27.2.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 61/62


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/423 VAN DE COMMISSIE

van 24 februari 2023

betreffende een proefproject ter uitvoering van de bepalingen van Richtlijn 2005/36/EG en Richtlijn (EU) 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad inzake administratieve samenwerking met betrekking tot gereglementeerde beroepen via het Informatiesysteem interne markt en ter integratie van de databank van gereglementeerde beroepen in dat systeem

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1024/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt en tot intrekking van Beschikking 2008/49/EG van de Commissie (“de IMI-verordening”) (1), en met name artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het bij Verordening (EU) nr. 1024/2012 ingestelde Informatiesysteem interne markt (“IMI”) is een online softwareapplicatie die door de Commissie in samenwerking met de lidstaten is ontwikkeld om de lidstaten te helpen bij de naleving van de vereisten op het gebied van informatie-uitwisseling die zijn neergelegd in handelingen van de Unie door het ter beschikking stellen van een gecentraliseerd communicatiemechanisme ter bevordering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie en met het oog op wederzijdse bijstand.

(2)

Krachtens Verordening (EU) nr. 1024/2012 kan de Commissie proefprojecten uitvoeren om na te gaan of IMI een effectief instrument is voor de uitvoering van bepalingen voor administratieve samenwerking van niet in de bijlage bij die verordening opgenomen handelingen van de Unie.

(3)

Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) voorziet in de automatische erkenning van beroepskwalificaties op basis van geharmoniseerde minimumopleidingseisen voor een beperkt aantal beroepen, en in de automatische erkenning van beroepskwalificaties op basis van beroepservaring voor een beperkt aantal ambachtelijke beroepen en beroepen op het gebied van handel en industrie, en in een algemeen stelsel voor de erkenning van beroepskwalificaties. De richtlijn bevat ook regels voor het vrije tijdelijk en incidenteel verrichten van diensten. Overeenkomstig artikel 59, lid 1, van Richtlijn 2005/36/EG moet de Commissie een voor het publiek toegankelijke databank met gereglementeerde beroepen ontwikkelen en onderhouden, inclusief een algemene beschrijving van de activiteiten die onder elk gereglementeerd beroep vallen.

(4)

In artikel 59, lid 1, van Richtlijn 2005/36/EG is bepaald dat de lidstaten de Commissie uiterlijk op 18 januari 2016 in kennis moesten stellen van een lijst van de bestaande gereglementeerde beroepen, met vermelding van de activiteiten die onder elk beroep vallen, een lijst van de gereglementeerde opleidingen en de opleidingen met een bijzondere structuur, op hun grondgebied. De lidstaten moeten ook onverwijld kennisgeven van elke wijziging in die lijsten.

(5)

In artikel 59, lid 2, van Richtlijn 2005/36/EG is bepaald dat de lidstaten de Commissie uiterlijk op 18 januari 2016 in kennis moesten stellen van de lijst van beroepen waarvoor voorafgaande controle van de kwalificaties krachtens artikel 7, lid 4, van die richtlijn noodzakelijk is.

(6)

Overeenkomstig artikel 59, lid 3 en lid 5, van Richtlijn 2005/36/EG moeten de lidstaten nagaan of hun bestaande eisen voor gereglementeerde beroepen verenigbaar zijn met de beginselen van non-discriminatie en evenredigheid, en uiterlijk op 18 januari 2016 moesten de lidstaten de Commissie informatie verstrekken over die eisen en de redenen waarom die eisen volgens hen niet-discriminerend en evenredig waren. Binnen zes maanden nadat nadien een maatregel wordt vastgesteld waarbij een nieuwe eis wordt ingevoerd of bestaande eisen worden gewijzigd, moeten de lidstaten eveneens informatie verstrekken over die eisen en de redenen waarom die eisen volgens hen niet-discriminerend en evenredig zijn.

(7)

Artikel 59, lid 6, bepaalt dat de lidstaten om de twee jaar verslag uitbrengen aan de Commissie over de eisen die zijn ingetrokken of versoepeld. Artikel 59, lid 7, eerste zin, bepaalt dat de lidstaten binnen zes maanden nadat zij de verslagen van de andere lidstaten van de Commissie hebben ontvangen, hun opmerkingen over die verslagen indienen.

(8)

Richtlijn (EU) 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad (3) bevat regels voor de uitvoering van evenredigheidsbeoordelingen door de lidstaten voorafgaand aan de invoering van nieuwe of de wijziging van bestaande regels die de toegang tot of de uitoefening van gereglementeerde beroepen beperken. In artikel 11, lid 1, van Richtlijn (EU) 2018/958 is bepaald dat de lidstaten aan de Commissie overeenkomstig artikel 59, lid 5, van Richtlijn 2005/36/EG de in artikel 4, lid 1, van Richtlijn (EU) 2018/958 bedoelde bepalingen moeten meedelen, alsmede de redenen op grond waarvan zij die bepalingen gerechtvaardigd en evenredig achten. Deze mededelingen moeten door de lidstaten worden geregistreerd in de databank van gereglementeerde beroepen als bedoeld in artikel 59, lid 1, van Richtlijn 2005/36/EG en door de Commissie voor het publiek toegankelijk worden gemaakt.

(9)

Krachtens artikel 10 van Richtlijn (EU) 2018/958 moeten de lidstaten maatregelen nemen om de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten over onder deze richtlijn vallende aangelegenheden, alsmede over de specifieke wijze waarop zij een beroep reglementeren en over de gevolgen van die reglementering, aan te moedigen. De Commissie moet deze uitwisseling van informatie faciliteren.

(10)

Krachtens artikel 60, lid 1, van Richtlijn 2005/36/EG moeten de lidstaten aan de Commissie verslagen over de toepassing van die richtlijn voorleggen, die algemene toelichtingen, een statistisch overzicht van de genomen besluiten met betrekking tot erkenning en een beschrijving van de voornaamste problemen die uit de toepassing van die richtlijn voortvloeien bevatten.

(11)

Indien technisch en juridisch mogelijk, is het met het oog op de efficiëntie passend om verschillende IT-systemen van de Commissie in één systeem te integreren. IMI wordt al gebruikt om bij de administratieve samenwerking op het gebied van de erkenning van beroepskwalificaties te voldoen aan de informatievereisten bij wederzijdse bijstand overeenkomstig artikel 56, lid 2 bis, van Richtlijn 2005/36/EG en bij het verzenden van waarschuwingen overeenkomstig artikel 56 bis van die richtlijn, alsook bij de procedure voor de Europese beroepskaart als beschreven in de artikelen 4 bis tot en met 4 sexies van Richtlijn 2005/36/EG. Voor de integratie van de databank van gereglementeerde beroepen in IMI moet daarom een proefproject worden opgezet.

(12)

IMI zou een doeltreffend instrument kunnen zijn om de databank van gereglementeerde beroepen in te integreren, om de verstrekking van informatie en de verslaglegging door de lidstaten over gereglementeerde beroepen te vergemakkelijken en om aan de verplichtingen van de lidstaten wat betreft transparantie uit hoofde van artikel 59, leden 1, 2, 5 en 6, artikel 59, lid 7, eerste zin, en artikel 60, lid 1, van Richtlijn 2005/36/EG en de verplichtingen wat betreft transparantie uit hoofde van artikel 11, lid 1, van Richtlijn (EU) 2018/958 te voldoen. Die bepalingen moeten derhalve in een proefproject uit hoofde van artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1024/2012 worden opgenomen.

(13)

Om ervoor te zorgen dat zij voldoen aan hun verplichtingen wat betreft transparantie uit hoofde van Richtlijn 2005/36/EG en Richtlijn (EU) 2018/958, moeten de lidstaten een of meer bevoegde autoriteiten aanwijzen die verantwoordelijk zijn voor de kennisgeving van de in artikel 59, leden 1, 2, 5 en 6, artikel 59, lid 7, eerste zin, en artikel 60, lid 1, van Richtlijn 2005/36/EG en artikel 11, lid 1, van Richtlijn (EU) 2018/958 bedoelde informatie. Dit belet de lidstaten niet om daarvoor de in artikel 3, lid 1, punt d), en artikel 56, lid 3, van Richtlijn 2005/36/EG bedoelde autoriteiten en de in artikel 57 ter van die richtlijn bedoelde assistentiecentra aan te wijzen.

(14)

Kennisgevingen in IMI zijn procedures in twee stappen. Als eerste stap initiëren de bevoegde autoriteiten een kennisgeving en dienen zij deze in bij de desbetreffende coördinator in hun lidstaat. Als tweede stap moeten de coördinatoren in de lidstaten kennisgevingen goedkeuren alvorens deze bij de Commissie in te dienen. Daarom moeten de lidstaten in IMI coördinatoren aanwijzen. Om de nodige flexibiliteit te waarborgen, moeten de bevoegde autoriteiten eveneens de taken van coördinatoren kunnen krijgen.

(15)

De reglementering van beroepen door de lidstaten moet in overeenstemming zijn met het toepasselijke Unierecht en actuele informatie over gereglementeerde beroepen moet zowel publiek toegankelijk als in IMI beschikbaar zijn om de erkenning van beroepskwalificaties te vergemakkelijken. Tegelijkertijd moeten de lidstaten hun kennisgevingsverplichtingen elektronisch kunnen nakomen aan de hand van IMI, dat alle te dien einde noodzakelijke technische functionaliteit moet bieden.

(16)

Om de transparantie te vergroten en de erkenning van beroepskwalificaties te vergemakkelijken, moet IMI voorzien in technische functionaliteit voor het doorzetten van informatie over gereglementeerde beroepen naar de openbare website over gereglementeerde beroepen, met inbegrip van de uitkomst van de evenredigheidstest; contactgegevens van contactpersonen, bevoegde autoriteiten en assistentiecentra, evenals statistieken en verslagen.

(17)

Om de communicatie over gereglementeerde beroepen te vergemakkelijken, moet IMI voorzien in technische functionaliteit voor het registreren van persoonsgegevens van de contactpersonen van de in de lidstaten voor gereglementeerde beroepen verantwoordelijke bevoegde autoriteiten. De contactpersonen moeten eerst toestemming voor de verwerking van hun persoonsgegevens geven door middel van een toestemmingsformulier. IMI-actoren moeten de contactgegevens en het door de contactpersonen ondertekende toestemmingsformulier in IMI registreren.

(18)

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1024/2012 legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een evaluatie van de resultaten van het proefproject voor. Het is zinvol de uiterste datum vast te stellen waarop die evaluatie moet worden voorgelegd. De data waarop de volgende verslagen uit hoofde van artikel 60, lid 2, van Richtlijn 2005/36/EG en artikel 12 van Richtlijn (EU) 2018/958 moeten worden ingediend, vallen te vroeg om dan de resultaten van het proefproject te kunnen evalueren. Het is daarom passend om 31 december 2025 vast te stellen als uiterste datum voor het indienen van evaluatieverslag over de resultaten van het proefproject.

(19)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (4) en heeft op 12 december 2022 advies uitgebracht.

(20)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat is ingesteld bij artikel 24, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1024/2012,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het proefproject

1.   Er wordt een proefproject uitgevoerd om te beoordelen of het Informatiesysteem interne markt (“IMI”) een doeltreffend instrument zou zijn om te voldoen aan de kennisgevingsverplichtingen van artikel 59, leden 1, 2, 5 en 6, artikel 59, lid 7, eerste zin, en artikel 60, lid 1, van Richtlijn 2005/36/EG en artikel 11, lid 1, van Richtlijn (EU) 2018/958, en om de databank van gereglementeerde beroepen als bedoeld in artikel 59, lid 1, van Richtlijn 2005/36/EG in het IMI te integreren.

2.   Voor de toepassing van dit besluit worden verslaglegging, mededeling, registratie en verstrekking van informatie overeenkomstig artikel 59, leden 1, 5 en 6, artikel 59, lid 7, eerste zin, en artikel 60, lid 1, van Richtlijn 2005/36/EG en artikel 11, lid 1, van Richtlijn (EU) 2018/958 “kennisgevingen” genoemd.

Artikel 2

Bevoegde autoriteiten

1.   De lidstaten wijzen een of meer bevoegde autoriteiten aan die verantwoordelijk zijn voor de kennisgeving van de in artikel 59, leden 1, 2, 5 en 6, artikel 59, lid 7, eerste zin, en artikel 60, lid 1, van Richtlijn 2005/36/EG en artikel 11, lid 1, van Richtlijn (EU) 2018/958 bedoelde informatie.

2.   De overeenkomstig lid 1 van dit artikel aangewezen autoriteiten worden beschouwd als bevoegde autoriteiten in de zin van artikel 5, tweede alinea, punt f), van Verordening (EU) nr. 1024/2012.

Artikel 3

Coördinatoren

1.   Elke lidstaat wijst de coördinatie van kennisgevingen toe aan een of meer bevoegde autoriteiten (“coördinatoren”).

2.   De coördinatoren zorgen ervoor dat kennisgevingen worden goedgekeurd en aan de Commissie worden toegezonden zonder onnodige vertraging.

3.   Een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 2 kan ook als coördinator worden aangewezen.

Artikel 4

Administratieve samenwerking

Voor de toepassing van artikel 59, leden 1, 2, 5 en 6, artikel 59, lid 7, eerste zin, en artikel 60, lid 1, van Richtlijn 2005/36/EG en artikel 11, lid 1, van Richtlijn (EU) 2018/958 biedt IMI ten minste de technische functionaliteit voor:

a)

kennisgeving van informatie over gereglementeerde beroepen, met inbegrip van de activiteiten die onder elk beroep vallen, gereglementeerde opleidingen en opleidingen met een speciale structuur, en elke wijziging van die informatie;

b)

kennisgeving van bestaande eisen die de toegang tot of de uitoefening van gereglementeerde beroepen beperken en van de redenen om aan te nemen dat die eisen in overeenstemming zijn met artikel 59, lid 3, van Richtlijn 2005/36/EG, en elke wijziging van die eisen;

c)

kennisgeving van nieuwe of gewijzigde eisen die de toegang tot of de uitoefening van een gereglementeerd beroep beperken, samen met de bepalingen tot invoering of wijziging van de eisen, die worden beoordeeld overeenkomstig Richtlijn (EU) 2018/958, evenals de redenen waarom die bepalingen gerechtvaardigd en evenredig worden geacht, en elke wijziging van die eisen;

d)

verslaglegging over eisen die zijn ingetrokken of versoepeld overeenkomstig artikel 59, lid 6, van Richtlijn 2005/36/EG;

e)

het toevoegen van opmerkingen bij de in de punten a) tot en met d) bedoelde kennisgevingen;

f)

het goedkeuren van de in de punten a) tot en met d) bedoelde kennisgevingen door de coördinator in de lidstaat en toezending ervan aan de Commissie;

g)

het vergemakkelijken van de evaluatie en het verrichten van procedurele handelingen door de Commissie met betrekking tot de in de punten a) tot en met d) bedoelde kennisgevingen;

h)

het geven van een antwoord van de kennisgevende lidstaat op de in punt g) bedoelde procedurele handelingen van de Commissie;

i)

het registreren van verschillende versies van kennisgevingen als bedoeld in de punten a) tot en met d);

j)

het registreren van statistische gegevens op basis van de besluiten van de lidstaten met betrekking tot erkenning van beroepsbeoefenaren die zich in het buitenland willen vestigen of tijdelijk en incidenteel diensten willen verlenen, om de opstelling van de in artikel 60, lid 1, van Richtlijn 2005/36/EG bedoelde verslagen te vergemakkelijken;

k)

het verstrekken van een toestemmingsformulier voor de contactpersoon wiens persoonsgegevens in IMI worden opgeslagen en naar de openbare website worden doorgestuurd;

l)

het bijwerken van de kennisgevingen;

m)

het opzetten van een register voor de gemelde informatie over gereglementeerde beroepen om ervoor te zorgen dat alle aangewezen bevoegde autoriteiten die in IMI zijn geregistreerd voor modules betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, de eisen voor gereglementeerde beroepen rechtstreeks in IMI kunnen controleren;

n)

het verschaffen van een register voor gemelde informatie over bevoegde autoriteiten, assistentiecentra en verslagen als bedoeld in artikel 59, leden 2, 5 en 6, en artikel 60, lid 1, van Richtlijn 2005/36/EG;

o)

het doorzetten van de volgende informatie naar de openbare website:

i)

informatie over gereglementeerde beroepen, met inbegrip van de resultaten van evenredigheidsbeoordelingen;

ii)

contactgegevens van contactpersonen, bevoegde autoriteiten en assistentiecentra;

iii)

gegevens voor statistieken over besluiten met betrekking tot de erkenning van beroepsbeoefenaren die zich in het buitenland willen vestigen of tijdelijk en incidenteel diensten willen verlenen;

iv)

verslagen als bedoeld in artikel 59, leden 2, 5 en 6, en artikel 60, lid 1, van Richtlijn 2005/36/EG.

Artikel 5

Gegevensbescherming

1.   Alle informatie die persoonsgegevens bevat en die is opgeslagen in of uitgewisseld via IMI, wordt in IMI verwerkt overeenkomstig de artikelen 14 tot en met 17 van Verordening (EU) nr. 1024/2012.

2.   Overeenkomstig artikel 6, lid 1, punt e), van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (5) mogen de lidstaten bij de uitvoering van een taak van algemeen belang besluiten contactgegevens met de persoonsgegevens van een contactpersoon te verstrekken met het oog op de in artikel 4, punt o), van dit besluit bedoelde technische functionaliteit.

Wanneer de lidstaten besluiten persoonsgegevens van de contactpersoon te verstrekken, wordt de volgende informatie geregistreerd en doorgezet naar de openbare website voor gereglementeerde beroepen:

i)

voornaam;

ii)

achternaam;

iii)

e-mailadres;

iv)

telefoonnummer;

v)

naam van de bevoegde autoriteit waarvoor de persoon werkt;

vi)

talenkennis.

3.   De contactpersonen wier persoonsgegevens overeenkomstig dit artikel worden geregistreerd en doorgezet, geven uitdrukkelijk toestemming voor de verwerking van hun persoonsgegevens door middel van het toestemmingsformulier, dat in IMI wordt geüpload.

Artikel 6

Evaluatie

De Commissie dient de evaluatie van de resultaten van het proefproject uiterlijk op 31 december 2025 in bij het Europees Parlement en de Raad, zoals vereist op grond van artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1024/2012.

Artikel 7

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 februari 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 316 van 14.11.2012, blz. 1.

(2)  Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22).

(3)  Richtlijn (EU) 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen (PB L 173 van 9.7.2018, blz. 25).

(4)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

(5)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).