21.9.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 233/85


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/1802 VAN DE COMMISSIE

van 20 september 2023

tot vaststelling van de technische regelingen voor de bewaring van gegevens

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (1), en met name artikel 11, lid 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) 2018/1240 is het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) opgericht, dat van toepassing is op niet-visumplichtige onderdanen van derde landen die het grondgebied van de lidstaten willen binnenkomen.

(2)

Het doel van dit besluit is de technische regelingen vast te stellen voor de uitvoering van de voorwaarden voor gegevensbewaring als bedoeld in artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2018/1240, om geautomatiseerde verificaties op basis van het Europees zoekportaal (ESP) mogelijk te maken.

(3)

Overeenkomstig artikel 24, lid 6, en artikel 54, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240 moet het centrale Etias-systeem periodiek en automatisch verifiëren of aan de voorwaarden voor het bewaren van aanvraagdossiers is voldaan.

(4)

Om aan deze verplichting te voldoen, moet het centrale Etias-systeem zich houden aan de bewaartermijn van het aanvraagdossier, namelijk vijf jaar na de laatste beslissing om de reisautorisatie te weigeren, nietig te verklaren of in te trekken.

(5)

Indien alle gegevens die ten grondslag liggen aan de beslissing tot weigering, nietigverklaring of intrekking van een reisautorisatie, vóór het verstrijken van de bewaringstermijn van vijf jaar worden gewist, moet het centrale Etias-systeem het aanvraagdossier automatisch binnen drie dagen wissen. Om die reden, en om de hoeveelheid verwerking te beperken, moet het systeem dagelijks nagaan of de regels inzake gegevensbewaring worden nageleefd. Indien een notitie moet worden gewist, moet dat binnen drie dagen gebeuren.

(6)

Aangezien Verordening (EU) 2018/1240 voortbouwt op het Schengenacquis, heeft Denemarken overeenkomstig artikel 4 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, kennisgegeven van de omzetting van Verordening (EU) 2018/1240 in zijn nationale wetgeving. Denemarken is derhalve door dit besluit gebonden.

(7)

Dit besluit houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt. Dit besluit valt buiten het toepassingsgebied van de maatregelen waarin is voorzien bij Besluit 2002/192/EG van de Raad (2). Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op Ierland.

(8)

Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (3), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (4).

(9)

Wat Zwitserland betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (5), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (6).

(10)

Wat Liechtenstein betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (7), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (8).

(11)

Wat Cyprus, Bulgarije en Roemenië betreft, vormt dit besluit een rechtshandeling die op het Schengenacquis voortbouwt, of anderszins daaraan is gerelateerd in de zin van respectievelijk artikel 3, lid 1, van de Toetredingsakte van 2003 en artikel 4, lid 1, van de Toetredingsakte van 2005.

(12)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (9) en heeft op 9 september 2022 een advies uitgebracht.

(13)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité slimme grenzen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Bij dit besluit worden de technische regelingen vastgesteld voor de uitvoering van de termijn voor het bewaren en wissen van aanvraagdossiers overeenkomstig artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2018/1240.

Artikel 2

Mechanismen en procedures voor gegevensbewaring

1.   Voor de toepassing van artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2018/1240 verifieert het centrale Etias-systeem dagelijks automatisch de in die artikelen bedoelde voorwaarden voor gegevensbewaring.

2.   Daartoe verifieert het centrale Etias-systeem met de in artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde systemen door middel van het in artikel 11, lid 8, van die verordening bedoelde unieke referentienummer of de gegevens die hebben geleid tot de beslissing tot weigering, nietigverklaring of intrekking van de reisautorisatie, nog steeds in het respectieve systeem aanwezig zijn.

3.   Indien het centrale Etias-systeem bepaalt dat de bewaringsvoorwaarden zijn komen te vervallen, wist het centrale Etias-systeem automatisch het desbetreffende aanvraagdossier:

a)

onmiddellijk, wanneer de bewaartermijn van vijf jaar vanaf de laatste beslissing tot weigering, nietigverklaring of intrekking van de reisautorisatie is verstreken;

b)

indien de in punt a) bedoelde bewaringstermijn van vijf jaar niet is verstreken, binnen drie dagen na de in lid 1 bedoelde automatische verificatie waaruit blijkt dat gegevens in een notitie, dossier of signalering die is geregistreerd in een van de systemen als bedoeld in artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), die aanleiding geven tot de beslissing tot weigering, nietigverklaring of intrekking van de reisautorisatie, zijn verwijderd.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 20 september 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1.

(2)  Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).

(3)   PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

(4)  Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

(5)   PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

(6)  Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

(7)   PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.

(8)  Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

(9)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).