17.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 79/65 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/594 VAN DE COMMISSIE
van 16 maart 2023
tot vaststelling van bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen voor Afrikaanse varkenspest en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (1), en met name artikel 71, lid 3, en artikel 259, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Afrikaanse varkenspest is een infectieuze virale ziekte bij gehouden en in het wild levende varkens en kan ernstige gevolgen hebben voor de betrokken dierpopulatie en de rentabiliteit van de landbouw, waardoor de verplaatsingen van zendingen van die dieren en producten daarvan binnen de Unie en de uitvoer naar derde landen worden verstoord. |
(2) |
Bij Verordening (EU) 2016/429 is een wetgevingskader vastgesteld voor de preventie en bestrijding van ziekten die kunnen worden overgedragen op dieren of mensen. Afrikaanse varkenspest valt in die verordening onder de definitie van een in de lijst opgenomen ziekte en is onderworpen aan de regels van die verordening voor de preventie en bestrijding van ziekten. Daarnaast is Afrikaanse varkenspest opgenomen in de lijst van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie (2) als een ziekte van categorie A, D en E bij Suidae, terwijl bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 van de Commissie (3) de in Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde regels voor de bestrijding van ziekten van de categorieën A, B en C worden aangevuld, onder meer met ziektebestrijdingsmaatregelen voor Afrikaanse varkenspest. |
(3) |
Bij Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad (4) zijn veterinairrechtelijke voorschriften voor dierlijke bijproducten vastgesteld teneinde risico’s voor de diergezondheid die aan deze bijproducten verbonden zijn, te voorkomen en tot een minimum te beperken. Daarnaast zijn bij Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie (5) bepaalde diergezondheidsvoorschriften vastgesteld voor dierlijke bijproducten die binnen de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 1069/2009 vallen, met inbegrip van voorschriften inzake de certificeringsvereisten voor verplaatsingen in de Unie van zendingen van die bijproducten. Die verordeningen bestrijken niet alle specifieke details en aspecten in verband met het risico op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest via van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen dierlijke bijproducten en van in het wild levende varkens uit beperkingszones I, II en III verkregen dierlijke bijproducten. Daarom is het passend in deze verordening bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen vast te stellen ten aanzien van die dierlijke bijproducten en verplaatsingen van zendingen van dergelijke dierlijke bijproducten uit beperkingszones I, II en III. |
(4) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie (6) is vastgesteld in het kader van Verordening (EU) 2016/429 en bevat bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest die door de in bijlage I bij die verordening vermelde lidstaten gedurende een beperkte periode in de in die bijlage vermelde beperkingszones I, II en III moeten worden toegepast. De in die uitvoeringsverordening vastgestelde regels zijn zoveel mogelijk in overeenstemming gebracht met internationale normen, zoals die van hoofdstuk 15.1 “Infection with African swine fever virus” van de Gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (7) (WOAH-code). |
(5) |
Deze verordening moet tevens voorzien in een regionaliseringsaanpak die in aanvulling op de ziektebestrijdingsmaatregelen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 wordt toegepast, en moet de lijst bevatten van de beperkingszones van de lidstaten die getroffen zijn door uitbraken van Afrikaanse varkenspest of die vanwege de nabijheid van dergelijke uitbraken risico lopen (“de betrokken lidstaten”). Die beperkingszones moeten worden gedifferentieerd op basis van de epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest en het risiconiveau, en worden ingedeeld als beperkingszones I, II en III, waarbij beperkingszone III de gebieden met het hoogste risiconiveau ten aanzien van de verspreiding van die ziekte en met de meest dynamische ziektesituatie bij gehouden varkens omvat. Bovendien moeten die beperkingszones worden opgenomen in de lijst in bijlage I bij deze verordening, waarbij rekening moet worden gehouden met de door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verstrekte informatie over de ziektesituatie, met wetenschappelijk gefundeerde beginselen en criteria voor de geografische vaststelling van een regionalisering ten aanzien van Afrikaanse varkenspest, met de met de lidstaten in het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders overeengekomen richtsnoeren van de Unie inzake Afrikaanse varkenspest, openbaar beschikbaar op de website van de Commissie (8), met het risiconiveau ten aanzien van de verspreiding van Afrikaanse varkenspest en met de algemene epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de betrokken lidstaat en, in voorkomend geval, in naburige lidstaten of derde landen. Verder moeten alle daaropvolgende wijzigingen van de grenzen van de beperkingszones I, II en III in bijlage I bij deze verordening gebaseerd worden op soortgelijke overwegingen als bij de opname ervan in de lijst, en moet daarbij rekening worden gehouden met internationale normen zoals de WOAH-code, en moet de afwezigheid van de ziekte gedurende een periode van ten minste twaalf maanden in de zone of een land worden aangegeven. In bepaalde situaties moet, rekening houdend met de door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verstrekte motivering, met wetenschappelijk gefundeerde beginselen en criteria voor de geografische vaststelling van een regionalisering ten aanzien van Afrikaanse varkenspest en met de op het niveau van de Unie beschikbare richtsnoeren, die periode tot drie maanden worden teruggebracht. |
(6) |
Sinds de datum waarop Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 is vastgesteld, heeft de epidemiologische situatie in de Unie zich ontwikkeld en is in de lidstaten nieuwe ervaring en kennis over de epidemiologie van Afrikaanse varkenspest opgedaan. Teneinde de verspreiding van Afrikaanse varkenspest in de Unie te voorkomen, moeten de huidige bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen voor die ziekte die in die uitvoeringsverordening zijn vastgesteld, derhalve worden herzien en aangepast, waarbij met die ontwikkelingen rekening moet worden gehouden. Bij de in deze verordening vastgestelde bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen moet dus rekening worden gehouden met de ervaring die is opgedaan bij de toepassing van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605. |
(7) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 bevat bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen voor Afrikaanse varkenspest die in het algemeen van toepassing zijn op verplaatsingen vanuit beperkingszones I, II en III van zendingen varkens die in die beperkingszones worden gehouden, en van producten daarvan. De verplaatsingen van zendingen in beperkingszones I, II en III gehouden varkens en producten daarvan binnen de beperkingszones vormen echter ook een risico in verband met de verspreiding van die ziekte en dragen bij tot de langdurige persistentie van de ziekte in die beperkingszones. Het is daarom wenselijk om, rekening houdend met de epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de betrokken lidstaten, specifieke verboden en risicobeperkende maatregelen vast te stellen voor verplaatsingen van zendingen gehouden varkens binnen die beperkingszones en het toepassingsgebied van de huidige bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen die in de regelgeving van de Unie zijn vastgesteld, dienovereenkomstig uit te breiden. |
(8) |
Met het oog op een doeltreffende en snelle reactie op nieuwe risico’s, zoals een bevestigde uitbraak van Afrikaanse varkenspest in een voorheen ziektevrije lidstaat of zone, zijn in het verleden afzonderlijke uitvoeringsbesluiten van de Commissie vastgesteld om, in voorkomend geval, de beperkingszone voor uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens, die beschermings- en bewakingszones omvatte, of de besmette zone in geval van een uitbraak van die ziekte bij in het wild levende varkens, snel op het niveau van de Unie vast te stellen overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687. Met het oog op de duidelijkheid en transparantie van de regelgeving van de Unie is het passend dat na bevestiging van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens in een voorheen ziektevrije lidstaat of zone, de betrokken gebieden op het niveau van de Unie als beschermings- en bewakingszones of, in het geval van in het wild levende varkens, als besmette zone worden aangewezen en in de lijst in bijlage II bij deze verordening worden opgenomen met vermelding van de duur van die regionalisering. Om de territoriale continuïteit van beperkingszones voor gehouden of in het wild levende varkens te waarborgen, moet het in specifieke situaties en rekening houdend met de risicobeoordeling, in voorkomend geval ook mogelijk zijn om na de bevestiging van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest zones die voorheen ziektevrij waren in bijlage I bij deze verordening als beperkingszone II of III op te nemen in plaats van deze zones in bijlage II bij deze verordening op te nemen. |
(9) |
Gezien de evoluerende epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens in de Unie, moeten de in deze verordening vastgestelde bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen, met inbegrip van de desbetreffende afwijkingen, die van toepassing zijn op beperkingszones II, ook van toepassing zijn op de in bijlage II bij deze verordening opgenomen besmette zones, naast de in de artikelen 63 tot en met 66 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 vastgestelde maatregelen. Vanwege het onmiddellijke risico op de verdere verspreiding van die ziekte bij in het wild levende varkens, mogen verplaatsingen van zendingen gehouden varkens en producten daarvan vanuit de in bijlage II bij deze verordening vermelde besmette zones naar andere lidstaten en naar derde landen echter niet worden toegestaan. |
(10) |
Artikel 16, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 voorziet voor bepaalde inrichtingen waar varkens worden gehouden en onder bepaalde voorwaarden in een afwijking, voor een periode van drie maanden na de bevestiging van een eerste uitbraak van Afrikaanse varkenspest in de lidstaat, van de verplichting om een veekerende afrastering te plaatsen. Om rekening te houden met de specifieke situatie in de lidstaten wanneer dergelijke veekerende afrasteringen om technische en administratieve redenen niet binnen een korte termijn kunnen worden geplaatst, is het passend in deze verordening een verlengde periode van zes maanden vast te stellen om te zorgen voor de correcte uitvoering van de bijzondere ziektebestrijdingsvoorschriften voor Afrikaanse varkenspest in een voorheen ziektevrije lidstaat of zone. |
(11) |
In de artikelen 166 en 167 van Verordening (EU) 2016/429 is bepaald dat zendingen van landdieren afkomstige producten van dierlijke oorsprong die zijn geproduceerd of verwerkt in inrichtingen, levensmiddelenbedrijven of zones waarvoor noodmaatregelen of verplaatsingsbeperkingen gelden, vergezeld moeten gaan van de desbetreffende diergezondheidscertificaten. Artikel 19 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 bevat de verplichtingen voor de exploitanten met betrekking tot diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens uit beperkingszones I, II en III, en bevat een lijst van zendingen waarvoor het diergezondheidscertificaat mag worden vervangen door het gezondheids- of identificatiemerk voor verplaatsingen van bepaalde zendingen vanuit die beperkingszones. Om de uitvoering van de bijzondere ziektebestrijdingsvoorschriften voor Afrikaanse varkenspest te waarborgen, moeten in deze verordening aangepaste bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot de lijst van inrichtingen waarvoor de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat voor verplaatsingen van bepaalde zendingen het diergezondheidscertificaat mag vervangen door het gezondheids- of identificatiemerk. |
(12) |
Artikel 10 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 bevat specifieke verboden ten aanzien van verplaatsingen van zendingen levende producten die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones. Artikel 31 van die uitvoeringsverordening bevat bovendien specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen levende producten die zijn verkregen van in beperkingszone II gehouden varkens, vanuit die beperkingszone op het grondgebied van dezelfde lidstaat worden toegestaan. Gezien het hoge niveau van biobeveiligingsmaatregelen in erkende inrichtingen voor levende producten, moeten in deze verordening specifieke voorwaarden worden vastgesteld voor afwijkingen met het oog op het toestaan van verplaatsingen van zendingen levende producten die zijn verkregen van in een beperkingszone III gehouden varkens, vanuit die beperkingszone op het grondgebied van dezelfde lidstaat. Dergelijke verplaatsingen mogen onder meer alleen door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat worden toegestaan als mannelijke en vrouwelijke donordieren sinds hun geboorte of gedurende een periode van ten minste drie maanden vóór de winning van de levende producten in erkende inrichtingen voor levende producten zijn gehouden, zoals vermeld in de WOAH-code. Op basis van de WOAH-code moet ook de verplichting worden vastgesteld om alle gehouden varkens in erkende inrichtingen die zendingen levende producten uit beperkingszone III mogen verplaatsen, ten minste eenmaal per jaar op Afrikaanse varkenspest te testen. |
(13) |
Artikel 14 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 bevat de algemene voorwaarden voor afwijkingen van specifieke verboden ten aanzien van verplaatsingen van zendingen in beperkingszones I, II en III gehouden varkens buiten die zones. In artikel 14, lid 1, punt a), van die uitvoeringsverordening wordt verwezen naar een algemene voorwaarde van artikel 28, lid 2, punt a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, waarin is vereist dat alle toegestane verplaatsingen in de beschermingszone uitsluitend via aangewezen routes gebeuren. Rekening houdend met andere aanwezige risicobeperkende maatregelen die in deze verordening worden vastgesteld voor de verplaatsingen van zendingen in beperkingszones I, II en III gehouden varkens, en om onnodige beperkingen te vermijden, moet een verwijzing naar de algemene voorwaarden voor het toestaan van afwijkingen van verboden in de beschermingszone in artikel 28 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 worden vervangen door een verwijzing naar de algemene voorwaarden voor het toestaan van afwijkingen van verboden die relevant zijn voor de bewakingszone in artikel 43 van die gedelegeerde verordening, waarin onder meer vereist is dat bij alle toegelaten verplaatsingen prioriteit wordt gegeven aan hoofdwegen of hoofdspoorwegen. |
(14) |
In artikel 35 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 zijn specifieke voorwaarden vastgesteld voor het toestaan van verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3 dat is verkregen van in beperkingszones II gehouden varkens, buiten die beperkingszones binnen dezelfde lidstaat, met het oog op de verwerking van dierlijke bijproducten door sterilisatie onder druk of bepaalde alternatieve methoden, de vervaardiging van voeder voor gezelschapsdieren en de omzetting van dierlijke bijproducten en afgeleide producten in biogas of compost overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1069/2009. Op basis van de doeltreffendheid van de relevante verwerkingsmethoden om de risico’s van Afrikaanse varkenspest te beperken, moeten in deze verordening ook specifieke voorwaarden worden vastgesteld voor het toestaan van verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3 dat is verkregen van varkens die in een beperkingszone III zijn gehouden, buiten die beperkingszone binnen dezelfde lidstaat, met het oog op de verwerking van dierlijke bijproducten door sterilisatie onder druk of bepaalde alternatieve methoden, de vervaardiging van voeder voor gezelschapsdieren en de omzetting van dierlijke bijproducten en afgeleide producten in biogas of compost. |
(15) |
Artikel 44 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 voorziet in speciale gezondheidsmerken of, in voorkomend geval, identificatiemerken voor bepaalde producten van dierlijke oorsprong. Deze producten moeten worden voorzien van een speciaal gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, van een identificatiemerk dat niet ovaal is en niet kan worden verward met het gezondheids- of identificatiemerk als bedoeld in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (9). Op basis van de in die verordening vastgestelde regels en met het oog op de doeltreffende toepassing van de bijzondere ziektebestrijdingsvoorschriften voor Afrikaanse varkenspest met betrekking tot verplaatsingen binnen of vanuit beperkingszones van bepaalde zendingen vers vlees en vleesproducten verkregen van gehouden of in het wild levende varkens, en omwille van de duidelijkheid, moet in deze verordening een concrete vorm van speciale merktekens worden vastgesteld, alsmede een uitgebreide reeks technische maatregelen voor de bestrijding van die ziekte. Daarnaast moet een overgangsperiode voor een geharmoniseerde vorm van dergelijke speciale merken worden ingevoerd om rekening te houden met de specifieke situatie van de bevoegde autoriteiten en de exploitanten van levensmiddelenbedrijven in door Afrikaanse varkenspest getroffen lidstaten die de nodige maatregelen moeten treffen om de naleving van deze verordening te waarborgen. |
(16) |
Uit de ervaring die is opgedaan op het gebied van de bestrijding van Afrikaanse varkenspest in de Unie blijkt dat bepaalde risicobeperkingsmaatregelen en versterkte biobeveiligingsmaatregelen nodig zijn om de verspreiding van die ziekte in inrichtingen voor gehouden varkens te voorkomen. Deze maatregelen moeten worden opgenomen in bijlage III bij deze verordening en betrekking hebben op inrichtingen waarvoor afwijkingen gelden die zijn vastgesteld voor verplaatsingen van zendingen van in de beperkingszones I, II en III gehouden varkens. |
(17) |
Sinds de datum waarop Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 is vastgesteld, heeft de epidemiologische situatie in de Unie ten aanzien van Afrikaanse varkenspest in verschillende lidstaten zich verder ontwikkeld, met name bij populaties van in het wild levende varkens, die een belangrijke rol hebben gespeeld bij de overdracht en persistentie van het virus in de Unie. Ondanks de ziektebestrijdingsmaatregelen die de lidstaten overeenkomstig de voorschriften van de Unie hebben genomen, blijven in het wild levende varkens een belangrijke bron van overdracht en persistentie van die ziekte in de Unie. De uitbraken van die ziekte bij in het wild levende varkens vormen ook een risico voor de ziektevrije lidstaten als gevolg van de verplaatsingen van in het wild levende varkens of als onderdeel van de verspreiding door mensen via besmet materiaal. Rekening houdend met de huidige epidemiologische situatie in de Unie ten aanzien van Afrikaanse varkenspest, moeten de lidstaten goed gecoördineerde en consistente bestrijdingsmaatregelen nemen. De toepassing van bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen vóór de insleep van Afrikaanse varkenspest is door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) ook aanbevolen in haar wetenschappelijk advies van 12 juni 2018 over Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen (10) en in het wetenschappelijk verslag van 18 december 2019 over epidemiologische analysen van Afrikaanse varkenspest in de Europese Unie (11). |
(18) |
Om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest door in het wild levende varkens te voorkomen, zijn goed gecoördineerde maatregelen van de lidstaten dus van cruciaal belang om dubbel werk te vermijden. Deze verordening moet daarom voorzien in een verplichting voor de lidstaten om nationale actieplannen voor in het wild levende varkens op te stellen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest in de Unie te voorkomen door te zorgen voor een gecoördineerde en consistente aanpak in alle lidstaten (“de nationale actieplannen”). Bij de minimumeisen voor de nationale actieplannen moet rekening worden gehouden met het wetenschappelijk advies van de EFSA, met name over preventieve maatregelen om het bestand aan wilde zwijnen vóór de insleep van die ziekte uit te dunnen en te stabiliseren, over passieve bewaking en over biobeveiligingsmaatregelen tijdens de jacht op in het wild levende varkens, om tot een geharmoniseerde aanpak in de lidstaten te komen. Deze nationale actieplannen en de jaarlijkse resultaten van de uitvoering ervan moeten aan de Commissie en de andere lidstaten worden voorgelegd. |
(19) |
De beheersmaatregelen voor in het wild levende varkens die in het kader van de nationale actieplannen worden genomen, moeten in voorkomend geval verenigbaar zijn met de milieuvoorschriften van de Unie, met inbegrip van de natuurbeschermingsvoorschriften van Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad (12) en Richtlijn 92/43/EEG van de Raad (13). |
(20) |
Gezien de recente ontwikkelingen in de epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de Unie en de in de Unie opgedane nieuwe ervaringen en kennis, en met het oog op de proactieve bestrijding van de met de verspreiding van die ziekte samenhangende risico’s, moeten in deze verordening herziene en uitgebreide bijzondere ziektebestrijdingsvoorschriften worden vastgesteld. Bijgevolg moet Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 worden ingetrokken en door deze verordening worden vervangen. |
(21) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 is van toepassing tot en met 20 april 2028. Gezien de huidige epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de Unie moeten de bij deze verordening vastgestelde bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen tot die datum worden gehandhaafd. |
(22) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES
Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied
1. In deze verordening worden regels vastgesteld betreffende:
a) |
bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest die gedurende een beperkte periode moeten worden toegepast door de lidstaten (14) die zijn opgenomen in de lijsten in de bijlagen I en II, of waarvan gebieden in die lijsten zijn opgenomen (de betrokken lidstaten). Die bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen zijn van toepassing op gehouden en in het wild levende varkens en op producten die zijn verkregen van varkens, naast de maatregelen die van toepassing zijn in de beschermings-, bewakings-, extra beperkings- en besmette zones die door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 21, lid 1, en artikel 63 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687; |
b) |
opname op het niveau van de Unie in de lijst in bijlage I van de beperkingszones I, II en III naar aanleiding van uitbraken van Afrikaanse varkenspest; |
c) |
opname op het niveau van de Unie in de lijst in bijlage II naar aanleiding van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest in een voorheen ziektevrije lidstaat of zone:
|
2. In deze verordening worden ook regels vastgesteld met betrekking tot de bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest die gedurende een beperkte periode door alle lidstaten moeten worden toegepast.
3. Deze verordening is van toepassing op:
a) |
de verplaatsingen van zendingen:
|
b) |
de verplaatsingen van:
|
c) |
exploitanten van levensmiddelenbedrijven die omgaan met de in de punten a) en b) bedoelde zendingen; |
d) |
alle lidstaten, met betrekking tot het onder de aandacht brengen van Afrikaanse varkenspest; |
e) |
alle lidstaten, met betrekking tot de vaststelling van nationale actieplannen voor in het wild levende varkens om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest in de Unie te voorkomen. |
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.
Daarnaast wordt verstaan onder:
a) |
“varken”: een in de lijst in bijlage III bij Verordening (EU) 2016/429 opgenomen dier dat behoort tot de hoefdiersoorten in de familie Suidae; |
b) |
“levende producten”: sperma, oöcyten en embryo’s van varkens, verkregen van gehouden varkens voor kunstmatige voortplanting; |
c) |
“beperkingszone I”: een in bijlage I, deel I, opgenomen gebied van een lidstaat met een nauwkeurige geografische afbakening waarvoor bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen gelden en dat grenst aan beperkingszones II of III; |
d) |
“beperkingszone II”: een vanwege een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij een in het wild levend varken in deel II van bijlage I opgenomen gebied van een lidstaat met een nauwkeurige geografische afbakening waarvoor bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen gelden; |
e) |
“beperkingszone III”: een vanwege een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij een gehouden varken in deel III van bijlage I opgenomen gebied van een lidstaat met een nauwkeurige geografische afbakening waarvoor bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen gelden; |
f) |
“voorheen ziektevrije lidstaat of zone”: een lidstaat of een zone van een lidstaat waar tijdens de voorafgaande periode van twaalf maanden noch bij gehouden, noch bij in het wild levende varkens Afrikaanse varkenspest is bevestigd; |
g) |
“in bijlage II opgenomen gebied”: een gebied van een lidstaat dat is opgenomen in een van de volgende delen van bijlage II:
|
h) |
“materiaal van categorie 2”: dierlijke bijproducten als bedoeld in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1069/2009, die zijn verkregen van gehouden varkens; |
i) |
“materiaal van categorie 3”: dierlijke bijproducten als bedoeld in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1069/2009, die zijn verkregen van gehouden varkens; |
j) |
“erkend bedrijf voor dierlijke bijproducten”: een bedrijf dat door de bevoegde autoriteit is erkend overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1069/2009; |
k) |
“erkende inrichting voor levende producten”: een inrichting als gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686 van de Commissie (15); |
l) |
“geregistreerde inrichting voor levende producten”: een inrichting als gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686 van de Commissie. |
HOOFDSTUK II
BIJZONDERE REGELS VOOR DE INSTELLING VAN BEPERKINGS- EN BESMETTE ZONES IN GEVAL VAN EEN UITBRAAK VAN AFRIKAANSE VARKENSPEST
Artikel 3
Bijzondere regels voor de onmiddellijke instelling van beperkings- en besmette zones in geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens
In geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat onmiddellijk een van de volgende zones in:
a) |
in geval van een uitbraak bij gehouden varkens, een beperkingszone overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, onder de in dat artikel neergelegde voorwaarden, of |
b) |
in geval van een uitbraak bij in het wild levende varkens, een besmette zone overeenkomstig artikel 63 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687. |
Artikel 4
Bijzondere regels voor de instelling van een extra beperkingszone in geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens
1. In geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat, op basis van de criteria en beginselen voor de geografische afbakening van beperkingszones zoals vastgesteld in artikel 64, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, een extra beperkingszone instellen die grenst aan de in artikel 3 van deze verordening bedoelde ingestelde beperkingszone of besmette zone, teneinde de beperkingszone of besmette zone af te bakenen ten opzichte van gebieden waarvoor geen beperkingen gelden.
2. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat de in lid 1 van dit artikel bedoelde extra beperkingszone overeenstemt met de beperkingszone I die overeenkomstig artikel 5 in de lijst in deel I van bijlage I is opgenomen.
Artikel 5
Bijzondere regels voor opname in de lijst van beperkingszones I in geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens in een gebied van een lidstaat dat grenst aan een gebied waar geen uitbraak van Afrikaanse varkenspest officieel is bevestigd
1. Naar aanleiding van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens in een gebied van een lidstaat dat grenst aan een gebied waar geen uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens officieel is bevestigd, wordt dat gebied waar geen uitbraak is bevestigd, indien nodig in de lijst in bijlage I, deel I opgenomen als beperkingszone I.
2. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat, nadat een gebied in de lijst in deel I van bijlage I bij deze verordening als beperkingszone I is opgenomen, een overeenkomstig artikel 64, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 ingestelde extra beperkingszone onverwijld wordt aangepast zodat deze ten minste de desbetreffende beperkingszone I omvat die voor die lidstaat in de lijst in bijlage I bij deze verordening is opgenomen.
3. De bevoegde autoriteit van de lidstaat stelt onverwijld de desbetreffende extra beperkingszone in overeenkomstig artikel 64, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, indien de beperkingszone I in de lijst in bijlage I bij deze verordening is opgenomen.
Artikel 6
Bijzondere regels voor opname in de lijst van beperkingszones II of van besmette zones in geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens in een lidstaat
1. Na een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens in een gebied van een lidstaat wordt dat gebied in deel II van bijlage I bij deze verordening als beperkingszone II opgenomen, tenzij dat gebied overeenkomstig lid 2 van dit artikel moet worden opgenomen.
2. Na een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens in een voorheen ziektevrije lidstaat of zone wordt dat gebied als besmette zone in deel A van bijlage II opgenomen, tenzij dat gebied vanwege de nabijheid van een beperkingszone II en om de territoriale continuïteit van die beperkingszone II te waarborgen, overeenkomstig lid 1 van dit artikel als een beperkingszone II moet worden opgenomen.
3. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat de overeenkomstig artikel 63 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde besmette zone onverwijld wordt aangepast zodat deze voor die lidstaat ten minste de desbetreffende:
a) |
beperkingszone II omvat die in bijlage I bij deze verordening voor die lidstaat is opgenomen, of |
b) |
besmette zone omvat die in deel A van bijlage II bij deze verordening is opgenomen. |
Artikel 7
Bijzondere regels voor de opname van beperkingszones in geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens in een lidstaat
1. Na een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens in een gebied van een lidstaat wordt dat gebied in deel III van bijlage I als beperkingszone III opgenomen, tenzij dat gebied overeenkomstig lid 2 van dit artikel moet worden opgenomen.
2. Na een eerste en enige uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens in een voorheen ziektevrije lidstaat of zone wordt dat gebied in deel B van bijlage II opgenomen als een beperkingszone die beschermings- en bewakingszones omvat, tenzij dat gebied vanwege de nabijheid van een beperkingszone III en om de territoriale continuïteit van die beperkingszone III te waarborgen, overeenkomstig lid 1 van dit artikel als een beperkingszone III moet worden opgenomen.
3. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat de overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde beperkingszone onverwijld wordt aangepast zodat deze voor die lidstaat ten minste de desbetreffende:
a) |
beperkingszone III omvat die in bijlage I bij deze verordening voor die lidstaat is opgenomen, of |
b) |
beperkingszone omvat, die beschermings- en bewakingszones omvat, die is opgenomen in de lijst in deel B van bijlage II bij deze verordening. |
Artikel 8
Algemene en specifieke toepassing van bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in beperkingszones I, II en III en in besmette zones die zijn opgenomen in bijlage II
1. De betrokken lidstaten passen in de beperkingszones I, II en III, naast de overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 toe te passen ziektebestrijdingsmaatregelen, de bij deze verordening vastgestelde bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen toe in:
a) |
overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde beperkingszones; |
b) |
overeenkomstig artikel 63 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde besmette zones. |
2. Naast de maatregelen van de artikelen 63 tot en met 66 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, passen de betrokken lidstaten de bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen van deze verordening die op beperkingszones II van toepassing zijn, ook toe in de gebieden die in deel A van bijlage II bij deze verordening als besmette zones zijn opgenomen.
3. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verbiedt de verplaatsingen van zendingen gehouden varkens en producten daarvan naar andere lidstaten en naar derde landen vanuit de in deel A van bijlage II vermelde besmette zone van die betrokken lidstaat.
4. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat het in lid 3 vastgestelde verbod niet van toepassing is op verplaatsingen van zendingen vleesproducten, met inbegrip van casings, die zijn verkregen van varkens die in de in deel A van bijlage II opgenomen besmette zone worden gehouden en die de desbetreffende risicobeperkende behandeling overeenkomstig bijlage VII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 hebben ondergaan.
HOOFDSTUK III
BIJZONDERE ZIEKTEBESTRIJDINGSMAATREGELEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP ZENDINGEN VAN IN BEPERKINGSZONES I, II EN III GEHOUDEN VARKENS EN DE DAARVAN VERKREGEN PRODUCTEN IN DE BETROKKEN LIDSTATEN
AFDELING 1
TOEPASSING VAN SPECIFIEKE VERBODEN OP VERPLAATSINGEN VAN ZENDINGEN GEHOUDEN VARKENS EN PRODUCTEN DAARVAN IN DE BETROKKEN LIDSTATEN
Artikel 9
Specifieke verboden op verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens binnen en buiten die beperkingszones
1. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verbiedt verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens binnen en buiten die beperkingszones.
2. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat het in lid 1 vastgestelde verbod niet van toepassing is op:
a) |
verplaatsingen van zendingen van in een beperkingszone I gehouden varkens naar inrichtingen in dezelfde of andere beperkingszones I, naar beperkingszones II en III of buiten die beperkingszones, mits de inrichting van bestemming zich op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat bevindt; |
b) |
verplaatsingen van zendingen varkens die worden gehouden in geconsigneerde inrichtingen in beperkingszones I, II en III, op voorwaarde dat:
|
3. In afwijking van de in lid 1 van dit artikel vastgestelde verboden kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen in beperkingszones I, II en III gehouden varkens binnen en buiten die beperkingszones in de door de artikelen 22 tot en met 31 bestreken gevallen, mits aan de in die artikelen neergelegde specifieke voorwaarden is voldaan.
Artikel 10
Specifieke verboden op verplaatsingen van zendingen levende producten die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones
1. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verbiedt verplaatsingen van zendingen levende producten die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones.
2. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat het in lid 1 vastgestelde verbod niet van toepassing is op verplaatsingen van zendingen levende producten van varkens die in geconsigneerde inrichtingen in beperkingszones II en III worden gehouden, op voorwaarde dat:
a) |
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat de risico’s die aan dergelijke verplaatsingen verbonden zijn, heeft beoordeeld en dat uit die beoordeling is gebleken dat het risico op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest verwaarloosbaar is; |
b) |
de levende producten uitsluitend naar een andere geconsigneerde inrichting in dezelfde betrokken lidstaat worden verplaatst. |
3. In afwijking van de in lid 1 van dit artikel vastgestelde verboden kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen levende producten die zijn verkregen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones in de door de artikelen 32, 33 en 34 bestreken gevallen, mits aan de in die artikelen neergelegde specifieke voorwaarden is voldaan.
Artikel 11
Specifieke verboden op verplaatsingen van zendingen dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones
1. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verbiedt verplaatsingen van zendingen dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones.
2. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat het in lid 1 vastgestelde verbod niet van toepassing is op verplaatsingen van zendingen dierlijke bijproducten die zijn verkregen van varkens die buiten beperkingszone II en III zijn gehouden en in slachthuizen in beperkingszones II en III zijn geslacht, mits die dierlijke bijproducten in de inrichtingen en tijdens het vervoer duidelijk worden gescheiden van dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens.
3. In afwijking van de in lid 1 van dit artikel vastgestelde verboden kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen van dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones in de door de artikelen 35 tot en met 40 bestreken gevallen, mits aan de in die artikelen neergelegde specifieke voorwaarden is voldaan.
Artikel 12
Specifieke verboden op verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones
1. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verbiedt verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones.
2. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat het in lid 1 van dit artikel vastgestelde verbod niet van toepassing is op verplaatsingen van zendingen vleesproducten, met inbegrip van casings, die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens en die wat betreft Afrikaanse varkenspest de desbetreffende risicobeperkende behandeling overeenkomstig bijlage VII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 hebben ondergaan in overeenkomstig artikel 44, lid 1, van deze verordening aangewezen inrichtingen.
3. In afwijking van de in lid 1 van dit artikel vastgestelde verboden kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones in de door de artikelen 41, 42 en 43 bestreken gevallen, mits aan de in die artikelen neergelegde specifieke voorwaarden is voldaan.
Artikel 13
Algemene verboden op verplaatsingen van zendingen gehouden varkens en producten daarvan die als een risico worden beschouwd voor de verspreiding van Afrikaanse varkenspest
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan de verplaatsingen van zendingen gehouden varkens en producten die zijn verkregen van gehouden varkens op het grondgebied van dezelfde lidstaat verbieden indien de bevoegde autoriteit van oordeel is dat er een risico bestaat op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest naar, van of via die gehouden varkens of producten daarvan.
AFDELING 2
ALGEMENE EN SPECIFIEKE VOORWAARDEN VOOR AFWIJKINGEN WAARBIJ VERPLAATSINGEN VAN ZENDINGEN VAN IN BEPERKINGSZONES I, II EN III GEHOUDEN VARKENS BUITEN DIE BEPERKINGSZONES WORDEN TOEGESTAAN
Artikel 14
Algemene voorwaarden voor afwijkingen van specifieke verboden op verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens binnen en buiten die beperkingszones
1. In afwijking van de in artikel 9, lid 1, vastgestelde specifieke verboden op verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens binnen en buiten die beperkingszones, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat dergelijke verplaatsingen toestaan in de gevallen die onder de artikelen 22 tot en met 25 en de artikelen 28, 29 en 30 vallen, mits aan de in die artikelen vastgestelde specifieke voorwaarden wordt voldaan, alsmede aan de volgende voorwaarden:
a) |
de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, en |
b) |
de aanvullende algemene voorwaarden betreffende:
|
2. Alvorens de in de artikelen 22 tot en met 25 en de artikelen 28 tot en met 31 bedoelde toestemming te verlenen, beoordeelt de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat de risico’s die uit het verlenen van een dergelijke toestemming voortvloeien; uit die beoordeling moet blijken dat het risico op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest verwaarloosbaar is.
3. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat de in de artikelen 15 en 16 vastgestelde aanvullende algemene voorwaarden niet van toepassing zijn op verplaatsingen van zendingen van in slachthuizen in beperkingszones I, II en III gehouden varkens, op voorwaarde dat:
a) |
de gehouden varkens wegens uitzonderlijke omstandigheden, zoals een grote storing in het slachthuis, naar een ander slachthuis moeten worden verplaatst; |
b) |
het slachthuis van bestemming zich ofwel:
|
c) |
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming heeft verleend voor de verplaatsing. |
Artikel 15
Aanvullende algemene voorwaarden voor verplaatsingen van zendingen varkens die in beperkingszones I, II en III worden gehouden en in die zones gewonnen levende producten binnen en buiten die beperkingszones
1. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat staat verplaatsingen toe van zendingen in beperkingszones I, II en III gehouden varkens of levende producten van die dieren die zijn gewonnen in beperkingszones II en III, binnen en buiten die beperkingszones, in de gevallen die onder de artikelen 22 tot en met 25 en de artikelen 28 tot en met 34 vallen, mits aan de in die artikelen vastgestelde specifieke voorwaarden alsmede de volgende aanvullende algemene voorwaarden wordt voldaan:
a) |
de varkens zijn gehouden in en zijn niet verplaatst uit de inrichting van verzending gedurende een periode van ten minste dertig dagen vóór de datum van verplaatsing, of, indien zij jonger zijn dan dertig dagen, sedert hun geboorte, en gedurende die periode zijn in die inrichting geen andere gehouden varkens uit in beperkingszones II gelegen inrichtingen die niet voldoen aan de aanvullende algemene voorwaarden zoals vastgesteld in dit artikel en in artikel 16, en uit in beperkingszones III gelegen inrichtingen binnengebracht in:
|
b) |
de varkens die in de inrichting van verzending worden gehouden, met inbegrip van de dieren die zullen worden verplaatst of gebruikt voor de winning van levende producten, zijn klinisch onderzocht, met gunstige resultaten ten aanzien van Afrikaanse varkenspest:
|
c) |
indien nodig zijn, vóór de datum van de verplaatsing van die zendingen vanuit de inrichting van verzending of vóór de datum van de winning van de levende producten tests ter opsporing van ziekteverwekkers uitgevoerd volgens de instructies van de bevoegde autoriteit:
|
2. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verkrijgt, in voorkomend geval, negatieve resultaten van de in lid 1, punt c), bedoelde tests ter opsporing van ziekteverwekkers voordat zij toestemming geeft voor de verplaatsing van zendingen varkens of vóór de datum van de winning van levende producten.
3. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat, in geval van verplaatsingen van zendingen gehouden varkens van in beperkingszones I en II gelegen inrichtingen van verzending binnen en buiten die beperkingszones naar inrichtingen in dezelfde betrokken lidstaat, het in lid 1, punt b), bedoelde klinisch onderzoek:
a) |
alleen hoeft te worden uitgevoerd voor varkens die zullen worden verplaatst, of |
b) |
niet hoeft te worden uitgevoerd, op voorwaarde dat:
|
4. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat, in geval van verplaatsingen van zendingen gehouden varkens van een in een beperkingszone III gelegen inrichting van verzending naar inrichtingen die gelegen zijn binnen die beperkingszone III of binnen beperkingszones I of II in dezelfde betrokken lidstaat, het in lid 1, punt b), bedoelde klinisch onderzoek:
a) |
alleen hoeft te worden uitgevoerd voor de te verplaatsen varkens, of |
b) |
niet hoeft te worden uitgevoerd, op voorwaarde dat:
|
5. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat, in het geval van verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones II en III gewonnen levende producten naar inrichtingen in dezelfde betrokken lidstaat of in andere lidstaten, het in lid 1, punt b), bedoelde klinisch onderzoek niet hoeft te worden uitgevoerd, op voorwaarde dat:
a) |
de inrichting van verzending door een officiële dierenarts met een frequentie als bedoeld in artikel 16, lid 1, punt a), ii), is bezocht, en dat al die bezoeken van een officiële dierenarts gedurende ten minste twaalf maanden vóór de datum van de winning van levende producten met gunstige resultaten zijn afgerond, hetgeen aantoont dat:
|
Artikel 16
Aanvullende algemene voorwaarden voor in beperkingszones I, II en III gelegen inrichtingen voor gehouden varkens
1. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat staat alleen verplaatsingen toe van zendingen varkens die in inrichtingen worden gehouden die gelegen zijn in beperkingszones I, II en III, of van zendingen levende producten die zijn gewonnen in beperkingszones II of III, binnen en buiten die beperkingszones, in de gevallen die onder de artikelen 22 tot en met 25 en de artikelen 28 tot en met 34 vallen, mits aan de in die artikelen vastgestelde specifieke voorwaarden alsmede de volgende aanvullende algemene voorwaarden wordt voldaan:
a) |
de inrichting van verzending is na de opname van de beperkingszones I, II en III in bijlage I bij deze verordening of gedurende de periode van drie maanden vóór de datum van de verplaatsing van de zending ten minste eenmaal door een officiële dierenarts bezocht en er worden regelmatig overeenkomstig artikel 26, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 bezoeken aan de inrichting gebracht door officiële dierenartsen, en wel als volgt:
|
b) |
de inrichting van verzending voert biobeveiligingsvoorschriften voor Afrikaanse varkenspest uit:
|
c) |
in de inrichting van verzending vindt permanente bewaking plaats door tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest uit te voeren:
|
2. De bevoegde autoriteit kan besluiten om bezoeken te brengen aan de inrichting van verzending in een beperkingszone III als bedoeld in lid 1, punt a), ii), met een frequentie als bedoeld in lid 1, punt a), i), op basis van een gunstig resultaat van het laatste bezoek na de opname van de beperkingszones I, II en III in bijlage I, of in de periode van drie maanden vóór de datum van verplaatsing van de zending, hetgeen aantoont dat:
a) |
de in lid 1, punt b), bedoelde biobeveiligingsvoorschriften worden toegepast, en |
b) |
de in lid 1, punt c), bedoelde permanente bewaking in die inrichting wordt uitgevoerd. |
3. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat de in bijlage III, punt 2, h), genoemde en in lid 1, punt b), i), van dit artikel bedoelde veekerende afrasteringen niet vereist zijn:
a) |
voor inrichtingen van gehouden varkens gedurende een periode van zes maanden vanaf de datum van bevestiging van de eerste uitbraak van Afrikaanse varkenspest in een voorheen ziektevrije lidstaat of zone, op voorwaarde dat:
|
b) |
indien uit de passende en permanente bewaking niet is gebleken dat in het wild levende varkens in die lidstaat permanent aanwezig zijn, of |
c) |
voor inrichtingen van gehouden varkens gedurende een periode van zes maanden na de datum van bekendmaking van deze verordening, indien zendingen in beperkingszones I, II en III gehouden varkens en producten daarvan alleen binnen die beperkingszones worden verplaatst overeenkomstig de artikelen 22, 23, 24, 28 of 30 van deze verordening. |
Artikel 17
Aanvullende algemene voorwaarden betreffende de vervoermiddelen die worden gebruikt voor het vervoer van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens binnen en buiten die beperkingszones
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verleent alleen toestemming voor verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens binnen en buiten die beperkingszones, indien de voor het vervoer van die zendingen gebruikte vervoermiddelen:
a) |
aan de voorschriften van artikel 24, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 voldoen, en |
b) |
worden gereinigd en ontsmet overeenkomstig artikel 24, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 onder controle of toezicht van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat. |
AFDELING 3
VERPLICHTINGEN VAN EXPLOITANTEN MET BETREKKING TOT DIERGEZONDHEIDSCERTIFICATEN
Artikel 18
Verplichtingen van exploitanten met betrekking tot diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens buiten die beperkingszones
Exploitanten verplaatsen zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens uitsluitend buiten die beperkingszones binnen de betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat in de gevallen die worden bestreken door de artikelen 22 tot en met 25 en de artikelen 28 tot en met 31 van deze verordening, indien die zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 143, lid 2, van Verordening (EU) 2016/429, dat ten minste een van de volgende verklaringen bevat dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:
a) |
“Varkens die in een beperkingszone I zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/594 van de Commissie.”; |
b) |
“Varkens die in een beperkingszone II zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/594 van de Commissie.”; |
c) |
“Varkens die in een beperkingszone III zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/594 van de Commissie.”. |
In geval van verplaatsingen van dergelijke zendingen binnen dezelfde betrokken lidstaat kan de bevoegde autoriteit evenwel besluiten dat geen diergezondheidscertificaat hoeft te worden uitgereikt, zoals bedoeld in artikel 143, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) 2016/429.
Artikel 19
Verplichtingen van exploitanten met betrekking tot diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van gehouden varkens, vanuit beperkingszones I, II en III
1. Exploitanten verplaatsen zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in beperkingszones I of II zijn gehouden alleen in de onder de artikelen 41 en 42 van deze verordening vallende gevallen vanuit beperkingszones I en II binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat, indien die zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 167, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat het volgende bevat:
a) |
de overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2154 van de Commissie (16) vereiste informatie, en |
b) |
een van de volgende verklaringen dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:
|
2. Exploitanten mogen zendingen vleesproducten, met inbegrip van casings, die de desbetreffende risicobeperkende behandeling hebben ondergaan en verkregen zijn van in beperkingszones I, II of III gehouden varkens, alleen verplaatsen vanuit beperkingszones I, II en III binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a) |
de vleesproducten, met inbegrip van casings, hebben de desbetreffende risicobeperkende behandeling ondergaan zoals vastgesteld in bijlage VII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687; |
b) |
die zendingen gaan vergezeld van een diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 167, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat de volgende elementen bevat:
|
3. Exploitanten mogen zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in gebieden buiten beperkingszones I, II en III zijn gehouden en die zijn geslacht in slachthuizen in beperkingszones I, II of III of in slachthuizen buiten die beperkingszones, alleen verplaatsen vanuit beperkingszones I, II en III binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat, mits die zendingen vergezeld gaan van:
a) |
een diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 167, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat de overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2154 vereiste informatie bevat, en |
b) |
een van de volgende verklaringen dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:
|
4. In geval van verplaatsingen van in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel bedoelde zendingen binnen dezelfde betrokken lidstaat kan de bevoegde autoriteit besluiten dat geen diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 167, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) 2016/429 hoeft te worden uitgereikt.
5. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat in gevallen die niet onder artikel 167, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) 2016/429 vallen, een gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, een identificatiemerk als bedoeld in artikel 5, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 853/2004 dat op het verse vlees of de vleesproducten, met inbegrip van casings, wordt aangebracht, het diergezondheidscertificaat mag vervangen voor verplaatsingen van zendingen naar andere lidstaten, op voorwaarde dat:
a) |
op het verse vlees of de vleesproducten, met inbegrip van casings, een gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, een identificatiemerk wordt aangebracht in:
|
b) |
het diergezondheidscertificaat alleen voor de volgende zendingen wordt vervangen:
|
c) |
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat ervoor zorgt dat een alternatief systeem aanwezig is dat waarborgt dat de in punt b) bedoelde zendingen traceerbaar zijn en dat die zendingen voldoen aan de in deze verordening vastgestelde bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest. |
6. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat:
a) |
verstrekt de Commissie en de andere lidstaten een link naar de website van de bevoegde autoriteit met een lijst van in beperkingszones I, II en III gelegen inrichtingen:
|
b) |
houdt de in punt a) bedoelde lijst actueel. |
Artikel 20
Verplichtingen van exploitanten met betrekking tot diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen van zendingen levende producten die zijn verkregen van in inrichtingen in beperkingszones II of III gehouden varkens, buiten die beperkingszones
Exploitanten verplaatsen zendingen levende producten die zijn verkregen van in beperkingszones II of III gehouden varkens alleen buiten die beperkingszones binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat in de gevallen die worden bestreken door de artikelen 32, 33 en 34 van deze verordening, indien die zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 161, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat ten minste een van de volgende verklaringen bevat dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:
a) |
“Levende producten die zijn verkregen van varkens die in beperkingszones II zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/594 van de Commissie.”; |
b) |
“Levende producten die zijn verkregen van varkens die in beperkingszone III zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/594 van de Commissie.”. |
In geval van verplaatsingen van zendingen binnen dezelfde betrokken lidstaat kan de bevoegde autoriteit evenwel besluiten dat geen diergezondheidscertificaat hoeft te worden uitgereikt, zoals bedoeld in artikel 161, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) 2016/429.
Artikel 21
Verplichtingen van exploitanten met betrekking tot diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 2 en 3 dat is verkregen van in beperkingszones II of III gehouden varkens buiten die beperkingszones
Exploitanten verplaatsen zendingen materiaal van categorie 2 en 3 dat is verkregen van in beperkingszones II of III gehouden varkens alleen buiten die beperkingszones binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat in de gevallen die worden bestreken door de artikelen 35 tot en met 40, indien die zendingen vergezeld gaan van:
a) |
het in hoofdstuk III van bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011 bedoelde handelsdocument, en |
b) |
een diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 22, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 en vastgesteld in bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011. |
In geval van verplaatsingen binnen dezelfde betrokken lidstaat kan de bevoegde autoriteit evenwel besluiten dat geen diergezondheidscertificaat wordt afgegeven, zoals bedoeld in artikel 22, lid 6, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.
AFDELING 4
SPECIFIEKE VOORWAARDEN VOOR AFWIJKINGEN WAARBIJ VERPLAATSINGEN VAN ZENDINGEN VARKENS DIE IN EEN BEPERKINGSZONE I WORDEN GEHOUDEN, BINNEN EN BUITEN DIE BEPERKINGSZONE WORDEN TOEGESTAAN
Artikel 22
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone I worden gehouden, binnen en buiten die beperkingszone worden toegestaan
1. In afwijking van het in artikel 9, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone I worden gehouden, binnen en buiten die beperkingszone naar:
a) |
een inrichting die op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat is gelegen:
|
b) |
een inrichting die op het grondgebied van een andere lidstaat is gelegen; |
c) |
derde landen. |
2. De bevoegde autoriteit verleent de in lid 1 bedoelde toestemming alleen op voorwaarde dat wordt voldaan aan:
a) |
de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687; |
b) |
de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 1, punten b) en c), artikel 15, leden 2 en 3, en de artikelen 16 en 17. |
AFDELING 5
SPECIFIEKE VOORWAARDEN VOOR AFWIJKINGEN WAARBIJ VERPLAATSINGEN VAN ZENDINGEN VARKENS DIE IN EEN BEPERKINGSZONE II WORDEN GEHOUDEN, BINNEN EN BUITEN DIE BEPERKINGSZONE WORDEN TOEGESTAAN
Artikel 23
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, binnen en buiten die beperkingszone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat worden toegestaan
1. In afwijking van het in artikel 9, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, binnen en buiten die beperkingszone naar een inrichting die zich op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat bevindt:
a) |
in dezelfde of een andere beperkingszone II; |
b) |
in beperkingszones I of III; |
c) |
buiten de beperkingszones I, II en III. |
2. De bevoegde autoriteit verleent de in lid 1 bedoelde toestemming alleen op voorwaarde dat wordt voldaan aan:
a) |
de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687; |
b) |
de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, en de artikelen 15, 16 en 17. |
3. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat varkens die het voorwerp vormen van een in lid 1 van dit artikel bedoelde toegestane verplaatsing, ten minste gedurende de in bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 vastgestelde monitoringperiode voor Afrikaanse varkenspest in de inrichting van bestemming blijven.
Artikel 24
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen worden toegestaan van zendingen varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, binnen en buiten die beperkingszone naar een slachthuis op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat met het oog op onmiddellijke slacht
1. In afwijking van het in artikel 9, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, binnen en buiten die beperkingszone naar een slachthuis dat zich op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat bevindt, op voorwaarde dat:
a) |
de gehouden varkens worden verplaatst met het oog op onmiddellijke slacht; |
b) |
het slachthuis van bestemming is aangewezen overeenkomstig artikel 44, lid 1. |
2. De bevoegde autoriteit verleent de in lid 1 bedoelde toestemming alleen op voorwaarde dat wordt voldaan aan:
a) |
de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687; |
b) |
de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 1, punten b) en c), artikel 15, leden 2 en 3, en de artikelen 16 en 17. |
3. In afwijking van het verbod van artikel 9, lid 1, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, wanneer de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplaatsingen niet voldoen aan de voorwaarden van lid 2 van dit artikel, toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, binnen of buiten die beperkingszone, op voorwaarde dat:
a) |
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat de risico’s die aan een dergelijke toestemming verbonden zijn, voorafgaand aan het verlenen van de toestemming heeft beoordeeld en dat uit die beoordeling is gebleken dat het risico op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest verwaarloosbaar is; |
b) |
de gehouden varkens worden verplaatst met het oog op onmiddellijke slacht en in overeenstemming met artikel 28, lid 2, artikel 29, lid 2, punt a), en artikel 29, lid 2, punt b), i) tot en met v), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687; |
c) |
het slachthuis van bestemming is aangewezen overeenkomstig artikel 44, lid 1, en zich bevindt:
|
d) |
de dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in beperkingszone II gehouden varkens overeenkomstig de artikelen 35 en 39 worden verwerkt of verwijderd; |
e) |
vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, alleen uit een slachthuis in dezelfde lidstaat worden verplaatst overeenkomstig artikel 41, lid 2, punt b). |
Artikel 25
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen varkens die in beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone naar beperkingszones II of III in een andere lidstaat worden toegestaan
1. In afwijking van het in artikel 9, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone naar een inrichting die zich in beperkingszones II of III in een andere lidstaat bevindt.
2. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verleent de in lid 1 bedoelde toestemming alleen indien:
a) |
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan; |
b) |
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, en de artikelen 15, 16 en 17 is voldaan; |
c) |
overeenkomstig artikel 26 een kanalisatieprocedure is ingesteld; |
d) |
de gehouden varkens voldoen aan alle andere aanvullende passende garanties met betrekking tot Afrikaanse varkenspest die op grond van een positieve uitkomst van een risicobeoordeling van de maatregelen tegen de verspreiding van die ziekte:
|
e) |
in de periode van ten minste twaalf maanden vóór de datum van de verplaatsing van de zending gehouden varkens in de inrichting van verzending geen uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens officieel is bevestigd overeenkomstig artikel 11 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687; |
f) |
de exploitant overeenkomstig artikel 152, punt b), van Verordening (EU) 2016/429 en artikel 96 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 van de Commissie (17) de bevoegde autoriteit vooraf in kennis heeft gesteld van het voornemen de zending gehouden varkens te verplaatsen. |
3. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat:
a) |
stelt een lijst op van inrichtingen die voldoen aan de in lid 2, punt d), bedoelde garanties; |
b) |
stelt de Commissie en de andere lidstaten in het kader van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders in kennis van de overeenkomstig lid 2, punt d), bedoelde garanties en van de goedkeuring door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig lid 2, punt d), ii). |
4. De in lid 2, punt d), ii), van dit artikel bedoelde goedkeuring en de in lid 3, punt b), van dit artikel bedoelde verplichting tot kennisgeving zijn niet vereist wanneer de inrichting van verzending, de plaatsen van doorgang en de inrichting van bestemming alle in beperkingszones I, II of III zijn gelegen en die beperkingszones aaneensluitend zijn, zodat wordt gewaarborgd dat de zending gehouden varkens alleen door die beperkingszones I, II of III wordt verplaatst overeenkomstig de specifieke voorwaarden van artikel 22, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.
Artikel 26
Specifieke kanalisatieprocedure voor het verlenen van afwijkingen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone naar beperkingszones II of III in een andere lidstaat
1. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zet voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone naar een inrichting in beperkingszones II of III in een andere lidstaat, een kanalisatieprocedure op als bedoeld in artikel 25, lid 2, punt c), onder toezicht van de bevoegde autoriteiten van:
a) |
de inrichting van verzending; |
b) |
de lidstaten van doorgang; |
c) |
de inrichting van bestemming. |
2. De bevoegde autoriteit van de inrichting van verzending:
a) |
zorgt ervoor dat elk vervoermiddel dat wordt gebruikt voor de verplaatsingen van de in lid 1 bedoelde zendingen gehouden varkens:
|
b) |
stelt de bevoegde autoriteit van de plaats van de inrichting van bestemming en, in voorkomend geval, de bevoegde autoriteit van de lidstaat van doorgang vooraf in kennis van het voornemen om de zending gehouden varkens te versturen; |
c) |
zet een systeem op waarbij exploitanten verplicht zijn de bevoegde autoriteit van de plaats van de inrichting van verzending onmiddellijk in kennis te stellen van elk ongeval of defect van een vervoermiddel dat wordt gebruikt voor het vervoer van de zending van gehouden varkens; |
d) |
zorgt voor de opstelling van een noodplan, de commandostructuur en de nodige regelingen voor samenwerking tussen de in lid 1, punten a), b) en c), bedoelde bevoegde autoriteiten in geval van eventuele ongevallen tijdens het vervoer, ernstige defecten aan de vervoermiddelen of frauduleus handelen van exploitanten. |
Artikel 27
Verplichtingen van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat van de plaats van de inrichting van bestemming voor zendingen varkens die in een beperkingszone II van een andere lidstaat worden gehouden
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat van de plaats van de inrichting van bestemming voor zendingen varkens die in een beperkingszone II van een andere lidstaat worden gehouden:
a) |
stelt de bevoegde autoriteit van de inrichting van verzending onverwijld in kennis van de aankomst van de zending; |
b) |
zorgt ervoor dat gehouden varkens ofwel:
|
AFDELING 6
SPECIFIEKE VOORWAARDEN VOOR AFWIJKINGEN WAARBIJ VERPLAATSINGEN VAN ZENDINGEN VARKENS DIE IN EEN BEPERKINGSZONE III WORDEN GEHOUDEN, BINNEN EN BUITEN DIE BEPERKINGSZONE WORDEN TOEGESTAAN
Artikel 28
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, binnen die zone en buiten die beperkingszone naar een beperkingszone I of II in dezelfde betrokken lidstaat worden toegestaan
1. In afwijking van het in artikel 9, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat in uitzonderlijke omstandigheden, wanneer zich als gevolg van dat verbod problemen op het gebied van dierenwelzijn voordoen in een inrichting waar varkens worden gehouden, toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, buiten die beperkingszone naar een inrichting in een beperkingszone II of, bij afwezigheid van een dergelijke beperkingszone II in die lidstaat, in een beperkingszone I op het grondgebied van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:
a) |
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan; |
b) |
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, artikel 15, leden 1, 2 en 4, en de artikelen 16 en 17 is voldaan; |
c) |
de inrichting van bestemming tot dezelfde toeleveringsketen behoort en de gehouden varkens moeten worden verplaatst om de productiecyclus te voltooien. |
2. In afwijking van het in artikel 9, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone III worden gehouden naar een inrichting binnen die beperkingszone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat, op voorwaarde dat wordt voldaan aan:
a) |
de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687; |
b) |
de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, artikel 15, leden 1, 2 en 4, en de artikelen 16 en 17. |
3. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat gehouden varkens ten minste gedurende de in bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 vastgestelde monitoringperiode voor Afrikaanse varkenspest niet uit de inrichting van bestemming in de beperkingszone I, II of III worden verplaatst.
Artikel 29
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, buiten die beperkingszone voor onmiddellijke slacht in dezelfde betrokken lidstaat worden toegestaan
1. In afwijking van het in artikel 9, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat in uitzonderlijke omstandigheden, wanneer zich als gevolg van dat verbod problemen op het gebied van dierenwelzijn voordoen in een inrichting waar varkens worden gehouden, en in geval van logistieke beperkingen van de slachtcapaciteit van de overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen slachthuizen in de beperkingszone III of bij het ontbreken van een aangewezen slachthuis in de beperkingszone III, met het oog op onmiddellijke slacht toestemming verlenen voor verplaatsingen van varkens die in een beperkingszone III worden gehouden buiten die beperkingszone naar een overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen slachthuis in dezelfde lidstaat, zo dicht mogelijk in de nabijheid van de inrichting van verzending gelegen:
a) |
in een beperkingszone II; |
b) |
in een beperkingszone I, indien het niet mogelijk is de dieren in de beperkingszone II te slachten; |
c) |
buiten beperkingszones I, II en III, indien het niet mogelijk is de dieren binnen die beperkingszones te slachten. |
2. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verleent de in lid 1 bedoelde toestemming alleen indien:
a) |
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan; |
b) |
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 1, punten b) en c), artikel 15, lid 2, en de artikelen 16 en 17 is voldaan; |
3. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat:
a) |
de gehouden varkens bestemd zijn voor onmiddellijke slacht na rechtstreeks naar een overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen slachthuis te zijn overgebracht; |
b) |
de varkens uit de beperkingszone III na aankomst in het aangewezen slachthuis gescheiden worden gehouden van andere varkens en worden geslacht:
|
c) |
nadat de varkens uit beperkingszone III zijn geslacht en voordat andere gehouden varkens worden geslacht, het slachthuis wordt gereinigd en ontsmet volgens de instructies van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat. |
4. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat:
a) |
dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in de beperkingszone III gehouden en buiten die beperkingszone verplaatste varkens, worden verwerkt of verwijderd overeenkomstig de artikelen 35 en 40; |
b) |
vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van in de beperkingszone III gehouden en buiten de beperkingszone III verplaatste varkens, worden verwerkt en opgeslagen overeenkomstig artikel 43, punt d). |
5. In afwijking van het verbod van artikel 9, lid 1, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, wanneer de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplaatsingen niet voldoen aan de voorwaarden van lid 2 van dit artikel, toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, buiten die beperkingszone, op voorwaarde dat:
a) |
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat de risico’s die aan een dergelijke toestemming verbonden zijn, voorafgaand aan het verlenen van de toestemming heeft beoordeeld en dat uit die beoordeling is gebleken dat het risico op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest verwaarloosbaar is; |
b) |
de gehouden varkens worden verplaatst met het oog op onmiddellijke slacht onder de voorwaarden van artikel 29, lid 3, punten b) en c), en overeenkomstig artikel 28, lid 2, en artikel 29, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687; |
c) |
het slachthuis van bestemming is aangewezen overeenkomstig artikel 44, lid 1, en zich bevindt:
|
d) |
de dierlijke bijproducten die zijn verkregen van varkens die in beperkingszone III worden gehouden, overeenkomstig de artikelen 35, 38 en 40 worden verwerkt of verwijderd; |
e) |
vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, alleen uit een slachthuis in dezelfde lidstaat worden verplaatst overeenkomstig artikel 41, lid 2, punt b), i). |
Artikel 30
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, binnen die beperkingszone naar een slachthuis op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat met het oog op onmiddellijke slacht worden toegestaan
1. In afwijking van het in artikel 9, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone III worden gehouden naar een slachthuis binnen die beperkingszone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat, op voorwaarde dat:
a) |
de gehouden varkens worden verplaatst met het oog op onmiddellijke slacht; |
b) |
het slachthuis van bestemming:
|
c) |
de dierlijke bijproducten die zijn verkregen van varkens die in beperkingszone III worden gehouden, overeenkomstig de artikelen 35, 38 en 40 worden verwerkt of verwijderd; |
d) |
vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, alleen uit een slachthuis in dezelfde lidstaat worden verplaatst overeenkomstig artikel 43, punt d). |
2. De bevoegde autoriteit verleent de in lid 1 bedoelde toestemming alleen op voorwaarde dat wordt voldaan aan:
a) |
de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687; |
b) |
de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 1, punten b) en c), artikel 15, leden 2 en 4, en de artikelen 16 en 17. |
3. In afwijking van het verbod van artikel 9, lid 1, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, wanneer de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplaatsingen van zendingen gehouden varkens niet voldoen aan de voorwaarden van lid 2 van dit artikel, toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone III worden gehouden naar een slachthuis binnen die beperkingszone, op voorwaarde dat:
a) |
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat de risico’s die aan een dergelijke toestemming verbonden zijn, voorafgaand aan het verlenen van de toestemming heeft beoordeeld en uit die beoordeling is gebleken dat het risico op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest verwaarloosbaar is; |
b) |
de gehouden varkens worden verplaatst met het oog op onmiddellijke slacht; |
c) |
het slachthuis van bestemming:
|
d) |
dierlijke bijproducten die zijn verkregen van varkens die in beperkingszone III worden gehouden, overeenkomstig de artikelen 35, 38 en 40 worden verwerkt of verwijderd; |
e) |
vers vlees dat is verkregen van varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, wordt gemerkt en verplaatst overeenkomstig de specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen van zendingen vers vlees van gehouden dieren van in de lijst opgenomen soorten vanuit bepaalde inrichtingen, zoals vastgesteld in artikel 33, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, naar een verwerkingsinrichting om een van de in bijlage VII bij die verordening vastgestelde risicobeperkende behandelingen te ondergaan. |
AFDELING 7
SPECIFIEKE VOORWAARDEN VOOR AFWIJKINGEN WAARBIJ VERPLAATSINGEN VAN ZENDINGEN VAN IN BEPERKINGSZONES I, II EN III GEHOUDEN VARKENS BUITEN DIE BEPERKINGSZONES NAAR EEN ERKEND BEDRIJF VOOR DIERLIJKE BIJPRODUCTEN WORDEN TOEGESTAAN
Artikel 31
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen in beperkingszones I, II of III gehouden varkens naar een erkend bedrijf voor dierlijke bijproducten dat binnen of buiten beperkingszones I, II en III in dezelfde betrokken lidstaat is gelegen, worden toegestaan
1. In afwijking van de in artikel 9, lid 1, vastgestelde verboden kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen in beperkingszones I, II of III gehouden varkens naar een erkend bedrijf voor dierlijke bijproducten dat binnen of buiten beperkingszones I, II en III in dezelfde betrokken lidstaat is gelegen en waar:
a) |
de gehouden varkens onmiddellijk worden gedood, en |
b) |
de dierlijke bijproducten die daardoor ontstaan, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1069/2009 worden verwijderd. |
2. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verleent de in lid 1 bedoelde toestemming alleen indien:
a) |
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan; |
b) |
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, en artikel 17 is voldaan. |
AFDELING 8
SPECIFIEKE VOORWAARDEN VOOR HET TOESTAAN VAN VERPLAATSINGEN VAN ZENDINGEN LEVENDE PRODUCTEN DIE ZIJN VERKREGEN VAN VARKENS DIE IN EEN BEPERKINGSZONE II WORDEN GEHOUDEN, BUITEN DIE BEPERKINGSZONE
Artikel 32
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen levende producten die zijn verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, uit die beperkingszone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat worden toegestaan
In afwijking van het in artikel 10, lid 1,vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen levende producten vanuit een geregistreerde of erkende inrichting voor levende producten die zich in een beperkingszone II bevindt naar een andere beperkingszone II of naar beperkingszones I of III of naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III op het grondgebied van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:
a) |
de levende producten zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen in inrichtingen en zijn verkregen van gehouden varkens die voldoen aan de voorwaarden van artikel 15, lid 1, punten b) en c), artikel 15, leden 2 en 5, en artikel 16; |
b) |
de mannelijke en vrouwelijke donordieren van de varkens in inrichtingen voor levende producten werden gehouden waar geen andere gehouden varkens zijn binnengebracht uit in beperkingszones II gelegen inrichtingen die niet aan de aanvullende algemene voorwaarden van de artikelen 15 en 16 voldoen, en uit in beperkingszones III gelegen inrichtingen gedurende een periode van ten minste dertig dagen vóór de datum van de winning of productie van de levende producten. |
Artikel 33
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen levende producten die zijn verkregen van varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, uit die beperkingszone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat worden toegestaan
In afwijking van het in artikel 10, lid 1,vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen levende producten vanuit een erkende inrichting voor levende producten die zich in een beperkingszone III bevindt naar een andere beperkingszone III of naar beperkingszones I of II of naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III op het grondgebied van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:
a) |
de levende producten zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen in inrichtingen en zijn verkregen van gehouden varkens die voldoen aan de voorwaarden van artikel 15, lid 1, punten b) en c), artikel 15, leden 2 en 5, en artikel 16; |
b) |
de mannelijke en vrouwelijke donordieren van de varkens gehouden werden in erkende inrichtingen voor levende producten:
|
c) |
alle gehouden varkens in de erkende inrichting voor levende producten ten minste eenmaal per jaar met gunstige resultaten zijn onderworpen aan een laboratoriumonderzoek op Afrikaanse varkenspest. |
Artikel 34
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen levende producten die zijn verkregen van varkens die een beperkingszone II worden gehouden uit die beperkingszone naar beperkingszones II of III in een andere lidstaat worden toegestaan
1. In afwijking van het in artikel 10, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen levende producten die zijn verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden vanuit een erkende inrichting voor levende producten die zich in beperkingszone II bevindt naar beperkingszones II of III op het grondgebied van een andere betrokken lidstaat, op voorwaarde dat:
a) |
de levende producten zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen in inrichtingen voor levende producten overeenkomstig de voorwaarden van artikel 15, lid 1, punten b) en c), artikel 15, lid 2, en artikel 16; |
b) |
de mannelijke en vrouwelijke donordieren van de varkens werden gehouden in erkende inrichtingen voor levende producten:
|
c) |
de zendingen levende producten voldoen aan alle andere passende diergezondheidsgaranties op basis van een positieve uitkomst van een risicobeoordeling van de maatregelen tegen de verspreiding van Afrikaanse varkenspest:
|
d) |
alle gehouden varkens in de erkende inrichting voor levende producten van verzending ten minste eenmaal per jaar met gunstige resultaten worden onderworpen aan een laboratoriumonderzoek op Afrikaanse varkenspest. |
2. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat:
a) |
stelt een lijst op van erkende inrichtingen voor levende producten die voldoen aan de voorwaarden van lid 1 van dit artikel en die toestemming hebben voor verplaatsingen van zendingen levende producten uit een beperkingszone II in die betrokken lidstaat naar beperkingszones II en III in een andere betrokken lidstaat; die lijst bevat de informatie die de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat moet bewaren over erkende inrichtingen voor levende producten voor varkens overeenkomstig artikel 7 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686; |
b) |
stelt de in punt a) bedoelde lijst op haar website ter beschikking van het publiek en houdt deze actueel; |
c) |
verstrekt de Commissie en de andere lidstaten de link naar de in punt b) bedoelde website. |
AFDELING 9
SPECIFIEKE VOORWAARDEN VOOR AFWIJKINGEN WAARBIJ VERPLAATSINGEN VAN ZENDINGEN DIERLIJKE BIJPRODUCTEN DIE ZIJN VERKREGEN VAN IN BEPERKINGSZONES II EN III GEHOUDEN VARKENS, BUITEN DIE BEPERKINGSZONES WORDEN TOEGESTAAN
Artikel 35
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones binnen dezelfde lidstaat met het oog op verwerking of verwijdering worden toegestaan
1. In afwijking van artikel 11, lid 1, van deze verordening kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens buiten die beperkingszones naar een bedrijf dat of inrichting die door de bevoegde autoriteit is erkend voor de verwerking, verwijdering als afval door verbranding of verwijdering of hergebruik door meeverbranding van dierlijke bijproducten als bedoeld in artikel 24, lid 1, punten a), b) en c), van Verordening (EG) nr. 1069/2009, en buiten beperkingszones II of III in dezelfde lidstaat is gelegen, mits de vervoermiddelen afzonderlijk zijn uitgerust met een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren.
2. De vervoerondernemer die verantwoordelijk is voor de verplaatsingen van zendingen dierlijke bijproducten als bedoeld in lid 1:
a) |
stelt de bevoegde autoriteit in staat met behulp van een satellietnavigatiesysteem de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren; |
b) |
bewaart de elektronische registratie van die verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing van de zending. |
3. De bevoegde autoriteit kan besluiten dat het in lid 1 bedoelde satellietnavigatiesysteem wordt vervangen door een afzonderlijke verzegeling van de vervoermiddelen, op voorwaarde dat:
a) |
de zendingen dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens alleen binnen dezelfde lidstaat worden verplaatst voor de in lid 1 bedoelde doeleinden; |
b) |
elk vervoermiddel onmiddellijk na het laden van de zending van dierlijke bijproducten door een officiële dierenarts wordt verzegeld; alleen een officiële dierenarts of handhavingsautoriteit van de lidstaat, zoals overeengekomen met de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, mag het zegel verbreken en in voorkomend geval vervangen door een nieuw zegel. |
4. In afwijking van artikel 11, lid 1, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat besluiten de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplaatsingen van zendingen dierlijke bijproducten toe te staan via een overeenkomstig artikel 24, lid 1, punt i), van Verordening (EG) nr. 1069/2009 erkend tijdelijk verzamelbedrijf, op voorwaarde dat:
a) |
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat de risico’s die aan dergelijke verplaatsingen verbonden zijn, heeft beoordeeld en dat uit die beoordeling is gebleken dat het risico op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest verwaarloosbaar is; |
b) |
de dierlijke bijproducten uitsluitend worden verplaatst naar een erkend tijdelijk verzamelbedrijf dat zo dicht mogelijk bij de inrichting van verzending in dezelfde betrokken lidstaat is gelegen. |
Artikel 36
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen mest die is verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones binnen dezelfde lidstaat worden toegestaan
1. In afwijking van artikel 11, lid 1, van deze verordening kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen mest, met inbegrip van gebruikt strooisel, die is verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, naar een buiten die beperkingszones binnen dezelfde lidstaat gelegen stortplaats, overeenkomstig de specifieke voorwaarden van artikel 51 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.
2. In afwijking van artikel 11, lid 1, van deze verordening kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen mest, met inbegrip van gebruikt strooisel, die is verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, met het oog op verwerking of verwijdering overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1069/2009 in een daartoe erkend bedrijf op het grondgebied van dezelfde lidstaat.
3. De vervoerondernemer die verantwoordelijk is voor de verplaatsingen van zendingen mest, met inbegrip van gebruikt strooisel, zoals bedoeld in de leden 1 en 2:
a) |
stelt de bevoegde autoriteit in staat met behulp van een satellietnavigatiesysteem de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren; |
b) |
bewaart de elektronische registratie van die verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing van de zending. |
4. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat het in lid 3, punt a), bedoelde satellietnavigatiesysteem wordt vervangen door een afzonderlijke verzegeling van de vervoermiddelen, op voorwaarde dat elk vervoermiddel onmiddellijk na het laden van de zending mest, met inbegrip van gebruikt strooisel, zoals bedoeld in de leden 1 en 2, door een officiële dierenarts wordt verzegeld.
Alleen een officiële dierenarts of handhavingsautoriteit van de betrokken lidstaat, zoals overeengekomen met die bevoegde autoriteit, mag dat zegel verbreken en in voorkomend geval vervangen door een nieuw zegel.
Artikel 37
Specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3 dat is verkregen van in beperkingszones II gehouden varkens buiten die beperkingszones binnen dezelfde lidstaat met het oog op de verwerking van dierlijke bijproducten als bedoeld in artikel 24, lid 1, punten a), e) en g), van Verordening (EG) nr. 1069/2009
1. In afwijking van artikel 11, lid 1, van deze verordening kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3 dat is verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone naar een bedrijf dat of inrichting die door de bevoegde autoriteit is erkend voor de verdere verwerking tot verwerkt diervoeder, de vervaardiging van verwerkt voeder voor gezelschapsdieren en afgeleide producten die bestemd zijn voor toepassingen buiten de voederketen, of de omzetting van dierlijke bijproducten in biogas of compost als bedoeld in artikel 24, lid 1, punten a), e) en g), van Verordening (EG) nr. 1069/2009, en buiten de beperkingszone II in dezelfde lidstaat is gelegen, op voorwaarde dat:
a) |
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan; |
b) |
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, is voldaan; |
c) |
het materiaal van categorie 3 afkomstig is van gehouden varkens en inrichtingen die voldoen aan de algemene voorwaarden van artikel 15, lid 1, punten b) en c), en Artikel 15, leden 2 en 3, en artikel 16; |
d) |
het materiaal van categorie 3 is verkregen van varkens die zijn gehouden in een beperkingszone II en zijn geslacht:
|
e) |
het vervoermiddel afzonderlijk is uitgerust met een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren; |
f) |
de zendingen materiaal van categorie 3 van het overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen slachthuis of andere overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen inrichtingen van exploitanten van levensmiddelenbedrijven rechtstreeks worden verplaatst naar:
|
2. De vervoerondernemer die verantwoordelijk is voor de verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3 als bedoeld in lid 1:
a) |
stelt de bevoegde autoriteit in staat met behulp van een satellietnavigatiesysteem de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren; |
b) |
bewaart de elektronische registratie van die verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing van de zending. |
3. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat het in lid 1, punt e), bedoelde satellietnavigatiesysteem wordt vervangen door een afzonderlijke verzegeling van de vervoermiddelen, op voorwaarde dat:
a) |
het materiaal van categorie 3:
|
b) |
elk vervoermiddel onmiddellijk na het laden van de in lid 1 bedoelde zending materiaal van categorie 3 door een officiële dierenarts wordt verzegeld. |
Alleen een officiële dierenarts of handhavingsautoriteit van de betrokken lidstaat, zoals overeengekomen met de bevoegde autoriteit van die lidstaat, mag dat zegel verbreken en in voorkomend geval vervangen door een nieuw zegel.
Artikel 38
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 2 dat is verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones met het oog op verwerking en verwijdering in een andere lidstaat worden toegestaan
1. In afwijking van artikel 11, lid 1, van deze verordening kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen dierlijke bijproducten van ander materiaal van categorie 2 dan mest, met inbegrip van gebruikt strooisel als bedoeld in artikel 36 van deze verordening, dat is verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens naar een verwerkingsbedrijf om volgens de methoden 1 tot en met 5 van hoofdstuk III van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 142/2011 te worden verwerkt, of naar een verbrandings- of meeverbrandingsinstallatie als bedoeld in artikel 24, lid 1, punten a), b) en c), van Verordening (EG) nr. 1069/2009, in beide gevallen gelegen in een andere lidstaat, op voorwaarde dat:
a) |
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan; |
b) |
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, is voldaan; |
c) |
het vervoermiddel afzonderlijk is uitgerust met een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren; |
2. De vervoerondernemer die verantwoordelijk is voor de verplaatsingen van zendingen van in lid 1 van dit artikel bedoeld ander materiaal van categorie 2 dan mest, met inbegrip van gebruikt strooisel als bedoeld in artikel 36:
a) |
stelt de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat in staat de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren met behulp van een satellietnavigatiesysteem, en |
b) |
bewaart de elektronische registratie van die verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing van de zending. |
3. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van verzending en van bestemming van de in lid 1 van dit artikel bedoelde zending ander materiaal van categorie 2 dan mest, met inbegrip van gebruikt strooisel als bedoeld in artikel 36 van deze verordening, zorgen voor de controles van die zending overeenkomstig artikel 48 van Verordening (EG) nr. 1069/2009.
Artikel 39
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3 dat is verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone voor verwerking of omzetting in een andere lidstaat worden toegestaan
1. In afwijking van artikel 11, lid 1, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3 dat is verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone naar een bedrijf dat of inrichting die door de bevoegde autoriteit is erkend voor verwerking van materiaal van categorie 3 tot verwerkt diervoeder, verwerkt voeder voor gezelschapsdieren, afgeleide producten die bestemd zijn voor toepassingen buiten de voederketen, of de omzetting van materiaal van categorie 3 in biogas of compost als bedoeld in artikel 24, lid 1, punten a), e) en g), van Verordening (EG) nr. 1069/2009, en in een andere lidstaat is gelegen, op voorwaarde dat:
a) |
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan; |
b) |
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, is voldaan; |
c) |
het materiaal van categorie 3 afkomstig is van gehouden varkens en inrichtingen die voldoen aan de algemene voorwaarden van artikel 15, lid 1, punten b) en c), en Artikel 15, leden 2 en 3, en artikel 16; |
d) |
het in lid 1 bedoelde materiaal van categorie 3 is verkregen van varkens die zijn gehouden in een beperkingszone II en zijn geslacht:
|
e) |
het vervoermiddel afzonderlijk is uitgerust met een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren; |
f) |
de dierlijke bijproducten rechtstreeks van het overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen slachthuis of andere overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen inrichtingen van exploitanten van levensmiddelenbedrijven worden verplaatst naar:
|
2. De vervoerondernemer die verantwoordelijk is voor verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3:
a) |
stelt de bevoegde autoriteit in staat met behulp van een satellietnavigatiesysteem de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren, en |
b) |
bewaart de elektronische registratie van die verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing van de zending. |
Artikel 40
Specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3 dat is verkregen van in beperkingszones III gehouden varkens, buiten die beperkingszone binnen dezelfde lidstaat met het oog op de verwerking van dierlijke bijproducten als bedoeld in artikel 24, lid 1, punten a), e) en g), van Verordening (EG) nr. 1069/2009
1. In afwijking van artikel 11, lid 1, van deze verordening kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3 dat is verkregen van in beperkingszone III gehouden varkens, buiten die beperkingszone naar een bedrijf dat of inrichting die door de bevoegde autoriteit is erkend voor de vervaardiging van verwerkt voeder voor gezelschapsdieren, afgeleide producten die bestemd zijn voor toepassingen buiten de voederketen, of de omzetting van materiaal van categorie 3 in biogas of compost als bedoeld in artikel 24, lid 1, punten a), e) en g), van Verordening (EG) nr. 1069/2009, en buiten de beperkingszone III in dezelfde lidstaat is gelegen, op voorwaarde dat:
a) |
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan; |
b) |
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, is voldaan; |
c) |
het materiaal van categorie 3 afkomstig is van gehouden varkens en inrichtingen die voldoen aan de algemene voorwaarden van artikel 15, lid 1, punten b) en c), en Artikel 15, leden 2 en 3, en artikel 16; |
d) |
het materiaal van categorie 3 is verkregen van varkens die in zijn gehouden in een beperkingszone III en zijn geslacht overeenkomstig artikel 29 of 30; |
e) |
het vervoermiddel afzonderlijk is uitgerust met een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren; |
f) |
de zendingen materiaal van categorie 3 van het overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen slachthuis of andere overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen inrichtingen van exploitanten van levensmiddelenbedrijven rechtstreeks worden verplaatst naar:
|
2. De vervoerondernemer die verantwoordelijk is voor de verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3 als bedoeld in lid 1:
a) |
stelt de bevoegde autoriteit in staat met behulp van een satellietnavigatiesysteem de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren; |
b) |
bewaart de elektronische registratie van die verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing van de zending. |
3. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat het in lid 1, punt e), bedoelde satellietnavigatiesysteem wordt vervangen door een afzonderlijke verzegeling van de vervoermiddelen, op voorwaarde dat:
a) |
het materiaal van categorie 3 alleen binnen dezelfde lidstaat wordt verplaatst voor de in lid 1 bedoelde doeleinden; |
b) |
elk vervoermiddel onmiddellijk na het laden van de in lid 1 bedoelde zending materiaal van categorie 3 door een officiële dierenarts wordt verzegeld. |
Alleen een officiële dierenarts of handhavingsautoriteit van de betrokken lidstaat, zoals overeengekomen met de bevoegde autoriteit van die lidstaat, mag dat zegel verbreken en in voorkomend geval vervangen door een nieuw zegel.
AFDELING 10
SPECIFIEKE VOORWAARDEN VOOR AFWIJKINGEN WAARBIJ VERPLAATSINGEN VAN ZENDINGEN VERS VLEES EN VLEESPRODUCTEN, MET INBEGRIP VAN CASINGS, VERKREGEN VAN IN BEPERKINGSZONES II EN III GEHOUDEN VARKENS, BUITEN DIE BEPERKINGSZONES WORDEN TOEGESTAAN
Artikel 41
Specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat
1. In afwijking van de in artikel 12, lid 1, vastgestelde verboden kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat, op voorwaarde dat:
a) |
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan; |
b) |
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn verkregen van varkens die worden gehouden in inrichtingen die voldoen aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 1, punten b) en c), artikel 15, leden 2 en 3, en artikel 16; |
c) |
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn geproduceerd in overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen inrichtingen. |
2. In afwijking van de in artikel 12, lid 1, vastgestelde verboden kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, indien niet aan de voorwaarden van lid 1 van dit artikel wordt voldaan, toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat, op voorwaarde dat:
a) |
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn geproduceerd in overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen inrichtingen; |
b) |
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings:
|
Artikel 42
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone naar andere lidstaten en naar derde landen worden toegestaan
In afwijking van de in artikel 12, lid 1, vastgestelde verboden kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone naar andere lidstaten en naar derde landen, op voorwaarde dat:
a) |
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan; |
b) |
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, is voldaan; |
c) |
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn verkregen van varkens die worden gehouden in inrichtingen die voldoen aan de algemene voorwaarden van:
|
d) |
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn geproduceerd in overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen inrichtingen. |
Artikel 43
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, naar andere beperkingszones I, II en III of naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III op het grondgebied van dezelfde lidstaat worden toegestaan
In afwijking van de in artikel 12, lid 1, vastgestelde verboden kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, naar andere beperkingszones I, II en III of naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III op het grondgebied van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:
a) |
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan; |
b) |
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, is voldaan; |
c) |
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, afkomstig zijn van varkens die:
|
d) |
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn geproduceerd in overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen inrichtingen, en
|
HOOFDSTUK IV
BIJZONDERE RISICOBEPERKENDE MAATREGELEN MET BETREKKING TOT AFRIKAANSE VARKENSPEST VOOR LEVENSMIDDELENBEDRIJVEN IN DE BETROKKEN LIDSTATEN
Artikel 44
Bijzondere aanwijzing van slachthuizen en uitsnijderijen, koelhuizen, vleesverwerkingsinrichtingen en wildbewerkingsinrichtingen
1. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat wijst, op aanvraag van een exploitant van een levensmiddelenbedrijf, inrichtingen aan voor:
a) |
de onmiddellijke slacht van gehouden varkens uit de beperkingszones II en III:
|
b) |
het uitsnijden, verwerken en opslaan van het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, van in beperkingszones II of III gehouden varkens, zoals bedoeld in de artikelen 41, 42 en 43; |
c) |
het prepareren van vlees van wild als bedoeld in punt 1.18 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en de verwerking en opslag van in beperkingszones I, II of III verkregen vers vlees en vleesproducten van in het wild levende varkens, zoals bedoeld in de artikelen 51 en 52 van deze verordening; |
d) |
het prepareren van vlees van wild als bedoeld in punt 1.18 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en de verwerking en opslag van vers vlees en vleesproducten van in het wild levende varkens, indien die inrichtingen zijn gelegen in beperkingszones I, II of III, zoals bedoeld in de artikelen 51 en 52 van deze verordening. |
2. De bevoegde autoriteit kan besluiten dat de in lid 1 bedoelde aanwijzing niet vereist is voor inrichtingen die vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van in beperkingszones II of III gehouden varkens en van in beperkingszones I, II of III verkregen in het wild levende varkens, verwerken, uitsnijden en opslaan, en voor inrichtingen als bedoeld in lid 1, punt d), op voorwaarde dat:
a) |
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, afkomstig van varkens, in die inrichtingen worden voorzien van een speciaal gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, van een identificatiemerk als bedoeld in artikel 47; |
b) |
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, afkomstig van varkens die uit die inrichtingen komen, uitsluitend bestemd zijn voor dezelfde betrokken lidstaat; |
c) |
de dierlijke bijproducten afkomstig van varkens die uit die inrichtingen komen, uitsluitend binnen dezelfde lidstaat worden verwerkt of verwijderd overeenkomstig artikel 35. |
3. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat:
a) |
verstrekt de Commissie en de andere lidstaten een link naar de website van de bevoegde autoriteit met een lijst van aangewezen inrichtingen en hun activiteiten als bedoeld in lid 1; |
b) |
houdt de in punt a) bedoelde lijst actueel. |
Artikel 45
Bijzondere voorwaarden voor de aanwijzing van inrichtingen voor de onmiddellijke slacht van in beperkingszones II of III gehouden varkens
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat wijst slechts inrichtingen aan voor de onmiddellijke slacht van in beperkingszones II of III gehouden varkens mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a) |
het slachten van buiten beperkingszones II en III gehouden varkens, en van in beperkingszones II of III gehouden varkens die het voorwerp vormen van toegestane verplaatsingen overeenkomstig de artikelen 24, 29 en 30, en de productie en opslag van producten daarvan, wordt gescheiden uitgevoerd van het slachten van in beperkingszones I, II of III gehouden varkens en van de productie en opslag van producten daarvan die niet voldoen aan de desbetreffende:
|
b) |
de exploitant van de inrichting beschikt over door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat goedgekeurde gedocumenteerde instructies of procedures om te waarborgen dat aan de voorwaarden van punt a) wordt voldaan. |
Artikel 46
Bijzondere voorwaarden voor de aanwijzing van inrichtingen voor het uitsnijden, verwerken en opslaan van vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat wijst slechts inrichtingen aan voor het uitsnijden, verwerken en opslaan van vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a) |
het uitsnijden, verwerken en opslaan van vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van buiten beperkingszones II en III gehouden varkens en van in beperkingszones II en III gehouden varkens, worden gescheiden uitgevoerd van het uitsnijden, verwerken en opslaan van vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, die niet voldoen aan de desbetreffende:
|
b) |
de exploitant van de inrichting beschikt over door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat goedgekeurde gedocumenteerde instructies of procedures om te waarborgen dat aan de voorwaarden van punt a) wordt voldaan. |
Artikel 47
Speciale gezondheids- of identificatiemerken
1. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat ziet erop toe dat de volgende producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig lid 2 worden gemerkt:
a) |
vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, als bedoeld in artikel 43, punt d), ii); |
b) |
vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, indien niet is voldaan aan de in artikel 41, lid 1, vastgestelde specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen van zendingen van die producten buiten de beperkingszone II, zoals bedoeld in artikel 24, lid 3, punt e), en artikel 41, lid 2, punt b), ii); |
c) |
vers vlees en vleesproducten van in het wild levende varkens die binnen een beperkingszone I of buiten die beperkingszone worden verplaatst vanuit de overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen inrichting, zoals bedoeld in artikel 52, lid 1, punt c), iii), eerste streepje. |
2. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat en, in voorkomend geval, de exploitanten van levensmiddelenbedrijven zorgen ervoor dat:
a) |
een gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, een identificatiemerk als bedoeld in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 853/2004 met twee extra diagonale parallelle lijnen wordt aangebracht op de in lid 1 van dit artikel bedoelde producten van dierlijke oorsprong die uitsluitend bestemd zijn om binnen dezelfde betrokken lidstaat te worden verplaatst; |
b) |
de voor een gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, een identificatiemerk als bedoeld in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 853/2004 vereiste gegevens duidelijk leesbaar blijven nadat de producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig lid 2, punt a), van dit artikel zijn gemerkt. |
3. In afwijking van lid 2 van dit artikel kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat gedurende een periode van twaalf maanden na de datum van bekendmaking van deze verordening toestemming verlenen voor het gebruik van een andere vorm van een speciaal gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, een identificatiemerk dat niet ovaal is en dat niet kan worden verward met het in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 853/2004 bedoelde gezondheidsmerk of identificatiemerk.
HOOFDSTUK V
BIJZONDERE ZIEKTEBESTRIJDINGSMAATREGELEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP IN HET WILD LEVENDE VARKENS IN DE LIDSTATEN
Artikel 48
Specifieke verboden op verplaatsingen van zendingen in het wild levende varkens door exploitanten
De bevoegde autoriteiten van de lidstaten verbieden verplaatsingen van zendingen in het wild levende varkens door exploitanten overeenkomstig artikel 101 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688:
a) |
op het hele grondgebied van de lidstaat; |
b) |
vanuit het hele grondgebied van de lidstaat naar:
|
Artikel 49
Specifieke verboden op verplaatsingen binnen beperkingszones I, II en III en vanuit die beperkingszones van vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, dierlijke bijproducten en afgeleide producten, die zijn verkregen van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens
1. De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verbieden verplaatsingen binnen en vanuit beperkingszones I, II en III van zendingen vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, dierlijke bijproducten en afgeleide producten, die zijn verkregen van in het wild levende varkens, en van zendingen voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens.
2. De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verbieden verplaatsingen binnen en vanuit beperkingszones I, II en III van vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, dierlijke bijproducten en afgeleide producten, die zijn verkregen van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens:
a) |
voor particulier huishoudelijk gebruik; |
b) |
door jagers die kleine hoeveelheden wilde zwijnen of vlees van wilde zwijnen rechtstreeks leveren aan de eindverbruiker of de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert, overeenkomstig artikel 1, lid 3, punt e), van Verordening (EG) nr. 853/2004. |
Artikel 50
Algemene verboden op verplaatsingen van zendingen producten die zijn verkregen van in het wild levende varkens en voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens die worden beschouwd als een risico voor de verspreiding van Afrikaanse varkenspest
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan de verplaatsingen van zendingen vers vlees, vleesproducten en alle andere producten die zijn verkregen van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, op het grondgebied van dezelfde lidstaat verbieden indien de bevoegde autoriteit van oordeel is dat er een risico bestaat op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest naar, van of via die in het wild levende varkens of producten daarvan.
Artikel 51
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen vleesproducten die zijn verkregen van in het wild levende varkens binnen beperkingszones I, II en III en vanuit die beperkingszones worden toegestaan
1. In afwijking van het in artikel 49, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen binnen en vanuit beperkingszones I, II of III van zendingen vleesproducten die zijn verkregen van in het wild levende varkens uit in beperkingszones I, II of III gelegen inrichtingen naar:
a) |
andere beperkingszones I, II en III in dezelfde betrokken lidstaat; |
b) |
gebieden buiten de beperkingszones I, II en III van dezelfde betrokken lidstaat, en |
c) |
andere lidstaten en derde landen. |
2. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verleent slechts toestemming voor verplaatsingen van zendingen vleesproducten die zijn verkregen van in het wild levende varkens uit in beperkingszones I, II of III gelegen inrichtingen, zoals bedoeld in lid 1, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a) |
voor elk in het wild levend varken dat voor de productie en verwerking van de vleesproducten in de beperkingszones I, II en III wordt gebruikt, zijn tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest uitgevoerd; |
b) |
de bevoegde autoriteit heeft vóór de in punt c), ii), bedoelde behandeling negatieve resultaten verkregen op de in punt a) bedoelde tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest; |
c) |
de vleesproducten van in het wild levende varkens:
|
Artikel 52
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen binnen beperkingszones I, II en III en vanuit beperkingszone I van vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, die zijn verkregen van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, worden toegestaan
1. In afwijking van de verboden van artikel 49, leden 1 en 2, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen binnen een beperkingszone I en vanuit die beperkingszone van zendingen vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, die zijn verkregen van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, naar andere beperkingszones I, II en III of naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:
a) |
voor elk in het wild levend varken tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest zijn uitgevoerd vóór de verplaatsing van vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong van dat in het wild levend varken; |
b) |
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat vóór de verplaatsing van de zending negatieve resultaten heeft verkregen op de punt a) bedoelde tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest; |
c) |
het verse vlees, de vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong van in het wild levende varkens, en de voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, binnen of buiten beperkingszone I binnen dezelfde lidstaat worden verplaatst:
|
2. In afwijking van de verboden van artikel 49, leden 1 en 2, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, binnen beperkingszones II en III van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:
a) |
voor elk in het wild levend varken vóór de verplaatsing van de zending vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong van dat in het wild levend varken, of van het voor menselijke consumptie bestemde kadaver van dat in het wild levende varken, tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest zijn uitgevoerd; |
b) |
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat vóór de verplaatsing van de zending negatieve resultaten heeft verkregen op de punt a) bedoelde tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest; |
c) |
het verse vlees, de vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong van in het wild levende varkens, en de voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, binnen beperkingszones II en III binnen dezelfde lidstaat worden verplaatst:
|
3. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat de in lid 1, punt a), en lid 2, punt a), bedoelde tests ter opsporing van ziekteverwekkers niet vereist zijn in beperkingszone I, II of III, op voorwaarde dat:
a) |
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat op basis van passende en permanente bewaking de specifieke epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest en de daaraan verbonden risico’s in de specifieke beperkingszone of in het deel daarvan beoordeeld heeft en uit die beoordeling is gebleken dat het risico op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest verwaarloosbaar is; |
b) |
de in punt a) bedoelde beoordeling regelmatig wordt herzien:
|
c) |
de zending vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong van in het wild levende varkens, en de voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, alleen worden verplaatst:
|
Artikel 53
Verplichtingen van exploitanten met betrekking tot diergezondheidscertificaten voor zendingen vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, die zijn verkregen van in het wild levende varkens, en voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, voor verplaatsingen vanuit beperkingszones I, II en III
Exploitanten verplaatsen zendingen vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, die zijn verkregen van in het wild levende varkens, en voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, alleen vanuit beperkingszones I, II en III:
a) |
in de gevallen die worden bestreken door de artikelen 51 en 52, en |
b) |
indien die zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 167, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/429, dat de volgende elementen bevat:
|
In geval van verplaatsingen van dergelijke zendingen binnen dezelfde betrokken lidstaat kan de bevoegde autoriteit evenwel besluiten dat geen diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 167, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) 2016/429 hoeft te worden uitgereikt.
Artikel 54
Specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen binnen beperkingszones I, II en III en buiten die beperkingszones van zendingen dierlijke bijproducten en afgeleide producten van in het wild levende varkens
1. In afwijking van de verboden van artikel 49, leden 1 en 2, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen binnen beperkingszones I, II en III en buiten die beperkingszones van zendingen afgeleide producten die zijn verkregen van in het wild levende varkens naar andere beperkingszones I, II en III of naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III van dezelfde lidstaat en naar andere lidstaten, op voorwaarde dat zij een risicobeperkende behandeling hebben ondergaan die waarborgt dat de afgeleide producten geen risico’s inhouden wat de verspreiding van Afrikaanse varkenspest betreft.
2. In afwijking van de in artikel 49, lid 1, vastgestelde verboden kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen binnen beperkingszones I, II en III en buiten die beperkingszones van zendingen dierlijke bijproducten van in het wild levende varkens naar andere beperkingszones I, II en III en naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:
a) |
de dierlijke bijproducten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1069/2009 worden verzameld, vervoerd en verwijderd; |
b) |
voor de verplaatsingen vanuit beperkingszones I, II en III, de vervoermiddelen afzonderlijk zijn uitgerust met een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren; de vervoerondernemer stelt de bevoegde autoriteit in staat in real time toezicht te houden op de verplaatsing van de vervoermiddelen en bewaart de elektronische registratie van de verplaatsing gedurende ten minste twee maanden vanaf het tijdstip van de verplaatsing van de zending. |
Artikel 55
Verplichtingen van de exploitanten met betrekking tot diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen van zendingen dierlijke bijproducten van in het wild levende varkens buiten beperkingszones I, II en III op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat
Exploitanten verplaatsen zendingen dierlijke bijproducten van in het wild levende varkens in het in artikel 54, lid 2, bedoelde geval alleen buiten de beperkingszones I, II en III binnen dezelfde betrokken lidstaat, indien die zendingen vergezeld gaan van:
a) |
een handelsdocument als bedoeld in hoofdstuk III van bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011, en |
b) |
een diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 22, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687. |
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan evenwel besluiten dat geen diergezondheidscertificaat wordt afgegeven, zoals bedoeld in artikel 22, lid 6, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.
Artikel 56
Nationale actieplannen voor in het wild levende varkens om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest in de Unie te voorkomen
1. Alle lidstaten stellen binnen zes maanden na de datum van bekendmaking van deze verordening in het Publicatieblad van de Europese Unie nationale actieplannen op ter voorkoming van de verspreiding van Afrikaanse varkenspest in de Unie (nationale actieplannen) voor de populaties in het wild levende varkens op hun grondgebied:
a) |
om een hoog niveau van bewustzijn en paraatheid te waarborgen ten aanzien van de ziekte wat betreft de risico’s in verband met de verspreiding van Afrikaanse varkenspest via in het wild levende varkens; |
b) |
om de preventie, inperking, bestrijding en uitroeiing van Afrikaanse varkenspest te waarborgen; |
c) |
om gecoördineerde acties te waarborgen met betrekking tot in het wild levende varkens om rekening te houden met de risico’s die deze dieren vormen in verband met de verspreiding van Afrikaanse varkenspest. |
2. De nationale actieplannen worden opgesteld overeenkomstig de minimumeisen van bijlage IV.
3. Een lidstaat kan besluiten geen nationaal actieplan op te stellen indien passende en permanente bewaking geen bewijs van de permanente aanwezigheid van in het wild levende varkens in die lidstaat heeft opgeleverd.
4. De door de lidstaten in het kader van nationale actieplannen genomen maatregelen moeten, in voorkomend geval, verenigbaar zijn met de milieuvoorschriften van de Unie, met inbegrip van de natuurbeschermingseisen van de Richtlijnen 2009/147/EG en 92/43/EEG.
5. De lidstaten moeten hun nationale actieplannen en de jaarlijkse resultaten van de uitvoering ervan aan de Commissie en de andere lidstaten voorleggen.
HOOFDSTUK VI
BIJZONDERE INFORMATIE- EN OPLEIDINGSVERPLICHTINGEN IN DE LIDSTATEN
Artikel 57
Bijzondere informatieverplichtingen van de betrokken lidstaten
1. De betrokken lidstaten zien erop toe dat ten minste exploitanten van spoorwegen, touringcars, luchthavens en havens, reisbureaus, organisatoren van jachtreizen en exploitanten van postdiensten verplicht zijn de aandacht van hun klanten te vestigen op de in deze verordening vastgestelde bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen, door aan klanten van postdiensten en reizigers die beperkingszones I, II en III verlaten, ten minste op passende wijze informatie te verstrekken over de belangrijkste verboden zoals vastgesteld in de artikelen 9, 11, 12, 48 en 49.
Daartoe moeten de betrokken lidstaten regelmatige bewustmakingscampagnes organiseren en uitvoeren om de informatie over de in deze verordening vastgestelde bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen bekend te maken en te verspreiden.
2. De betrokken lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten binnen het kader van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders in kennis van:
a) |
veranderingen in de epidemiologische situatie ten aanzien van Afrikaanse varkenspest op hun grondgebied; |
b) |
de resultaten van de bewaking ten aanzien van Afrikaanse varkenspest bij gehouden en in het wild levende varkens die is uitgevoerd in beperkingszones I, II en III en in gebieden buiten die beperkingszones; |
c) |
de resultaten van de bewaking ten aanzien van Afrikaanse varkenspest bij gehouden en in het wild levende varkens die is uitgevoerd in gebieden die zijn opgenomen in bijlage II; |
d) |
andere maatregelen en initiatieven die zijn genomen om Afrikaanse varkenspest te voorkomen, te bestrijden en uit te roeien. |
Artikel 58
Bijzondere opleidingsverplichtingen van de betrokken lidstaten
De betrokken lidstaten organiseren en houden regelmatig of met passende tussenpozen specifieke opleidingsactiviteiten over de risico’s van Afrikaanse varkenspest en mogelijke preventie-, bestrijdings- en uitroeiingsmaatregelen voor ten minste de volgende doelgroepen:
a) |
dierenartsen; |
b) |
landbouwers die varkens houden en andere relevante exploitanten en vervoerders; |
c) |
jagers. |
Artikel 59
Bijzondere informatieverplichtingen van alle lidstaten
1. Alle lidstaten zorgen ervoor dat:
a) |
op belangrijke infrastructuurtracés over land, zoals internationale verbindingswegen en spoorwegen, en aanverwante transportnetwerken voor het vervoer over land, passende informatie over de risico’s van de overdracht van Afrikaanse varkenspest en over de in deze verordening vastgestelde bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen, onder de aandacht van reizigers wordt gebracht:
|
b) |
de nodige maatregelen zijn getroffen om belanghebbenden die actief zijn in de sector van de gehouden varkens, met inbegrip van kleine inrichtingen, bewust te maken van de risico’s op de insleep en verspreiding van het Afrikaanse-varkenspestvirus en hun de meest geschikte informatie te verstrekken over de versterkte biobeveiligingsmaatregelen voor inrichtingen voor gehouden varkens in de beperkingszones I, II of III, zoals opgenomen in bijlage III, en met name de maatregelen die in beperkingszones I, II en III moeten worden toegepast, met behulp van de meest geschikte middelen om dergelijke informatie onder hun aandacht te brengen. |
2. Alle lidstaten brengen Afrikaanse varkenspest onder de aandacht bij:
a) |
het publiek, zoals bedoeld in artikel 15 van Verordening (EU) 2016/429; |
b) |
dierenartsen, landbouwers, andere relevante exploitanten, vervoerders en jagers. |
3. Alle lidstaten verstrekken het publiek en de in lid 2 genoemde beroepsbeoefenaren de meest geschikte informatie over risicobeperking en versterkte biobeveiligingsmaatregelen, zoals vastgesteld in:
a) |
bijlage III; |
b) |
de met de lidstaten in het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders overeengekomen richtsnoeren van de Unie; |
c) |
de door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid beschikbaar gestelde wetenschappelijke gegevens; |
d) |
de Gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid. |
HOOFDSTUK VII
SLOTBEPALINGEN
Artikel 60
Intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 wordt ingetrokken met ingang van 21 april 2023.
Artikel 61
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de dertigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing van 21 april 2023 tot en met 20 april 2028.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 maart 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie van 3 december 2018 betreffende de toepassing, op de categorieën in de lijst opgenomen ziekten, van bepaalde regels voor de preventie en bestrijding van ziekten en tot vaststelling van een lijst van soorten en groepen soorten die een aanzienlijk risico vormen in verband met de verspreiding van die ziekten (PB L 308 van 4.12.2018, blz. 21).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten betreft (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 64).
(4) Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).
(5) Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn (PB L 54 van 26.2.2011, blz. 1).
(6) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie van 7 april 2021 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest (PB L 129 van 15.4.2021, blz. 1).
(7) De Gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (2022).
(8) https://ec.europa.eu/food/animals/animal-diseases/control-measures/asf_en
(9) Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).
(10) EFSA Journal 2018;16(7):5344.
(11) EFSA Journal 2020;18(1):5996.
(12) Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7).
(13) Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).
(14) Voor de toepassing van deze verordening wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.
(15) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de erkenning van inrichtingen voor levende producten en de traceerbaarheids- en diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van levende producten van bepaalde gehouden landdieren (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 1).
(16) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2154 van de Commissie van 14 oktober 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de diergezondheids-, certificerings- en kennisgevingsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van van landdieren afkomstige producten van dierlijke oorsprong (PB L 431 van 21.12.2020, blz. 5).
(17) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van landdieren en broedeieren (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 140).
BIJLAGE I
BEPERKINGSZONES I, II EN III
DEEL I
1. Duitsland
De volgende beperkingszones I in Duitsland:
|
Bundesland Brandenburg:
|
|
Bundesland Sachsen:
|
|
Bundesland Mecklenburg-Vorpommern:
|
2. Estland
De volgende beperkingszones I in Estland:
— |
Hiiu maakond. |
3. Griekenland
De volgende beperkingszones I in Griekenland:
— |
in the regional unit of Drama:
|
— |
in the regional unit of Xanthi:
|
— |
in the regional unit of Rodopi:
|
— |
in the regional unit of Evros:
|
— |
in the regional unit of Serres:
|
4. Letland
De volgende beperkingszones I in Letland:
— |
Dienvidkurzemes novada, Grobiņas pagasts, Nīcas pagasta daļa uz ziemeļiem no apdzīvotas vietas Bernāti, autoceļa V1232, A11, V1222, Bārtas upes, Otaņķu pagasts, Grobiņas pilsēta, |
— |
Ropažu novada Stopiņu pagasta daļa, kas atrodas uz rietumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes. |
5. Litouwen
De volgende beperkingszones I in Litouwen:
— |
Kalvarijos savivaldybė, |
— |
Klaipėdos rajono savivaldybė: Agluonėnų, Dovilų, Gargždų, Priekulės, Vėžaičių, Kretingalės ir Dauparų-Kvietinių seniūnijos, |
— |
Marijampolės savivaldybė išskyrus Šumskų ir Sasnavos seniūnijos, |
— |
Palangos miesto savivaldybė, |
— |
Vilkaviškio rajono savivaldybė: Bartninkų, Gražiškių, Keturvalakių, Pajevonio, Virbalio, Vištyčio seniūnijos. |
6. Hongarije
De volgende beperkingszones I in Hongarije:
— |
Békés megye 950950, 950960, 950970, 951950, 952050, 952750, 952850, 952950, 953050, 953150, 953650, 953660, 953750, 953850, 953960, 954250, 954260, 954350, 954450, 954550, 954650, 954750, 954850, 954860, 954950, 955050, 955150, 955250, 955260, 955270, 955350, 955450, 955510, 955650, 955750, 955760, 955850, 955950, 956050, 956060, 956150 és 956160 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Bács-Kiskun megye 600150, 600850, 601550, 601650, 601660, 601750, 601850, 601950, 602050, 603250, 603750 és 603850 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Budapest 1 kódszámú, vadgazdálkodási tevékenységre nem alkalmas területe, |
— |
Csongrád-Csanád megye 800150, 800160, 800250, 802220, 802260, 802310 és 802450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Fejér megye 400150, 400250, 400351, 400352, 400450, 400550, 401150, 401250, 401350, 402050, 402350, 402360, 402850, 402950, 403050, 403450, 403550, 403650, 403750, 403950, 403960, 403970, 404650, 404750, 404850, 404950, 404960, 405050, 405750, 405850, 405950, |
— |
406050, 406150, 406550, 406650 és 406750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Győr-Moson-Sopron megye 100550, 100650, 100950, 101050, 101350, 101450, 101550, 101560 és 102150 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Jász-Nagykun-Szolnok megye 750150, 750160, 750260, 750350, 750450, 750460, 754450, 754550, 754560, 754570, 754650, 754750, 754950, 755050, 755150, 755250, 755350 és 755450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Komárom-Esztergom megye 250150, 250250, 250450, 250460, 250550, 250650, 250750, 251050, 251150, 251250, 251350, 251360, 251650, 251750, 251850, 252250, kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Pest megye 571550, 572150, 572250, 572350, 572550, 572650, 572750, 572850, 572950, 573150, 573250, 573260, 573350, 573360, 573450, 573850, 573950, 573960, 574050, 574150, 574350, 574360, 574550, 574650, 574750, 574850, 574860, 574950, 575050, 575150, 575250, 575350, 575550, 575650, 575750, 575850, 575950, 576050, 576150, 576250, 576350, 576450, 576650, 576750, 576850, 576950, 577050, 577150, 577350, 577450, 577650, 577850, 577950, 578050, 578150, 578250, 578350, 578360, 578450, 578550, 578560, 578650, 578850, 578950, 579050, 579150, 579250, 579350, 579450, 579460, 579550, 579650, 579750, 580250 és 580450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe. |
7. Polen
De volgende beperkingszones I in Polen:
|
w województwie kujawsko - pomorskim:
|
|
w województwie warmińsko-mazurskim:
|
|
w województwie podlaskim:
|
|
w województwie mazowieckim:
|
|
w województwie podkarpackim:
|
|
w województwie świętokrzyskim:
|
|
w województwie łódzkim:
|
|
gmina Przedbórz w powiecie radomszczańskim, w województwie pomorskim:
|
|
w województwie lubuskim:
|
|
w województwie dolnośląskim:
|
|
w województwie wielkopolskim:
|
|
w województwie opolskim:
|
|
w województwie zachodniopomorskim:
|
|
w województwie małopolskim:
|
8. Slowakije
De volgende beperkingszones I in Slowakije:
— |
in the district of Nové Zámky, Sikenička, Pavlová, Bíňa, Kamenín, Kamenný Most, Malá nad Hronom, Belá, Ľubá, Šarkan, Gbelce, Bruty, Mužla, Obid, Štúrovo, Nána, Kamenica nad Hronom, Chľaba, Leľa, Bajtava, Salka, Malé Kosihy, |
— |
in the district of Veľký Krtíš, the municipalities of Ipeľské Predmostie, Veľká nad Ipľom, Hrušov, Kleňany, Sečianky, |
— |
in the district of Levice, the municipalities of Keť, Čata, Pohronský Ruskov, Hronovce, Želiezovce, Zalaba, Malé Ludince, Šalov, Sikenica, Pastovce, Bielovce, Ipeľský Sokolec, Lontov, Kubáňovo, Sazdice, Demandice, Dolné Semerovce, Vyškovce nad Ipľom, Preseľany nad Ipľom, Hrkovce, Tupá, Horné Semerovce, Hokovce, Slatina, Horné Turovce, Veľké Turovce, Šahy, Tešmak, Plášťovce, Ipeľské Uľany, Bátovce, Pečenice, Jabloňovce, Bohunice, Pukanec, Uhliská, |
— |
in the district of Krupina, the municipalities of Dudince, Terany, Hontianske Moravce, Sudince, Súdovce, Lišov, |
— |
the whole district of Ružomberok, |
— |
in the region of Turčianske Teplice, municipalties of Turček, Horná Štubňa, Čremošné, Háj, Rakša, Mošovce, |
— |
in the district of Martin, municipalties of Blatnica, Folkušová, Necpaly, |
— |
in the district of Dolný Kubín, the municipalities of Kraľovany, Žaškov, Jasenová, Vyšný Kubín, Oravská Poruba, Leštiny, Osádka, Malatiná, Chlebnice, Krivá, |
— |
in the district of Tvrdošín, the municipalities of Oravský Biely Potok, Habovka, Zuberec, |
— |
in the district of Žarnovica, the municipalities of Rudno nad Hronom, Voznica, Hodruša-Hámre, |
— |
the whole district of Žiar nad Hronom, except municipalities included in zone II. |
9. Italië
De volgende beperkingszones I in Italië:
|
Piedmont Region:
|
|
Liguria Region:
|
|
Emilia-Romagna Region:
|
|
Lombardia Region:
|
|
Lazio Region:
|
10. Tsjechië
De volgende beperkingszones I in Tsjechië:
|
Region of Liberec:
|
DEEL II
1. Bulgarije
De volgende beperkingszones II in Bulgarije:
— |
the whole region of Haskovo, |
— |
the whole region of Yambol, |
— |
the whole region of Stara Zagora, |
— |
the whole region of Pernik, |
— |
the whole region of Kyustendil, |
— |
the whole region of Plovdiv, excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Pazardzhik, excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Smolyan, |
— |
the whole region of Dobrich, |
— |
the whole region of Sofia city, |
— |
the whole region of Sofia Province, |
— |
the whole region of Blagoevgrad excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Razgrad, |
— |
the whole region of Kardzhali, |
— |
the whole region of Burgas, |
— |
the whole region of Varna excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Silistra, |
— |
the whole region of Ruse, |
— |
the whole region of Veliko Tarnovo, |
— |
the whole region of Pleven, |
— |
the whole region of Targovishte, |
— |
the whole region of Shumen, |
— |
the whole region of Sliven, |
— |
the whole region of Vidin, |
— |
the whole region of Gabrovo, |
— |
the whole region of Lovech, |
— |
the whole region of Montana, |
— |
the whole region of Vratza. |
2. Duitsland
De volgende beperkingszones II in Duitsland:
|
Bundesland Brandenburg:
|
|
Bundesland Sachsen:
|
|
Bundesland Mecklenburg-Vorpommern:
|
3. Estland
De volgende beperkingszones II in Estland:
— |
Eesti Vabariik (välja arvatud Hiiu maakond). |
4. Letland
De volgende beperkingszones II in Letland:
— |
Aizkraukles novads, |
— |
Alūksnes novads, |
— |
Augšdaugavas novads, |
— |
Ādažu novads, |
— |
Balvu novads, |
— |
Bauskas novads, |
— |
Cēsu novads, |
— |
Dienvidkurzemes novada Aizputes, Cīravas, Lažas, Durbes, Dunalkas, Tadaiķu, Vecpils, Bārtas, Sakas, Bunkas, Priekules, Gramzdas, Kalētu, Virgas, Dunikas, Vaiņodes, Gaviezes, Rucavas, Vērgales, Medzes pagasts, Nīcas pagasta daļa uz dienvidiem no apdzīvotas vietas Bernāti, autoceļa V1232, A11, V1222, Bārtas upes, Embūtes pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa P116, P106, autoceļa no apdzīvotas vietas Dinsdurbe, Kalvenes pagasta daļa uz rietumiem no ceļa pie Vārtājas upes līdz autoceļam A9, uz dienvidiem no autoceļa A9, uz rietumiem no autoceļa V1200, Kazdangas pagasta daļa uz rietumiem no ceļa V1200, P115, P117, V1296, Aizputes, Durbes, Pāvilostas, Priekules pilsēta, |
— |
Dobeles novads, |
— |
Gulbenes novads, |
— |
Jelgavas novads, |
— |
Jēkabpils novads, |
— |
Krāslavas novads, |
— |
Kuldīgas novada Alsungas, Gudenieku, Kurmāles, Rendas, Kabiles, Vārmes, Pelču, Snēpeles, Turlavas, Ēdoles, Īvandes, Rumbas, Padures pagasts, Laidu pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa V1296, Kuldīgas pilsēta, |
— |
Ķekavas novads, |
— |
Limbažu novads, |
— |
Līvānu novads, |
— |
Ludzas novads, |
— |
Madonas novads, |
— |
Mārupes novads, |
— |
Ogres novads, |
— |
Olaines novads, |
— |
Preiļu novads, |
— |
Rēzeknes novads, |
— |
Ropažu novada Garkalnes, Ropažu pagasts, Stopiņu pagasta daļa, kas atrodas uz austrumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes, Vangažu pilsēta, |
— |
Salaspils novads, |
— |
Saldus novads, |
— |
Saulkrastu novads, |
— |
Siguldas novads, |
— |
Smiltenes novads, |
— |
Talsu novads, |
— |
Tukuma novads, |
— |
Valkas novads, |
— |
Valmieras novads, |
— |
Varakļānu novads, |
— |
Ventspils novads, |
— |
Daugavpils valstspilsētas pašvaldība, |
— |
Jelgavas valstspilsētas pašvaldība, |
— |
Jūrmalas valstspilsētas pašvaldība, |
— |
Rēzeknes valstspilsētas pašvaldība. |
5. Litouwen
De volgende beperkingszones II in Litouwen:
— |
Alytaus miesto savivaldybė, |
— |
Alytaus rajono savivaldybė, |
— |
Anykščių rajono savivaldybė, |
— |
Akmenės rajono savivaldybė, |
— |
Birštono savivaldybė, |
— |
Biržų miesto savivaldybė, |
— |
Biržų rajono savivaldybė, |
— |
Druskininkų savivaldybė, |
— |
Elektrėnų savivaldybė, |
— |
Ignalinos rajono savivaldybė, |
— |
Jonavos rajono savivaldybė, |
— |
Joniškio rajono savivaldybė, |
— |
Jurbarko rajono savivaldybė: Eržvilko, Juodaičių, Seredžiaus, Smalininkų ir Viešvilės seniūnijos, |
— |
Kaišiadorių rajono savivaldybė, |
— |
Kauno miesto savivaldybė, |
— |
Kauno rajono savivaldybė, |
— |
Kazlų rūdos savivaldybė: Kazlų Rūdos seniūnija, išskyrus vakarinė dalis iki kelio 2602 ir 183, Plutiškių seniūnija, |
— |
Kelmės rajono savivaldybė: Kelmės, Kražių, Liolių, Tytuvėnų, Tytuvėnų apylinkių, Pakražančio ir Vaiguvos seniūnijos, |
— |
Kėdainių rajono savivaldybė, |
— |
Klaipėdos rajono savivaldybė: Judrėnų, Endriejavo ir Veiviržėnų seniūnijos, |
— |
Kupiškio rajono savivaldybė, |
— |
Kretingos rajono savivaldybė, |
— |
Lazdijų rajono savivaldybė, |
— |
Mažeikių rajono savivaldybė, |
— |
Molėtų rajono savivaldybė: Alantos, Balninkų, Čiulėnų, Inturkės, Joniškio, Luokesos, Mindūnų, Suginčių ir Videniškių seniūnijos, |
— |
Pagėgių savivaldybė, |
— |
Pakruojo rajono savivaldybė, |
— |
Panevėžio rajono savivaldybė, |
— |
Panevėžio miesto savivaldybė, |
— |
Pasvalio rajono savivaldybė, |
— |
Radviliškio rajono savivaldybė, |
— |
Rietavo savivaldybė, |
— |
Prienų rajono savivaldybė, |
— |
Plungės rajono savivaldybė, |
— |
Raseinių rajono savivaldybė, |
— |
Rokiškio rajono savivaldybė, |
— |
Skuodo rajono savivaldybė, |
— |
Šakių rajono savivaldybė: Kriūkų, Lekėčių ir Lukšių seniūnijos, |
— |
Šalčininkų rajono savivaldybė, |
— |
Šiaulių miesto savivaldybė, |
— |
Šiaulių rajono savivaldybė: Ginkūnų, Gruzdžių, Kairių, Kužių, Meškuičių, Raudėnų, Šakynos ir Šiaulių kaimiškosios seniūnijos, |
— |
Šilutės rajono savivaldybė, |
— |
Širvintų rajono savivaldybė: Čiobiškio, Gelvonų, Jauniūnų, Kernavės, Musninkų ir Širvintų seniūnijos, |
— |
Šilalės rajono savivaldybė, |
— |
Švenčionių rajono savivaldybė, |
— |
Tauragės rajono savivaldybė, |
— |
Telšių rajono savivaldybė, |
— |
Trakų rajono savivaldybė, |
— |
Ukmergės rajono savivaldybė: Deltuvos, Lyduokių, Pabaisko, Pivonijos, Siesikų, Šešuolių, Taujėnų, Ukmergės miesto, Veprių, Vidiškių ir Žemaitkiemo seniūnijos, |
— |
Utenos rajono savivaldybė, |
— |
Varėnos rajono savivaldybė, |
— |
Vilniaus miesto savivaldybė, |
— |
Vilniaus rajono savivaldybė: Avižienių, Bezdonių, Buivydžių, Dūkštų, Juodšilių, Kalvelių, Lavoriškių, Maišiagalos, Marijampolio, Medininkų, Mickūnų, Nemenčinės, Nemenčinės miesto, Nemėžio, Pagirių, Riešės, Rudaminos, Rukainių, Sudervės, Sužionių, Šatrininkų ir Zujūnų seniūnijos, |
— |
Visagino savivaldybė, |
— |
Zarasų rajono savivaldybė. |
6. Hongarije
De volgende beperkingszones II in Hongarije:
— |
Békés megye 950150, 950250, 950350, 950450, 950550, 950650, 950660, 950750, 950850, 950860, 951050, 951150, 951250, 951260, 951350, 951450, 951460, 951550, 951650, 951750, 952150, 952250, 952350, 952450, 952550, 952650, 953250, 953260, 953270, 953350, 953450, 953550, 953560, 953950, 954050, 954060, 954150, 956250, 956350, 956450, 956550, 956650 és 956750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Borsod-Abaúj-Zemplén megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe, |
— |
Fejér megye 403150, 403160, 403250, 403260, 403350, 404250, 404550, 404560, 404570, 405450, 405550, 405650, 406450 és 407050 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Hajdú-Bihar megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe, |
— |
Heves megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe, |
— |
Jász-Nagykun-Szolnok megye 750250, 750550, 750650, 750750, 750850, 750970, 750980, 751050, 751150, 751160, 751250, 751260, 751350, 751360, 751450, 751460, 751470, 751550, 751650, 751750, 751850, 751950, 752150, 752250, 752350, 752450, 752460, 752550, 752560, 752650, 752750, 752850, 752950, 753060, 753070, 753150, 753250, 753310, 753450, 753550, 753650, 753660, 753750, 753850, 753950, 753960, 754050, 754150, 754250, 754360, 754370, 754850, 755550, 755650 és 755750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Komárom-Esztergom megye: 250350, 250850, 250950, 251450, 251550, 251950, 252050, 252150, 252350, 252450, 252460, 252550, 252650, 252750, 252850, 252860, 252950, 252960, 253050, 253150, 253250, 253350, 253450 és 253550 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Nógrád megye valamennyi vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Pest megye 570150, 570250, 570350, 570450, 570550, 570650, 570750, 570850, 570950, 571050, 571150, 571250, 571350, 571650, 571750, 571760, 571850, 571950, 572050, 573550, 573650, 574250, 577250, 580050 és 580150 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Szabolcs-Szatmár-Bereg megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe. |
7. Polen
De volgende beperkingszones II in Polen:
|
w województwie warmińsko-mazurskim:
|
|
w województwie podlaskim:
|
|
w województwie mazowieckim:
|
|
w województwie lubelskim:
|
|
w województwie podkarpackim:
|
|
w województwie małopolskim:
|
|
w województwie pomorskim:
|
|
w województwie świętokrzyskim:
|
|
w województwie lubuskim:
|
|
w województwie dolnośląskim:
|
|
w województwie wielkopolskim:
|
|
w województwie łódzkim:
|
|
w województwie zachodniopomorskim:
|
|
w województwie opolskim:
|
8. Slowakije
De volgende beperkingszones II in Slowakije:
— |
the whole district of Gelnica except municipalities included in zone III, |
— |
the whole district of Poprad |
— |
the whole district of Spišská Nová Ves, |
— |
the whole district of Levoča, |
— |
the whole district of Kežmarok |
— |
in the whole district of Michalovce except municipalities included in zone III, |
— |
the whole district of Košice-okolie, |
— |
the whole district of Rožnava, |
— |
the whole city of Košice, |
— |
in the district of Sobrance: Remetské Hámre, Vyšná Rybnica, Hlivištia, Ruská Bystrá, Podhoroď, Choňkovce, Ruský Hrabovec, Inovce, Beňatina, Koňuš, |
— |
the whole district of Vranov nad Topľou, |
— |
the whole district of Humenné except municipalities included in zone III, |
— |
the whole district of Snina, |
— |
the whole district of Prešov except municipalities included in zone III, |
— |
the whole district of Sabinov except municipalities included in zone III, |
— |
the whole district of Svidník, except municipalities included in zone III, |
— |
the whole district of Stropkov, except municipalities included in zone III, |
— |
the whole district of Bardejov, |
— |
the whole district of Stará Ľubovňa, |
— |
the whole district of Revúca, |
— |
the whole district of Rimavská Sobota, |
— |
in the district of Veľký Krtíš, the whole municipalities not included in part I, |
— |
the whole district of Lučenec, |
— |
the whole district of Poltár, |
— |
the whole district of Zvolen, except municipalities included in zone III, |
— |
the whole district of Detva, |
— |
the whole district of Krupina, except municipalities included in zone I, |
— |
the whole district of Banska Stiavnica, |
— |
in the district of Žiar nad Hronom the municipalities of Hronská Dúbrava, Trnavá Hora, |
— |
the whole district of Banska Bystica, except municipalities included in zone III, |
— |
the whole district of Brezno, |
— |
the whole district of Liptovsky Mikuláš, |
— |
the whole district of Trebišov’. |
9. Italië
De volgende beperkingszones II in Italië:
|
Piedmont Region:
|
|
Liguria Region:
|
|
Lazio Region:
|
10. Tsjechië
De volgende beperkingszones II in Tsjechië:
|
Region of Liberec:
|
DEEL III
1. Bulgarije
De volgende beperkingszones III in Bulgarije:
— |
in Blagoevgrad region:
|
— |
the Pazardzhik region:
|
— |
in Plovdiv region
|
— |
in Varna region:
|
2. Italië
De volgende beperkingszones III in Italië:
— |
Sardinia Region: the whole territory. |
3. Letland
De volgende beperkingszones III in Letland:
— |
Dienvidkurzemes novada Embūtes pagasta daļa uz ziemeļiem autoceļa P116, P106, autoceļa no apdzīvotas vietas Dinsdurbe, Kalvenes pagasta daļa uz austrumiem no ceļa pie Vārtājas upes līdz autoceļam A9, uz ziemeļiem no autoceļa A9, uz austrumiem no autoceļa V1200, Kazdangas pagasta daļa uz austrumiem no ceļa V1200, P115, P117, V1296, |
— |
Kuldīgas novada Rudbāržu, Nīkrāces, Raņķu, Skrundas pagasts, Laidu pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa V1296, Skrundas pilsēta. |
4. Litouwen
De volgende beperkingszones III in Litouwen:
— |
Jurbarko rajono savivaldybė: Jurbarko miesto seniūnija, Girdžių, Jurbarkų Raudonės, Skirsnemunės, Veliuonos ir Šimkaičių seniūnijos, |
— |
Molėtų rajono savivaldybė: Dubingių ir Giedraičių seniūnijos, |
— |
Marijampolės savivaldybė: Sasnavos ir Šunskų seniūnijos, |
— |
Šakių rajono savivaldybė: Barzdų, Gelgaudiškio, Griškabūdžio, Kidulių, Kudirkos Naumiesčio, Sintautų, Slavikų, Sudargo, Šakių, Plokščių ir Žvirgždaičių seniūnijos. |
— |
Kazlų rūdos savivaldybė: Antanavos, Jankų ir Kazlų Rūdos seniūnijos: vakarinė dalis iki kelio 2602 ir 183, |
— |
Kelmės rajono savivaldybė: Kelmės apylinkių, Kukečių, Šaukėnų ir Užvenčio seniūnijos, |
— |
Vilkaviškio rajono savivaldybė: Gižų, Kybartų, Klausučių, Pilviškių, Šeimenos ir Vilkaviškio miesto seniūnijos. |
— |
Širvintų rajono savivaldybė: Alionių ir Zibalų seniūnijos, |
— |
Šiaulių rajono savivaldybė: Bubių, Kuršėnų kaimiškoji ir Kuršėnų miesto seniūnijos, |
— |
Ukmergės rajono savivaldybė: Želvos seniūnija, |
— |
Vilniaus rajono savivaldybė: Paberžės seniūnija. |
5. Polen
De volgende beperkingszones III in Polen:
|
w województwie zachodniopomorskim:
|
|
w województwie warmińsko-mazurskim:
|
|
w województwie podkarpackim:
|
|
w województwie lubuskim:
|
|
w województwie wielkopolskim:
|
|
w województwie dolnośląskim:
|
|
w województwie świętokrzyskim:
|
|
w województwie małopolskim:
|
6. Roemenië
De volgende beperkingszones III in Roemenië:
— |
Zona orașului București, |
— |
Județul Constanța, |
— |
Județul Satu Mare, |
— |
Județul Tulcea, |
— |
Județul Bacău, |
— |
Județul Bihor, |
— |
Județul Bistrița Năsăud, |
— |
Județul Brăila, |
— |
Județul Buzău, |
— |
Județul Călărași, |
— |
Județul Dâmbovița, |
— |
Județul Galați, |
— |
Județul Giurgiu, |
— |
Județul Ialomița, |
— |
Județul Ilfov, |
— |
Județul Prahova, |
— |
Județul Sălaj, |
— |
Județul Suceava |
— |
Județul Vaslui, |
— |
Județul Vrancea, |
— |
Județul Teleorman, |
— |
Judeţul Mehedinţi, |
— |
Județul Gorj, |
— |
Județul Argeș, |
— |
Judeţul Olt, |
— |
Judeţul Dolj, |
— |
Județul Arad, |
— |
Județul Timiș, |
— |
Județul Covasna, |
— |
Județul Brașov, |
— |
Județul Botoșani, |
— |
Județul Vâlcea, |
— |
Județul Iași, |
— |
Județul Hunedoara, |
— |
Județul Alba, |
— |
Județul Sibiu, |
— |
Județul Caraș-Severin, |
— |
Județul Neamț, |
— |
Județul Harghita, |
— |
Județul Mureș, |
— |
Județul Cluj, |
— |
Județul Maramureş. |
7. Slowakije
De volgende beperkingszones III in Slowakije:
— |
The whole district of Vranov and Topľou, |
— |
In the district of Humenné: Lieskovec, Myslina, Humenné, Jasenov, Brekov, Závadka, Topoľovka, Hudcovce, Ptičie, Chlmec, Porúbka, Brestov, Gruzovce, Ohradzany, Slovenská Volová, Karná, Lackovce, Kochanovce, Hažín nad Cirochou, Závada, Nižná Sitnica, Vyšná Sitnica, Rohožník, Prituľany, Ruská Poruba, Ruská Kajňa, |
— |
In the district of Michalovce: Strážske, Staré, Oreské, Zbudza, Voľa, Nacina Ves, Pusté Čemerné, Lesné, Rakovec nad Ondavou, Petrovce nad Laborcom, Trnava pri Laborci, Vinné, Kaluža, Klokočov, Kusín, Jovsa, Poruba pod Vihorlatom, Hojné, Lúčky,Závadka, Hažín, Zalužice, Michalovce, Krásnovce, Šamudovce, Vŕbnica, Žbince, Lastomír, Zemplínska Široká, Čečehov, Jastrabie pri Michalovciach, Iňačovce, Senné, Palín, Sliepkovce, Hatalov, Budkovce, Stretava, Stretávka, Pavlovce nad Uhom, Vysoká nad Uhom, Bajany, |
— |
In the district of Gelnica: Hrišovce, Jaklovce, Kluknava, Margecany, Richnava, |
— |
In the district Of Sabinov: Daletice, |
— |
In the district of Prešov: Hrabkov, Krížovany, Žipov, Kvačany, Ondrašovce, Chminianske Jakubovany, Klenov, Bajerov, Bertotovce, Brežany, Bzenov, Fričovce, Hendrichovce, Hermanovce, Chmiňany, Chminianska Nová Ves, Janov, Jarovnice, Kojatice, Lažany, Mikušovce, Ovčie, Rokycany, Sedlice, Suchá Dolina, Svinia, Šindliar, Široké, Štefanovce, Víťaz, Župčany, |
— |
the whole district of Medzilaborce, |
— |
In the district of Stropkov: Havaj, Malá Poľana, Bystrá, Mikové, Varechovce, Vladiča, Staškovce, Makovce, Veľkrop, Solník, Korunková, Bukovce, Krišľovce, Jakušovce, Kolbovce, |
— |
In the district of Svidník: Pstruša, |
— |
In the district of Zvolen: Očová, Zvolen, Sliač, Veľká Lúka, Lukavica, Sielnica, Železná Breznica, Tŕnie, Turová, Kováčová, Budča, Hronská Breznica, Ostrá Lúka, Bacúrov, Breziny, Podzámčok, Michalková, Zvolenská Slatina, Lieskovec, |
— |
In the district of Banská Bystrica: Sebedín-Bečov, Čerín, Dúbravica, Oravce, Môlča, Horná Mičiná, Dolná Mičiná, Vlkanová, Hronsek, Badín, Horné Pršany, Malachov, Banská Bystrica, |
— |
The whole district of Sobrance except municipalities included in zone II. |
BIJLAGE II
OP HET NIVEAU VAN DE UNIE ALS BESMETTE ZONE OF ALS BEPERKINGSZONE INGESTELDE GEBIEDEN DIE BESCHERMINGS- EN BEWAKINGSZONES OMVATTEN
(als bedoeld in artikel 6, lid 2, en artikel 7, lid 2)
Deel A — Gebieden die naar aanleiding van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens in een voorheen ziektevrije lidstaat of zone zijn ingesteld als besmette zones:
Lidstaat:
ADIS (1) referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid |
|
|
|
Deel B — Gebieden die naar aanleiding van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens in een voorheen ziektevrije lidstaat of zone zijn ingesteld als beperkingszones die beschermings- en bewakingszones omvatten:
Lidstaat:
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid |
|
Beschermingszone: Bewakingszone: |
|
(1) Het EU-informatiesysteem voor dierziekten.
BIJLAGE III
VERSTERKTE BIOBEVEILIGINGSMAATREGELEN VOOR INRICHTINGEN VOOR GEHOUDEN VARKENS IN BEPERKINGSZONES I, II EN III
(als bedoeld in artikel 16, lid 1, punt b), i))
1. |
De volgende versterkte biobeveiligingsmaatregelen, zoals bedoeld in artikel 16, lid 1, punt b), i), moeten worden ingevoerd in inrichtingen voor gehouden varkens die gelegen zijn in beperkingszones I, II en III in de betrokken lidstaten, in geval van door de bevoegde autoriteit overeenkomstig deze verordening toegestane verplaatsingen van de volgende zendingen:
|
2. |
De exploitanten van inrichtingen voor gehouden varkens in beperkingszones I, II en III in de betrokken lidstaten zorgen er bij de in lid 1 bedoelde toegestane verplaatsingen binnen en buiten die zones voor dat in inrichtingen voor gehouden varkens de volgende versterkte biobeveiligingsmaatregelen worden ingevoerd:
|
BIJLAGE IV
MINIMUMVOORSCHRIFTEN VOOR DE NATIONALE ACTIEPLANNEN VOOR IN HET WILD LEVENDE VARKENS TER VOORKOMING VAN DE VERSPREIDING VAN AFRIKAANSE VARKENSPEST IN DE UNIE
(als bedoeld in artikel 56)
De nationale actieplannen ter voorkoming van de verspreiding van Afrikaanse varkenspest in de Unie voor in het wild levende varkens moeten ten minste het volgende omvatten:
a) |
de strategische doelstellingen en prioriteiten van het nationale actieplan; |
b) |
de reikwijdte van het plan, met inbegrip van het grondgebied waarop het nationale actieplan betrekking heeft; |
c) |
een beschrijving van de wetenschappelijke gegevens die ten grondslag liggen aan de maatregelen in het nationale actieplan, indien van toepassing, of een verwijzing naar de richtsnoeren van de Unie inzake Afrikaanse varkenspest, zoals overeengekomen met de lidstaten in het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders (1); |
d) |
een beschrijving van de taken en werkzaamheden van de betrokken instellingen en belanghebbenden; |
e) |
ramingen van de omvang van de populatie in het wild levende varkens in de lidstaat of regio’s daarvan en een beschrijving van de ramingsmethode; |
f) |
een beschrijving van het jachtbeheer in de lidstaat, met inbegrip van een overzicht van de jachtgebieden, jachtverenigingen, jachtseizoenen, specifieke jachtmethoden en -instrumenten; |
g) |
een beschrijving van de kwalitatieve en/of kwantitatieve jaarlijkse, tussentijdse en langetermijndoelstellingen en de middelen voor een passende bestrijding en, indien nodig, vermindering van de populatie in het wild levende varkens, met inbegrip van doelstellingen voor jaarlijkse jachtquota, indien van toepassing; |
h) |
een beschrijving van of links naar nationale biobeveiligingsvoorschriften in verband met de jacht op in het wild levende varkens; |
i) |
een beschrijving van en links naar relevante biobeveiligingsmaatregelen van de Unie of van de lidstaten voor inrichtingen voor gehouden varkens met het oog op de bescherming van die dieren tegen in het wild levende varkens; |
j) |
uitvoeringsregelingen, met inbegrip van een tijdschema voor verschillende maatregelen; |
k) |
een communicatiestrategie voor jagers, een beschrijving van gerichte bewustmakings- en opleidingscampagnes met betrekking tot Afrikaanse varkenspest en links naar dergelijke campagnes voor jagers om de introductie en verspreiding van die ziekte door jagers te voorkomen; |
l) |
gezamenlijke programma’s voor samenwerking tussen de landbouw- en de milieusector met het oog op een duurzaam jachtbeheer, de invoering van een verbod op bijvoederen en landbouwpraktijken ter bevordering van de preventie, bestrijding en uitroeiing van Afrikaanse varkenspest, indien van toepassing; |
m) |
een beschrijving van de grensoverschrijdende samenwerking met andere lidstaten en derde landen, indien van toepassing, met betrekking tot het beheer van in het wild levende varkens; |
n) |
een beschrijving van de verplichte permanente bewaking door middel van het testen van dode wilde varkens met tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest op het gehele grondgebied van de lidstaat; |
o) |
een beoordeling van mogelijke significante negatieve effecten van jachtactiviteiten op soorten en habitats die beschermd zijn uit hoofde van de toepasselijke milieuregels van de Unie, met inbegrip van de in de Richtlijnen 2009/147/EG en 92/43/EEG vastgestelde eisen inzake natuurbescherming, en indien nodig een beschrijving van de preventie- en mitigerende maatregelen ter vermindering van de negatieve gevolgen voor het milieu. |
(1) https://food.ec.europa.eu/animals/animal-diseases/diseases-and-control-measures/african-swine-fever_en