13.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 74/61


BESLUIT (EU) 2023/569 VAN DE RAAD

van 9 maart 2023

betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie in te nemen standpunt over voorstellen tot wijziging van Volumes I tot en met III van bijlage 16 bij het Verdrag van Chicago, inzake normen en aanbevolen praktijken op het gebied van milieubescherming

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (het “Verdrag van Chicago”), waarbij het internationale luchtvervoer geregeld wordt, is op 4 april 1947 in werking getreden. Bij dat verdrag is de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (International Civil Aviation Organization — ICAO) opgericht.

(2)

Alle lidstaten zijn overeenkomstsluitende partijen bij het Verdrag van Chicago en leden van de ICAO, terwijl de Unie de status van waarnemer heeft in bepaalde organen van de ICAO.

(3)

Op grond van artikel 54 van het Verdrag van Chicago kan de ICAO-raad internationale normen en aanbevolen praktijken (Standards and Recommended Practices — SARP’s) vaststellen.

(4)

De ICAO-raad heeft de SARP’s inzake milieubescherming vastgesteld als Volumes I tot en met IV van bijlage 16 bij het Verdrag van Chicago.

(5)

De ICAO-raad zal tijdens zijn 228ste zitting van 13 tot en met 31 maart 2023 een aantal wijzigingen vaststellen van Volumes I tot en met III van bijlage 16 bij het Verdrag van Chicago.

(6)

Het is passend het standpunt vast te stellen dat namens de Unie ingenomen moet worden in de ICAO-raad aangezien de voorgestelde wijzigingen rechtsgevolgen hebben; zij zijn immers bindend krachtens het internationaal recht en kunnen een beslissende invloed hebben op de inhoud van het Unierecht, namelijk Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad (1) en Verordening (EU) nr. 748/2012 van de Commissie (2).

(7)

Het standpunt dat namens de Unie ingenomen moet worden, moet inhouden dat de wijzigingen van de Volumes I tot en met III gesteund worden.

(8)

Het standpunt dat namens de Unie ingenomen moet worden, moet tot uiting gebracht worden door de lidstaten van de Unie die lid zijn van de ICAO-raad, die daarbij gezamenlijk in het belang van de Unie optreden.

(9)

Het standpunt dat namens de Unie ingenomen moet worden na de vaststelling door de ICAO-raad van de wijzigingen van Volumes I tot en met III van bijlage 16 bij het Verdrag van Chicago, dat door de secretaris-generaal van de ICAO aangekondigd moet worden via een ICAO-staatsbrief, moet erin bestaan geen afkeuring te registreren en te melden dat de wijzigingen nageleefd worden. Indien het Unierecht na de beoogde toepassingsdatum van de nieuwe SARP’s van die SARP’s zou afwijken, moet de ICAO in kennis gesteld worden van elk verschil met die specifieke SARP’s,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Het standpunt dat namens de Unie ingenomen moet worden op de 228ste zitting van de ICAO-raad, of in een daaropvolgende zitting, over voorstellen tot wijziging van Volumes I tot en met III van bijlage 16 bij het Verdrag van Chicago, inzake normen en aanbevolen praktijken (Standards and Recommended Practices — SARP’s) op het gebied van milieubescherming, houdt in dat de voorgestelde wijzigingen in hun geheel gesteund worden.

2.   Het standpunt dat namens de Unie ingenomen moet worden, op voorwaarde dat de ICAO-raad de voorgestelde wijzigingen van Volumes I tot en met III van bijlage 16 bij het in lid 1 van dit artikel vermelde Verdrag van Chicago zonder ingrijpende wijzigingen vaststelt, houdt in dat in antwoord op de respectieve ICAO-staatsbrief geen afkeuring geregistreerd wordt, maar gemeld wordt dat de vastgestelde maatregel nageleefd zal worden. Indien het Unierecht na de beoogde toepassingsdatum van die internationale SARP’s van die SARP’s zou afwijken, wordt de ICAO in kennis gesteld van elk verschil met die specifieke SARP’s. In dat geval dient de Commissie tijdig en ten minste twee maanden vóór een door de ICAO vastgestelde termijn voor kennisgeving van verschillen, ter bespreking en goedkeuring bij de Raad een voorbereidend document in met de gedetailleerde verschillen die de lidstaten namens de Unie aan de ICAO moeten meedelen.

Artikel 2

Het in artikel 1, lid 1, vermelde standpunt wordt tot uitdrukking gebracht door de lidstaten van de Unie die lid zijn van de ICAO-raad, die daarbij gezamenlijk in het belang van de Unie optreden.

Het in artikel 1, lid 2, vermelde standpunt wordt tot uitdrukking gebracht door alle lidstaten van de Unie, die daarbij gezamenlijk in het belang van de Unie optreden.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 9 maart 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

G. STRÖMMER


(1)  Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1).

(2)  Verordening (EU) nr. 748/2012 van de Commissie van 3 augustus 2012 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede voor de certificering van ontwerp- en productieorganisaties (PB L 224 van 21.8.2012, blz. 1).