28.4.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 113/5 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2023/866 VAN DE COMMISSIE
van 24 februari 2023
tot wijziging van Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft perfluoroctaanzuur (PFOA), zouten daarvan en aanverwante verbindingen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen (1), en met name artikel 15, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2019/1021 geeft uitvoering aan de verbintenissen die de Unie is aangegaan in het kader van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (2) (“het verdrag”) en het Protocol inzake persistente organische verontreinigende stoffen bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (3). |
(2) |
Bijlage A bij het verdrag bevat een lijst van chemische stoffen waarvoor elke partij bij het verdrag de productie, het gebruik, de invoer en de uitvoer ervan moet verbieden of de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen moet treffen om de productie, het gebruik, de invoer en de uitvoer ervan te beëindigen, rekening houdend met de in die bijlage vastgestelde toepasselijke specifieke vrijstellingen. |
(3) |
Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/784 van de Commissie (4) is bijlage I bij Verordening (EU) 2019/1021 gewijzigd om perfluoroctaanzuur (PFOA), zouten daarvan en aanverwante verbindingen op te nemen. |
(4) |
Bijlage I bij Verordening (EU) 2019/1021 bevat een grenswaarde voor onopzettelijke sporenverontreiniging (“unintentional trace contaminant”, UTC) voor PFOA en zouten daarvan in polytetrafluorethyleenmicropoeder (PTFE-micropoeder) van 1 mg/kg, die uiterlijk op 5 juli 2022 moest worden geëvalueerd. |
(5) |
Het Risicobeoordelingscomité en het Comité sociaaleconomische analyse van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) hebben een advies (5) uitgebracht (“het advies van het ECHA”), waarin twee UTC-grenswaarden die waren vastgesteld voor PFOA, zouten daarvan en aanverwante verbindingen, zijn geëvalueerd. |
(6) |
In het advies van het ECHA werd geconcludeerd dat er processen zijn ontwikkeld om de PFOA-concentratie te verlagen tot een niveau onder de generieke UTC-grenswaarde van 0,025 mg/kg zoals vastgesteld in Verordening (EU) 2019/1021. Die processen zijn door de meeste fabrikanten van polytetrafluorethyleenmicropoeder (PTFE-micropoeder) met succes ingevoerd. De overige fabrikanten zouden tegen 5 juli 2022 aan de grenswaarde van 0,025 mg/kg kunnen voldoen. Daarom is de huidige specifieke UTC-grenswaarde voor PFOA en zouten daarvan in PTFE-micropoeder van 1 mg/kg niet langer nodig en moet deze vervallen op de datum van toepassing van deze verordening. |
(7) |
Verordening (EU) 2019/1021 verwijst naar artikel 3, punten 12 en 24, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (6) voor de definitie van “in de handel brengen” en “gebruik”. De behandeling van PTFE-micropoeder zou als “gebruik” kunnen worden aangemerkt en de overbrenging naar een andere rechtspersoon voor behandeling zou als “in de handel brengen” kunnen worden aangemerkt. |
(8) |
In ten minste één geval moet het PTFE-micropoeder voor behandeling naar een andere installatie worden vervoerd om de concentratie van PFOA en zouten daarvan te verlagen teneinde aan de UTC-grenswaarde van 0,025 mg/kg te voldoen. Daarom moet de huidige specifieke UTC-grenswaarde van 1 mg/kg worden gehandhaafd voor de vervaardiging, het in de handel brengen en het gebruik van PFOA en zouten daarvan in PTFE-micropoeder, uitsluitend ten behoeve van het vervoer en de behandeling van PTFE-micropoeder om de PFOA-concentratie te verlagen. |
(9) |
Aan PFOA verwante verbindingen zijn als onzuiverheid aanwezig in vervoerde geïsoleerde tussenproducten die worden gebruikt bij de vervaardiging van fluorchemicaliën met een perfluorkoolstofketen van ten hoogste zes atomen. Om de vervaardiging en het gebruik van dergelijke vervoerde geïsoleerde tussenproducten mogelijk te maken, is in Verordening (EU) 2019/1021 een UTC-grenswaarde van 20 mg/kg vastgesteld, die uiterlijk op 5 juli 2022 moest worden geëvalueerd. |
(10) |
In het advies van het ECHA werd geconcludeerd dat het huidige UTC-niveau het laagste is waaraan kan worden voldaan, rekening houdend met de beschikbare technologische oplossingen. Daarom moet de evaluatie van de UTC-grenswaarde worden uitgesteld. |
(11) |
C9-C14-PFCA’s zijn ook als onzuiverheden aanwezig in vervoerde geïsoleerde tussenproducten die worden gebruikt bij de vervaardiging van fluorchemicaliën met een perfluorkoolstofketen van ten hoogste zes atomen (“C6-alternatieven”). Verordening (EU) 2021/1297 van de Commissie (7) voorziet in een beperking uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1907/2006 waarin een grenswaarde voor de concentratie van die stoffen is vastgesteld, die uiterlijk op 25 augustus 2023 moet worden geëvalueerd. Het tijdschema voor de evaluatie van de UTC voor aan PFOA verwante verbindingen in tussenproducten die worden gebruikt voor de productie van C6-alternatieven uit hoofde van Verordening (EU) 2019/1021 moet worden gewijzigd om het af te stemmen op de evaluatie waarin de beperking voor C9-C14-PFCA’s van Verordening (EG) nr. 1907/2006 voorziet. |
(12) |
Bijlage I bij Verordening (EU) 2019/1021 voorziet in een vrijstelling voor het gebruik van PFOA, zouten daarvan en aanverwante verbindingen bij de vervaardiging van PTFE en polyvinylideenfluoride (PVDF) voor de vervaardiging van verschillende producten. |
(13) |
Tijdens de openbare raadpleging ter voorbereiding van het advies van het ECHA merkten de producenten van fluorpolymeren op dat PFOA, zouten daarvan en aanverwante verbindingen niet meer worden gebruikt voor de vervaardiging van PTFE en PVDF in de Unie. Op basis van deze informatie is die specifieke vrijstelling niet langer nodig en moet deze dan ook worden geschrapt. |
(14) |
De toepassing van deze verordening moet worden uitgesteld om de belanghebbenden voldoende tijd te geven om zich aan de nieuwe vereisten aan te passen. |
(15) |
Verordening (EU) 2019/1021 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EU) 2019/1021 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 18 augustus 2023.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 februari 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 169 van 25.6.2019, blz. 45.
(2) PB L 209 van 31.7.2006, blz. 3.
(3) PB L 81 van 19.3.2004, blz. 37.
(4) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/784 van de Commissie van 8 april 2020 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opneming van perfluoroctaanzuur (PFOA), zouten daarvan en aanverwante verbindingen (PB L 188I van 15.6.2020, blz. 1).
(5) https://echa.europa.eu/documents/10162/13579/art77_3c_pfoa_pfca_derogations_compiled_rac_seac_opinions_en.pdf/6582d9a1-56b2-3e88-a70f-cdf3ab33d421
(6) Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
(7) Verordening (EU) 2021/1297 van de Commissie van 4 augustus 2021 tot wijziging van bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft perfluorcarbonzuren met 9 tot 14 koolstofatomen in de keten (C9-C14-PFCA’s), zouten daarvan en aanverwante stoffen (PB L 282 van 5.8.2021, blz. 29).
BIJLAGE
In de tabel in bijlage I, deel A, van Verordening (EU) 2019/1021, wordt in de vermelding “Perfluoroctaanzuur (PFOA), zouten daarvan en aanverwante verbindingen” de vierde kolom als volgt gewijzigd:
1) |
In punt 3 wordt de tweede zin vervangen door: “De Commissie evalueert en beoordeelt deze vrijstelling uiterlijk op 25 augustus 2023.”. |
2) |
Punt 4 wordt vervangen door:
|
3) |
In punt 5 wordt subpunt e) geschrapt. |