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Geen

4L, 6L.

Geen

4L, 6L.

9L.

10L.

9L, 11L.

10L, 11L.

L2

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Geen

Geen

Geen

Geen

9L.

10L.

9L, 11L.

10L, 11L.

L3H

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

5L, 7L.

4L, 5L, 6L, 7L.

5L, 7L, 8L.

4L, 5L, 6L, 7L, 8L.

Geen

10L.

8L, 11L.

8L, 10L, 11L.

L3G

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

5L, 7L.

4L, 5L, 6L, 7L.

5L, 7L, 8L.

4L, 5L, 6L, 7L, 8L.

9L.

Geen

8L, 9L, 11L.

8L, 11L.

L4H

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

5L, 7L.

4L, 5L, 6L, 7L.

5L, 7L.

4L, 5L, 6L, 7L.

Geen

10L.

Geen

10L.

L4G

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

Alle

5L, 7L.

4L, 5L, 6L, 7L.

5L, 7L.

4L, 5L, 6L, 7L.

9L.

Geen

9L.

Geen

SQ = hangt af van systeemkwalificatie.

*:

met uitzondering van de onderwerpen in verband met zuigermotoren.

**:

met uitzondering van de onderwerpen in verband met turbinemotoren.
”;

(23)

EASA-formulier 26 in aanhangsel VI wordt als volgt gewijzigd:

(a)

bladzijde 1 wordt vervangen door:

I.

EUROPESE UNIE (*)

[LIDSTAAT]

[NAAM & LOGO VAN DE AUTORITEIT]

II.

Deel 66

BEWIJS VAN BEVOEGDHEID VOOR ONDERHOUD VAN LUCHTVAARTUIGEN

III.

Nr. bewijs van bevoegdheid [CODE LIDSTAAT].66.[XXXX]

EASA-FORMULIER 26 versie 6”

(b)

de pagina met XIII. BEPERKINGEN DEEL 66 wordt vervangen door:

“XIII.

BEPERKINGEN DEEL 66

 

Bewijs geldig tot:

III.

Nr. bewijs van bevoegdheid:”

(24)

aanhangsel VII wordt vervangen door:

“Aanhangsel VII

Basiskennisvereisten voor een bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen van categorie L

De definities van de verschillende kennisniveaus die uit hoofde van dit aanhangsel vereist zijn, zijn dezelfde als beschreven in punt 1 van aanhangsel I.

1.   Modularisering

De vereiste modules voor elke subcategorie/categorie van bewijzen van bevoegdheid voor luchtvaartuigen zijn in overeenstemming met de volgende matrix. Indien van toepassing worden de onderwerpmodules aangeduid met een “X”, terwijl “n.v.t.” betekent dat de onderwerpmodule noch van toepassing, noch vereist is.

De basiskennisvereiste voor L5 is dezelfde als voor elke B1-subcategorie (zoals aangegeven in aanhangsel I) plus andere modules zoals aangegeven in de matrix.

 

Subcategorieën van bewijzen van bevoegdheid

 

Composietzweefvliegtuigen

Zweefvliegtuigen

Gemotoriseerde composietzweefvliegtuigen en composiet-ELA1-vleugelvliegtuigen

Gemotoriseerde zweefvliegtuigen en ELA1-vleugelvliegtuigen

Heteluchtballonnen

Gasballonnen

Luchtschepen met hete lucht

ELA2-luchtschepen met hete lucht

Gasluchtschepen hoger dan ELA2

Onderwerpmodules

L1C

L1

L2C

L2

L3H

L3G

L4H

L4G

L5

1L

“Basiskennis”

X

X

X

X

X

X

X

X

n.v.t.

2L

“Menselijke factoren”

X

X

X

X

X

X

X

X

n.v.t.

3L

“Luchtvaartwetgeving”

X

X

X

X

X

X

X

X

n.v.t.

4L

“Structuur van hout en/of metalen buizen overtrokken met textiel”

n.v.t.

X

n.v.t.

X

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

5L

“Composietstructuur”

X

X

X

X

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

6L

“Metalen structuur”

n.v.t.

X

n.v.t.

X

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

7L

“Casco — Algemene, mechanische en elektrische systemen”

X

X

X

X

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

8L

“Motor”

n.v.t.

n.v.t.

X

X

n.v.t.

n.v.t.

X

X

X (*1)

9L

“Ballonnen — Heteluchtballonnen”

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

X

n.v.t.

X

n.v.t.

n.v.t.

10L

“Ballonnen — Gasballonnen (vrij/verankerd)”

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

X

n.v.t.

X

X

11L

“Luchtschepen — LUCHTSCHEPEN met hete lucht/gas”

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

X

X

X

12L

“Radio Com/ELT/transponder/instrumen-ten”

X

X

X

X

n.v.t.

n.v.t.

X

X

X

MODULE 1L — BASISKENNIS

MODULE 1L — BASISKENNIS

Niveau

1L.1

Wiskunde

Rekenkunde

Algebra

Meetkunde

1

1L.2

Fysica

Stoffen

Mechanica

Temperatuur

1

1L.3

Elektriciteit

Wisselstroom- en gelijkstroomcircuits

1

1L.4

Aerodynamica/aerostatica

1

1L.5

Veiligheid en milieubescherming op de arbeidsplaats

2

MODULE 2L — MENSELIJKE FACTOREN

MODULE 2L — MENSELIJKE FACTOREN

Niveau

2L.1

Algemeen

1

2L.2

Menselijke prestaties en beperkingen

1

2L.3

Sociale psychologie

1

2L.4

Factoren die de prestatie beïnvloeden

1

2L.5

Fysieke omgeving

1

2L.6

“Dirty Dozen” en risicobeperking

2

MODULE 3L — LUCHTVAARTWETGEVING

MODULE 3L — LUCHTVAARTWETGEVING

Niveau

3L.1

Regelgevingskader

1

3L.2

Voorschriften voor permanente luchtwaardigheid

1

3L.3

Reparaties en aanpassingen (deel ML)

2

3L.4

Onderhoudsgegevens (deel ML)

2

3L.5

Bevoegdheden van het bewijs en de wijze waarop die correct worden uitgeoefend (deel 66, deel ML)

2

MODULE 4L — STRUCTUUR VAN HOUT EN/OF METALEN BUIZEN OVERTROKKEN MET TEXTIEL

MODULE 4L — STRUCTUUR VAN HOUT EN/OF METALEN BUIZEN OVERTROKKEN MET TEXTIEL

Niveau

4L.1

Casco van hout/combinatie van metalen buizen en textiel

2

4L.2

Materialen

2

4L.3

Schade en gebreken vaststellen

3

4L.4

Standaardprocedures voor herstelling en onderhoud

3

MODULE 5L — COMPOSIETSTRUCTUUR

MODULE 5L — COMPOSIETSTRUCTUUR

Niveau

5L.1

Casco van vezelversterkt plastic (fibre-reinforced plastic, FRP)

2

5L.2

Materialen

2

5L.3

Schade en gebreken vaststellen

3

5L.4

Standaardprocedures voor herstelling en onderhoud

3

MODULE 6L — METALEN STRUCTUUR

MODULE 6L — METALEN STRUCTUUR

Niveau

6L.1

Metalen casco

2

6L.2

Materialen

2

6L.3

Schade en gebreken vaststellen

3

6L.4

Standaardprocedures voor herstelling en onderhoud

3

MODULE 7L — CASCO — ALGEMENE, MECHANISCHE EN ELEKTRISCHE SYSTEMEN

MODULE 7L — CASCO — ALGEMENE, MECHANISCHE EN ELEKTRISCHE SYSTEMEN

Niveau

7L.1

Vluchttheorie — Zweefvliegtuigen en vleugelvliegtuigen

1

7L.2

Cascostructuur — Zweefvliegtuigen en vleugelvliegtuigen

1

7L.3

Klimaatregeling (ATA 21)

1

7L.4

Elektrisch vermogen, kabels en connectoren (ATA 24)

2

7L.5

Uitrusting en inrichting (ATA 25)

2

7L.6

Brandbeveiliging en andere veiligheidssystemen (ATA 26)

2

7L.7

Stuurorganen (ATA 27)

3

7L.8

Brandstofsysteem (ATA 28)

2

7L.9

Hydraulisch vermogen (ATA 29)

2

7L.10

Bescherming tegen regen en ijs (ATA 30)

1

7L.11

Landingsgestel (ATA 32)

2

7L.12

Lichten (ATA 33)

2

7L.13

Zuurstof (ATA 35)

2

7L.14

Pneumatisch/vacuüm (ATA 36)

2

7L.15

Waterballast (ATA 41)

2

7L.16

Sluitingen

2

7L.17

Buizen, slangen en verbindingsstukken

2

7L.18

Veren

2

7L.19

Lagers

2

7L.20

Overbrenging

2

7L.21

Besturingskabels

2

7L.22

Passing en speling

2

7L.23

Massa en zwaartepunt van luchtvaartuigen

2

7L.24

Praktijken en gereedschap in de werkplaats

2

7L.25

Demontage-, inspectie-, reparatie- en montagetechnieken

2

7L.26

Abnormale voorvallen

2

7L.27

Onderhoudsprocedures

2

MODULE 8L — MOTOR

MODULE 8L — MOTOR

Zuiger

Turbine

Elektrisch

Niveau

8L.1

Algemene basiskenmerken motor

X

X

X

2

8L.2

Basiskenmerken en prestaties zuigermotor

X

 

 

2

8L.3

Bouw zuigermotor

X

 

 

2

8L.4

Brandstofsysteem zuigermotor (niet-elektronisch)

X

 

 

2

8L.5

Start- en ontstekingssysteem

X

 

 

2

8L.6

Luchtinlaat, uitlaat en koelsysteem

X

 

 

2

8L.7

Drukvulling/Turbodrukvulling

X

 

 

2

8L.8

Smeersystemen van zuigermotoren

X

 

 

2

8L.9

Motorsignaleringssystemen

X

X

X

2

8L.10

Elektrische luchtvaartuigmotoren

 

 

X

2

8L.11

Basiskenmerken en prestaties turbinemotor

 

X

 

2

8L.12

Inlaat en compressor

 

X

 

2

8L.13

Verbrandingskamer, start- en ontstekingssysteem

 

X

 

2

8L.14

Turbinesectie en uitlaat

 

X

 

2

8L.15

Andere componenten en systemen van turbinemotoren

 

X

 

2

8L.16

Turbinemotorregeling en gebruik aan de grond

 

X

 

2

8L.17

Propeller

X

X

X

2

8L.18

Zelfstandige digitale elektronische motorregelapparatuur (FADEC)

X

X

X

2

8L.19

Smeermiddelen en brandstoffen

X

X

X

2

8L.20

Installatie van motor en propeller

X

X

X

2

8L.21

Motortoezicht en gebruik aan de grond

X

X

X

2

8L.22

Opslag en bewaring van motor/propeller

X

X

X

2

MODULE 9L — BALLONNEN — HETELUCHTBALLONNEN

MODULE 9L — BALLONNEN — HETELUCHTBALLONNEN

Niveau

9L.1

Vluchttheorie — Heteluchtballonnen

1

9L.2

Algemeen casco van heteluchtballonnen

2

9L.3

Ballonomhulsel

3

9L.4

Verhittingssysteem/brander

3

9L.5

Mand en mandophanging (incl. alternatieve voorzieningen)

3

9L.6

Instrumenten

2

9L.7

Uitrusting

2

9L.8

Behandeling en opslag van heteluchtballonnen

2

9L.9

Demontage-, inspectie-, reparatie- en montagetechnieken

3

MODULE 10L — BALLONNEN — GASBALLONNEN (VRIJ/VERANKERD)

MODULE 10L — BALLONNEN — GASBALLONNEN (VRIJ/VERANKERD)

Niveau

10L.1

Vluchttheorie — Gasballonnen

1

10L.2

Algemeen casco van gasballonnen

2

10L.3

Ballonomhulsel

3

10L.4

Netstructuur

3

10L.5

Kleppen, parachutes en andere aanverwante systemen

3

10L.6

Mandring

3

10L.7

Mand (incl. alternatieve inrichtingen)

3

10L.8

Touwen en lijnen

3

10L.9

Instrumenten

2

10L.10

Systemen van verankerde gasballonnen (TGB)

3

10L.11

Uitrusting

2

10L.12

Behandeling en opslag van gasluchtballonnen

2

10L.13

Demontage-, inspectie-, reparatie- en montagetechnieken

3

MODULE 11L — LUCHTSCHEPEN — LUCHTSCHEPEN MET HETE LUCHT/GAS

MODULE 11L — LUCHTSCHEPEN — LUCHTSCHEPEN MET HETE LUCHT/GAS

Niveau

11L.1

Vluchttheorie en besturing van luchtschepen

2

11L.2

Structuur van het casco van luchtschepen — Algemene begrippen

2

11L.3

Omhulsel van luchtschepen

2

11L.4

Gondel

3

11L.5

Stuurorganen van luchtschepen (ATA 27/55)

3

11L.6

Elektriciteit (ATA 24)

3

11L.7

Lichten (ATA 33)

2

11L.8

Bescherming tegen ijs en regen

3

11L.9

Brandstofsystemen (ATA 28)

2

11L.10

Motor en propellers van luchtschepen

2

11L.11

Behandeling en opslag van luchtschepen

2

11L.12

Demontage-, inspectie-, reparatie- en montagetechnieken

2

MODULE 12L — RADIO COM/ELT/TRANSPONDER/INSTRUMENTEN

MODULE 12L — RADIO COM/ELT/TRANSPONDER/INSTRUMENTEN

Niveau

12L.1

Radio Com/ELT

2

12L.2

Transponder en FLARM

2

12L.3

Instrumenten

2

12L.4

Algemeen testgereedschap voor luchtvaartelektronica

1

(25)

aanhangsel VIII wordt als volgt gewijzigd:

(a)

aan punt a) worden de volgende punten vi) en vii) toegevoegd:

“vi)

een module waarvoor men niet geslaagd is, mag niet opnieuw worden afgelegd gedurende ten minste 90 dagen vanaf de datum van het niet gehaalde module-examen;

vii)

het maximale aantal pogingen per examen bedraagt drie binnen een periode van twaalf maanden.”;

(b)

punt b) wordt vervangen door:

“b)

Het aantal vragen per module is als volgt:

i)

module 1L “BASISKENNIS”: 20 vragen.

Toegestane tijd: 25 minuten;

ii)

module 2L “MENSELIJKE FACTOREN”: 20 vragen.

Toegestane tijd: 25 minuten;

iii)

module 3L “LUCHTVAARTWETGEVING”: 28 vragen.

Toegestane tijd: 35 minuten;

iv)

module 4L “STRUCTUUR VAN HOUT EN/OF METALEN BUIZEN OVERTROKKEN MET TEXTIEL”: 40 vragen.

Toegestane tijd: 50 minuten;

v)

module 5L “COMPOSIETSTRUCTUUR”: 32 vragen.

Toegestane tijd: 40 minuten;

vi)

module 6L “METALEN STRUCTUUR”: 32 vragen.

Toegestane tijd: 40 minuten;

vii)

module 7L “CASCO — ALGEMENE, MECHANISCHE EN ELEKTRISCHE SYSTEMEN”: 60 vragen.

Toegestane tijd: 75 minuten;

viii)

module 8L “MOTOR”: 64 vragen.

Toegestane tijd: 80 minuten;

ix)

module 9L “BALLONNEN — HETELUCHTBALLONNEN”: 36 vragen.

Toegestane tijd: 45 minuten;

x)

module 10L “BALLONNEN — GASBALLONNEN (VRIJ/VERANKERD)”: 44 vragen.

Toegestane tijd: 55 minuten;

xi)

module 11L “LUCHTSCHEPEN — LUCHTSCHEPEN MET HETE LUCHT/GAS”: 40 vragen.

Toegestane tijd: 50 minuten;

xii)

Module 12L “RADIO COM/ELT/TRANSPONDER/INSTRUMENTEN”: 20 vragen.

Toegestane tijd: 25 minuten.”;

(26)

het volgende aanhangsel IX wordt toegevoegd:

“Aanhangsel IX

Beoordelingsmethode voor de opleiding op basis van multimedia”

1.

Dit aanhangsel heeft tot doel de vereisten vast te stellen voor de beoordeling en goedkeuring door een bevoegde autoriteit van elke cursus die een opleiding op basis van multimedia omvat overeenkomstig punt 66.B.135.

Dit aanhangsel kan worden gebruikt voor de beoordeling van andere opleidingen als de bevoegde autoriteit besluit dat de in dit aanhangsel bepaalde beoordelingsmethode geschikt is voor dergelijke andere cursussen.

De bevoegde autoriteit voert de beoordeling uit aan de hand van alle criteria in tabel A, ingedeeld in vier categorieën van a) tot en met d). De bevoegde autoriteit vermeldt in de tabel duidelijk de beoordeelde opleiding op basis van multimedia en de productieversie en updateversies ervan.

2.

De bevoegde instantie die de beoordeling uitvoert, neemt het standpunt in van de student of de eindgebruiker en beoordeelt elk criterium in tabel A afzonderlijk op een schaal van 1 tot 5, en wel als volgt:

1:

onaanvaardbaar. Voldoet niet aan de vereiste criteria.

2:

gedeeltelijk aanvaardbaar, maar moet worden verbeterd om aan de vereiste criteria te voldoen.

3:

aanvaardbaar. Voldoet aan de vereiste criteria.

4:

goed. Voldoet aan de vereiste criteria en wordt verbeterd.

5:

uitstekend. Overtreft de vereiste criteria.

3.

Als de score voor een of meer criteria lager is dan 3, vraagt de bevoegde autoriteit een alternatief leerproces om de geschiktheid van het product op een aanvaardbaar niveau te brengen.

4.

Zodra de bevoegde autoriteit voor elk van de in tabel A vermelde criteria een score heeft toegekend, gebruikt zij de volgende gecombineerde beoordelingsschaal om het algemene geschiktheidsniveau van elk op multimedia gebaseerd leermiddel te bepalen:

100-80: uitstekend leermiddel, dat verschillende functies biedt en voldoet aan de vereiste geschiktheidscriteria.

79-60: het leermiddel voldoet aan de vereiste geschiktheidscriteria.

59-40: het leermiddel heeft niet genoeg educatieve waarde. Het kan alleen worden gebruikt voor “informele” opleidingen.

39-20: Het leermiddel scoort onder het gemiddelde. Het voldoet niet aan verschillende van de vereiste geschiktheidscriteria.

Voordat de bevoegde autoriteit het product goedkeurt, controleert zij of de eindscore van de opleiding op basis van multimedia gelijk is aan of hoger is dan 60, en of de score voor geen enkel criterium lager is dan 3.

Tabel A: Beoordeling van de opleiding op basis van multimedia

Beoordelingstabel voor de opleiding op basis van multimedia

Productgegevens:

Naam:

Versie:

 

SCORE (1-5)

Categorie a) “Academische kwaliteit”

Betrouwbaarheid van de informatie

1.

De informatie is betrouwbaar.

 

Relevantie van de informatie

2.

De informatie is relevant.

 

Categorie b) “Pedagogische kwaliteit”

Pedagogische formulering/ opzet

3.

De kwaliteit van de vereenvoudiging van het leermiddel is passend.

 

4.

Het leermiddel bevat een passend aantal overzichten en samenvattingen.

 

5.

Het leermiddel is duidelijk gestructureerd (samenvattingen, plannen).

 

6.

De structuur bevordert het gebruik in de pedagogische context.

 

Pedagogische strategieën

7.

De leerdoelen worden vermeld.

 

8.

Het leermiddel bevat stimulansen om leren te bevorderen.

 

9.

Het leermiddel zorgt voor interactie tussen student en instructeur.

 

10.

De actieve betrokkenheid van de student wordt aangemoedigd.

 

11.

Studentgericht leren is aanwezig.

 

12.

Probleemoplossende taken stimuleren leren.

 

13.

Het leermiddel maakt communicatie tussen studenten mogelijk.

 

14.

De studenten kunnen hun vooruitgang waarnemen.

 

Beoordelingsmethoden voor studenten

15.

Het leermiddel voorziet in een zelfbeoordelingsprocedure.

 

Categorie c) “Didactische kwaliteit”

Leeractiviteiten

16.

De inhoud verwijst naar situaties in de praktijk waarmee de student in een echte onderhoudsomgeving geconfronteerd kan worden.

 

Leerinhoud

17.

De inhoud is geschikt om aan de leerdoelstellingen te voldoen.

 

Categorie d) “Technische kwaliteit”

Ontwerp

18.

De inhoud en organisatie van het leermiddel omvatten het juiste gebruik van kleuren, interactiviteit, grafische kwaliteit, animaties en illustraties.

 

Bladeren

19.

De navigatiemethoden zijn duidelijk, consistent en intuïtief.

 

Technologische aspecten

20.

Multimediatechnieken bevorderen de overdracht van informatie.

 

Eindscore:

 

Noten:

De bevoegde autoriteit houdt rekening met het volgende bij de beoordeling van de opleiding op basis van multimedia aan de hand van de in tabel A vermelde individuele criteria:

Categorieën:

a)

Academische kwaliteit

De in de multimediabron gepresenteerde informatie heeft twee kenmerken:

i.

Betrouwbaarheid: de informatie is betrouwbaar, actueel en relatief vrij van fouten. De informatie voldoet aan de geldende wettelijke voorschriften.

ii.

Relevantie: de informatie is relevant voor de leerdoelstellingen die voor de cursus zijn vastgesteld. Ze ondersteunt de student bij het behalen van de leerdoelstellingen.

b)

Pedagogische kwaliteit

De opleiding op basis van multimedia legt de nadruk op activiteiten die de ontwikkeling van de vereiste kennis en vaardigheden bevorderen.

De belangrijkste criteria voor elk product hebben betrekking op drie aspecten:

i.

Pedagogische formulering/opzet: de opleiding wordt gekenmerkt door de kwaliteit van de vereenvoudiging, de aanwezigheid van samenvattingen en het gebruik van diagrammen, figuren, animaties en illustraties. Er wordt beoordeeld of de structuur van het leermiddel het gebruik ervan in een pedagogische context bevordert. Dit heeft betrekking op het oriëntatiegemak (samenvatting, leerplan), de aanwezigheid van passende interactie, bruikbaarheid (terug, vooruit, scrolboxen enz.) en communicatiemiddelen (vragen en antwoorden, veel gestelde vragen, forum enz.).

ii.

Pedagogische strategieën: onderwijs- en leerstijlen moeten gebaseerd zijn op actieve onderwijsbenaderingen om zinvolle situaties op te bouwen die verband houden met de leerdoelstellingen en de motivatie van de student.

iii.

Beoordelingsmethoden voor studenten: er zijn methoden voorhanden om het behalen van de leerdoelstellingen te meten.

c)

Didactische kwaliteit

i.

Leeractiviteiten: de inhoud verwijst naar situaties in de praktijk waarmee de student in een echte onderhoudsomgeving geconfronteerd kan worden.

ii.

Leerinhoud: de inhoud is geschikt om aan de leerdoelstellingen te voldoen.

d)

Technische kwaliteit

In dit deel worden het ontwerp, de browser en de technologische aspecten van de leermiddelen beoordeeld:

i.

Ontwerp: de inhoud en organisatie van het leermiddel stimuleren het juiste gebruik van kleuren, interactiviteit, grafische kwaliteit van de gekozen beelden, animaties en illustraties.

ii.

Bladeren : tijdens het navigeren moet de student een plan, een register of een gedetailleerde inhoudsopgave kunnen vinden. De voorgestelde keuzes of richtsnoeren moeten duidelijk zijn en de groepen binnen de menu’s consistent.

iii.

Technologische aspecten: multimediatechnieken zijn erop gericht de capaciteiten van nieuwe technologie in het onderwijs te combineren en te benutten om de overdracht van kennis te bevorderen. Daarom moet het systeem het gebruik van animaties, simulaties of andere interactieve elementen bevorderen.”.

”.

(*)  De ervaring mag met 50 % worden verminderd, maar dan wordt het bewijs van bevoegdheid beperkt, d.w.z. een bewijs met uitzondering van “complexe onderhoudstaken zoals bepaald in aanhangsel VII van bijlage I (deel M), standaardwijzigingen zoals bepaald in punt 21.A.90B van bijlage I (deel 21) bij Verordening (EU) nr. 748/2012 en standaardherstellingen zoals bepaald in punt 21.A.431B van bijlage I (deel 21) bij Verordening (EU) nr. 748/2012.”

(*1)  Alleen toepasselijke voortstuwingsonderwerpen van module 8L zijn vereist; die zijn afhankelijk van de B1-subcategorie waaruit de aanvrager afkomstig is.


BIJLAGE II

BIJLAGE IV (deel 147) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 wordt als volgt gewijzigd:

(1)

in de inhoudsopgave wordt punt 147.A.305 vervangen door: “147.A.305 Luchtvaartuigtype-evaluatie en taakbeoordeling”;

(2)

147.A.100 wordt als volgt gewijzigd:

(a)

punt b) wordt vervangen door:

“b)

Voor het geven van theorie-onderricht en het afleggen van kennisexamens worden geschikte, volledig omsloten en van andere faciliteiten gescheiden ruimten beschikbaar gesteld.”;

(b)

punt f) wordt vervangen door:

“f)

Het aantal studenten dat tijdens een opleidingscursus praktijkonderricht bijwoont, bedraagt maximaal 15 per instructeur of beoordelaar.”;

(c)

punt h) wordt vervangen door:

“h)

Er dienen voorzieningen te zijn voor het veilig opslaan van examen- en opleidingsgegevens. Die opslagvoorzieningen moeten van dien aard zijn dat de documenten in goede staat bewaard blijven gedurende de in punt 147.A.125 gespecificeerde bewaarperiode. De opslagvoorzieningen en kantoorruimten mogen gecombineerd worden, mits de veiligheid gewaarborgd blijft.”;

(d)

het volgende punt j) wordt toegevoegd:

“j)

In afwijking van de punten a) tot en met d) en punt f), in het geval van afstandsonderwijs op een plaats waar de overeenkomstig deze bijlage erkende organisatie geen controle heeft over de omgeving waarin de studenten zijn gevestigd, geeft de overeenkomstig deze bijlage erkende organisatie een uiteenzetting over de geschiktheid van de leeromgeving om de studenten daarvan bewust te maken. Deze afwijking geldt alleen voor afstandsonderwijs en niet voor het bijbehorende examen en/of de bijbehorende beoordeling.”;

(3)

147.A.105, punt c), wordt vervangen door:

“c)

De onderhoudsopleidingsorganisatie neemt voldoende personeel in dienst om de theorie- en praktijkopleiding te plannen en uit te voeren, kennisexamens af te nemen en praktijkbeoordelingen uit te voeren in overeenstemming met de erkenning.”;

(4)

147.A.115 wordt als volgt gewijzigd:

(a)

punt a) wordt vervangen door:

“a)

Elk leslokaal moet beschikken over geschikte presentatieapparatuur die van dien aard is dat studenten de gepresenteerde tekst, tekeningen, diagrammen en afbeeldingen vanaf elke plek in het leslokaal met gemak kunnen zien.

Voor virtuele opleidingsomgevingen moet de inhoud van de opleiding zodanig worden opgezet dat de studenten het specifieke onderwerp beter begrijpen en dat ze de tekst, tekeningen, diagrammen en afbeeldingen van de presentatie gemakkelijk kunnen lezen.

Als dat daartoe nuttig wordt geacht, mag de presentatieapparatuur representatieve onderhoudsopleidingssimulators bevatten om het inzicht van studenten in specifieke onderwerpen te vergroten.”;

(b)

punt d) wordt vervangen door:

“d)

De in 147.A.100, punt e), gespecificeerde organisatie voor opleiding voor luchtvaartuigtypen moet toegang hebben tot het juiste type luchtvaartuig. Onderhoudsopleidingssimulators mogen worden gebruikt als dergelijke opleidingsapparatuur passende opleidingsnormen waarborgt.”;

(5)

aan 147.A.120 wordt het volgende punt c) toegevoegd:

“c)

Toegang tot het relevante onderhoudsopleidingsmateriaal voor basis- of typeopleidingscursussen kan op papier of elektronisch worden verstrekt, mits de student gedurende de gehele duur van de cursus over de passende middelen beschikt om op elk moment toegang tot dat materiaal te krijgen.”;

(6)

aan 147.A.135 wordt het volgende punt d) toegevoegd:

“d)

Het examen wordt in een gecontroleerde omgeving afgelegd bij een opleidingsorganisatie die overeenkomstig deze bijlage is erkend; de omgeving wordt beschreven in het handboek van de onderhoudsopleidingsorganisatie (MTOE).

Voor examendoeleinden wordt onder “gecontroleerde omgeving” verstaan een omgeving waarin het volgende kan worden vastgesteld en geverifieerd: a) de identiteit van de studenten; b) het goede verloop van de examenprocedure; c) de integriteit van het examen en d) de beveiliging van het examenmateriaal.”;

(7)

147.A.145, punt b), wordt vervangen door:

“b)

Theorie-onderricht, kennisexamens, praktijkopleiding en praktijkbeoordelingen mogen alleen worden uitgevoerd op de in het erkenningscertificaat vermelde plaatsen of op de in het handboek gespecificeerde plaatsen.”;

(8)

147.A.200 wordt als volgt gewijzigd:

(a)

punt g) wordt vervangen door:

“g)

Om voordeel te halen uit veranderingen in opleidingstechnologieën en -methoden (theorie-onderricht) of van de in 66.A.25, punt e), van bijlage III (deel 66) gespecificeerde vrijstellingen, kan, niettegenstaande punt f), het in aanhangsel I (duur van de basiscursus) vastgestelde aantal uren worden gewijzigd op voorwaarde dat de inhoud en het tijdschema van de syllabus de voorgestelde wijzigingen beschrijven en rechtvaardigen. In het handboek van de onderhoudsopleidingsorganisatie wordt een procedure opgenomen om die wijzigingen te rechtvaardigen.”;

(b)

het volgende punt h) wordt toegevoegd:

“h)

De duur van conversiecursussen tussen (sub)categorieën moet worden vastgesteld door een beoordeling van de syllabus voor de basisopleiding en de daarmee samenhangende behoefte aan praktijkonderricht.”;

(9)

147.A.305 wordt vervangen door:

“147.A.305

Luchtvaarttype-evaluatie en taakbeoordeling

Een onderhoudsopleidingsorganisatie die in overeenstemming met punt 147.A.300 is goedgekeurd om luchtvaartuigtypeopleidingen te geven, neemt de in bijlage III (deel 66) gespecificeerde luchtvaartuigtype-evaluatie of luchtvaartuigtaakbeoordeling af, mits voldaan wordt aan de in punt 66.A.45 van bijlage III (deel 66) gespecificeerde norm voor luchtvaartuigtypen en/of -taken.”;

(10)

aanhangsel III wordt als volgt gewijzigd:

(a)

punt 1 wordt vervangen door:

“1.

Basisopleiding en examen

Het model voor het basisopleidingscertificaat wordt gebruikt als erkenning van de voltooiing van de basiscursus, het basisexamen of beide.

Op het opleidingscertificaat moet voor elk afzonderlijk afgelegd examen over een module duidelijk worden aangegeven op welke datum men voor dat examen is geslaagd, samen met de bijbehorende versie van aanhangsel I van bijlage III (deel 66).

EASA-formulier 148a wordt gebruikt voor opleidingen en examens die worden georganiseerd door een overeenkomstig bijlage IV (deel 147) erkende opleidingsorganisatie.

EASA-formulier 148b wordt gebruikt voor examens die door de bevoegde instantie worden afgenomen.

Bladzijde 1 van 1

CERTIFICAAT VAN ERKENNING

Referentie: [CODE LIDSTAAT (*)].147.[XXXX].[YYYYY]

Dit certificaat van erkenning wordt afgegeven aan:

[NAAM]

[GEBOORTEDATUM en -PLAATS]

Door:

[NAAM EN ADRES VAN DE ONDERNEMING]

Referentie: [CODE LIDSTAAT (*)].147.[XXXX]

een onderhoudsopleidingsorganisatie die erkend is voor het geven van opleidingen en het afnemen van examens binnen haar erkenningsprogramma en in overeenstemming met bijlage IV (deel 147) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie.

Dit certificaat bevestigt dat de bovengenoemde persoon de hieronder genoemde basisopleidingscursus(sen) (**) met goed gevolg heeft afgerond en/of het (de) hieronder genoemde basisexamen(s) (**) met goed gevolg heeft afgelegd in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie.

[BASISOPLEIDINGSCURSUS(SEN) (**)]/[BASISEXAMEN(S) (**)]

[LIJST VAN DEEL-66-MODULES/PLAATS EN DATUM VAN HET EXAMEN]

Datum: …

Handtekening: …

Namens: [NAAM VAN DE ONDERNEMING]

EASA-formulier 148a, uitgave 1

(*)

Of” EASA” als het EASA de bevoegde autoriteit is.

(**)

Doorhalen wat niet van toepassing is. Mogelijkheden:

heeft de basisopleidingscursus(sen) bijgewoond en met goed gevolg afgerond, of

heeft alleen de basisopleidingscursus(sen) bijgewoond, of

is alleen voor het (de) basisexamen(s) geslaagd.


Bladzijde 1 van 1

CERTIFICAAT VAN ERKENNING

Referentie: [Code lidstaat(*)].CAA.[XXXX].[YYYYY]

Dit certificaat van erkenning wordt afgegeven aan:

[NAAM]

[GEBOORTEDATUM en -PLAATS]

Door:

[NAAM BEVOEGDE AUTORITEIT]

[ADRES BEVOEGDE AUTORITEIT]

na een examen te hebben afgelegd overeenkomstig sectie B, subdeel C, van bijlage III (deel 66) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie.

Dit certificaat bevestigt dat de bovengenoemde persoon is geslaagd voor het (de) hieronder genoemde basisexamen(s) in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie.

[BASISEXAMEN(S)]

[LIJST VAN DEEL-66-MODULES/PLAATS EN DATUM VAN HET EXAMEN]

Datum: …

Handtekening: …

Namens: [NAAM BEVOEGDE AUTORITEIT]

EASA-formulier 148b, Uitgave 1”;

(b)

punt 2 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de titel wordt vervangen door: “2. Typeopleidingsexamen en -beoordeling”;

ii)

de eerste alinea wordt vervangen door:

“Het model van het typeopleidingscertificaat wordt gebruikt voor de erkenning van hetzij het examen over het theorie-element (inclusief opleiding), hetzij de beoordeling van het praktijkelement (inclusief opleiding), hetzij beide elementen van de opleidingscursus voor typebevoegdverklaring (aanhangsel III van bijlage III (deel 66), punt 1, a) en b)).”;

iii)

na de vierde alinea worden de volgende alinea’s ingevoegd:

“Hetzelfde formulier wordt gebruikt voor de erkenning van de voltooiing van de luchtvaartuigtype-evaluatie (66.A.45, punt d), van bijlage III (deel 66) en punt 5 van aanhangsel III van die bijlage).

EASA-formulier 149a wordt gebruikt voor opleidingen en examens die worden georganiseerd door een overeenkomstig bijlage IV (deel 147) erkende opleidingsorganisatie.

EASA-formulier 149b wordt gebruikt voor typeopleidingsexamens en type-evaluaties die worden georganiseerd door de bevoegde autoriteit of als erkenning voor de voltooiing van een luchtvaartuigtypeopleiding die is goedgekeurd via de procedure voor rechtstreekse goedkeuring van punt 66.B.130 van bijlage III (deel 66).”;

iv)

het formulier wordt vervangen door:

“Bladzijde 1 van 1

CERTIFICAAT VAN ERKENNING

Referentie: [CODE LIDSTAAT (*)].147.[XXXX].[YYYYY]

Dit certificaat van erkenning wordt afgegeven aan:

[NAAM]

[GEBOORTEDATUM en -PLAATS]

Door:

[NAAM EN ADRES VAN DE ONDERNEMING]

Referentie: [CODE LIDSTAAT (*)].147.[XXXX]

een onderhoudsopleidingsorganisatie die erkend is voor het geven van opleidingen en het afnemen van examens binnen haar erkenningsprogramma en in overeenstemming met bijlage IV (deel 147) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie.

Dit certificaat bevestigt dat de bovengenoemde persoon met goed gevolg de theorie-elementen (**) en/of praktijkelementen (**) van de goedgekeurde luchtvaartuigtypeopleiding heeft afgelegd; of de hieronder genoemde luchtvaartuigtype-evaluatie (**) heeft voltooid in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie.

[LUCHTVAARTUIGTYPEOPLEIDING (**)]

[BEGIN- en EINDDATUM]/[PLAATS]

[SPECIFICEER DE THEORIE-/PRAKTIJKELEMENTEN]

of

[LUCHTVAARTUIGTYPE-EVALUATIE (**)]

[EINDDATUM]/[LOCATIE]

Datum: …

Handtekening: …

Namens: [NAAM VAN DE ONDERNEMING]

EASA-formulier 149a, uitgave 1

(*)

Of “EASA” als het EASA de bevoegde autoriteit is.

(**)

Doorhalen wat niet van toepassing is. Mogelijkheden:

de theorie-elementen volledig bijgewoond en ervoor geslaagd, en positief beoordeeld op de praktijkelementen van de typeopleidingscursus, of

alleen de theorie-elementen volledig bijgewoond en ervoor geslaagd, of

positief beoordeeld op de praktijkelementen, of

met goed gevolg de luchtvaartuigtype-evaluatie voltooid.

Bladzijde 1 van 1

CERTIFICAAT VAN ERKENNING

Referentie: [CODE LIDSTAAT(*)].CAA.[XXXX].[YYYYY]

Dit certificaat van erkenning wordt afgegeven aan:

[NAAM]

[GEBOORTEDATUM en -PLAATS]

Door:

[NAAM BEVOEGDE AUTORITEIT]

[ADRES BEVOEGDE AUTORITEIT]

na een examen te hebben afgelegd overeenkomstig sectie B, subdeel C, van bijlage III (deel 66) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie of overeenkomstig de procedure voor de rechtstreekse goedkeuring van een luchtvaartuigtypeopleiding van punt 66.B.130 van bijlage III (deel 66) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie.

Dit certificaat bevestigt dat de bovengenoemde persoon met goed gevolg de theorie-elementen (*) en/of praktijkelementen (*) van de goedgekeurde luchtvaartuigtypeopleiding heeft afgelegd; of de hieronder genoemde luchtvaartuigtype-evaluatie (*) heeft voltooid in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie.

[LUCHTVAARTUIGTYPEOPLEIDING (*)]

[BEGIN- en EINDDATUM]/[PLAATS]

[SPECIFICEER DE THEORIE-/PRAKTIJKELEMENTEN]

of

[LUCHTVAARTUIGTYPE-EVALUATIE (*)]

[EINDDATUM]/[LOCATIE]

Datum: …

Handtekening: …

Namens: [NAAM BEVOEGDE AUTORITEIT]

EASA-formulier 149b, Uitgave 1

(*)

Doorhalen wat niet van toepassing is. Mogelijkheden:

de theorie-elementen volledig bijgewoond en ervoor geslaagd, en positief beoordeeld op de praktijkelementen van de typeopleidingscursus, of

alleen de theorie-elementen volledig bijgewoond en ervoor geslaagd, of

positief beoordeeld op de praktijkelementen, of

met goed gevolg de luchtvaartuigtype-evaluatie voltooid. ”.


BIJLAGE III

Bijlage I (deel M) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 wordt als volgt gerectificeerd:

(1)

M.A.302, punt d), wordt vervangen door:

“d)

Het AMP dient in overeenstemming te zijn met:

(1)

de instructies van de bevoegde autoriteit;

(2)

de instructies inzake de permanente luchtwaardigheid:

i)

die zijn gegeven door de houders van het typecertificaat, het beperkt typecertificaat, het aanvullend typecertificaat, de goedkeuring van het ontwerp voor een grote reparatie of een ETSO-autorisatie, of door de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp of door de houder van een andere relevante erkenning uit hoofde van bijlage I (deel 21) of, indien van toepassing, bijlage Ib (deel 21 Light) bij Verordening (EU) nr. 748/2012;

ii)

die zijn opgenomen in de certificeringsspecificaties waarnaar wordt verwezen in punt 21.A.90B of 21.A.431B van bijlage I (deel 21) bij Verordening (EU) nr. 748/2012, voor zover van toepassing;

iii)

die zijn opgenomen in de certificeringsspecificaties waarnaar wordt verwezen in punt 21L.A.62, 21L.A.102, 21L.A.202 of 21L.A.222 van bijlage Ib (deel 21 Light) bij Verordening (EU) nr. 748/2012, voor zover van toepassing;

(3)

de toepasselijke bepalingen van bijlage I (deel 26) bij Verordening (EU) 2015/640.”;

(2)

M.A.502 wordt vervangen door:

“M.A.502 Onderhoud van componenten

a)

Het onderhoud van andere componenten dan de componenten als bedoeld in 21.A.307, punt b), 2 tot en met 6, van bijlage I (deel 21) of, indien van toepassing, in 21L.A.193, punt b), 2 tot en met 6, van bijlage Ib (deel 21 Light) bij Verordening (EU) nr. 748/2012, wordt uitgevoerd door onderhoudsorganisaties die zijn erkend overeenkomstig subdeel F van deze bijlage of bijlage II (deel 145) of bijlage V quinquies (deel CAO) bij deze verordening, al naargelang van toepassing.

b)

Als een component op een luchtvaartuig is gemonteerd, mag het onderhoud van die component, bij wijze van uitzondering op punt a), worden uitgevoerd door een organisatie voor het onderhoud van luchtvaartuigen die is erkend overeenkomstig subdeel F van deze bijlage of bijlage II (deel 145) of bijlage V quinquies (deel CAO), of door het in M.A.801, punt b), 1, van deze bijlage bedoelde certificeringspersoneel. Dergelijk onderhoud wordt uitgevoerd overeenkomstig de onderhoudsgegevens van het luchtvaartuig of overeenkomstig de onderhoudsgegevens van de componenten, als de bevoegde autoriteit daarmee instemt. Die luchtvaartuigonderhoudsorganisatie of dat certificeringspersoneel mag de component tijdelijk verwijderen voor onderhoud als dat nodig is om de toegang tot de component te verbeteren, behalve als extra onderhoud nodig is ten gevolge van de verwijdering. Onderhoud van componenten dat in overeenstemming met dit punt wordt uitgevoerd, komt niet in aanmerking voor de afgifte van een EASA-formulier 1 en moet voldoen aan de in punt M.A.801 van deze bijlage bepaalde vereisten inzake de vrijgave van een luchtvaartuig.

c)

In afwijking van punt a) mag het onderhoud van een op een motor of hulpaggregaat (APU) gemonteerde component worden uitgevoerd door een organisatie voor onderhoud van motoren die erkend is overeenkomstig subdeel F van deze bijlage of bijlage II (deel 145) of bijlage V quinquies (deel CAO). Dergelijk onderhoud wordt uitgevoerd overeenkomstig de onderhoudsgegevens van de motor of het APU of overeenkomstig de onderhoudsgegevens van de component, als de bevoegde autoriteit daarmee instemt. Een organisatie voor onderhoud van motoren mag de component tijdelijk verwijderen voor onderhoud als dat nodig is om de toegang tot het onderdeel te verbeteren, behalve als extra onderhoud nodig is ten gevolge van de verwijdering.

d)

Als de in 21.A.307, punt b), 2, van bijlage I (deel 21) of in 21L.A.193, punt b), 2, van bijlage Ib (deel 21 Light) bij Verordening (EU) nr. 748/2012 vermelde componenten op het luchtvaartuig zijn gemonteerd of tijdelijk zijn verwijderd om de toegang te verbeteren, wordt het onderhoud verricht door een luchtvaartuigonderhoudsorganisatie die is erkend overeenkomstig subdeel F van deze bijlage of bijlage II (deel 145) of bijlage V quinquies (deel cao) van deze verordening, al naargelang van toepassing, door het in M.A.801, punt b), 1, van deze bijlage vermelde certificeringspersoneel of door de in M.A.801, punt b), 2, van deze bijlage vermelde piloot-eigenaar. Onderhoud van componenten dat in overeenstemming met dit punt wordt uitgevoerd, komt niet in aanmerking voor de afgifte van een EASA-formulier 1 en moet voldoen aan de in M.A.801 van deze bijlage bepaalde vereisten inzake de vrijgave van een luchtvaartuig.

e)

Het onderhoud van componenten als bedoeld in 21.A.307, punt b), 3 tot en met 6, van bijlage I (deel 21) of in 21L.A.193, punt b), 3 tot en met 6, van bijlage Ib (deel 21 Light) bij Verordening (EU) nr. 748/2012 wordt uitgevoerd door de in punt a) bedoelde organisaties, dan wel door een persoon of organisatie, en vrijgegeven met de afgifte van een “verklaring van uitgevoerd onderhoud” door de persoon of organisatie die het onderhoud heeft uitgevoerd. De “verklaring van uitgevoerd onderhoud” bevat ten minste de basisgegevens van het uitgevoerde onderhoud, de datum waarop het onderhoud is voltooid, en de identificatie van de organisatie of persoon die de verklaring afgeeft. De verklaring wordt beschouwd als een onderhoudsboekje en is voor de onderhouden component gelijkwaardig aan een EASA-formulier 1.”.


BIJLAGE IV

In ML.A.302 van bijlage V ter (deel ML) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 wordt punt c) vervangen door:

“c)

Het onderhoudsprogramma:

(1)

moet een duidelijke vermelding bevatten van de eigenaar van het luchtvaartuig en het luchtvaartuig waarop het betrekking heeft, met inbegrip van alle geïnstalleerde motoren en propellers, al naargelang van toepassing;

(2)

moet het volgende bevatten:

(a)

de taken of inspecties in het toepasselijke minimale inspectieprogramma (MIP) als bedoeld in punt d), of

(b)

de instructies voor permanente luchtwaardigheid, uitgegeven door de houder van de ontwerpgoedkeuring;

(c)

de instructies voor permanente luchtwaardigheid, uitgegeven door de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp;

(3)

mag aanvullende onderhoudsacties omvatten naast die bedoeld in punt c), 2), of andere onderhoudsacties dan die bedoeld in punt c), 2), b), op voorstel van de eigenaar, CAMO of CAO, zodra die zijn goedgekeurd of in overeenstemming met punt b) zijn verklaard. Andere dan de in punt c), 2), b), vermelde onderhoudsacties mogen niet minder beperkend zijn dan die welke in het toepasselijke MIP zijn vermeld;

(4)

moet alle verplichte informatie over de permanente luchtwaardigheid bevatten, zoals herhaalde luchtwaardigheidsaanwijzingen, het hoofdstuk luchtwaardigheidslimieten van de instructies voor permanente luchtwaardigheid en specifieke onderhoudsvereisten die zijn opgenomen in typecertificaatgegevensblad;

(5)

moet melding maken van alle aanvullende onderhoudstaken die moeten worden uitgevoerd naar aanleiding van het specifieke type luchtvaartuig, de configuratie van het luchtvaartuig en het soort en het specifieke karakter van gebruik, waarbij minstens rekening moet worden gehouden met de volgende elementen:

(a)

specifieke geïnstalleerde uitrusting en wijzigingen aan het luchtvaartuig;

(b)

reparaties die in het luchtvaartuig zijn uitgevoerd;

(c)

onderdelen met beperkte levensduur en onderdelen die essentieel zijn voor de vliegveiligheid;

(d)

onderhoudsaanbevelingen, zoals revisie-intervallen (Time Between Overhaul (TBO)), uitgegeven via service-informatie (service bulletins, service letters) en andere niet-verplichte onderhoudsinformatie;

(e)

geldende operationele aanwijzingen of vereisten met betrekking tot de periodieke inspectie van bepaalde uitrusting;

(f)

speciale operationele goedkeuringen;

(g)

gebruik van het luchtvaartuig en operationele omgeving;

(6)

moet melding maken van het feit of de piloot-eigenaars gemachtigd zijn om onderhoud te verrichten;

(7)

moet, wanneer verklaard door de eigenaar, een ondertekende verklaring bevatten waarin de eigenaar verklaart dat dit het onderhoudsprogramma is voor de specifieke luchtvaartuigregistratie en dat hij volledig verantwoordelijk is voor de inhoud ervan en met name voor eventuele afwijkingen van de aanbevelingen voor houders van ontwerpgoedkeuringen;

(8)

moet, wanneer goedgekeurd door de CAMO of CAO, zijn ondertekend door deze organisatie, die gegevens bijhoudt met de motivering voor eventuele afwijkingen van de aanbevelingen voor houders van ontwerpgoedkeuringen;

(9)

wordt ten minste eenmaal per jaar geëvalueerd om de effectiviteit ervan te beoordelen; deze evaluatie wordt uitgevoerd:

(a)

in samenhang met de beoordeling van de luchtwaardigheid van het luchtvaartuig door de persoon die deze beoordeling van de luchtwaardigheid uitvoert, of

(b)

door de CAMO of CAO die de permanente luchtwaardigheid van het luchtvaartuig beheert in die gevallen waarin de beoordeling van het onderhoudsprogramma niet wordt uitgevoerd in samenhang met een beoordeling van de luchtwaardigheid.

Als uit het onderzoek blijkt dat het luchtvaartuig tekortkomingen vertoont die verband houden met tekortkomingen in de inhoud van het onderhoudsprogramma, wordt het onderhoudsprogramma dienovereenkomstig gewijzigd. In dit geval stelt de persoon die de evaluatie uitvoert de bevoegde autoriteit van de lidstaat van registratie in kennis indien hij het niet eens is met de door de eigenaar, CAMO of CAO genomen maatregelen tot wijziging van het onderhoudsprogramma. De bevoegde autoriteit beslist welke wijzigingen van het onderhoudsprogramma noodzakelijk zijn, waarbij zij de overeenkomstige bevindingen aan de orde stelt en, indien nodig, reageert overeenkomstig punt ML.B.304.”