2.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 114/1


VERORDENING (EU) 2023/888 VAN DE RAAD

van 28 april 2023

betreffende beperkende maatregelen in verband met acties die de situatie in de Republiek Moldavië destabiliseren

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit (GBVB) 2023/891 van 28 april 2023 van de Raad betreffende beperkende maatregelen in verband met acties die de de situatie in de Republiek Moldavië destabiliseren (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 28 april 2023 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2023/891 vastgesteld, waarbij een kader wordt ingesteld voor gerichte beperkende maatregelen in verband met acties die de de situatie in de Republiek Moldavië destabiliseren. De politieke context en de beleidsredenen voor de vaststelling van de beperkende maatregelen worden uiteengezet in de overwegingen bij dat besluit. Dat besluit voorziet in een reisverbod, de bevriezing van tegoeden en economische middelen van, en het verbod op het ter beschikking stellen van tegoeden en economische middelen aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die verantwoordelijk zijn voor, steun verlenen of uitvoering geven aan acties of beleidsmaatregelen die de soevereiniteit en onafhankelijkheid van de Republiek Moldavië in overeenstemming met het internationaal recht, alsmede de democratie, de rechtsstaat, de stabiliteit of de veiligheid in de Republiek Moldavië ondermijnen of bedreigen. Natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen die aan de beperkende maatregelen onderworpen zijn, worden opgesomd in de bijlage bij Besluit (GBVB) 2023/891.

(2)

Deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is, om te garanderen dat zij in alle lidstaten door de marktdeelnemers uniform worden toegepast, regelgeving op niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen.

(3)

Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, het recht op verdediging en het recht op bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening moet worden toegepast overeenkomstig deze rechten.

(4)

De procedure voor de wijziging van de lijst in bijlage I bij deze verordening moet inhouden dat de aangewezen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in kennis worden gesteld van de redenen waarom zij op de lijst zijn geplaatst, zodat zij opmerkingen kunnen indienen.

(5)

Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en om een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie te waarborgen, moeten de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen overeenkomstig deze verordening dienen te worden bevroren, openbaar worden gemaakt. De verwerking van persoonsgegevens moet voldoen aan de Verordeningen (EU) 2016/679 (2) en (EU) 2018/1725 (3) van het Europees Parlement en de Raad.

(6)

De lidstaten en de Commissie moeten elkaar in kennis stellen van de maatregelen die op grond van deze verordening worden genomen, alsook van andere relevante informatie waarover zij in verband met deze verordening beschikken.

(7)

De lidstaten moeten regels vaststellen voor de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en ervoor zorgen dat deze worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)

“vordering”: elke vóór, op of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende eis, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een overeenkomst of transactie, en met name:

i)

een vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

ii)

een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm;

iii)

een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

iv)

een tegenvordering;

v)

een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

b)

“contract of transactie”: elke verrichting, ongeacht de vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dit verband worden onder “contract” tevens begrepen alle — ook de uit juridisch oogpunt op zichzelf staande — met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;

c)

“bevoegde autoriteiten”: de op de websites van bijlage II vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten;

d)

“economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

e)

“bevriezing van economische middelen”: voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door die te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;

f)

“bevriezing van tegoeden”: voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren of gebruiken van, toegang verschaffen tot of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken of bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

g)

“tegoeden”: financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

i)

contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

ii)

deposito’s bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

iii)

in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

iv)

rente, dividenden of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

v)

krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

vi)

kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven;

vii)

bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

h)

“grondgebied van de Unie”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

Artikel 2

1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van op de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, worden bevroren.

2.   Er worden geen tegoeden of economische middelen, direct of indirect, ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van op de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

3.   Bijlage I omvat:

a)

natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die verantwoordelijk zijn voor, steun verlenen of uitvoering geven aan acties of beleidsmaatregelen die de soevereiniteit en onafhankelijkheid van de Republiek Moldavië, of de democratie, de rechtsstaat, de stabiliteit of de veiligheid in de Republiek Moldavië ondermijnen of bedreigen, door middel van een van de volgende acties:

i)

het democratische politieke proces belemmeren of ondermijnen, onder meer door het houden van verkiezingen te belemmeren of ernstig te ondermijnen of door te proberen de grondwettelijke orde te destabiliseren of omver te werpen;

ii)

het plannen van, aansturen van, direct of indirect betrokken zijn bij, ondersteunen van, of anderszins faciliteren van gewelddadige demonstraties of andere gewelddaden, of

iii)

ernstig financieel wangedrag met betrekking tot overheidsmiddelen en de ongeoorloofde uitvoer van kapitaal;

b)

natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die banden hebben met de uit hoofde van punt a) aangewezen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

Artikel 3

1.   In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten, onder zodanige voorwaarden als zij dienstig achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlage I genoemde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor het betalen van redelijke honoraria of het vergoeden van andere kosten van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het routinematige aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;

d)

noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de relevante bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór zij de toestemming verleent, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat een specifieke toestemming moet worden verleend, of

e)

gestort worden op of betaald worden van een rekening van een diplomatieke of consulaire missie of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationaal recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke of consulaire missie of de internationale organisatie.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van die toestemming.

Artikel 4

1.   Artikel 2, lid 2, geldt niet voor tegoeden of economische middelen die beschikbaar worden gesteld door organisaties en agentschappen die op basis van een pijleranalyse door de Unie worden beoordeeld en waarmee de Unie een kaderovereenkomst inzake financieel partnerschap heeft ondertekend op basis waarvan die organisaties en agentschappen optreden als humanitaire partners van de Unie, op voorwaarde dat die tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor uitsluitend humanitaire doeleinden in de Republiek Moldavië.

2.   In gevallen die niet onder lid 1 van dit artikel vallen en in afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten, onder de algemene of specifieke voorwaarden die zij passend achten, specifieke of algemene toestemmingen verlenen om bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen vrij te geven of om bepaalde tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, op voorwaarde dat die tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor uitsluitend humanitaire doeleinden in de Republiek Moldavië.

3.   Indien de bevoegde autoriteit binnen vijf werkdagen na ontvangst van een verzoek om toestemming uit hoofde van lid 2, geen negatief besluit heeft genomen, geen verzoek om informatie heeft ingediend of niet heeft laten weten dat ze meer tijd nodig heeft, wordt de vergunning geacht te zijn verleend.

4.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken na het verlenen van de toestemming in kennis van elke uit hoofde van de leden 2 en 3 verleende toestemming.

Artikel 5

1.   In afwijking van artikel 2, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een arbitragebesluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam is opgenomen op de lijst in bijlage I, of van een justitieel of administratief vonnis dat in de Unie is uitgesproken of van een gerechtelijk vonnis dat uitvoerbaar is in de betrokken lidstaat, en dat van voor of na die datum dateert;

b)

de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend gebruikt om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijke beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, binnen de grenzen gesteld door de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de rechten van titularissen van dergelijke vorderingen;

c)

de beslissing komt niet ten goede aan een op de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam; alsmede

d)

de erkenning van de beslissing is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van die toestemming.

Artikel 6

1.   In afwijking van artikel 2, lid 1, en mits een betaling verschuldigd is door in bijlage I vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen op grond van een contract dat of overeenkomst die is gesloten of een verbintenis die is ontstaan vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit of het betrokken lichaam in bijlage I werd opgenomen, kunnen de bevoegde autoriteiten onder zodanige voorwaarden als zij dienstig achten toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:

a)

de tegoeden of economische middelen zullen worden gebruikt voor een betaling door een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam van bijlage I; alsmede

b)

de betaling niet in strijd is met artikel 2, lid 2.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van die toestemming.

Artikel 7

1.   Artikel 2, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een op de lijst vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit of een op de lijst vermeld lichaam zijn overgemaakt, mits de bijgeboekte bedragen eveneens bevroren worden. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteit onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

2.   Artikel 2, lid 2, is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op die rekeningen;

b)

betalingen op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam is opgenomen in bijlage I, of

c)

betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van rechterlijke, administratieve of arbitrale beslissingen die in een lidstaat zijn gegeven of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar zijn,

mits dergelijke rente, andere inkomsten en betalingen worden bevroren overeenkomstig artikel 2, lid 1.

Artikel 8

1.   Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

a)

alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie over rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 2, lid 1, zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij woonachtig of gevestigd zijn, en deze informatie rechtstreeks of via de lidstaat aan de Commissie toe te zenden; alsmede

b)

samen te werken met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van de in punt a) bedoelde informatie.

2.   Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.

3.   Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 9

Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de in artikel 2 opgenomen maatregelen worden omzeild.

Artikel 10

1.   Bevriezing van tegoeden en economische middelen of weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, indien die maatregel plaatsvindt in goed vertrouwen en in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die bedoelde maatregel uitvoeren, of van bestuurders of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen uit nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

2.   Het optreden van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen geeft geen aanleiding tot aansprakelijkheid van die natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien zij niet wisten en niet redelijkerwijs konden vermoeden dat hun optreden een inbreuk zou vormen op de maatregelen waarin deze verordening voorziet.

Artikel 11

1.   Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van deze verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot compensatie of een garantievordering, meer bepaald een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm daarvan, worden niet toegewezen indien die vorderingen worden ingesteld door:

a)

op de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

b)

natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die handelen voor rekening of ten behoeve van een van de in punt a) bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

2.   In procedures waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, geleverd door de eisende natuurlijke persoon of rechtspersoon, de eisende entiteit of het eisende lichaam.

3.   Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen op rechterlijke toetsing van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van verbintenissen uit overeenkomsten overeenkomstig de onderhavige verordening.

Artikel 12

1.   De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, in het bijzonder informatie met betrekking tot:

a)

de uit hoofde van artikel 2 bevroren tegoeden en de toestemmingen die krachtens de artikelen 3, 5 en 6 zijn verleend;

b)

inbreuken, handhavingsproblemen en vonnissen van nationale rechters.

2.   De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onverwijld in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken, en die van invloed kan zijn op de doeltreffende uitvoering van deze verordening.

Artikel 13

1.   Indien de Raad besluit een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de in artikel 2 bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage I dienovereenkomstig.

2.   De Raad stelt de betrokken natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of het betrokken lichaam in kennis van het in lid 1 bedoelde besluit en van de motivering voor opname in de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door de bekendmaking van een kennisgeving, zodat die natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of dat lichaam daarover opmerkingen kan indienen.

3.   Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad de in lid 1 bedoelde besluiten en brengt hij de betrokken natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of het betrokken lichaam daarvan op de hoogte.

4.   De lijst in bijlage I wordt regelmatig, en ten minste om de twaalf maanden, geëvalueerd.

5.   De Commissie is bevoegd om bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

Artikel 14

1.   In bijlage I worden de redenen vermeld voor het op de lijst plaatsen van de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

2.   In bijlage I wordt de informatie opgenomen, indien deze beschikbaar is, die nodig is om de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit: namen en aliassen; geboortedatum en geboorteplaats; nationaliteit; paspoort- en identiteitskaartnummers; geslacht; adres, indien bekend; functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen kan die informatie bestaan uit: namen; plaats en datum van registratie; registratienummer; en plaats van vestiging.

Artikel 15

1.   De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle noodzakelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat de bepalingen worden toegepast. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.   De lidstaten stellen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld in kennis van de in lid 1 bedoelde regels, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen.

Artikel 16

1.   De Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de “hoge vertegenwoordiger”) verwerken voor de uitoefening van hun taken uit hoofde van deze verordening persoonsgegevens. Deze taken omvatten het volgende:

a)

wat betreft de Raad, het opstellen en wijzigen van bijlage I;

b)

wat betreft de hoge vertegenwoordiger, het opstellen van wijzigingen van bijlage I;

c)

wat betreft de Commissie:

i)

het toevoegen van de inhoud van bijlage I aan de elektronische geconsolideerde lijst van personen, groepen en entiteiten waarop financiële sancties van de Europese Unie van toepassing zijn, en aan de interactieve sanctiekaart, die beide openbaar worden gemaakt;

ii)

het verwerken van informatie over de gevolgen van de maatregelen van deze verordening, zoals de waarde van bevroren tegoeden, alsook informatie over door de bevoegde autoriteiten verleende toestemming.

2.   De Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger mogen in voorkomend geval relevante gegevens verwerken die betrekking hebben op strafbare feiten die zijn gepleegd door natuurlijke personen op de lijst, op strafrechtelijke veroordelingen van die personen of veiligheidsmaatregelen betreffende die personen, doch uitsluitend voor zover deze verwerking noodzakelijk is voor het opstellen van bijlage I.

3.   Voor de toepassing van deze verordening gelden de Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger als “verwerkingsverantwoordelijke” in de zin van artikel 3, punt 8, van Verordening (EU) 2018/1725, teneinde te verzekeren dat de betrokken natuurlijke personen hun rechten uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1725 kunnen uitoefenen.

Artikel 17

1.   De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en identificeren die op de in bijlage II vermelde websites. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke wijziging van de in bijlage II vermelde websites.

2.   De lidstaten delen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mede wie hun bevoegde autoriteiten zijn en hoe contact met hen kan worden opgenomen, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen.

3.   Wanneer in deze verordening een meldingsplicht is vastgesteld, of een verplichting om de Commissie in kennis te stellen of op een andere wijze met haar te communiceren, wordt daartoe gebruikgemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage II.

Artikel 18

Overeenkomstig deze verordening door de Commissie verstrekte of ontvangen informatie mag door de Commissie uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 19

Deze verordening is van toepassing:

a)

op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

b)

aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c)

op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d)

op alle uit hoofde van het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten en lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie;

e)

op alle rechtspersonen, entiteiten en lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

Artikel 20

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

J. ROSWALL


(1)  Zie bladzijde 15 van dit Publicatieblad.

(2)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).


BIJLAGE I

Lijst van de in artikel 2 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen

[…]


BIJLAGE II

Websites voor informatie over de bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Commissie

BELGIË

https://diplomatie.belgium.be/en/policy/policy_areas/peace_and_security/sanctions

BULGARIJE

https://www.mfa.bg/en/EU-sanctions

TSJECHIË

www.financnianalytickyurad.cz/mezinarodni-sankce.html

DENEMARKEN

http://um.dk/da/Udenrigspolitik/folkeretten/sanktioner/

DUITSLAND

https://www.bmwi.de/Redaktion/DE/Artikel/Aussenwirtschaft/embargos-aussenwirtschaftsrecht.html

ESTLAND

https://vm.ee/sanktsioonid-ekspordi-ja-relvastuskontroll/rahvusvahelised-sanktsioonid

IERLAND

https://www.dfa.ie/our-role-policies/ireland-in-the-eu/eu-restrictive-measures/

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

SPANJE

https://www.exteriores.gob.es/es/PoliticaExterior/Paginas/SancionesInternacionales.aspx

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/fr/autorites-sanctions/

KROATIË

https://mvep.gov.hr/vanjska-politika/medjunarodne-mjere-ogranicavanja/22955

ITALIË

https://www.esteri.it/it/politica-estera-e-cooperazione-allo-sviluppo/politica_europea/misure_deroghe/

CΥΡRUS

https://mfa.gov.cy/themes/

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

LITOUWEN

http://www.urm.lt/sanctions

LUXEMBURG

https://maee.gouvernement.lu/fr/directions-du-ministere/affaires-europeennes/organisations-economiques-int/mesures-restrictives.html

HONGARIJE

https://kormany.hu/kulgazdasagi-es-kulugyminiszterium/ensz-eu-szankcios-tajekoztato

MALTA

https://foreignandeu.gov.mt/en/Government/SMB/Pages/SMB-Home.aspx

NEDERLAND

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-sancties

OOSTENRIJK

https://www.bmeia.gv.at/themen/aussenpolitik/europa/eu-sanktionen-nationale-behoerden/

POLEN

https://www.gov.pl/web/dyplomacja/sankcje-miedzynarodowe

https://www.gov.pl/web/diplomacy/international-sanctions

PORTUGAL

https://portaldiplomatico.mne.gov.pt/politica-externa/medidas-restritivas

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/omejevalni_ukrepi

SLOWAKIJE

https://www.mzv.sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

FINLAND

https://um.fi/pakotteet

ZWEDEN

https://www.regeringen.se/sanktioner

Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Financiële Stabiliteit, Financiële Diensten en Kapitaalmarktenunie (DG FISMA)

Joseph II-straat 54

1049 Brussel, België

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu