10.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 73/5


GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2023/544 VAN DE COMMISSIE

van 16 december 2022

tot wijziging van Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vrijstellingen voor het gebruik van lood in aluminiumlegeringen voor verwerkingsdoeleinden, in koperlegeringen en in bepaalde batterijen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken (1), en met name artikel 4, lid 2, punt b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 4, lid 2, punt a), van Richtlijn 2000/53/EG moeten de lidstaten erop toezien dat materialen en onderdelen van voertuigen die na 1 juli 2003 in de handel worden gebracht, geen lood, kwik, cadmium of zeswaardig chroom bevatten.

(2)

Bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG bevat een lijst van materialen en onderdelen van voertuigen die van het bij artikel 4, lid 2, punt a), van die richtlijn vastgestelde verbod zijn vrijgesteld.

(3)

De Commissie heeft de in punt 2, c), i), van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG vastgestelde vrijstelling voor aluminiumlegeringen voor verwerkingsdoeleinden beoordeeld in het licht van de technische en wetenschappelijke vooruitgang. In die beoordeling werd geconcludeerd dat er geschikte alternatieven beschikbaar zijn, maar dat er een overgangsperiode nodig is om het lood in alle materialen en onderdelen die onder die vrijstelling vallen, te vervangen. Het gebruik van lood in de betrokken materialen en onderdelen, met inbegrip van lood in kneedaluminium, kan tegen eind 2027 zijn uitgefaseerd. Het is daarom passend een einde van de geldigheidsduur van die vrijstelling te bepalen.

(4)

De Commissie heeft de in punt 3 van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG vastgestelde vrijstelling voor koperlegeringen beoordeeld in het licht van de technische en wetenschappelijke vooruitgang. In die beoordeling werd geconcludeerd dat er nog steeds geen geschikte alternatieven beschikbaar zijn voor het lood dat wordt gebruikt in de materialen en onderdelen die onder die vrijstelling vallen. Rekening houdend met de vooruitgang die is geboekt bij de ontwikkeling van alternatieven voor lood in de desbetreffende materialen en onderdelen, is het passend een nieuwe termijn te bepalen waarbinnen die vrijstelling opnieuw moet worden bekeken.

(5)

De Commissie heeft de in punt 5, b), van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG vastgestelde vrijstelling voor lood in batterijen voor batterijtoepassingen die niet onder punt 5, a), van die bijlage vallen, die betrekking heeft op batterijen in hoogspanningssystemen, beoordeeld in het licht van de technische en wetenschappelijke vooruitgang. In die beoordeling werd geconcludeerd dat het gebruik van lood in batterijen voor batterijtoepassingen die niet onder punt 5, a), van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG vallen, voor sommige toepassingen kan worden vermeden, maar niet voor batterijen die in 12 V-toepassingen worden gebruikt. Met het oog op de toepassing van een consistent regelgevingskader voor batterijen, met inbegrip van batterijen die niet onder de vrijstelling van punt 5, a), van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG vallen en niet in 12 V-toepassingen worden gebruikt, is het passend te voorzien in twee afzonderlijke punten 5, b), i), en 5, b), ii), in plaats van één punt 5, b).

(6)

Punt 5, b), i), moet voorzien in een vrijstelling voor het gebruik van lood in batterijen die in 12 V-toepassingen worden gebruikt, en voor het gebruik van lood in batterijen die in 24 V-toepassingen worden gebruikt in voertuigen voor speciale doeleinden als gedefinieerd in artikel 3 van Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad (2). Rekening houdend met de vooruitgang die is geboekt bij de ontwikkeling van alternatieven voor lood in de desbetreffende batterijen, is het passend een nieuwe termijn te bepalen waarbinnen die vrijstellingen opnieuw moeten worden bekeken.

(7)

Punt 5, b), ii), moet voorzien in een vrijstelling voor het gebruik van lood in batterijen voor andere batterijtoepassingen die niet onder de punten 5, a), en 5, b), i), van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG vallen. In de beoordeling werd geconcludeerd dat loodhoudende batterijen voor die toepassingen vermijdbaar zijn gezien de geboekte vooruitgang bij de ontwikkeling van alternatieven voor lood in batterijen die voor dergelijke toepassingen worden gebruikt. Daarom is het passend voor die vrijstelling een geldigheidsduur vast te stellen die het mogelijk maakt het gebruik van lood in de desbetreffende batterijen geleidelijk uit te faseren.

(8)

Richtlijn 2000/53/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 juni 2023 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst mede van de belangrijkste bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 16 december 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 269 van 21.10.2000, blz. 34.

(2)  Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (PB L 151 van 14.6.2018, blz. 1).


BIJLAGE

“BIJLAGE II

Van de toepassing van artikel 4, lid 2, punt a), vrijgestelde materialen en onderdelen

Een maximale concentratie van 0,1 gewichtsprocent voor lood, zeswaardig chroom en kwik in homogeen materiaal en 0,01 gewichtsprocent voor cadmium in homogeen materiaal wordt toegestaan.

Na 1 juli 2003 in de handel gebrachte reserveonderdelen die worden gebruikt voor voertuigen die vóór 1 juli 2003 in de handel werden gebracht, met uitzondering van wielbalansgewichten, koolborstels voor elektrische motoren en remvoeringen, zijn vrijgesteld van artikel 4, lid 2, punt a), van Richtlijn 2000/53/EG.

Materialen en onderdelen

Werkingssfeer en einde van de geldigheidsduur van de vrijstelling

Te merken of herkenbaar te maken overeenkomstig artikel 4, lid 2, punt b), iv)

Lood als legeringselement

1 a)

Staal voor verwerkingsdoeleinden en discontinu thermisch verzinkte stalen onderdelen met een loodgehalte van niet meer dan 0,35 gewichtsprocent

 

 

1 b)

Continu verzinkt plaatstaal dat niet meer dan 0,35 gewichtsprocent lood bevat

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

 

2 a)

Aluminium voor verwerkingsdoeleinden dat niet meer dan 2 gewichtsprocent lood bevat

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2005 in de handel zijn gebracht

 

2b)

Aluminium dat niet meer dan 1,5 gewichtsprocent lood bevat

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2008 in de handel zijn gebracht

 

2 c) i)

Aluminiumlegeringen voor verwerkingsdoeleinden die niet meer dan 0,4 ewichtsprocent lood bevatten

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2028 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

 

2 c) ii)

Aluminiumlegeringen die niet onder 2 c) i) vallen en die niet meer dan 0,4 gewichtsprocent lood bevatten  (2)

 (1)

 

3.

Koperlegeringen die niet meer dan 4 gewichtsprocent lood bevatten

 (3)

 

4 a)

Lagerschalen en -zuigers

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2008 in de handel zijn gebracht

 

4 b)

Lagerschalen en -zuigers in motoren, transmissies en aircocompressoren

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2011 in de handel zijn gebracht

 

Lood en loodverbindingen in onderdelen

5 a)

Lood in batterijen die worden gebruikt in hoogspanningsystemen  (4) die alleen worden gebruikt voor de aandrijving van voertuigen van de categorieën M1 en N1.

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2019 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X

5 b) i)

Lood in batterijen:

1)

die in 12 V-toepassingen worden gebruikt;

2)

die in 24 V-toepassingen worden gebruikt in voertuigen voor speciale doeleinden als gedefinieerd in artikel 3 van Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad (7).

 (3)

X

5 b) ii)

Lood in batterijen die in toepassingen worden gebruikt die niet onder punt 5, a), of punt 5, b), i), vallen

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2024 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X

6.

Trillingsdempers

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X

7 a)

Vulkaniseermiddelen en stabilisatoren voor elastomeren in remslangen, brandstofslangen, luchtventilatieslangen, elastomeer/metaalonderdelen in de chassistoepassingen en motorophangingen

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2005 in de handel zijn gebracht

 

7 b)

Vulkaniseermiddelen en stabilisatoren voor elastomeren in remslangen, brandstofslangen, luchtventilatieslangen, elastomeer/metaalonderdelen in de chassistoepassingen en motorophangingen die niet meer dan 0,5 gewichtsprocent lood bevatten

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2006 in de handel zijn gebracht

 

7 c)

Bindmiddelen voor elastomeren die in aandrijftoepassingen worden gebruikt, met een loodgehalte van niet meer dan 0,5 gewichtsprocent

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2009 in de handel zijn gebracht

 

8 a)

Lood in soldeer om elektrische en elektronische onderdelen aan elektronische printplaten te bevestigen en lood in de afwerking van de uiteinden van andere onderdelen dan elektrolytische aluminiumcondensatoren, in pinnen van onderdelen en in elektronische printplaten

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X (5)

8 b)

Lood in soldeer in elektrische toepassingen, behalve soldeer op elektronische printplaten of op glas

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2011 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X (5)

8 c)

Lood in de afwerking van de uiteinden van elektrolytische aluminiumcondensatoren

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2013 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X (5)

8 d)

Lood in soldeer op glas in luchtmassameters

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2015 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X (5)

8 e)

Lood in soldeer met een hoog smeltpunt (d.w.z. loodlegeringen met ten minste 85 gewichtsprocent lood)

 (1)

X (5)

8 f) i)

Lood in flexibele penconnectorsystemen

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2017 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X (5)

8 f) ii)

Lood in andere flexibele penconnectorsystemen dan het pasvlak van kabelboomconnectoren

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2024 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X (5)

8 g) i)

Lood in soldeer voor de totstandbrenging van een haalbare elektrische verbinding tussen een halfgeleider-die en een drager in “flip chip”-behuizingen voor geïntegreerde schakelingen

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 oktober 2022 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X (5)

8 g) ii)

Lood in soldeer voor de totstandbrenging van een haalbare elektrische verbinding tussen de halfgeleider-die en de drager in “flip chip”-behuizingen voor geïntegreerde schakelingen waarbij die elektrische verbinding bestaat uit:

1)

een halfgeleidertechnologieknoop van 90 nm of groter;

2)

een enkele die van 300 mm2 of groter, in om het even welke halfgeleidertechnologieknoop;

3)

pakketten gestapelde die’s van 300 mm2 of groter, of “silicon interposers” van 300 mm2 of groter.

 (1)

Voertuigen met typegoedkeuring van 1 oktober 2022 of later, en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X (5)

8 h)

Lood in soldeer om warmteverspreiders te bevestigen aan het koelingslichaam in krachtige halfgeleiders met een chipgrootte van minstens 1 cm2 projectieoppervlak en een nominale spanningsdichtheid van minstens 1 A per mm2 siliciumchipoppervlak

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X (5)

8 i)

Lood in soldeer in elektrische toepassingen op glas, met uitzondering van soldeer op gelamineerd glas

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X (5)

8 j)

Lood in soldeer op gelamineerd glas

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2020 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X (5)

8 k)

Solderen van verwarmingstoepassingen met een verwarmingsstroom van 0,5 A of meer per betrokken soldeerverbinding met een enkele ruit van gelamineerd glas met een dikte van ten hoogste 2,1 mm. Deze vrijstelling geldt niet voor het solderen aan contactpunten in de tussenlaag van polymeer.

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2024 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X (5)

9.

Klepzittingen

Als reserveonderdelen voor motortypen die vóór 1 juli 2003 zijn ontwikkeld

 

10 a)

Elektrische en elektronische onderdelen die lood in glas of keramiek, in een glas- of composiet met keramische matrix, in een glaskeramisch materiaal of een composiet met glaskeramische matrix bevatten.

Deze vrijstelling heeft geen betrekking op het gebruik van lood in:

i)

glas in lampen en glazuur van bougies;

ii)

de in de punten 10 b) tot en met 10 d) genoemde diëlektrische keramische materialen en onderdelen.

 

X (6) (voor andere onderdelen dan piëzo-onderdelen in motoren)

10 b)

Lood in op PZT gebaseerde diëlektrische keramische materialen in condensatoren die onderdeel zijn van geïntegreerde schakelingen of discrete halfgeleiders

 

 

10 c)

Lood in diëlektrische keramische materialen in condensatoren voor een nominale spanning van minder dan 125 V wisselstroom of 250 V gelijkstroom

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

 

10 d)

Lood in diëlektrische keramische materialen in condensatoren die de temperatuurgebonden afwijkingen van sensoren in ultrasone sonarinstallaties compenseren

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2017 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

 

11.

Pyrotechnische ontstekers

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 juli 2006 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

 

12.

Loodhoudende thermo-elektrische materialen in elektrische toepassingen in de automobielsector om de CO2-emissies te verminderen door de terugwinning van uitlaatgaswarmte

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2019 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X

Zeswaardig chroom

13 a)

Corrosiewerende beschermlagen

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2007 in de handel zijn gebracht

 

13 b)

Corrosiewerende beschermlagen van schroefmoerverbindingen voor chassistoepassingen

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2008 in de handel zijn gebracht

 

14.

 

Zeswaardig chroom als anticorrosiemiddel in het koolstofstalen koelsysteem in absorptiekoelkasten tot 0,75 gewichtsprocent in de koeloplossing:

a)

ontworpen om volledig of gedeeltelijk met een elektrische verwarmingseenheid te werken, met een gemiddeld gebruikt elektrisch ingangsvermogen van minder dan 75 W bij constante bedrijfsomstandigheden;

b)

ontworpen om volledig of gedeeltelijk met een elektrische verwarmingseenheid te werken, met een gemiddeld gebruikt elektrisch ingangsvermogen van minstens 75 W bij constante bedrijfsomstandigheden;

c)

ontworpen om volledig met een niet-elektrische verwarmingseenheid te werken.

Voor a): voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2020 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

Voor b): voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2026 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X

Kwik

15 a)

Ontladingslampen voor koplampen

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 juli 2012 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X

15 b)

Fluorescentiebuizen voor instrumentenpanelen

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 juli 2012 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X

Cadmium

16.

Batterijen voor elektrische voertuigen

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 31 december 2008 in de handel zijn gebracht

 

Aantekeningen bij de tabel:

.

(1)  Deze vrijstelling wordt opnieuw bekeken in 2024.

(2)  Van toepassing op aluminiumlegeringen waar lood niet opzettelijk aan is toegevoegd maar waarin het aanwezig is door het gebruik van gerecycleerd aluminium.

(3)  Deze vrijstelling wordt opnieuw bekeken in 2025.

(4)  Systemen met een spanning van > 75 V gelijkstroom zoals gedefinieerd in artikel 1 van Richtlijn 2014/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 357).

(5)  Demontage als in combinatie met in punt 10 a) genoemde toepassingen een gemiddelde drempelwaarde van 60 gram per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.

(6)  Demontage als in combinatie met in de punt 8, a) tot en met k), genoemde toepassingen een gemiddelde drempelwaarde van 60 gram per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.”

(7)  Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (PB L 151 van 14.6.2018, blz. 1).