10.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 73/17 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/548 VAN DE COMMISSIE
van 6 maart 2023
tot niet-verlening van toelating van de Unie voor de biocidefamilie “UL Hydrogen Peroxide Family 1” overeenkomstig Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2023) 1372)
(Slechts de tekst in de Nederlandse taal is authentiek)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 44, lid 5, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 27 januari 2017 heeft Unilever Europe BV overeenkomstig artikel 43, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012 bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen (“het agentschap”) een aanvraag ingediend voor een toelating van de Unie voor een biocidefamilie met als naam “UL Hydrogen Peroxide Family 1”, behorende tot productsoort 2 als omschreven in bijlage V bij die verordening, tezamen met de schriftelijke bevestiging dat de bevoegde autoriteit van Duitsland ermee heeft ingestemd de aanvraag te beoordelen. De aanvraag is in het biocidenregister geregistreerd onder zaaknummer BC-MS029571-20. |
(2) |
“UL Hydrogen Peroxide Family 1” bevat waterstofperoxide als werkzame stof; die stof is opgenomen in de Unielijst van goedgekeurde werkzame stoffen voor de productsoort 2, als bedoeld in artikel 9, lid 2, van Verordening (EU) nr. 528/2012. |
(3) |
Op 20 december 2021 heeft de beoordelende bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 44, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012 een beoordelingsrapport en de conclusies van haar beoordeling bij het agentschap ingediend. |
(4) |
Op 25 oktober 2021 heeft de beoordelende bevoegde autoriteit aan Unilever Europe BV overeenkomstig artikel 44, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 528/2012 de gelegenheid geboden schriftelijke opmerkingen over het beoordelingsverslag en de conclusies van de beoordeling kenbaar te maken. Op 23 november 2021 heeft Unilever Europe BV haar opmerkingen naar de beoordelende bevoegde autoriteit gestuurd. Terwijl het agentschap zijn advies over dat beoordelingsverslag aan het opstellen was, is dat verslag door de beoordelende bevoegde autoriteit bijgewerkt, en op 13 mei 2022 is Unilever Europe BV de gelegenheid geboden opmerkingen over het geactualiseerde beoordelingsverslag en het ontwerpadvies van het agentschap kenbaar te maken, voordat het Comité voor biociden van het agentschap op 15 juni 2022 het definitieve advies heeft aangenomen. Unilever Europe BV heeft bij die gelegenheid geen opmerkingen ingediend. |
(5) |
Op 5 juli 2022 heeft het agentschap overeenkomstig artikel 44, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 haar advies (2) over “UL Hydrogen Peroxide Family 1” bij de Commissie ingediend. |
(6) |
In het advies wordt geconcludeerd dat “UL Hydrogen Peroxide Family 1” een biocidefamilie is in de zin van artikel 3, lid 1, punt s), van Verordening (EU) nr. 528/2012, maar dat zij niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 19, lid 1, punt b), iii) en iv), en punt d) van die verordening. |
(7) |
Volgens het advies van het agentschap is een onaanvaardbaar risico vastgesteld voor professionele en niet-professionele gebruikers als gevolg van secundaire blootstelling door inademing, en zijn er geen maatregelen beschikbaar of van toepassing om het vastgestelde risico te beperken. Er werden ook onaanvaardbare milieurisico’s voor de compartimenten sediment en bodem vastgesteld als gevolg van de aanwezigheid van de tot bezorgdheid aanleiding gevende stof PEG-2 gehydrogeneerde talgamine in de producten. In het advies van het agentschap is ook aangegeven dat er voor bepaalde eindpunten lacunes in de gegevens waren vastgesteld en dat er geen conclusies konden worden getrokken over de fysische en chemische eigenschappen van de producten en over de vraag of zij aanvaardbaar konden worden geacht met het oog op een passend gebruik en vervoer van het product. |
(8) |
De Commissie sluit zich aan bij het advies van het agentschap en acht het daarom passend om voor “UL Hydrogen Peroxide Family 1” geen toelating van de Unie te verlenen. |
(9) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Aan Unilever Europe BV wordt geen toelating van de Unie verleend voor het op de markt aanbieden en het gebruik van de biocidefamilie “UL Hydrogen Peroxide Family 1”.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot Unilever Europe BV, Weena 455, 3013 AL Rotterdam, Nederland.
Gedaan te Luxemburg, 6 maart 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.
(2) Advies van ECHA over de toelating van de Unie voor de biocidefamilie “UL Hydrogen Peroxide Family 1”, ECHA/BPC/344/2022, aangenomen op 15 juni 2022 (https://echa.europa.eu/bpc-opinions-on-union-authorisation).