17.4.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 102/1


VERORDENING (EU) 2023/822 VAN DE COMMISSIE

van 17 april 2023

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 461/2010 wat de toepassingsperiode ervan betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening nr. 19/65/EEG van de Raad van 2 maart 1965 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (1), en met name artikel 1,

Na raadpleging van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Tot 31 mei 2023 verleent Verordening (EU) nr. 461/2010 van de Commissie (2) aan groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector onder bepaalde voorwaarden een groepsvrijstelling van het verbod van artikel 101, lid 1, van het Verdrag.

(2)

De werking van Verordening (EU) nr. 461/2010 werd gemonitord en geëvalueerd overeenkomstig artikel 7 van die verordening. Uit die evaluatie is gebleken dat de toepassing van Verordening (EU) nr. 461/2010 over het algemeen positief is ervaren.

(3)

Het voordeel van de bij Verordening (EU) nr. 461/2010 ingestelde groepsvrijstelling is beperkt tot verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector ten aanzien waarvan met voldoende zekerheid kan worden aangenomen dat aan de voorwaarden van artikel 101, lid 3, van het Verdrag is voldaan. In dat opzicht is er geen sprake geweest van een significante wijziging van de marktvoorwaarden die aan Verordening (EU) nr. 461/2010 ten grondslag liggen, zodat met voldoende zekerheid kan worden aangenomen dat de verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector waarop die verordening van toepassing is, nog steeds voldoen aan de voorwaarden van artikel 101, lid 3, van het Verdrag. De toepassing van Verordening (EU) nr. 461/2010 moet daarom worden verlengd.

(4)

Om de Commissie in staat te stellen rekening te houden met mogelijke veranderingen in de marktomstandigheden, moet de toepassingsperiode van Verordening (EU) nr. 461/2010 met vijf jaar worden verlengd.

(5)

Verordening (EU) nr. 461/2010 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 461/2010 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 7 wordt vervangen door:

“Artikel 7

De Commissie houdt toezicht op de werking van deze verordening en voert een evaluatie daarvan uit vóór 31 mei 2028.”

.

2)

In artikel 8 wordt de tweede alinea vervangen door:

“Zij vervalt op 31 mei 2028.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 april 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB 36 van 6.3.1965, blz. 533/65.

(2)  Verordening (EU) nr. 461/2010 van de Commissie van 27 mei 2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector (PB L 129 van 28.5.2010, blz. 52).